1e Wijziging Reglement van Orde Best 2023

De raad van de gemeente Best;

gezien het voorstel van de griffier;

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

gelet op het Reglement van Orde gemeenteraad Best 2023, vastgesteld in de raadsvergadering van 12 december 2022;

besluit:

De 1e wijziging van het Reglement van Orde gemeenteraad Best 2023 met ingangsdatum van 8 mei 2023 vast te stellen conform de ‘was-wordt lijst’.

Aldus besloten door de raad van Best in zijn vergadering van 08-05-2023

Rian Swinkels

raadsgriffier

Hans Ubachs

voorzitter

Was-wordt-tabel 1e wijziging Reglement van Orde gemeenteraad Best 2023.

Was	Wordt	Onderbouwing
Artikel 2.7 - Benoeming wethouders. 1. Bij de benoeming van wethouders stelt de raad overeenkomstig artikel 2.6 lid 1 van dit reglement een commissie in. 2. Deze onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste derde en vierde lid, en 41c, eerste lid van de Gemeentewet en kan van de kandidaat wethouder een VOG vragen als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. 3. De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder. 4. De burgemeester geeft voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht om de kandidaat -wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad. De risicoanalyse en bijbehorende documenten zijn niet openbaar met uitzondering van de openbare rapportage voor publicatie.	Artikel 2.7 Benoeming wethouders. 1. Ongewijzigd 2. Deze onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde, en vierde lid, en 41c, eerste lid van de Gemeentewet. Bepalingen over VOG geschrapt. 3. Ongewijzigd. 4. De burgemeester geeft voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht om de kandidaat -wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad. Laatste zin vervallen.	Voor wethouders is de aanvullende verplichting om een recente (niet ouder dan drie maanden) verklaring omtrent het gedrag (hierna VOG) te kunnen overleggen opgenomen in artikel 36a, tweede lid van de Gemeentewet. De VOG kent een screeningsprofiel voor politieke ambtsdragers. De burgemeester krijgt zicht op de volledige rapportage van de risicoanalyse. Zo heeft hij een goed beeld van de kandidaat en kan hij met de kandidaat het gesprek voeren over de uitkomsten. De burgemeester kan ten aanzien van de risicoanalyse en de conclusies geheimhouding opleggen aan de raad. Met de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur (artikel 87 van de Gemeentewet) is de burgemeester hiertoe bevoegd gemaakt.
Artikel 3.2 – Oproep en voorlopige agenda. In de leden 1 en 3 is nog sprake van een “schriftelijke” oproep. Lid 2: De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijk met de oproep aan de leden van de gemeenteraad digitaal beschikbaar gesteld.	Artikel 3.2 – Oproep en voorlopige agenda. In lid 1 en 3 “schriftelijke” vervangen door “digitale” oproep. Lid 2: De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in Hoofdstuk Va van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijk met de oproep aan de leden van de gemeenteraad digitaal beschikbaar gesteld.	De oproep voor de raadsvergaderingen gebeurt digitaal. Artikel 25 eerste en tweede lid Gemeentewet zijn vervallen. Geheimhouding is nu geregeld in Hoofdstuk Va van de Gemeentewet.
Artikel 3.4 – Ter beschikking stellen van stukken. 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met de oproep, conform artikel 3.2 van dit reglement, voor de leden beschikbaar gesteld. Indien na het publiceren van de schriftelijke oproep stukken ter beschikking worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving. 2. Alle openbare stukken worden digitaal ter beschikking gesteld via het raadsinformatiesysteem. 3. Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.	Artikel 3.4 – Ter beschikking stellen van stukken. 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met de oproep, conform artikel 3.2 van dit reglement, voor de leden beschikbaar gesteld. Indien na het publiceren van de oproep stukken ter beschikking worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving. 2. Alle openbare stukken worden digitaal ter beschikking gesteld via het raadsinformatiesysteem. 3. Informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier.	Er is niet langer sprake van een “schriftelijke” oproep. Bij de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur is de reikwijdte van de Gemeentewet uitgebreid van “stukken” naar “informatie” (artikel 19. tweede lid van de wet). Als het gaat om stukken waarop geheimhouding is opgelegd door het bestuursorgaan dat het document aanbiedt aan de gemeenteraad, dient dit duidelijk op het stuk te zijn aangegeven. Als de geheimhouding op informatie anders dan in schriftelijke vorm rust, moet de verplichting op een passende wijze kenbaar gemaakt worden (artikel 89, eerste lid van de wet). Bij de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur is de mogelijkheid vervallen om individuele raadsleden te informeren. Als omtrent informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie op grond van hoofdstuk Va van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijft deze informatie in afwijking van het eerste en het tweede lid onder berusting van de griffier. Raadsleden kunnen deze informatie inzien.
Artikel 3.9 – Spreekrecht. Lid 1: Na de opening van de reguliere vergadering van de raad kunnen inwoners en organisaties uit Best gezamenlijk gedurende dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. Lid 6: De spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.	Artikel 3.9 – Spreekrecht. Lid 1: Na de opening van de reguliere vergadering van de raad kunnen inwoners en belanghebbenden gezamenlijk gedurende dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. Lid 6: De spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Het is niet toegestaan presentaties te houden tijdens het inspreken gedurende een raadsvergadering.	In lid 1 is “inwoners en organisaties uit Best” gewijzigd in “inwoners en belanghebbenden”. Dit om mensen met eigendommen in Best, geen inwoners zijnde, niet de gelegenheid te ontnemen in te spreken als er besluiten over hun eigendommen worden genomen. Inspreken dient letterlijk te worden uitgelegd en daarbij hoort niet het geven van een presentatie. In de beeldvormende sessie is gelegenheid geweest om inhoudelijke informatie te delen. Aan de toelichting van artikel 3.9 is toegevoegd: Presentaties, welke tijdens een beeldvormende vergadering zijn gehouden, kunnen vooraf gemaild worden aan de griffie en deze worden dan toegevoegd aan de stukken op het raadsinformatiesysteem.
Artikel 3.23 – Ingekomen stukken. Lid 3: Wanneer een lid inhoudelijke bespreking wenst, vindt bespreking plaats in de raadsvergadering. Lid 4: Ingekomen stukken worden openbaar digitaal beschikbaar gesteld, tenzij artikel 5.1 van de Wet Open Overheid zich hiertegen verzet.	Artikel 3.23 – Ingekomen stukken. Lid 3: Wanneer een lid inhoudelijke bespreking wenst, vindt bespreking plaats in de raadsvergadering. Lid 4: In de raadsvergadering vindt bespreking plaats door het stellen van een korte vraag. Het voeren van een debat over een ingekomen stuk is niet toegestaan. Lid 5: Ingekomen stukken worden openbaar digitaal beschikbaar gesteld, tenzij artikel 5.1 van de Wet Open Overheid zich daartegen verzet.	De wijze waarop een ingekomen stuk besproken dient te worden is verduidelijkt. Raadsleden kunnen verzoeken een ingekomen stuk voor inhoudelijke bespreking te agenderen voor een raadsvergadering.
Artikel 3.24 – Algemeen. In een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.	Artikel 3.24 – Algemeen. In een besloten raadsvergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de raadsvergadering.
Artikel 3.25 – Verslag. 1. Het (concept-) verslag van een besloten vergadering ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier. 2. Indien niet binnen veertien dagen na de eerste dag van de in het eerste lid bedoelde ter inzagelegging door een lid bij de griffier is verzocht om aanpassing van het verslag, wordt dit verslag geacht te zijn vastgesteld. De griffier doet hiervan mededeling aan de leden van de raad. 3. Wanneer een lid bij de griffier binnen de in het tweede lid bedoelde termijn heeft verzocht om aanpassing, legt de griffier het aangepaste verslag ter inzage. Op dit aangepaste verslag is de in het tweede lid beschreven procedure van toepassing. 4. De voorzitter of de griffier kunnen in afwijking van het tweede en derde lid beslissen het verslag in de eerstvolgende besloten vergadering ter vaststelling aan te bieden.	Artikel 3.25 – Verslag besloten raadsvergadering. 1. Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar berusten bij de griffier. 2. Indien niet binnen veertien dagen na de eerste dag waarop het conceptverslag en -besluitenlijst van besloten raadsvergaderingen onder berusting van de griffier zijn gebracht, door een lid bij de griffier is verzocht om aanpassing van het verslag, wordt dit verslag geacht te zijn vastgesteld. De griffier doet hiervan mededeling aan de leden van de raad. 3. Wanneer een lid bij de griffier binnen de in het tweede lid bedoelde termijn heeft verzocht om aanpassing, legt de griffier het aangepaste verslag ter inzage. Op dit aangepaste verslag is de in het tweede lid beschreven procedure van toepassing. 4. De voorzitter of de griffier kunnen in afwijking van het tweede en derde lid beslissen het verslag in de eerstvolgende besloten raadsvergadering ter vaststelling aan te bieden.	Lid 1. In overeenstemming met de bepaling over het verslag van de raadsvergadering is de griffier ook verantwoordelijk voor het verslag van een besloten vergadering. Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen liggen voor raadsleden ter inzage bij de griffier. Voor de terminologie in dit artikel is aangesloten bij de terminologie in artikel 3.4 lid 3 van het RvO. Lid 2 is aangepast aan de terminologie die in lid 1 is gebruikt. Ongewijzigd.
Artikel 3.26 – Geheimhouding. 1. Voor afloop van een besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. 2. De geheimhouding dient in acht te worden genomen door een ieder die bij de vergadering aanwezig is en door een ieder die op een of andere wijze kennis heeft van de stukken. 3. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.	Artikel 3.26 – Geheimhouding. 1. Vervallen. 2. Vervallen. 3. Vervallen.	Met ingang van 1 april 2023 is hoofdstuk Va aan de Gemeentewet toegevoegd over de geheimhouding. Op grond van artikel 87 van de Gemeentewet kan geheimhouding op informatie worden opgelegd door de raad, het college, de burgemeester en een commissie. De geheimhouding is verder uitgewerkt in de artikelen 88 en 89 van de Gemeentewet.
Artikel 3.27 – Opheffing geheimhouding. Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen dan wel niet te bekrachtigen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, daarover in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.	Artikel 3.27 – Opheffing geheimhouding. Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.	Artikel 25 Gemeentewet is vervallen en er is een Hoofdstuk Va aan de Gemeentewet toegevoegd. Als de raad een opgelegde geheimhouding opheft, wil dat niet zeggen dat de desbetreffende informatie dan actief openbaar gemaakt dient te worden. De Wet openbaarheid van bestuur is nog steeds op deze informatie van toepassing en bij een verzoek om openbaarmaking wordt dat verzoek dus aan de uitzonderingsgronden in de Woo getoetst.
Artikel 4.1 – Invulling raadsavond. Lid 1: De raadsavonden vinden in de regel plaats op maandag en vangen aan om 19.30 uur.	Artikel 4.1 – Invulling raadsavond. Nieuw Lid 1: De raad kan op grond van artikel 82 van de Gemeentewet raadsavonden organiseren ter voorbereiding op de besluitvorming in de raadsvergaderingen. Lid 1 wordt vernummerd naar lid 2: De raadsavonden vinden in de regel plaats op maandag en vangen aan om 19.30 uur.	In het nieuwe lid 1 is geborgd dat onze raadsavonden hun basis vinden in artikel 82 van de Gemeentewet. Lid 2 nieuw is lid 1 oud.
Artikel 4.2 – Oproep en agenda. Lid 2: De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijk met de oproep aan de leden van de raad digitaal beschikbaar gesteld.	Artikel 4.2 – Oproep en agenda. Lid 2: De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in Hoofdstuk Va van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijk met de oproep aan de leden van de gemeenteraad digitaal beschikbaar gesteld.	In lid 1 en lid 3 “schriftelijke” gewijzigd in “digitaal”. Artikel 25 Gemeentewet is vervallen en de geheimhouding is nu geregeld in Hoofdstuk Va van de Gemeentewet.
Artikel 4.3 – Openbaarheid. Lid 2: Een raadssessie is openbaar, tenzij het presidium besluit dat deze besloten is.	Artikel 4.3 – Openbaarheid. Lid 2: Raadssessies zijn openbaar, tenzij op de agenda onderwerpen opgenomen zijn waarop op grond van Hoofdstuk Va van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd en tenzij het presidium besluit dat deze besloten zijn.	In dit artikel is opgenomen dat raadssessies openbaar zijn, tenzij er op de agenda onderwerpen opgenomen zijn waarop op grond van hoofdstuk Va geheimhouding is opgelegd en tenzij het presidium besluit dat de sessie besloten is. In het huidige reglement van orde is niet geregeld dat raadssessies ook besloten kunnen zijn, omdat er op de agenda onderwerpen zijn opgenomen waarop reeds geheimhouding is opgelegd
Artikel 4.6 – Spreekrecht. Lid 2: Bij een beeldvormende raadscessie kunnen inwoners of organisaties uit Best gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over de geagendeerde onderwerpen. De spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Insprekers kunnen daarnaast aan het einde van de beeldvormende sessie kort het woord krijgen om een laatste opmerking mee te geven n.a.v. de beeldvorming of een vraag te stellen. Lid 3: Bij een oordeelsvormende raadssessie kunnen inwoners of organisaties uit Best gezamenlijk gedurende maximaal 30 minuten het woord voeren over de geagendeerde onderwerpen. De spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.	Artikel 4.6 – Spreekrecht. Lid 2: Bij een beeldvormende raadscessie kunnen inwoners of belanghebbenden gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over de geagendeerde onderwerpen. De spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Insprekers kunnen daarnaast aan het einde van de beeldvormende sessie kort het woord krijgen om een laatste opmerking mee te geven n.a.v. de beeldvorming of een vraag te stellen. Lid 3: Bij een oordeelsvormende raadssessie kunnen inwoners of belanghebbenden gezamenlijk gedurende maximaal 30 minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. De spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Het is niet toegestaan presentaties te houden tijdens het inspreken gedurende oordeelsvormende raadssessies.	Lid 2: Inwoners of organisaties uit Best is gewijzigd in “inwoners of belanghebbenden”. Mensen met belangen in Best zijn anders niet in de gelegenheid in te spreken als er besluiten over hun eigendommen worden genomen. In lid 3 is “inwoners of organisaties uit Best gewijzigd in “inwoners en belanghebbenden”. Daarnaast is aan lid 3 is toegevoegd dat insprekers tijdens een oordeelsvormende vergadering geen presentaties mogen houden. Aan de toelichting van artikel 4.6 is toegevoegd: Presentaties, welke tijdens een beeldvormende vergadering zijn gehouden, kunnen vooraf gemaild worden aan de griffie en deze worden dan toegevoegd aan de stukken op het raadsinformatiesysteem.
Artikel 5.2 – Inwerkingtreding. Lid 1: Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023. Lid 2: Met de inwerkingtreding van dit reglement vervalt het Reglement van de gemeenteraad Best 2020.