Besluit adviesrecht en verplichte participatie

De raad van de gemeente Hoeksche Waard,

 

gelezen het voorstel van het college d.d. 30 augustus 2022;

 

overwegende dat het gewenst is gevallen aan te wijzen waarbij de gemeenteraad als adviseur bindend advies geeft over buitenplanse omgevingsplanactiviteiten;

 

dat het tevens gewenst is gevallen van activiteiten aan te wijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, ingediend kan worden;

 

gelet op artikelen 16.15a, onder b en 16.55, lid 7 Omgevingswet;

 

besluit:

 

  • 1.

    Het volgende besluit adviesrecht en verplichte participatie vast te stellen:

Artikel 1. Adviesrecht

De gemeenteraad geeft bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor het afwijken van het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) bindend advies in de volgende gevallen:

 

Vitale dorpen en actieve samenleving

  • 1.

    Het realiseren van woningen mits:

    • a.

      de toename van het aantal woningen minimaal 12 woningen bedraagt binnen het bestaand stads- en dorpsgebied;

    • b.

      de toename van het aantal woningen minimaal 3 woningen bedraagt buiten het bestaand stads- en dorpsgebied.

  • 2.

    Het nieuw realiseren van maatschappelijke, recreatieve, culturele- of sportvoorzieningen (of een combinatie daarvan).

  • 3.

    Het verbouwen of aanpassen van maatschappelijke, recreatieve, culturele- of sportvoorzieningen (of een combinatie daarvan) waarbij de toename van het bebouwd oppervlak:

    • a.

      minimaal 20% bedraagt ten opzichte van hetgeen maximaal in het omgevingsplan is toegestaan én

    • b.

      minimaal 150 m2 bedraagt.

  • 4.

    Initiatieven voor zowel intensieve als extensieve recreatie, inclusief de daarbij behorende voorzieningen (zoals paden, ontsluiting en groen) groter dan 1500 m2.

Vitaal economisch klimaat en duurzame, innovatieve landbouw

  • 5.

    Het nieuw vestigen van een niet agrarische bedrijfsfunctie buiten een daarvoor aangewezen bedrijventerrein, met uitzondering van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bij een woning, waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. Onder een bedrijventerrein wordt in dit verband verstaan: een cluster van aaneengesloten percelen met overwegend bedrijfsbestemmingen binnen een in het omgevingsplan als bedrijventerrein aangewezen gebied.

  • 6.

    Het verbouwen, uitbreiden, dan wel wijzigen van bestaande niet agrarische bedrijfsfuncties buiten een daarvoor aangewezen bedrijventerrein waarbij de bedrijfsfunctie met minimaal 15% wordt uitgebreid.

Bereikbaar, nabij en toegankelijk

  • 7.

    Het realiseren van nieuwe weg infrastructuur met een hoofdontsluitende functie zowel in als buiten bestaand stads- en dorpsgebied.

  • 8.

    Het plaatsen van een antenne-installatie hoger dan 40 meter en bijbehorende voorzieningen.

Duurzaam, energieneutraal en klimaatbestendig

  • 9.

    Het realiseren van windturbines en bijbehorende voorzieningen.

  • 10.

    Het realiseren van zonneparken (zon-op-land, zon-op-water en overige restruimten) en bijbehorende voorzieningen. Onder een zonnepark wordt in dit verband verstaan: het plaatsen van zonnepanelen anders dan voor eigen particulier gebruik.

  • 11.

    Het opwekken en/of opslag van andere vormen van energie (zoals biomassa installatie en waterstof).

Algemeen

  • 12.

    De raad brengt advies uit over initiatieven welke niet passen binnen de door de gemeenteraad vastgestelde kaders voor de fysieke en sociale leefomgeving.

  • 13.

    Wanneer op voorhand duidelijk is dat de aanvraag voor een omgevingsvergunning op andere gronden (bijvoorbeeld strijd met de Omgevingswet of een AmvB) dan planologische gronden geweigerd moet worden, is geen advies vereist.

  • 14.

    Het college van burgemeester en wethouders kan, wanneer een ontwikkeling naar hun oordeel politiek (zeer) gevoelig is, in afwijking van deze lijst besluiten de aanvraag voor een omgevingsvergunning toch voor te leggen aan de gemeenteraad voor een individueel advies.

Artikel 2. Verplichte participatie

Het houden van participatie voorafgaand aan het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het afwijken van het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) is verplicht voor de in artikel 1 genoemde gevallen.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 4. Intrekken lijst verklaring van geen bedenkingen

Gelijktijdig met het in werking treden van dit besluit wordt de ‘Lijst met categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) als bedoeld in artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht is vereist voor het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)’, vastgesteld door de gemeenteraad op 11 juni 2019, ingetrokken.

Artikel 5. Overgangsrecht

De ‘Lijst met categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) als bedoeld in artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht is vereist voor het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)’ blijft van toepassing op het afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard gehouden op 11 oktober 2022.

G. de Schipper-Tinga

Griffier

C.B. Aptroot

Voorzitter

Naar boven