Gemeenteblad van Eindhoven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2023, 234488 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2023, 234488 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van burgemeester en wethouders van Eindhoven tot vaststelling van Nadere regels deelvoertuigen
In deze regeling wordt verstaan onder:
CDS-M: City Data Standaard – Mobiliteit. De werkwijze voor de communicatie en data uitwisseling tussen aanbieders van deelvervoer en de overheid, zoals deze is gepubliceerd op de website van het CROW en www.CDS-M.nl;
elektrische fiets: fiets met trapondersteuning, voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continuvermogen van ten hoogste 250 W waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken wanneer de bestuurder ophoudt met trappen en anders geleidelijk vermindert en ten slotte wordt onderbroken voordat het voertuig een snelheid van 25 km per uur bereikt;
elektrische snorfiets: bromfiets die blijkens de gegevens in het kentekenregister is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km per uur, met uitzondering van de speed-pedelec of bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de Wegenverkeerswet 1994;
MaaS: Mobility as a Service. Het aanbod van multimodale, vraag gestuurde mobiliteitsdiensten, waarbij op maat gemaakte reismogelijkheden via een digitaal platform (bv. mobiele app) met real-time informatie aan klanten worden aangeboden, inclusief betaling, afhandeling van transacties en ondersteuning gedurende een reis.
Artikel 2. Deelvoertuigcategorieën
Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning verstrekken om de volgende categorieën van deelvoertuigen die op of aan de weg staan ter gebruik aan derden aan te bieden:
Artikel 5. Deelvoertuigenplafond
Voor de onderstaande categorieën van deelvoertuigen geldt het daarbij genoemde plafond van maximaal aantal voertuigen in Eindhoven en het bijbehorende plafond van maximaal aantal voertuigen per vergunning:
Artikel 6. Verdelingsprocedure schaarse vergunningen deelvervoer
Als een aanvraag vóór het verstrijken van de aanvraagtermijn is ingediend maar onvolledig is, krijgt de aanvrager eenmalig een termijn van 1 week om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers op dezelfde dag mededeling gedaan van de gelegenheid om hun aanvraag aan te vullen.
Indien een deelvoertuigenplafond als bedoeld in artikel 5 na de afgifte van vergunningen na de aanvraagperiode, bedoeld in het eerste lid, nog niet is bereikt, kunnen burgemeester en wethouders door een openbare kennisgeving in het gemeenteblad bekend maken dat een vergunning voor de desbetreffende deelvoertuigcategorie als bedoeld in artikel 2 vrij is en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.
Artikel 9 Wijziging van de vergunning
Indien het plafond van maximaal aantal voertuigen van de desbetreffende deelvoertuigcategorie als bedoeld in artikel 2 in Eindhoven nog niet is bereikt, kan er gedurende de looptijd van de vergunning toestemming gevraagd worden om het maximaal aantal voertuigen dat geldt voor de desbetreffende vergunning te verhogen.
Artikel 11. Verplichtingen vergunninghouder
De vergunninghouder richt een meldpunt in voor het melden van overlast. Dit meldpunt heeft een vast Nederlands- en Engelstalig aanspreekpunt dat op werkdagen op reguliere tijden telefonisch en per mail bereikbaar is en in staat is om zo snel mogelijk te handelen bij klachten en vragen. Daarnaast is de vergunninghouder 24/7 via een noodnummer bereikbaar voor overlast en calamiteiten om overlast in de openbare ruimte zoveel mogelijk te beperken.
De vergunninghouder biedt een Nederlands- en Engelstalige website en app aan, met ten minste de volgende functionaliteiten:
heldere gebruiksvoorwaarden, tarieven en privacy verklaringen (taalniveau B1 voor Nederlands) van zijn dienst. Gebruikers worden voorafgaand aan het gebruik van de dienst volledig en transparant geïnformeerd over gebruikersvoorwaarden zoals waarborgsommen, specifieke voorwaarden, risico’s en gevolgen (bijvoorbeeld eigen risico, ongevallen, schade, diefstal), indien deze van toepassing zijn voor zijn dienst. De gebruiker dient in meerdere overzichtelijke stappen akkoord te geven voor deze gebruikersvoorwaarden. Wanneer er wijzigingen plaatsvinden dienen gebruikers eerst akkoord te gaan met deze voorwaarden alvorens gebruik van de dienst.
De vergunninghouder maakt zijn software voor de gebruiker zo op en exploiteert die zodanig dat het onmogelijk is voor gebruikers om een gebruikssessie te beëindigen wanneer de gebruiker zich in een zone bevindt waar het verboden is om deelvoertuigen ter gebruik aan te bieden volgens het Aanwijzingsbesluit deelvervoer.
Artikel 12. Informatieverplichtingen
De aanbieder heeft een gegevensbeschermingseffectenbeoordeling (DPIA) in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming uitgevoerd. De aanbieder verstrekt deze beoordeling aan de gemeente. De gemeente behandelt deze beoordeling vertrouwelijk, tenzij de gemeente volgens de wet of een rechterlijke uitspraak de informatie openbaar moet maken. De DPIA is niet ouder dan één jaar en dient voor start van de exploitatie te worden aangeleverd.
Eindhoven, 16 mei 2023
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
,burgemeester
,secretaris
Het doel van deze Nadere regels is om aanbieders van deelvervoer op een eenduidige, transparante, eerlijke, verantwoorde en veilige manier te voorzien in hun behoefte om deelvervoer aan te bieden in Eindhoven en de (ruimtelijke) kwaliteit, bereikbaarheid en bruikbaarheid van de openbare ruimte en aanliggende (stedelijke) functies daarbij te waarborgen. Zodat dergelijke systemen geen onveilige situaties voor (andere) verkeersdeelnemers of nadelige beïnvloeding van het milieu veroorzaken, of overlast geven in of afbreuk doen aan het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte.
Hierin wordt bepaald voor welke deelvoertuigen een vergunning kan worden verleend op grond van artikel 2:52c APV, hoeveel vergunningen beschikbaar worden gesteld, wat de vergunningsduur is, welke regels gelden om in aanmerking te komen voor een vergunning en, aan wie de vergunning wordt verleend in het geval er meerdere aanvragers in aanmerking willen komen voor een vergunning. Ook biedt het burgemeester en wethouders de mogelijkheid tot het aangaan van experimenteren middels een ontheffing.
In het Masterplan Mobiliteit 2050 wordt een gezamenlijke visie op mobiliteit gevormd, en de richting en stappen om het gewenste toekomstbeeld te helpen realiseren. Deelvervoer maakt ook onderdeel uit van dit Masterplan. Juist voor een nieuwe mobiliteitsvorm als deelvervoer is het belangrijk om ver vooruit te kijken zodat deelvervoer steeds meer een onderdeel wordt van het totale mobiliteitssysteem in de stad en de regio. En zodat het perspectief biedt voor zowel bewoners als aanbieders om investeringen te doen. Gezien het Masterplan Mobiliteit, worden er met deze Nadere Regels (nog) geen grote veranderingen in beleid doorgevoerd en is de duur van de vergunningen beperkt.
Artikel 3 Eisen om in aanmerking te komen voor een vergunning
In het eerste lid onderdeel d wordt de minimumleeftijd voor gebruikers van deelvoertuigen op 18 jaar gelegd, om verantwoordelijk rijgedrag en het juist parkeren van deelvoertuigen te stimuleren.
Op grond van het eerste lid onderdeel f worden enkel deelvoertuigen zonder vaste stallingsinfrastructuur toegelaten. De ruimte in Eindhoven is schaars en vaste en specifieke stallingsinfrastructuur zou permanente en inflexibele ruimte innemen in de stad.
Op grond van het eerste lid onderdeel h wordt de vindbaarheid van de deelvoertuigen gegarandeerd zodat snel bijgestuurd kan worden bij te veel clustering. Ook bij klachten is het voor de vergunninghouder noodzakelijk om zijn deelvoertuigen te allen tijde te kunnen lokaliseren.
In het tweede lid wordt een minimum gesteld voor het aantal deelfietsen per vergunning, zodat een stadsbreed aanbod gerealiseerd wordt en deelfietsen in de hele stad te gebruiken zijn.
Gelet op het gebruik, uiterlijk aanzien en toegankelijkheid van de openbare ruimte, is er per deelvoertuigcategorie een maximum gesteld aan het aantal deelvoertuigen per voertuigcategorie om te voorkomen dat een onevenredig beslag wordt gelegd op de openbare ruimte. Per vergunning is een maximum gesteld om meerdere aanbieders de kans te geven hun deelvervoer in Eindhoven te exploiteren. Een diversiteit in aanbod en aanbieders wordt hiermee gestimuleerd, maar te veel verschillende aanbieders is niet wenselijk in verband met de herkenbaarheid en toegankelijkheid voor gebruikers.
De voertuigcategorieën fiets en elektrische fiets vallen onder één categorie. Het is aan de aanvrager om te bepalen in welke verhouding hij deze aantallen aan wil bieden. Ditzelfde geldt voor de voertuigcategorieën snorfietsen en bromfietsen (deelscooters). Gezien dat Eindhoven actieve mobiliteit wil stimuleren, is het maximum aantal (elektrische) fietsen het hoogst.
Binnen de gemeente Eindhoven is een aantal privé terreinen die wel openbaar toegankelijk zijn, maar niet in eigendom en/of beheer zijn van de gemeente Eindhoven. Deze gebieden tellen niet mee in het voertuigplafond. De aanbieder dient aparte afspraken te maken over het aanbieden van de deelvoertuigen op deze terreinen met de desbetreffende beheerders.
Bij de aanvraag van een vergunning worden leges in rekening gebracht voor de kosten die gemoeid zijn met de behandeling van de vergunning op grond van de Legesverordening vergunningen 2023.
In het tweede lid is bepaald dat de vergunning kan worden ingetrokken als hiervan niet binnen vier maanden na verlening gebruik wordt gemaakt. Zo wordt een vergunning niet bezet gehouden door een aanbieder die zijn exploitatie niet start.
In de artikelen 1:6 en 2:52c, vijfde lid, van de APV Eindhoven is geregeld wanneer de vergunning kan worden ingetrokken. Indien dit wordt geconstateerd, volgt een officiële waarschuwing. De aanbieder heeft na deze waarschuwing twee maanden de tijd om wel aantoonbaar te voldoen, anders wordt na deze periode zijn vergunning ingetrokken.
Artikel 11 Verplichtingen vergunninghouder
In het tweede lid is de zichtbaarheid van de contactgegevens en instructies op de deelvoertuigen opgenomen, zodat goed duidelijk is waar meldingen ingediend kunnen worden en dit ook begrijpelijk is voor inwoners en gebruikers.
In het zesde lid wordt de vergunninghouder verplicht defecte voertuigen te verwijderen uit de openbare ruimte. Defecte voertuigen worden niet gebruikt, en nemen daardoor schaarse ruimte in en zorgen voor verrommeling van de openbare ruimte.
In het zevende lid wordt verrommeling en uitlokking van vandalisme door lang stilstaande voertuigen voorkomen. Vergunninghouder moet voertuigen verplaatsen op het moment dat deze langer dan 4 dagen stilstaan op dezelfde locatie, niet zijnde een vaste standplaats of dropzone/hub. De openbare ruimte is kostbaar en daarom is het wenselijk dat deze ruimte efficiënt gebruikt wordt. Er moet daarom gestreefd worden naar een optimale gebruiksratio van de deelvoertuigen. In het eerste jaar geldt een minimaal gemiddeld gebruik van 1 rit per deelvoertuig per dag. Na het eerste jaar dient dit een minimaal gemiddeld gebruik van 2 ritten per deelvoertuig per dag te zijn.
In het achtste lid wordt een goede staat van de deelvoertuigen gewaarborgd. Voor gebruikers is het prettig om schone en goed onderhouden voertuigen te gebruiken en dit zal dus ook helpen in het gebruik van de deelvoertuigen. Deelvoertuigen dienen vrij te zijn van deuken, gaten, beplakking en graffiti etc. Dit is ook van belang voor het uiterlijk aanzien van de stad.
In het negende en tiende lid wordt de aanbieder te allen tijde verantwoordelijk gehouden voor het correct stallen van de deelvoertuigen. De gemeente mag hinderlijk of foutief geparkeerde deelvoertuigen verwijderen uit de openbare ruimte. Deze kunnen tegen betaling worden opgehaald bij het Fietsdepot. Wanneer de gemeente hierom vraagt dient de aanbieder per direct medewerking te verlenen, bijvoorbeeld door een voertuig zelf te verwijderen of indien dat op dat moment niet mogelijk deze (digitaal) van het slot te halen.
Er wordt van de vergunninghouder verwacht dat die er alles aan doet om zijn gebruikers juist om te laten gaan met de deelvoertuigen (zowel rijgedrag als parkeergedrag). Vergunninghouder brengt gebruikers hier actief van op de hoogte en werkt met een systeem van waarschuwingen, boetes en verwijdering uit zijn systeem (een zogenaamde ‘blacklist’) om hierop te kunnen handhaven. Indien er gehandhaafd dient te worden, kan de gemeente de kosten van handhaving op de aanbieder verhalen (elfde lid).
Door het twaalfde lid wordt voorkomen dat er zomaar deelvoertuigen verdwijnen uit de stad, dit zou een negatief effect hebben op de betrouwbaarheid van het systeem. Gebruikers moeten op deelvervoer kunnen vertrouwen voor hun reisbehoeften.
In het veertiende lid worden locaties bepaald voor het (her)verdelen van deelvoertuigen. Hiermee wordt gezorgd dat er aanbod is op overstap- en hub locaties.
Door het vijftiende lid wordt vergunninghouder verplicht om het (bijvoorbeeld via geo-fencing) voor gebruikers onmogelijk te maken om deelvoertuigen in een gebied achter te laten waar het plaatsen of ter gebruik aanbieden van deelvoertuigen verboden is. Er kunnen daarnaast gebieden aangewezen worden waarbinnen een snelheidsbeperking door middel van geo-fencing uitgevoerd dient te worden voor bepaalde voertuigcategorieën.
Door het zestiende lid is het deelvervoeraanbod voor gebruikers in één overzicht beschikbaar, en is het eenvoudig om een multimodale reis te plannen. Op dit vlak wordt op landelijk niveau samengewerkt in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Deelmobiliteit.
Artikel 12 Informatieverplichtingen
Deelvoertuigen worden aangeboden in de openbare ruimte, als gemeente willen we zoveel mogelijk leren over de effecten van het aanbod en gebruik van deelvervoer in Eindhoven. Om naast de halfjaarlijkse rapportages en evaluatiegesprekken actueel inzicht te houden op het gebruik van de deelvoertuigen, en een wirwar aan databronnen en systemen te voorkomen, maken we gebruik van de bestaande dashboards van CROW (Dashboard Deelmobiliteit) en Vianova volgens de CDS-M werkwijze. Dit maakt het beheer van de openbare ruimte mogelijk en biedt inzicht in de effectiviteit van het gemeentelijk beleid op het gebied van deelvervoer.
In het achtste lid wordt de aanbieder verplicht gesteld om wijzigingen aan het servicegebied vooraf of uiterlijk binnen 1 week na wijziging door te geven aan de gemeente. Hierdoor kan worden beoordeeld of wijziging overeenkomt met afspraken met partijen in de stad.
Soms gaat innovatie sneller dan de wetgever kan reageren. De snelheid van innovatie kan er ook voor zorgen dat de maatschappelijke effecten en risico’s nog niet helemaal te overzien zijn. De ontheffing is bedoeld om burgemeester en wethouders de mogelijkheid te bieden om in een gecontroleerde en begeleide omgeving te experimenteren met innovatieve vormen van deelvervoer. De nadere voorwaarden voor de ontheffing en wijze van begeleiding van het experiment worden per ontheffing door burgemeester en wethouders bepaald.
Voor deelvoertuigcategorieën die niet in aanmerking komen voor een vergunning, zoals bepaald in artikel 2, is het alleen mogelijk een ontheffing aan te vragen. Na evaluatie kunnen burgemeester en wethouders bekijken of een nieuwe voertuigcategorie zorgt voor een gezonde aanvulling op het bestaande aanbod en vervolgens bepalen of de lijst met deelvoertuigcategorieën waarvoor een vergunning aangevraagd kan worden uitgebreid wordt met de nieuwe deelvoertuigcategorie.
Ontheffingen in het kader van een experiment kunnen verleend worden voor kleinschalige, niet stadsbrede experimenten:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-234488.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.