Subsidieregeling jongerenwerk Twenterand 2024 en 2025

Burgemeester en wethouders van Twenterand;

Wettelijke basis:

Bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Twenterand 2017 (artikelen 2, 3, 4, 6 en 14)

Besluiten:

Vast te stellen de Subsidieregeling jongerenwerk Twenterand 2024 en 2025

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• a. aanvrager: de organisatie die op grond van deze subsidieregeling subsidie aanvraagt;

• b. ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Twenterand 2017;

• c. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand;

• d. jongeren: personen vanaf circa 10 jaar tot circa 23 jaar, woonachtig in de gemeente Twenterand;

• e. jongerenwerk: jongerenwerk is een voorziening in de pedagogische infrastructuur van Twenterand. Het jongerenwerk kan een cruciale rol spelen vanwege de preventiekracht en de ontmoetingsfunctie, naast het voorkomen van overlast en het bevorderen van de veiligheid in de buurt. Jongerenwerk is actief op de plekken waar het nodig is, ook online, en speelt in op trends. Jongerenwerk is flexibel, signalerend en draagt bij aan het voorkomen van zwaardere zorg. Jongerenwerk wordt uitgevoerd door jongerenwerkers.

• f. jongerenwerkers: werknemers binnen de onder g. bedoelde organisatie die werken volgens de volgende principes en uitgangspunten. Zij werken outreachend, zijn fysiek en digitaal zichtbaar en bereikbaar en bieden laagdrempelige ondersteuning aan jongeren in hun ontwikkeling naar volwassenheid. Daarbij gaat er met name aandacht uit naar jongeren in een (tijdelijk) kwetsbare positie. Jongerenwerkers leggen proactief contact met jongeren op straat en op andere plekken waar jongeren zich ophouden, ook online. Zij signaleren waar jongeren vastlopen en leiden hen actief toe naar onder meer hulpverlenings-, scholings- en arbeidstrajecten. Verder ondersteunen ze ouders kortdurend bij de opvoeding en vervullen zij een activerende rol richting jongeren. Zij doen dit door samen met jongeren groepsactiviteiten te organiseren, hen te informeren over bestaande activiteiten en in te zetten op participatie van jongeren in hun eigen omgeving. Jongerenwerkers zetten voor het uitvoeren van activiteiten waar mogelijk vrijwilligers in. Jongerenwerkers werken binnen alle kernen van Twenterand samen met diverse partijen, zoals ouders, scholen, maatschappelijke organisaties, jeugdhulporganisaties, gemeente en politie;

• g. organisatie: rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk die activiteiten in het kader van jongerenwerk organiseert of gaat organiseren in de gemeente Twenterand;

• h. subsidieperiode: de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025;

• i. ketenoverleg zorg en veiligheid Twenterand: de werkwijze en lokale netwerkstructuur waarin uitvoerende professionals integraal met elkaar samenwerken en afstemmen. In dit overleg bespreken ketenpartners wat er speelt in de verschillende kernen en kunnen acties worden uitgezet. Dit overleg focust zich primair op complexe casuïstiek waar ook veiligheid een rol speelt en richt zich (vroeg)signalering en preventie Het betreft zowel de individuele als groepsaanpakken

• j. voorliggend veld: het totaal aan (collectieve) voorzieningen en ondersteuning in een wijk of gemeente waarvan een inwoner bij hulpvragen zonder indicatie gebruik kan maken.

• k. jongerenparticipatie: het actief betrekken van jongeren bij relevante onderwerpen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

• 1. Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college voor het in artikel 3 genoemde doel en de daar genoemde activiteiten.

• 2. De ASV is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel en subsidiabele activiteiten

• 1. Het beoogd effect van de op grond van deze subsidieregeling te verstrekken subsidie voor activiteiten in het kader van jongerenwerk is dat jongeren in Twenterand evenwichtig kunnen opgroeien en actief deelnemen aan de maatschappij. De te subsidiëren activiteiten zijn gericht op de volgende doelen:

  • a. er zijn voldoende ontwikkelingsmogelijkheden voor jongeren op alle leefgebieden, met name jongeren in een (tijdelijk) kwetsbare positie of uit doelgroepen, passend bij de situatie in de verschillende kernen van Twenterand. Deze ontwikkelingsmogelijkheden zijn gericht op het versterken van eigen kracht en zelfredzaamheid;

  • b. er is sprake van signaleren en preventie gericht op problemen bij jongeren om inzet van zwaardere jeugdhulp te voorkomen;

  • c. waar nodig is er ondersteuning aan en zorg voor jongeren en ouders;

  • d. het voorkomen van overlast en het bevorderen van de veiligheid in de buurt.

• 2. De activiteiten in het kader van jongerenwerk zijn erop gericht dat:

  • a. jongerenwerk actief en zichtbaar is op plekken waar dat nodig is, ook online;

  • b. jongerenwerk proactief contact legt met jongeren in hun eigen leefwereld;

  • c. jongeren in een (tijdelijk) kwetsbare positie ondersteund worden in hun ontwikkeling naar volwassenheid, onder andere door coaching en begeleiding;

  • d. jongerenwerk samenwerkt om te komen tot een sluitende keten van tijdige vroegsignalering en doorgeleiding naar onder andere hulpverlenings-, scholings- en arbeidstrajecten;

  • e. jongerenwerk samen met jongeren en vrijwilligers groepsactiviteiten organiseert, jongeren informeert over bestaande activiteiten, in zet op participatie van de jongeren in hun buurt en invulling geeft aan jongerenparticipatie;

  • f. jongerenwerk wanneer nodig ouders kortdurend ondersteunt bij de opvoeding;

  • g. jongerenwerk collectieve vragen en problemen van jongeren signaleert en een bijdrage levert aan het oplossen daarvan;

  • h. jongerenwerk zicht krijgt op problematisch groepsgedrag en daar gericht en waar nodig een groepsaanpak op inricht.

Artikel 4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1. Voor subsidie komen uitsluitend kosten in aanmerking die in rechtstreeks verband staan tot de subsidiabele activiteiten en waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen dat deze noodzakelijk zijn om de activiteiten te kunnen uitvoeren.

• 2. Kosten zijn uitsluitend subsidiabel indien deze na subsidieverlening en in de subsidieperiode door de subsidieontvanger zijn gemaakt voor uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

• 3. Niet subsidiabel zijn kosten die reeds uit anderen hoofde zijn of worden gefinancierd.

Artikel 5 Indieningsvereisten aanvraag en aanvraagtermijn

• 1. De aanvrager dient de aanvraag tot subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling schriftelijk of digitaal met DigiD of E-herkenning in bij het college met het door het college vastgestelde aanvraagformulier dat in bijlage1 bij deze subsidieregeling is opgenomen.

• 2. De aanvraag kan tot en met 1 augustus 2023 worden ingediend.

• 3. De aanvrager dient naast het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier en in aanvulling op artikel 6, lid 6 van de ASV de volgende gegevens in:

  • a. een activiteitenplan voor het jongerenwerk, waarin alle in de subsidieperiode uit te voeren activiteiten zoals bepaald in artikel 3, lid 2, van deze subsidieregeling worden beschreven en de benodigde inzet van jongerenwerkers en de inzet van vrijwilligers wordt opgenomen. In het activiteitenplan wordt omschreven aan welk(e) doel(en) de activiteit een bijdrage levert;

  • b. de andere bijlagen die zijn genoemd in het aanvraagformulier.

• 4. Aanvragen die op het moment van uiterlijke indiening niet compleet zijn, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 6 Subsidieplafond en verdeling subsidie

• 1. Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling bedraagt € 975.190: de te verlenen subsidie bedraagt maximaal €478.740 in 2024 en maximaal €496.450 in 2025.

• 2. Het college verstrekt slechts aan één aanvrager subsidie op grond van deze subsidieregeling.

• 3. Het voor subsidie beschikbare bedrag wordt verleend op basis van een rangschikking van de aanvragen.

Artikel 7 Adviescommissie

• 1. Aanvragen die voldoen aan de ASV en de in artikel 5 genoemde indieningsvereisten, worden voorgelegd aan een door het college ingestelde onafhankelijke adviescommissie.

• 2. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de criteria van artikel 8 lid 1 van deze subsidieregeling, conform de beoordelingsmethode die is opgenomen in bijlage 3 van deze subsidieregeling. De adviescommissie adviseert het college over de puntentoekenning en de rangschikking van de aanvragen.

• 3. De adviescommissie bestaat uit drie personen die deskundig zijn op het gebied van jongerenwerk en jeugdbeleid. De leden van de adviescommissie zijn niet in dienst bij de gemeente Twenterand. De adviescommissie wordt ondersteund door twee ambtelijke secretarissen. Deze personen zijn geen lid van de commissie. Zij ondersteunen het proces en hebben dien ten gevolge geen stem in de advisering.

• 4. De vergaderingen van de adviescommissie zijn niet openbaar.

• 5. De adviescommissie wijst uit haar midden een voorzitter aan. De adviescommissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. De leden van de adviescommissie komen voor iedere aanvraag per criterium tot een gemotiveerde gezamenlijke score. Indien de beraadslaging niet leidt tot consensus beslist de voorzitter van de adviescommissie. De totaalscore van de aanvraag is de optelsom van de scores per criterium. De adviescommissie motiveert in haar advies hoe zij tot de puntentoekenning is gekomen. Het advies van de adviescommissie en de rangschikking wordt openbaar nadat het college een besluit heeft genomen over de ingediende subsidieaanvragen op grond van deze subsidieregeling.

Artikel 8 Rangschikking aanvragen

• 1. De adviescommissie kent punten toe op basis van vijf verschillende criteria die in het onderstaande beoordelingsformulier/tabel zijn opgenomen:

  	Criterium		Beoordeling en toegekende punten
  		Aspecten	Matig	Vol-doende	Goed	Zeer goed
  1.	Activiteitenplan	de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het behalen van alle doelstellingen als bedoeld in artikel 3 lid 1 van deze subsidieregeling De mate waarin invulling gegeven wordt aan de in artikel 3, lid 2 van deze subsidieregeling genoemde aspecten, met specifieke aandacht voor: Zichtbaarheid en bereikbaarheid van jongerenwerkers (fysiek en digitaal) Inzet van vrijwilligers Inzet van groepsaanpakken	6 punten	12 punten	16 punten	20 punten
  2.	Maatschappelijke effecten	de onderbouwing van de mate waarin de inzet van jongerenwerkers en de voorgestelde activiteiten bijdragen aan evenwichtig opgroeien en actief participeren de mate waarin de activiteiten ten goede komen aan jongeren in een (tijdelijke) kwetsbare positie	3 punten	6 punten	8 punten	10 punten
  3.	Werkwijze bij hulpvragen van jongeren	de mate waarin sprake is van een aantoonbare en gestructureerde samenwerking bij concrete hulpvragen van zowel groepen jongeren, individuele jongeren, als afgeschaalde casuïstiek door jongerenwerk met jeugdconsulenten, procesmanagers en voorliggend veld volgens de werkwijze die in bijlage 2 bij deze subsidieregeling is opgenomen. de mate waarin de professionals gericht zijn op het herkennen en signaleren van onveiligheid.	3 punten	6 punten	8 punten	10 punten
  4.	Samenwerking met diverse partijen rondom jongeren	de mate waarin de organisatie in de aanvraag blijk geeft te beschikken over verbinding met en kennis van de gemeente Twenterand en specifieke jongerenproblematiek in de kernen van Twenterand de mate waarin jongerenwerkers binnen alle kernen van Twenterand samenwerken met diverse partijen rondom jongeren en hun omgeving, zoals ouders, scholen, maatschappelijke organisaties, vrijwilligersorganisaties, gemeente en politie.	3 punten	6 punten	8 punten	10 punten
  5.	Kwaliteit jongerenwerkers	de mate waarin de activiteiten worden uitgevoerd door een mix van jongerenwerkers met MBO- werk- en denkniveau en HBO- werk- en denkniveau en de onderbouwing van de gekozen inzet de mate waarin aandacht wordt gegeven aan de professionele ontwikkeling van jongerenwerkers	3 punten	6 punten	8 punten	10 punten

• 2. Per criterium worden punten toegekend volgens de beoordelingsmethode die is opgenomen in bijlage 3 van deze subsidieregeling. De scores per criterium worden bij elkaar opgeteld en vormen zo de totaalscore van de aanvraag. De totaalscore bedraagt maximaal 60 punten. De rangschikking wordt bepaald op basis van de totaalscores van de aanvragen.

• 3. Niet voor rangschikking in aanmerking komen aanvragen die minder dan 36 punten hebben behaald (knock-out). Die aanvragen worden afgewezen.

• 4. Het college verstrekt de subsidie aan de aanvrager met het hoogste puntenaantal. Indien meerdere aanvragen dezelfde (hoogste) totaalscore hebben gehaald, verstrekt het college de subsidie aan de aanvrager die de meeste punten heeft gescoord bij criterium 1 (Activiteitenplan). Als de aanvragen ook evenveel punten behalen bij criterium 1 (Activiteitenplan), wordt vervolgens gekeken naar de puntenscore bij criterium 4 (Samenwerking met diverse partijen rondom jongeren). De partij die hier dan het hoogste scoort wordt de subsidie verstrekt. Als de aanvragen ook evenveel punten behalen bij criterium 4 (Samenwerking met diverse partijen rondom jongeren), wordt de subsidie verstrekt na een door een notaris uitgevoerde loting tussen deze aanvragen.

• 5. Als de aanvrager met het hoogste puntenaantal of de aanvrager die na loting de subsidie verstrekt krijgt, geen aanspraak meer wenst te maken op de subsidie of de subsidie tussentijds wordt ingetrokken, verstrekt het college de subsidie aan de aanvrager die als tweede is geëindigd bij de rangschikking of loting.

Artikel 9 Subsidieverplichtingen

• 1. De verplichtingen als bedoeld in artikel 10 en in artikel 11 van de ASV zijn van toepassing;

• 2. De subsidieontvanger werkt mee aan de evaluatie van deze subsidieregeling.

• 3. De subsidieontvanger doet onverwijld een schriftelijke melding aan het college indien aannemelijk is geworden dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet tijdig of niet geheel aan de subsidieverplichtingen zal worden voldaan. De subsidieontvanger stemt beoogde wijzigingen in activiteiten binnen het jongerenwerk altijd af met het college en samenwerkingspartners.

• 4. De subsidieontvanger levert één keer per half jaar een tussenrapportage aan bij het college, waarvan de eerste keer op 1 juli 2024. In de tussenrapportage wordt inhoudelijke verantwoording afgelegd over ontwikkelingen, behaalde doelen, uitgevoerde activiteiten, het aantal jongeren dat wordt bereikt en een reflectie op het eigen functioneren.

• 5. Daarnaast gelden de volgende subsidieverplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger spant zich actief in om alle betrokken jongerenwerkers te laten werken volgens de Werkwijze hulpvragen die in bijlage 2 bij deze subsidieregeling is opgenomen. De subsidieontvanger verwijst jongeren tijdig door, neemt deel aan het ketenoverleg zorg en veiligheid Twenterand en neemt deel aan andere relevante overleggen. De subsidieontvanger monitort en stimuleert binnen deze werkwijze de doorstroom en ‘uitstroom’ van jongeren en maakt in ieder geval inzichtelijk hoeveel jongeren worden doorverwezen en naar welke partijen, hoeveel meldingen zijn gedaan bij Veilig Thuis Twente (VTT) en hoeveel aanmeldingen zijn gedaan in het ketenoverleg;

  • b. de subsidieontvanger toont aan dat de professionals zich houden aan het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Wanneer noodzakelijk doet de subsidieontvanger melding bij VTT;

  • c. de door de subsidieontvanger in te zetten jongerenwerkers werken conform de landelijke beroepscode kinder- en jongerenwerk en voldoen aan de competenties van het competentieprofiel kinder- en jongerenwerk van beroepsvereniging BV Jong. Er wordt gewerkt vanuit de leefwereld van de jongeren, methodisch gewerkt vanuit geleerde en ontwikkelde kennis en jongerenwerkers zijn in staat domein overstijgend te werken;

  • d. de subsidieontvanger voert tweemaandelijks een voortgangsgesprek via een vast contactpersoon met de accounthouder van de gemeente Twenterand;

  • e. de subsidieontvanger zorgt voor continuïteit in de personeelsbezetting en informeert het college wanneer de bezetting vier weken niet continu is, welke effecten dat heeft en welke inspanning de subsidieontvanger levert om hier een geschikte oplossing voor te bedenken;

  • f. de subsidieontvanger levert voor 1 oktober 2024 en voor 1 oktober 2025 de resultaten van een gehouden onafhankelijk tevredenheids- en ervaringsonderzoek onder jongeren, ouders en organisaties waarmee wordt samengewerkt, aan bij het college;

  • g. de subsidieontvanger is verplicht uitvoering te geven aan het bij de subsidieaanvraag ingediende activiteitenplan – waarin alle in de subsidieperiode uit te voeren activiteiten staan beschreven – en de overige onderdelen van de subsidieaanvraag.

Artikel 10 Subsidievaststelling

• 1. In afwijking van artikel 14 lid 1 van de ASV stelt het college de subsidie jaarlijks vast.

• 2. De subsidieontvanger dient voor 1 april 2025 de aanvraag tot vaststelling van de subsidie over 2024 in.

• 3. De subsidieontvanger dient voor 1 april 2026 de aanvraag tot vaststelling van de subsidie over 2025 in.

• 4. In de aanvraag tot vaststelling van de subsidie besteedt de subsidieontvanger aandacht aan de maatschappelijke effecten die met de activiteiten in het kader van jongerenwerk zijn behaald.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de aanvrager, afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Het college kan niet afwijken van artikel 6 van deze subsidieregeling.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juni 2023.

• 2. Deze subsidieregeling wordt ingetrokken op 1 januari 2027. In afwijking van de eerste volzin van dit lid blijft deze subsidieregeling zoals zij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze subsidieregeling wordt ingetrokken, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze subsidieregeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.

• 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling jongerenwerk Twenterand 2024 en 2025.

Vriezenveen, 23 mei 2023

Burgemeester en wethouders,

de secretaris

P.F.G. Rossen

de burgemeester

mr. J.C.F. Broekhuizen

Bijlage 1 Aanvraagformulier

Gegevens aanvrager

Naam organisatie
KvK-nummer
Straatnaam en huisnummer
Postcode en plaats
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mailadres
Bankrekeningnummer (IBAN)
Ten name van

Gegevens aanvraag

Hoogte Hoogte gevraagde subsidie vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025	2024: € ………,.. 2025: € ………,.. Let op: zie het maximaal te verlenen subsidiebedrag in artikel 6, lid 1, van deze subsidieregeling.
Doelstellingen en activiteiten Is een document ‘Activiteitenplan’ bijgevoegd?	□ Ja, zie bijlage 1 activiteitenplan De aanvrager beschrijft het behalen van alle doelen genoemd in artikel 3 lid 1 van deze subsidieregeling en de daarbij behorende activiteiten. De aanvrager beschrijft de uitwerking van de in artikel 3, lid 2 van deze subsidieregeling genoemde aspecten, met specifieke aandacht voor: Zichtbaarheid en bereikbaarheid van jongerenwerkers (fysieke en digitaal) Inzet van vrijwilligers Inzet van groepsaanpakken Het Activiteitenplan is maximaal 5 pagina's A4 met lettertype arial 10 en regelafstand 1,5.
Begroting Is een begroting van de kosten van de activiteiten toegevoegd?	□ Ja, zie bijlage 2 begroting Deze begroting bevat in ieder geval een winst- en verliesrekening inclusief toelichting van (het onderdeel van) de organisatie die de subsidie aanvraagt, alsmede een gedetailleerde begroting van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Dekkingsplan Is een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten toegevoegd?	□ Ja, zie bijlage 3 dekkingsplan Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.
Reserves en voorzieningen Wat is bij de gevraagde subsidie de stand van alle reserves en voorzieningen op het moment van de aanvraag?	□ Ja, Reserves: € …….,.. Voorzieningen: € ………..,..
Maatschappelijke effecten Is een document ‘Maatschappelijke effecten’ bijgevoegd?	□ Ja, zie bijlage 4 maatschappelijke effecten De aanvrager geeft een analyse van de doelgroep jongeren in Twenterand, wat het verwachte bereik van het jongerenwerk is en beschrijft hoe activiteiten ten goede komen aan jongeren in een (tijdelijke) kwetsbare positie. De aanvrager beschrijft hoe de inzet van jongerenwerkers en de voorgestelde activiteiten bijdragen aan evenwichtig opgroeien en actief participeren in Twenterand. Het document ‘Maatschappelijke effecten’ is maximaal 2 pagina’s A4 met lettertype arial 10 en regelafstand 1,5.
Werkwijze hulpvragen jongeren Is een document ‘Werkwijze hulpvragen jongeren’ bijgevoegd?	□ Ja, zie bijlage 5 werkwijze hulpvragen jongeren De aanvrager beschrijft hoe er bij concrete hulpvragen van zowel groepen jongeren, individuele jongeren als afgeschaalde casuïstiek gewerkt wordt volgens de werkwijze die in bijlage 2 bij deze subsidieregeling is opgenomen. De aanvrager beschrijft zijn bijdrage aan een efficiënte en effectieve werkwijze in de keten. Ook beschrijft de aanvrager de samenwerking met alle relevante partijen en de manier waarop de resultaten van de inzet geregistreerd wordt. De aanvrager beschrijft de omgang met onveiligheid: signaleren en melden. Het document ‘Inzet werkwijze hulpvragen jongeren’ is maximaal 2 pagina's A4 met lettertype arial 10 en regelafstand 1,5.
Samenwerking met diverse partijen Is een document ‘Samenwerking diverse partijen’ bijgevoegd?	□ Ja, zie bijlage 6 samenwerking met diverse partijen De aanvrager beschrijft de samenwerking met diverse partijen rondom jongeren en hun omgeving, zoals ouders, scholen, maatschappelijke organisaties, vrijwilligersorganisaties, gemeente en politie. Ook beschrijft de aanvrager het doel en het beoogde resultaat van deze samenwerkingen. Het document ‘Samenwerking diverse partijen’ is maximaal 2 pagina's A4 met lettertype arial 10 en regelafstand 1,5
Kwaliteit jongerenwerkers Is een document ‘Inzet jongerenwerkers’ bijgevoegd?	□ Ja, zie bijlage 7 kwaliteit jongerenwerkers De aanvrager beschrijft en onderbouwt de opleidingsmix van ingezette jongerenwerkers. De aanvrager beschrijft de aandacht voor competentie-ontwikkeling van jongerenwerkers. Het document ‘Inzet jongerenwerkers en vrijwilligers’ is maximaal 2 pagina's A4 met lettertype arial 10 en regelafstand 1,5

Ondertekening aanvraag

Plaats	Datum
Naam en functie	Handtekening

□ Met de ondertekening van dit aanvraagformulier gaat aanvrager ermee akkoord dat het besluit over de aanvraag en alle correspondentie over de aanvraag uitsluitend per mail wordt toegezonden naar het mailadres dat in het aanvraagformulier is vermeld

Bijlage 2 Werkwijze hulpvragen

Bijlage 3 Beoordelingsmethode

Bij de beoordeling wordt per criterium gebruik gemaakt van een waarderingsschaal in woorden (zoals ‘goed’, ‘voldoende’, ‘matig’) als conclusie van de inhoudelijke beoordeling per criterium. De waarderingsschaal in woorden bij elk criterium is een hulpmiddel in het kader van een zorgvuldige en evenwichtige beoordeling van de ingediende aanvragen. Aan de waarderingsschaal in woorden zijn cijfers (punten) gekoppeld, met het oog op een vertaling naar een rangorde van de aanvragen. De besluiten worden dus gebaseerd op met argumenten omklede adviezen over aanvragen, aan de hand van de criteria en daarbij toegekende waarderingen met bijbehorende cijfers. De waarderingen met bijbehorende cijfers worden voor elk van de criteria als volgt toegepast.

Waardering	Cijfer	Toelichting
zeer goed	Zie beoordelingsformulier	Beoordeling uitsluitend positief, er zijn geen punten van kritiek
goed	Zie beoordelingsformulier	Beoordeling positief, slechts lichte punten van kritiek
voldoende	Zie beoordelingsformulier	Beoordeling positief, met een aantal punten van kritiek
matig	Zie beoordelingsformulier	Beoordeling matig, substantiële punten van kritiek. De kritiekpunten hebben de overhand.

Bij de beoordeling van de vijf criteria zoals opgenomen in de tabel in artikel 8 lid 1 van de subsidieregeling, kijkt de adviescommissie per criterium naar het totaalbeeld van de door de aanvrager aangeboden werkwijze en de daarbij geleverde onderbouwing. De aspecten zoals opgenomen in de tabel in artikel 8 lid 1 van deze subsidieregeling zijn geen nadere (sub)criteria; het betreffen aspecten waarop de adviescommissie de aanvraag beoordeelt om te komen tot één integrale puntentoekenning per criterium. De genoemde aspecten kennen geen onderlinge weging. Zowel de waardering als het cijfer staan op zichzelf; aanvragen worden niet direct met elkaar vergeleken.