Gemeenteblad van Brunssum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2023, 236162 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2023, 236162 | overige overheidsinformatie |
Duurzaamheidsbeleid informatieobjecten
1. Waarom duurzaamheidsbeleid?
In het Kwaliteitsbeleid van de gemeente Brunssum is als ambitie opgenomen dat (digitale) informatie die nodig is om het handelen van de gemeente te kunnen reconstrueren van meet af aan, maar ook na verloop van tijd duurzaam toegankelijk is en blijft. Duurzaam toegankelijk betekent dat informatie vindbaar, beschikbaar, leesbaar, interpreteerbaar en betrouwbaar is en blijft voor degenen die er recht op hebben, vanaf het moment van ontstaan en voor zo lang als dat noodzakelijk is. In de selectielijst van de VNG zijn de bewaartermijnen voor alle soorten gemeentelijke informatie vastgelegd. Deze bewaartermijnen variëren van kort (bijvoorbeeld 1 jaar) tot langdurig (bijvoorbeeld 20 jaar, 110 jaar of blijvend).
Met papieren documenten en registraties is, ten aanzien van langdurige bewaring, jarenlange ervaring opgebouwd. Dit geldt echter minder voor het langdurig bewaren van digitale informatieobjecten. Voor het beheer van digitale documenten (Office, PDF) beschikt de gemeente over een werkend zaaksysteem. Maar voor diverse soorten digitale informatie, waaronder e-mail, berichtenverkeer, websites en geo-data, beschikt de gemeente nog niet over een passende voorziening voor archivering. Deze informatieobjecten vragen daarbij ook om specifieke kennis en kunde voor een goede archivering.
In dit duurzaamheidsbeleid wordt specifiek ingegaan op de technische, procedurele en organisatorische maatregelen m.b.t. het duurzaam beheren van digitale informatieobjecten van de gemeente Brunssum. Het document is als volgt opgebouwd:
1.2 Wettelijke kaders voor een Duurzaamheidsbeleid
Digitale informatie van een overheidsorganisatie valt onder de werking van de Archiefwet 1995, de Archiefregeling, het Archiefbesluit en de Wet Open Overheid. In de Archiefregeling 2010 zijn nadere voorschriften voor te bewaren digitale informatieobjecten opgenomen. De Archiefwet 1995 wordt momenteel herzien en zal naar verwachting in 2024 gewijzigd zijn.
In bijlage 1 zijn alle nu bekende wettelijke eisen, waaronder die uit het voorstel voor de nieuwe Archiefwet, uitgewerkt.
1.3 Doel van de Duurzaamheidsbeleid
In dit Duurzaamheidsbeleid is vastgelegd hoe de duurzame toegankelijkheid van digitale informatieobjecten binnen de gemeente Brunssum gewaarborgd is. Het gaat daarbij om de combinatie van procedurele en organisatorische maatregelen die voor duurzame toegankelijkheid nodig zijn en ervoor zorgen dat de gemeente Brunssum voldoet aan alle wettelijke eisen. Dit Duurzaamheidsbeleid is een uitvloeisel van de Archiefverordening van de gemeente Brunssum, de Beheerregeling van de gemeente Brunssum en het Kwaliteitsbeleid van de gemeente Brunssum.
Binnen de kaders van het beleid geeft dit duurzaamheidsbeleid aan hoe de gemeente Brunssum:
Digitale informatieobjecten beheert en in het bijzonder hoe de gemeente omgaat met het verouderen of onbruikbaar worden van digitale informatieobjecten;
Het voorliggende Duurzaamheidsbeleid is kaderstellend en strategisch (het wat) en beschrijft daarnaast maatregelen op tactisch niveau (het hoe). In werkinstructies worden operationele werkzaamheden beschreven (het doen).
1.4 Scope van het Duurzaamheidsbeleid
De scope van dit Duurzaamheidsbeleid omvat alle digitale informatieobjecten1 en alle informatiesystemen waarin - en waarmee deze digitale informatieobjecten worden gecreëerd en beheerd. Hierbij wordt gewerkt met drie risicoprofielen, die in bijlage 5 verder toegelicht worden.
Vanuit het Duurzaamheidsbeleid worden, op basis van het risicoprofiel, aan (het beheer van) informatieobjecten die langer dan 10 jaar te bewaren zijn en de daarvoor gebruikte informatiesystemen aanvullende eisen gesteld die niet of in mindere mate gesteld worden aan informatieobjecten die korter dan 10 jaar te bewaren zijn.
Het voorliggende Duurzaamheidsbeleid is daarmee niet alleen van toepassing op het zaaksysteem DJUMA maar op alle applicaties en omgevingen waarin informatieobjecten beheerd worden. In bijlage 6 is een actuele lijst opgenomen van alle applicaties die in scope zijn van het Duurzaamheidsbeleid. Deze lijst wordt jaarlijks geactualiseerd. In bijlage 7 en 8 wordt uitgewerkt hoe de gemeente omgaat met beheer van informatieobjecten in andere ‘omgevingen’ als websites en social media.
1. Duurzame toegankelijkheid van digitale informatieobjecten
Het duurzaamheidsbeleid wordt door het College vastgesteld. Het duurzaamheidsbeleid is kaderstellend en bindend voor alle organisatieonderdelen van de gemeente Brunssum.
Het afdelingshoofd informatiemanagement stuurt op de uitvoering en realisatie van dit duurzaamheidsbeleid en de bijbehorende procedures. De adviseur IM & DIV monitort hiervoor periodiek of de uitvoering – en naleving van het beleid op schema ligt.
Het duurzaamheidsbeleid wordt onder regie van Afdelingshoofd IM tweejaarlijks herzien. Wijzigingsvoorstellen kunnen bij de adviseur DIV en IM ingediend worden. De afdelingshoofden communiceren de redenen voor - en voordelen van het nieuwe beleid richting de eigen medewerkers. Zij worden hierin ondersteund door de adviseur DIV en IM en het team informatiemanagement.
De functioneel beheerders zijn verantwoordelijk voor het toepassen van het duurzaamheidsbeleid in de applicatie die zij beheren. Zij worden hierin ondersteund door de adviseur DIV en IM en het team informatiemanagement. Parkstad IT is verantwoordelijk voor technisch beheer conform het duurzaamheidsbeleid.
De archivaris is verantwoordelijk voor het beheer van overgebrachte digitale archiefbescheiden. De verantwoordelijkheid voor het beheer van het E-depot zal geschieden binnen de door de gemeente Brunssum hiervoor gestelde kaders.
Per hoofdstuk worden de diverse verantwoordelijkheden verder uitgewerkt in een RASCI matrix. Een totaaloverzicht hiervan is te vinden in bijlage 9.
Toelichting Beheer na overbrenging
De gemeente Brunssum is voornemens om toe te treden tot de nieuwe Gemeenschappelijk Regeling van het HCL. Door deze toetreding van Brunssum is het mogelijk dat zij kan meedenken over -, richting kan geven aan - en betrokken wordt bij de doorontwikkeling van het E-depot.
Door het opnieuw uitstellen van de Archiefwet zal deze toetreding op zijn vroegst 1 januari 2025 zijn. Het HCL is nu aan het onderzoeken of dit vanaf 1 januari 2024 al kan worden voorgesorteerd op de toetreding en het implementeren van het E-depot. Voor 2023 zal een overbruggings-DSO worden aangeboden.
2.2 Uitgangssituatie duurzaamheidsbeleid
De gemeente Brunssum werkt zaakgericht in het zaaksysteem Djuma en is bezig met een doorontwikkeling hiervan. De gemeente Brunssum beschikt daarnaast over relatief veel ongestructureerde informatie, informatie die zich op netwerkschijven of in mailboxen bevindt. In de doorontwikkeling van het zaakgericht werken (ZGW) wordt dit probleem opgepakt.
Tijdens de doorontwikkeling ZGW zal vanuit het proces worden geredeneerd om de informatiestroom in beeld te krijgen en hoe en waar die wordt vastgelegd. Vanuit het proces geredeneerd zijn deze in de huidige situatie onder te verdelen in vijf categorieën voor wat betreft het vastleggen van informatie, zie onderstaande tabel.
Op dit moment zijn er twee applicaties die beschikken over functionaliteit voor archivering namelijk:
Door het afdelingshoofd Informatiemanagement zijn de volgende, documenten vastgesteld die in de huidige situatie invulling geven aan digitale duurzaamheid:
De gemeente Brunssum heeft een DVO met het HCL. In onderstaande documenten wordt beschreven hoe welke taken het HCL uitvoert:
2.3 Uitgangspunten duurzaamheidsbeleid
De gemeente Brunssum heeft in het bedrijfsinformatieplan 2022 de ambitie uitgesproken om haar informatiehuishouding fasegewijs te meten en verbeteren. Hiervoor zijn 8 pijlers gedefinieerd. In het onderliggende Kwaliteitsbeleid is de ambitie uitgesproken om de wettelijke en organisatorische basis van de informatiehuishouding op orde te brengen, de duurzame toegankelijkheid van informatie te verhogen en de informatiebeheerfunctie te professionaliseren. Tenslotte zijn in Privacy beleid (document: 2009128) en Informatiebeveiligingsbeleid 2020-2023 (document: 992641) een aantal uitgangspunten benoemd, die van invloed zijn op het beheer van digitale informatieobjecten.
In het verlengde van deze uitgangspunten worden om de duurzame toegankelijkheid van digitale informatieobjecten gedurende de levensduur mogelijk te maken de volgende aanvullende uitgangspunten gehanteerd:
Informatiebeheer, informatiebeveiliging en informatiebescherming2 dragen, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, door een integrale aanpak en afwegingskader bij aan een gezonde rechtmatigheidspositie van de gemeente Brunssum.
De gemeente Brunssum hanteert het principe ‘archivering by design’ bij procesinrichting en de inrichting van processen en applicaties.3
2.4 Gewenste situatie duurzaamheidsbeleid
Met de uitvoering van het voorliggende duurzaamheidsbeleid wil de gemeente Brunssum de volgende, gewenste, situatie realiseren:
Van alle processen van de gemeente Brunssum is bekend waar- en hoe de informatie van deze processen wordt opgeslagen en beheerd. De processen, de bijbehorende informatie en de gebruikte applicaties voldoen aan vastgestelde kwaliteitscriteria, op basis van het van toepassing zijnde risicoprofiel. De gemeente Brunssum heeft alle beleidsmatige, organisatorische en procedurele randvoorwaarden voor duurzame toegankelijkheid van digitale informatieobjecten op orde en werkt hiervoor samen met het HCL.
In dit hoofdstuk worden diverse methodieken beschreven die ingezet worden om digitale informatieobjecten duurzaam toegankelijk te houden. Daarnaast wordt beargumenteerd welke keuzes de gemeente Brunssum hierin maakt om ‘Archivering by design’ te realiseren.
Voor duurzaam digitale archivering is het belangrijk dat de hardware waarop de software draait en de informatieobjecten zijn opgeslagen foutloos functioneert. Hiervoor dient de hardware proactief gemonitord te worden op fouten en storingen. In bijlage 4 zijn hier aandachtspunten voor uitgewerkt.
Voor applicaties die on-premise geïnstalleerd zijn, is het beheer van deze hardware en software, ondergebracht bij de Gemeenschappelijke Regeling Parkstad-IT. Parkstad-IT voert voor de gemeente Brunssum een groot deel uit van de (preventieve) maatregelen om dataverlies te voorkomen. De gemeente Brunssum heeft met Parkstad-IT een Service Leve Agreement (SLA) afgesloten. Deze dateert van 21 oktober 2016 en is vastgelegd onder documentnummer: 698996, bij zaaknummer: 696822 in het centrale zaaksysteem. In de SLA staat het volgende vermeld met betrekking tot de Storage Area Network (SAN), databaseserver en back-up en restore:
Parkstad-IT beschikt over een redundant SAN dat synchroon gemirrored is in de uitwijklocatie. Parkstad-IT draagt zorg voor voldoende storage ruimte op basis van de door de Deelnemers geprognotiseerde behoefte over het lopende jaar. Parkstad-IT is verantwoordelijk voor de beveiliging van de gegevens tegen verlies, ongeoorloofd inzien, verwijderen en of dupliceren van de op het SAN aanwezige data alsmede de ordening daarvan in een Multi-tenant omgeving. Op basis van (trend)rapportages en met input van de deelnemers zal twee keer per jaar een globale prognose van de storagebehoefte worden opgesteld.
Bij Software as a Service (SaaS) oplossingen heeft Parkstad-IT niet het beheer over de hardware en software, dat beheer is ondergebracht bij de leverancier, zoals bij het centrale zaaksysteem Djuma van de leverancier Visma Circle. Ook met Visma Circle is een SLA en een verwerkersovereenkomst afgesloten. Zie documentnummer 1021166 en 1021167 bij zaaknummer: 1021163. In deze verwerkersovereenkomst zijn afspraken opgenomen over storage, back-up en restore.
3.1.2 Beheer informatieobjecten
Voor duurzaam digitale archivering is het daarnaast belangrijk dat informatieobjecten leesbaar en bruikbaar zijn en blijven gedurende de hele levensduur. Hiervoor bestaan verschillende strategieën zoals conversie, migratie of emulatie. In bijlage 2 wordt hier meer informatie over gegeven.
In de huidige situatie zet de gemeente Brunssum in op de toepassing van open bestandsformaten, in het bijzonder PDF/A voor archivering van digitale informatieobjecten. Het zaaksysteem DJUMA beschikt over functionaliteit voor conversie naar PDF/A. Bij afsluiting van een zaak worden alle informatieobjecten uit de zaak geconverteerd naar PDF/A voor archivering.
De gemeente Brunssum heeft geen vastgesteld beleid voor migratie of emulatie van informatieobjecten. Er is ook geen beleid op de inzet van het e-depot voor digitale duurzaamheid en een vastgestelde informatiearchitectuur ontbreekt.
Om de gewenste situatie, zoals die in hoofdstuk 2 beschreven is, te bereiken neemt de gemeente Brunssum aanvullende maatregelen. De gemeente Brunssum kiest hierbij voor een combinatie van de in bijlage 2 genoemde methoden om de duurzame toegankelijkheid van haar digitale informatieobjecten te garanderen:
Om invulling te geven aan de keuzes die in hoofdstuk 3 beschreven zijn, zullen onderstaande beheersmaatregelen getroffen worden in de periode 2023-2024.
De gemeente Brunssum stelt in 2023 een informatiearchitectuur op, waarin eisen en richtlijnen voor duurzame toegankelijkheid (van applicaties) verder uitgewerkt worden. Uitgangspunten voor deze architectuur zijn vanuit duurzame toegankelijkheid:
Op basis van het risicoprofiel van de informatieobjecten worden bij elke nieuw aan te schaffen of gewijzigde applicatie de van toepassing zijnde set requirements voor archivering gebruikt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen applicaties waarin geen archiefstukken worden beheerd (laag risico), applicaties waarin kortdurend (minder dan 10 jaar) te bewaren informatie wordt gearchiveerd (gemiddeld risico) en applicaties waarin langdurig en blijvend te bewaren informatie wordt gearchiveerd (hoog risico). Een toelichting op deze risicoprofielen en bijbehorende eisen is opgenomen in bijlage 5.
De gemeente Brunssum neemt de volgende procedurele beheersmaatregelen:
De gemeente Brunssum stelt een werkinstructie voor medewerkers over het omgaan met informatie op, waarin eisen en richtlijnen voor duurzame toegankelijkheid van digitale informatieobjecten, naast eisen m.b.t. privacy en informatiebeveiliging, verder uitgewerkt worden. Uitgangspunten voor deze werkinstructie zijn vanuit duurzame toegankelijkheid:
Daarnaast worden de volgende organisatorische maatregelen genomen:
Tenslotte worden de volgende beheersmaatregelen genomen m.b.t. de inzet van het e-Depot:
Informatieobjecten met een bewaartermijn van langer dan 10 jaar, maar die niet blijvend te bewaren zijn, worden, zolang de gemeente Brunssum niet formeel en praktisch aangesloten is op het e-Depot van het HCL, door de gemeente Brunssum beheerd in applicaties die beschikken over functionaliteit voor archivering. In 2025 worden deze beheermaatregelen geactualiseerd bij de herziening van het Duurzaamheidsbeleid.
4.3 Beleid toepassen Conversie en migratie
De gemeente Brunssum hanteert de volgende beleidsregels voor de inzet van conversie of migratie voor de duurzame toegankelijkheid van haar digitale informatieobjecten:
Het College van de gemeente Brunssum beslist over de toepassing van een conversie - of migratietraject, op basis van een risicoanalyse, in het kader van duurzaamheidsbeleid en de te maken onkosten van migratie en conversie, om digitale informatieobjecten op de lange termijn leesbaar en bruikbaar te houden;
Bij conversie of migratie van informatieobjecten naar een andere applicatie dient uit de audittrail een bewaarlogbestand vervaardigt te worden. Het bewaarlogbestand bevat alle informatie over de bewaaractiviteiten die bij het digitale informatieobject zijn ondernomen. De eerste inhoud in het bewaarlogbestand moet bestaan uit gegevens van het oorspronkelijke digitale bestand. Deze inhoud moet worden gevolgd door gegevens over de conversie of migratie, waaronder de gebruikte conversietool, de datum en het tijdstip waarop deze conversie plaatsvond en het nieuwe bestandsformaat. Het bewaarlogbestand moet telkens worden bijgewerkt als er bewaaractiviteiten ten behoeve van het digitaal informatieobject hebben plaatsgevonden. Het bewaarlogbestand moet bovendien informatie bevatten over eventuele wijzigingen die door beheersactiviteiten in het digitale informatieobject zijn veroorzaakt.
4.4 Zorgdragen beschikbaarheid informatieobjecten
De gemeente Brunssum draagt zorg voor de beschikbaarheid van informatieobjecten door het toepassen van de volgende beheermaatregelen:
Bijlage 1. Wettelijke eisen duurzame toegankelijkheid
De huidige Archiefregeling (Artikel 16-26) verplicht de zorgdrager (Het College) tot:
Het zorgen voor conversie, migratie of emulatie van de digitale informatieobjecten wanneer niet langer voldaan kan worden aan bovengenoemde eisen, bijvoorbeeld doordat software niet meer operationeel is of de applicatie of het bestandsformaat geen ondersteuning meer krijgt; informatieobjecten niet in een geschikt archiveringsformaat zijn opgeslagen, deze verouderd is of een geschikter formaat beschikbaar is of de kans bestaat dat informatieobjecten slecht leesbaar worden;
Vanuit het meerjarenplan WOO van de VNG, die uiterlijk 5 jaar na inwerkingtreding van de WOO gerealiseerd moet zijn, komen de volgende eisen:
In het voorstel voor de nieuwe Archiefwet komen de volgende eisen m.b.t. duurzame toegankelijkheid voor:
Uit de toelichting op de voorgestelde wetartikelen blijkt dat de wet expliciet ruimte laat voor een risicobenadering. Bij een risicobenadering hoort verantwoording door te omschrijven op welke wijze periodieke planning, evaluatie en verbetering van het archiefbeheer plaatsvindt. Net zoals nu het geval is, zullen nadere regels voor duurzame toegankelijkheid worden uitgewerkt in het vernieuwde Archiefbesluit (een algemene maatregel van bestuur) en de Archiefregeling (een ministeriële regeling). Het voornemen is om in de aangepaste lagere regelgeving nadere eisen aan duurzame toegankelijkheid te formuleren die van toepassing zijn op zowel tijdelijk als blijvend te bewaren documenten. Het voornemen is om in de lagere regelgeving duurzame toegankelijkheid in verschillende kwaliteitsniveaus uit te werken, waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen:
Aanvullende eisen ten aanzien van beheer die gelden voor (categorieën) documenten die op basis van het geldende selectiebesluit voor een langere termijn of blijvend worden bewaard. In het nieuwe Archiefbesluit en de Archiefregeling wordt het onderscheid tussen korte termijnbeheer en lange termijnbeheer in beginsel gelegd bij 10 jaar, gerekend vanaf het moment van creatie of ontvangst van een document.
Deze ‘knip’ tussen basiseisen en aanvullende eisen sluit aan bij de overbrengingstermijn. Het betekent dat aanvullende eisen zullen gelden voor documenten die archiefvormers langer dan 10 jaar bewaren én voor documenten die blijvend worden bewaard én overgebracht naar archiefdiensten. Voor de invulling van de aanvullende eisen zal geput worden uit de huidige Archiefregeling, de DUTO eisen van het Nationaal Archief, de algemene record managementnorm NEN-ISO 15489-1:2016 en de Wegwijzer duurzaamheid van het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE).
Bijlage 2. Toelichting bewaarmethodieken informatieobjecten
Conversie is een proces van omzetting, of overzetting, van gegevens in een ander bestandsformaat. Conversie zorgt ervoor dat het originele digitale informatieobject wordt omgevormd naar een andere (meer eigentijdse) weergave. Hiervan bestaan meerdere varianten:
Achterwaartse compatibiliteit: Conversie naar een hogere versie van hetzelfde bestandsformaat (=ondersteuning van een oude versie). Dit proces zal zich elke keer moeten herhalen op het moment dat de hogere versie ook weer verouderd is. Een voorbeeld hiervan is conversie van doc naar docx bestanden. Deze conversie vindt vrijwel automatisch plaats (wilt u dit bestand opslaan als) en is leverancier gedreven.
Onderzoek laat zien dat achterwaartse compatibiliteit onvoldoende waarborgen biedt voor informatieobjecten op de langere termijn. De enige vorm van conversie die wel voldoende waarborgen biedt is conversie naar open standaarden. Een nadeel van deze methode is dat conversie periodiek moet plaatsvinden, waardoor er fouten tijdens de opeenvolgende stappen kunnen ontstaan. Een ander probleem is dat niet voor alle software geschikte standaarden bestaan. Conversie is bovendien arbeidsintensief: iedere technologische verandering betekent nieuwe conversie. Conversie naar open standaarden is beproefd geschikt voor de duurzame toegankelijkheid tekstdocument. Voor andere informatieobjecten is hier minder ervaring mee.
(Data) Migratie is een handeling waarbij bestanden worden overgezet van het ene systeem naar het andere, met behoud van hun authenticiteit, integriteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid (data migratie). Naast datamigratie kennen we ook Software migratie waarbij software gemigreerd wordt naar een nieuwe hardware omgeving. Data migratie wordt vaak toegepast om informatie van een verouderd of uitgefaseerde applicatie over te brengen naar een nieuwe beheeromgeving. Overdracht van te bewaren digitale informatieobjecten naar het e-Depot van het Nationaal Archief is ook een vorm van datamigratie.
Emulatie kan het best worden omschreven als het nabootsen van een bepaald computerplatform of computerprogramma op een ander platform of programma. Daardoor kunnen moderne computers zich voordoen als verouderde computers. Het vereiste platform wordt op een moderne computerconfiguratie virtueel gereconstrueerd, zodat verouderde digitale informatieobjecten in hun oorspronkelijke formaat raadpleegbaar zijn op nieuwe computers. Een voordeel is dat het oorspronkelijk bestand niet gemigreerd of geconverteerd wordt. Voor documenttypen waarvan de originele uitstraling en functionaliteit van belang is, is emulatie bij uitstek geschikt. Een nadeel is dat een emulator ontwikkelen lastig en tijdrovend is. De emulator moet gelijkwaardig zijn aan de originele omgeving om zo een waarheidsgetrouw resultaat te krijgen. Als een toekomstige gebruiker alleen de tekst van een bestand wil inzien, is het niet alleen sneller maar ook gebruiksvriendelijker om het bestand in kwestie te migreren naar een recentere versie. Het is ook niet altijd mogelijk om een emulator te bouwen: van veel software is de broncode niet bekend omdat er auteursrecht op rust. Die broncode is nodig om een emulator te ontwikkelen. Dit duurzaamheidsbeleid werkt alleen als van alle voorkomende software een emulator beschikbaar is.
Bitpreservering omvat de werkzaamheden die nodig zijn om de bitstreams (de oorspronkelijke volgorde van nullen en enen) intact en leesbaar te houden. Hieronder vallen een reeks aan onderwerpen en maatregelen gedurende de levenscyclus van informatieobjecten: van kwaliteitscontroles bij de opslag en opname van informatieobjecten tot dataherstelbeleid. In de wegwijzer duurzaamheidsbeleid wordt hier dieper op ingegaan.
Een deel van de in het kader van bitpreservering te nemen maatregelen, waaronder viruscontroles, controles op bestandsformaten en back-up en herstelmaatregelen wordt eveneens door de BIO vereist en is onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering van de gemeente Brunssum in samenwerking met Parkstad-IT. Voor de bitpreservering op lange termijn maakt de gemeente Brunssum gebruik van het e-Depot van het HCL.
In de praktijk worden er vaak gecombineerde strategieën toegepast, waaronder:
Conversie van bestanden naar een open standaard als archiefformaat; waarbij tevens het originele formaat bewaard blijft. Dit biedt, zolang de originele software er nog is, de meest authentieke representatie van het informatieobject én het blijft mogelijk om in de toekomst nieuwe strategieën toe te passen op het oorspronkelijke informatieobject. Als dat geen goed resultaat meer oplevert is de informatie altijd nog te raadplegen in een gestandaardiseerd formaat. Dit lijkt op dit moment de veiligste methode.
Bijlage 3. Samenvatting NEN- ISO 13008 norm
Voorbereiden van een conversie- of migratie
Conversie of migratie dient onderdeel uit te maken van de informatie governance van een organisatie. Het heeft de voorkeur om conversie of migratie proactief en planmatig te plannen en uit te voeren. Conversie of migratie kan duur zijn. Een organisatie dient daarom te bepalen of alle of sommige informatieobjecten geconverteerd of gemigreerd moeten worden, op basis van een risicoanalyse.
Vanuit recordmanagement perspectief dient in de risicoanalyse naar twee hoofdrisico’s gekeken te worden:
Gevolgen hiervan dienen gemeten te worden in de mate van het verlies die de organisatie zou lijden als de betrouwbaarheid van informatieobjecten niet kan worden gecontroleerd of als informatieobjecten ongeautoriseerd verloren gaan.
Er dienen vastgestelde en gedocumenteerde procedures te zijn voor het converteren en migreren van digitale informatieobjecten. Deze procedures dienen minimaal alle fases van het conversie- en migratieproces te beschrijven:
Een conversie- of migratieproces bestaat uit vier belangrijke onderdelen:
Een organisatie dient zelf te bepalen welke van de in de norm beschreven (tussen)stappen noodzakelijk zijn voor uitvoering van het eigen conversie- of migratietraject.
In dit onderdeel worden de volgende stappen uitgevoerd:
Vaststellen van de validatiemethodiek voor het conversie/ migratieproces zodat kwaliteitscontroles worden uitgevoerd. Doel van het validatieproces is vaststellen dat de digitale informatieobjecten zo zijn geconverteerd/ gemigreerd dat authenticiteit, betrouwbaarheid, integriteit en bruikbaarheid behouden zijn, binnen de vooraf vastgestelde foutmarge.
In dit onderdeel worden de volgende stappen uitgevoerd:
De volgende typen testen worden hierbij onderscheiden:
Uitvoering conversie/ migratie
In dit onderdeel worden de volgende stappen uitgevoerd:
In dit onderdeel worden de volgende stappen uitgevoerd:
Om na afloop van de conversie of migratie volledige, nauwkeurige, betrouwbare en authentieke informatieobjecten te kunnen opleveren dienen de volgende activiteiten uitgevoerd te worden:
Bijlage 4. Toelichting bewaarmethodieken gegevensdragers
Gesteld wordt dat als een magnetische drager op de juiste manier bewaard en behandeld wordt deze zeker tien tot dertig jaar kan meegaan. Uitzonderingen hierop zijn diskettes en harde schijven; die hebben een aanzienlijk kortere levensduur. Door veelvuldig gebruik of door een verkeerde manier van bewaren kunnen magnetische dragers beschadigd of zelfs onbruikbaar raken. Van optische dragers wordt gezegd dat deze onder ideale omstandigheden een levensduur van wel honderd jaar hebben: er is echter veel onduidelijkheid over de daadwerkelijke houdbaarheid. In de praktijk worden verschillende gegevensdragers tegelijkertijd gebruikt die elk een andere (beperkte) houdbaarheid hebben. Daarom is het van belang om actief en alert beheer op de gegevensdragers te voeren, hetgeen resulteert in het tijdig overzetten van archiefbescheiden naar een nieuwe drager.
Voor deze dragers gelden de volgende algemene aanbevelingen:
Voer regelmatig kwaliteitscontroles uit. Zet de digitale archiefdocumenten naar een andere drager over, wanneer het aantal verbeterbare fouten op de drager sterk stijgt en/ of technologie in onbruik dreigt te raken. Controleer bij het refreshen de integriteit van de overgezette bytestreams (bijv. door checksums te vergelijken).
Aanbevolen wordt geen gebruik te maken van back-uptapes voor archiveringsdoeleinden. Back-uptapes zijn in de regel gecomprimeerde kopieën van platformafhankelijke computerbestanden. Back-uptapes zijn waardeloos zonder de originele back-upsoftware en het computerbesturingssysteem en de applicatiesoftware waarmee de digitale archiefdocumenten werden gemaakt:
Aanbevelingen voor Optische Dragers
Voor duurzaam gebruik van optische dragers zijn de bewaaromstandigheden van cruciaal belang om aantasting van de drager te voorkomen. Naast onzorgvuldig gebruik (breken, krassen o.i.d.) kan ook de opnamelaag aangetast raken: dit wordt ook aangeduid als cd/dvd-rot. Dit ontstaat doordat de opnamelaag, die organisch en lichtgevoelig is, uit zichzelf gaat degraderen. Dit proces verloopt normaliter zeer langzaam, maar kan worden door externe factoren versnellen. In algemeenheid moet de optische drager beschermd worden tegen diverse omgevingsfactoren als vocht, extreme temperatuurwisselingen en zonlicht (warmte en UV-straling is schadelijk) of een combinatie daarvan. Maar ook inwerking van chemicaliën, bijvoorbeeld door gebruik van zelfklevende labels, watervaste cd-stiften of bedrukking (fabriek), kan de optische drager aantasten. Om cd/dvd-rot te voorkomen is het beter om niets op de optische drager te plakken of schrijven: gebruik altijd de jewelcase om de gegevens op te schrijven.
Voor optische gegevensdragers worden de volgende aanbevelingen gedaan:
Bestanden die op disc worden aangeboden ter archivering worden overgezet op de volgende dragers:
Dit gebeurt met behulp van een applicatie die geschikt is voor het overzetten van gegevens van de ene drager op de ander. In de eigenschappen van een dergelijke applicatie moet het in ieder geval mogelijk zijn om de volgende settings in te stellen:
Overigens wordt aanbevolen geen dvd’s te gebruiken als gegevensdrager voor de lange termijn omdat de standaardisatie van de dvd nog niet is voltooid!
Aanbevelingen, specifiek voor Magnetische Dragers
Aanbevelingen, specifiek voor magnetische dragers (zgn. ‘harde schijven’)
Opmerking: eigenlijk zijn harde schijven niet geschikt als medium voor lange termijnbewaring (niet duurzaam). De harde schijven hebben een relatief korte levensduur als gevolg van slijtage en/of warmte.
Bijlage 5. Risicoprofielen en requirements
De gemeente Brunssum gebruikt het IBA framework van Recourse om de kwaliteit van haar informatie- en archiefbeheer te meten en te verbeteren. Het IBA framework bestaat uit (een combinatie van) meerdere normenkaders en wettelijke eisen. In deze bijlage wordt beschreven welke risicoprofielen de gemeente Brunssum hanteert en welke (combinatie van) eisen en normen daarbij gehanteerd wordt. De eisen zelf zijn opgenomen in het IBA framework en worden hier niet herhaald.
De gemeente Brunssum hanteert de volgende risicoprofielen ten aanzien van applicaties en processen, waarbij de volgende normenkaders worden gehanteerd:
Deze risicoprofielen zijn als volgt geplot op de vijf categorieën processen uit paragraaf 2.2:
Het risicoprofiel laag is van toepassing op alle informatie die niet onder de reikwijdte van de Archiefwet valt en op de applicaties waarin deze informatie opgeslagen en beheerd wordt. Hieronder valt onder andere naslagwerk en niet werk gerelateerde correspondentie tussen medewerkers. Op deze informatie zelf is geen specifiek normenkader van toepassing. Voor de aanschaf van een applicatie wordt gebruik gemaakt van de GIBIT eisen.
Het risicoprofiel midden is van toepassing op alle informatie die korter dan 10 jaar te bewaren is volgens de geldende VNG selectielijst en op de applicaties waarin deze informatie opgeslagen en beheerd wordt. Hieronder vallen onder meer veel financiële stukken, veel intern overleg en veel correspondentie. Op de informatie zelf zijn Archiefwet, Archiefbesluit, Archiefregeling en de VNG KPI’s van toepassing. Voor een goede organisatie van het informatie- en archiefbeheer wordt gebruik gemaakt van de IBA baseline gemeenten en de NEN-ISO 15489-1 norm. De NEN-ISO 16175-1 norm tenslotte wordt gebruikt bij de aanschaf en (her)inrichting van applicaties.
Het risicoprofiel hoog is van toepassing op alle informatie die langer dan 10 jaar te bewaren is volgens de geldende VNG selectielijst en op de applicaties waarin deze informatie opgeslagen en beheerd wordt. Hieronder vallen onder meer veel vergunningen, veel bestuurlijk overleg en beleid. Op de informatie zelf zijn Archiefwet, Archiefbesluit, Archiefregeling, DUTO en de VNG KPI’s van toepassing. Voor een goede organisatie van het informatie- en archiefbeheer wordt gebruik gemaakt van de IBA baseline gemeenten, RODIN, KIDO en de NEN-ISO 15489-1 norm. De NEN-ISO 16175-1 norm wordt samen met ED3 gebruikt bij de aanschaf en (her)inrichting van applicaties.
De gemeente Brunssum streeft naar archivering bij de bron. Dit betekent dat informatieobjecten tot het moment van vernietiging of overbrenging beheerd worden in de applicatie waarin zij ontvangen of opgemaakt zijn. Wanneer een applicatie niet voldoet aan de eisen van het van toepassing zijnde risicoprofiel wordt de inrichting van de applicatie hierop aangepast. Wanneer dit niet mogelijk is wordt de applicatie gekoppeld met het zaaksysteem DJUMA en wordt de informatie daarin beheerd conform het van toepassing zijnde risicoprofiel.
Bijlage 6. Applicatieoverzicht
In onderstaande tabel zijn de meest kritische/belangrijke applicaties opgenomen die gebruikt worden door de gemeente Brunssum. Zoals in paragraaf 2.2 vermeld zijn er nu twee applicaties (Djuma en Motion) die beschikken over archieffunctie. Wat betreft de overige applicaties moet uitgezocht worden of zij ook hierover beschikken of dat dit anders geregeld is, bijvoorbeeld middels een koppeling met het zaaksysteem. Na onderzoek wordt het overzicht bijgewerkt:
Bijlage 7. Voorstel uitfaseren van oude systemen (exitstrategie) en het invoeren van nieuwe systemen
Bij de start van elk project wordt een project start architectuur (PSA) opgesteld. Hierin worden kaders en richtlijnen meegegeven vanuit geldende architectuurprincipes en wordt in kaart gebracht wat de gevolgen zijn voor applicatielandschap. De daadwerkelijke invoering van nieuwe systemen en het uitfaseren van oude systemen is onderdeel van het project of programma.
De adviseur IM & DIV wordt betrokken bij de projecten om ervoor te zorgen dat voldaan wordt aan de eisen vanuit de archiefwet en of de oplossing past in het duurzaamheidsbeleid. Onderdeel hiervan is beoordelen of informatieobjecten in de nieuwe proces specifieke applicatie gearchiveerd kunnen worden, of dat deze via een koppeling in DJUMA gearchiveerd gaan worden.
De gemeente Brunssum neemt de volgende maatregelen m.b.t. het uitfaseren van oude systemen:
De gemeente Brunssum neemt de volgende maatregelen m.b.t. het invoeren van nieuwe systemen:
Bijlage 8. Voorstel omgang met nieuwe technologische ontwikkelingen
In deze procedure wordt vanuit het perspectief van duurzame toegankelijkheid van informatieobjecten beschreven hoe de gemeente Brunssum omgaat met diverse nieuwe technologische ontwikkelingen. Deze beschrijving is aanvullend op andere beleidsstukken. Naast deze ontwikkelingen, zullen er andere ontwikkelingen plaatsvinden die nu nog niet te voorzien zijn. Het hoofd Informatiemanagement neemt daarom de noodzaak tot aanpassing van het duurzaamheidsbeleid en deze procedure mee bij de jaarlijkse evaluatie- en aanscherping van het overkoepelende bedrijfsinformatieplan. Hij neemt hierbij het initiatief voor een themasessie over nieuwe technologische ontwikkelingen en de impact hiervan voor en op de gemeente Brunssum. De uitkomsten van deze themasessie worden besproken in het SIO en verwerkt in het bedrijfsinformatieplan, het Duurzaamheidsbeleid en onderliggende stukken.
Keteninformatisering is geautomatiseerde informatie-uitwisseling tussen organisaties in een procesketen of via gemeenschappelijke databases. Deze (grootschalige) uitwisseling van digitale informatie tussen overheidsorganisaties, marktpartijen en burgers vindt vaak niet meer in de vorm van digitale documenten plaats. Voor de gemeente Brunssum is hier onder meer sprake van in Suwinet en in het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Op het moment van schrijven heeft de gemeente Brunssum geen vastgesteld beleid voor de omgang met keteninformatisering.
Burgers en medewerkers communiceren in toenemende mate met elkaar via diverse social media. Wanneer aan deze communicatie rechten ontleend kunnen worden, betreft het duurzaam te bewaren communicatie.
Op het moment van schrijven archiveert de gemeente Brunssum haar website via Archiefweb.eu. Uitingen op social media worden niet gearchiveerd.
De website van de gemeente Brunssum wordt vanuit cultuur-historisch oogpunt periodiek gearchiveerd met een daarvoor geschikte applicatie. Bij wijzigingen in de structuur of technologie van de website wordt vooraf beoordeeld of deze wijzigingen impact hebben op de mate waarin de website gearchiveerd kan worden.
Cloudcomputing is een techniek waarmee schaalbare online diensten kunnen worden aangeboden. De gebruiker beschikt hierbij over een “eigen”, in omvang en mogelijkheden schaalbare, virtuele infrastructuur en hoeft geen onderhoud aan hard- en software uit te voeren.
Op het moment van schrijven gebruikt de gemeente Brunssum diverse cloud applicaties, waaronder het zaaksysteem DJUMA.
E-mail archivering sleutelfunctionarissen
E-mail is al meer dan 10 jaar het belangrijkste communicatiemiddel binnen de Nederlandse overheid. De meerderheid hiervan speelt een rol in de gemeentelijke werkprocessen en dient daarom gearchiveerd te worden4. In de praktijk is het lastig gebleken om e-mails te archiveren in de zaak of dossier waarop zij betrekking hebben. Vanuit de VNG is daarom het initiatief genomen tot een methode van e-mailarchivering waarbij van zogenoemde sleutelfunctionarissen, zoals de burgemeester, griffier en algemeen directeur, de complete mailbox permanent bewaard wordt. Dit is gebaseerd op het standpunt dat deze sleutelfunctionarissen zogenoemde informatieknooppunten zijn waar informatie van de gehele organisatie op een centraal punt bij elkaar komt. Door archivering van hun mailbox wordt een representatief beeld van de organisatie vastgelegd voor de toekomst. E-mails van niet-sleutelfunctionarissen worden 7 jaar bewaard. Dit laat onverlet dat e-mailberichten ook bij zaken kunnen worden bewaard, die een afwijkende termijn volgens de Selectielijst 2020 kennen.
Op het moment van schrijven hanteert de gemeente Brunssum deze methode (nog) niet.
Bijlage 9. Overzicht verantwoordelijkheden
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-236162.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.