Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
2.1.1.1
|
Aanneemsom:
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
2.1.1.3
|
bouwwerk:
|
|
|
een compleet bouwwerk, inclusief de voorzieningen waar zonder zij niet aan haar doel beantwoordt en die nodig zijn om het bouwwerk te laten functioneren
|
|
|
A. Uitgangspunten “standaard” bouwwerken:
|
|
Bij de in onderstaande tabel genoemde gebouwen, als 80% of meer van bouwwerk onder de genoemde categorie valt, wordt het aantal kubieke meters of het aantal vierkante meters berekend volgens NEN 2580 (bruto-oppervlakte- en inhoudsberekening gebouwen)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Civieltechnisch
|
|
|
Parkeergarage (gebouw) bovengronds
|
|
|
Parkeergarage ondergronds
|
|
|
Agrarische voorzieningen
|
|
|
Veldschuren, werktuigberging
|
|
|
Rundvee-/Kalverenstal
|
|
|
Kippenstal
|
|
|
Varkensstal
|
|
|
Paardenstal
|
|
|
Mestkelders
|
|
|
Industrie
|
|
|
Productie- / opslaghal, magazijn ≤ 10.000 m3
|
|
|
Productie- / opslaghal, magazijn > 10.000 m3
|
|
|
Productie- / opslaghal, magazijn > 20.000 m3
|
|
|
Bedrijfsunit met kantoor
|
|
|
Kantoren
|
|
|
Kantoren
|
|
|
Handel
|
|
|
Commerciële centra
|
|
|
Meubelhal/Doe-Het-Zelf zaak
|
|
|
Showroom
|
|
|
Winkels ≤ 2500 m3
|
|
|
Winkels < 5000 m3
|
|
|
Winkels < 7500 m3
|
|
|
Medisch/ sociaal
|
|
|
Gezondheidscentra / huisartsenpraktijk/ apotheek
|
|
|
Horeca
|
|
|
Hotels
|
|
|
(Eet)café / snackbar / koffiebar
|
|
|
Restaurant
|
|
|
Vergaderzaal
|
|
|
Sport
|
|
|
Sporthallen / gymzalen
|
|
|
Kleedgebouwen
|
|
|
Kantine, clublokaal
|
|
|
Onderwijs
|
|
|
Scholen/ kinderdagverblijven
|
|
|
Woningen/ woongebouwen
|
|
|
Seriematig / projectbouw / sociale woningbouw
|
|
|
Appartementen
|
|
|
Recreatiewoningen
|
|
|
Vrijstaande en /of geschakelde woningen
|
|
|
Woonwagen
|
|
|
Overige
|
|
|
Aanbouw woning t/m 50 m3
|
|
|
Aanbouw woning > 50 m3
|
|
|
Garage / berging, vrijstaand / aangebouwd
|
|
|
Dakkapel ( per woning, per m1)
|
|
|
Dakopbouw
|
|
|
Carport/overkapping (per m2)
|
|
|
Kelder
|
|
|
Schuttingen/hekwerken (per m1 )
|
|
|
Zonneveld
|
|
|
Zonneveld als bedoeld in artikel 2.1.1.5 per Wp
|
|
|
|
Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.3 als uitgangspunt genomen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
2.1.1.5
|
Conceptvraag: voordat een aanvraag wordt ingediend van een omgevingsvergunning kan aan de hand van een conceptaanvraag worden gevraagd naar het onderdeel van het bevoegd gezag omtrent de kans op het verlenen van een vergunning, op basis van conceptaanvraag, uitgewerkt plan
|
|
|
|
|
|
|
2.1.1.6
|
In behandeling nemen: hiermee wordt bedoeld het moment van indienen, dat wil zeggen als voor de aanvrager een ontvangstbevestiging is gemaakt waarin vermeld staat dat een aanvraag is ontvangen.
|
|
|
|
|
2.1.1.7
|
Perceel: Het gebied waarop de (partiële) herziening / wijziging van het bestemmingsplan betrekking heeft
|
2.1.1.8
|
Zonneveld: een ruimtelijk samenhangende grondgebonden installatie voor het opwekken van zonne-energie.
|
2.1.1.9
|
Wp (WattPiek): de internationale standaard-meeteenheid voor de capaciteit van zonnecellen en zonnepanelen om zonne-energie in elektriciteit om te zetten.
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis al in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag:
|
|
2.2.1
|
Voor het behandelen van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: (zie tevens artikel 2.4.1)
|
€ 276,20
|
2.2.2
|
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º en 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) en tevens sprake is van het realiseren van onzelfstandige woonruimte, per te verhuren kamer. (indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een op basis van een concept aanvraag uitgewerkt plan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges, indien de aanvrager, bouwplan en locatie hetzelfde zijn en de aanvraag binnen een jaar na de beoordeling van het conceptaanvraag wordt gedaan, met deze leges verrekend):
|
€ 456,20
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk en als 80% of meer van het bouwwerk onder de genoemde categorie valt als bedoeld in artikel 2.1.1.3.A, bedraagt het tarief per m3 (tenzij anders vermeld) :
(Het tarief per m3 geldt niet voor aanvragen tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor verbouw. Hiervoor gelden de tarieven zoals vermeld onder 2.3.1.1)
|
|
|
Civieltechnisch
|
|
|
Parkeergarage (gebouw) bovengronds
|
€ 3,85
|
|
Parkeergarage ondergronds
|
€ 6,15
|
|
|
|
|
Agrarische voorzieningen
|
|
|
Veldschuren, werktuigberging
|
€ 0,85
|
|
Rundvee-/Kalverenstal
|
€ 1,05
|
|
Kippenstal
|
€ 2,05
|
|
Varkensstal
|
€ 1,90
|
|
Paardenstal
|
€ 2,40
|
|
Mestkelder
|
€ 1,75
|
|
|
|
|
Industrie
|
|
|
Productie- / opslaghal, magazijn ≤ 5.000 m3
|
€ 1,80
|
|
Productie- / opslaghal, magazijn: > 5.000 m3 en < 10.000 m3
|
€ 1,60
|
|
Productie- / opslaghal, magazijn >= 10.000 m3 en ≤ 20.000 m3
|
€ 1,40
|
|
Productie- / opslaghal, magazijn >= 20.000 m3
|
€ 1,25
|
|
Bedrijfsunit met kantoor
|
€ 3,20
|
|
|
|
|
Kantoren
|
|
|
Kantoren
|
€ 10,15
|
|
|
|
|
Handel
|
|
|
Commerciële centra
|
€ 8,60
|
|
|
|
|
Meubelhal/Doe-Het-Zelf zaak
|
€ 5,95
|
|
|
|
|
Showroom
|
€ 5,35
|
|
|
|
|
Winkels ≤ 2.500 m3,
|
€ 8,55
|
|
Winkels > 2.500 m3 en < 5.000 m3 voor de eerste 2.500 m3,
|
€ 8,10
|
|
Winkels > 5.000 m3 voor de eerste 5.000 m3,
|
€ 7,80
|
|
|
|
|
Medisch/ sociaal
|
|
|
Gezondheidscentra / huisartsenpraktijk/ apotheek
|
€ 10,95
|
|
|
|
|
Horeca
|
|
|
Hotels
|
€ 12,85
|
|
(Eet)café / snackbar / koffiebar
|
€ 8,55
|
|
Restaurant
|
€ 8,20
|
|
Vergaderzaal
|
€ 6,35
|
|
|
|
|
Sport
|
|
|
Sporthallen / gymzalen
|
€ 7,00
|
|
Kleedgebouw
|
€ 8,05
|
|
Kantine
|
€ 6,30
|
|
|
|
|
Onderwijs
|
|
|
Scholen/ kinderdagverblijven
|
€ 7,05
|
|
|
|
|
Woningen/ woongebouwen
|
|
|
Seriematig / projectbouw / sociale woningbouw
|
€ 7,95
|
|
Appartementen
|
€ 9,75
|
|
Recreatiewoningen
|
€ 10,05
|
|
Vrijstaande en /of geschakelde woningen < 500m3
|
€ 10,95
|
|
Vrijstaande en /of geschakelde woningen 500m3 tot 750m3
|
€ 9,55
|
|
Vrijstaande en /of geschakelde woningen 750m3 en groter
|
€ 8,00
|
|
Woonwagen/tijdelijke woonunit hout/mobiel
|
€ 6,95
|
|
|
|
|
Overige
|
|
|
Aanbouw woning < 50 m3
|
€ 13,05
|
|
Aanbouw woning > 50 m3
|
€ 11,20
|
|
|
|
|
Garage / berging, vrijstaand / aangebouwd
|
€ 5,55
|
|
Dakkapel (per woning, per m1)
|
€ 43,10
|
|
Dakopbouw
|
€ 11,65
|
|
Carport/overkapping (per m2)
|
€ 6,45
|
|
Kelder
|
€ 8,50
|
|
Schuttingen / hekwerken (per m1 )
|
€ 2,75
|
|
|
|
|
Zonneveld
|
|
|
Zonneveld als bedoeld in artikel 2.1.1.8 en 2.1.1.9 per Wp
|
€ 0,021
|
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op bouwwerken welke niet bij 2.1.1.3.A worden benoemd dan bedragen de leges
|
3,00%
|
|
met een minimum van
|
€ 300,30
|
|
en een maximum van in totaal
|
€ 906.885,60
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
Vervallen
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden op grond het bepaalde in 2.3 de verschuldigde leges verhoogd met:
|
50%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van
|
€ 150,40
|
|
en een maximum van
|
€ 5.180,00
|
2.3.1.3
|
In afwijking van artikel 2.3.1.1 worden er voor de bouwactiviteit geen leges in rekening gebracht wanneer er sprake is van het aanbrengen van duurzaamheidsmaatregelen op/aan/bij een monument (zoals het aanbrengen van zonnepanelen, buitenunits voor warmtepompen/airco-installaties, het aan de binnenzijde isoleren van de uitwendige scheidingsconstructie van een pand, isolerend glas) wanneer het aanbrengen hiervan voor niet-monumentale panden vergunningsvrij voor de bouwactiviteit zou zijn geweest (op grond van de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht).
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel 1.17.1, bedraagt het tarief:
|
€ 267,60
|
2.3.2.2
|
en indien de aanlegkosten meer zijn dan € 25.000 bedraagt het tarief
|
€ 475,85
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
10%
|
|
van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag voor het betreffende bouwdeel met een minimum van
|
€ 250,15
|
|
en een maximum van
|
€ 3.327,40
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
25%
|
|
van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag voor het betreffende bouwdeel met een minimum van
|
€ 250,15
|
|
en een maximum van
|
€ 5.180,00
|
2.3.3.2.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º en 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) en tevens sprake is van het realiseren van onzelfstandige woonruimte, per te verhuren kamer:
|
€ 456,20
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 10.400,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
10%
|
|
van het op grond van subonderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag voor het betreffende bouwdeel met een minimum van
|
€ 250,16
|
|
en een maximum van
|
€ 3.327,40
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 350,15
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 1.036,00
|
2.3.4.2.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º en 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) en tevens sprake is van het realiseren van onzelfstandige woonruimte, per te verhuren kamer
|
€ 456,15
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 10.400,00
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 350,15
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 306,45
|
2.3.5.2
|
Dit bedrag wordt als volgt verhoogd voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580
|
|
2.3.5.2.1
|
0 tot en met 100 m² met een vast bedrag van
|
€ 306,45
|
2.3.5.2.2
|
101 tot en met 500 m² met een vast bedrag van
|
€ 770,35
|
2.3.5.2.3
|
501 tot en met 1000 m² met een vast bedrag van
|
€ 1.662,40
|
2.3.5.2.4
|
1001 tot en met 1500 m² met een vast bedrag van
|
€ 2.380,40
|
2.3.5.2.5
|
1501 tot en met 2500 m² met een vast bedrag van
|
€ 2.946,55
|
2.3.5.2.6
|
meer dan 2500 m² met een vast bedrag van
|
€ 3.314,00
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, beschermd stads- of dorpsgezicht, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument, voorbeschermd rijksmonument of voorbeschermd beschermd stads- of dorpsgezicht en/of hoofdstuk 5, art. 5.15 en 5.21 en 5.22 en 5.25 van de Verordening Kwaliteit Leefomgeving van de Gemeente Enschede, bedraagt het tarief:
|
€ 287,00
|
2.3.6.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief:
|
€ 287,00
|
2.3.6.3
|
In afwijking van de artikelen 2.3.6.1 en 2.3.6.2 worden er voor de monumentenactiviteit geen leges in rekening gebracht wanneer er sprake is van het aanbrengen van duurzaamheidsmaatregelen op/aan/bij een monument (zoals het aanbrengen van zonnepanelen, buitenunits voor warmtepompen/airco-installaties, het aan de binnenzijde isoleren van de uitwendige scheidingsconstructie van een pand, isolerend glas) wanneer het aanbrengen hiervan voor niet-monumentale panden vergunningsvrij voor de bouwactiviteit zou zijn geweest (op grond van de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht).
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.7.1.1
|
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,
|
€ 203,00
|
2.3.7.1.2
|
in gevallen waarin de aanvraag betrekking heeft op het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk (gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument), bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, en artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo:
|
€ 203,00
|
|
|
|
2.3.7.2
|
Asbesthoudende materialen
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 4.12 van de Verordening kwaliteit leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 492,65
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 6.14 van de Verordening kwaliteit leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.10.1
|
Bij 1 boom
|
€ 157,85
|
2.3.10.2
|
Bij 2 tot en met 5 bomen
|
€ 301,00
|
2.3.10.3
|
Bij 6 tot en met 10 bomen
|
€ 551,50
|
2.3.10.4
|
Bij 11 bomen of meer
|
€ 801,00
|
|
|
|
2.3.11
|
Handelsreclame
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.13 van de Verordening kwaliteit leefomgeving een vergunning is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo:
|
€ 262,15
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame aan de onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder i, van de Wabo:
|
€ 262,15
|
|
|
|
2.3.12
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
|
Vervallen
|
|
2.3.14
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Andere activiteiten
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.17.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 342,95
|
2.3.17.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 448,00
|
|
|
|
2.3.18
|
Advies Milieueffectrapportage (
M.e.r
.)
|
|
2.3.18.1
|
Indien een wettelijk voorschrift een advies van de commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) voorschrijft en wordt afgegeven of indien een vrijwillig advies wenselijk is en wordt afgegeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Indien deze begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.18.2
|
Indien van gemeentewege een milieueffectenrapportage dient te worden opgesteld (exclusief de uit te voeren onderzoeken) bedraagt het tarief:
|
€ 4.664,35
|
2.3.19
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.19.1
|
Onverminderd hetgeen bepaald in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo:
|
|
2.3.19.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 297,00
|
2.3.19.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 297,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges volledig in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
Voor de toepassing van het voorgaande lid is vereist dat de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg
betrekking had;
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving."
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Hoofdstuk 5 Vermindering of teruggaaf
|
|
2.5.1
|
Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning
|
|
2.5.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning
|
|
2.5.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Vermindering als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
|
|
2.5.3.1
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit weigert, bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.3.2
|
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, bedragen
|
50%
|
|
van de leges, berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1. (en in onderdeel 2.3.3.2.1) indien aan de aanvraag een eerdere geweigerde vergunning vooraf is gegaan en:
- de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn,
- de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is,
- de nieuwe aanvraag is ingediend binnen twaalf maanden na de weigering.
|
|
2.5.4
|
Vermindering als gevolg van het niet verder behandelen van een aanvraag omgevingsvergunning
|
|
2.5.4.1
|
Als de gemeente een aangevraagde omgevingsvergunning voor een project niet verder behandelt op grond van artikel 4:5 Awb, is sprake van teruggaaf van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.4.2
|
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, bedragen:
|
75%
|
|
van de leges, berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1. (en in onderdeel 2.3.3.2.1) indien aan de aanvraag een eerder niet behandelde aanvraag vooraf is gegaan en: - de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn, - de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is,
- de nieuwe aanvraag is ingediend binnen twaalf maanden na het buiten behandeling laten.
|
|
2.5.5
|
Vermindering als gevolg van het van rechtswege verlenen van een omgevingsvergunning
|
|
2.5.5.1
|
Indien de aangevraagde vergunning niet binnen de daarvoor wettelijk gestelde termijn wordt verleend (vergunning van rechtswege), is sprake van vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt
|
50%
|
2.5.6
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
2.5.6.1
|
Na berekening van teruggave of verminderingen als bedoeld in hoofdstuk 5 wordt een bedrag lager dan
niet teruggeven.
|
€ 233,20
|
|
|
|
2.5.7
|
Geen vergunning vereist
|
|
2.5.7.1
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.3.1 na toetsing vergunningsvrij blijkt te zijn, bedraagt:
|
€ 276,20
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
2.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
nihil
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning
als gevolg van wijziging project
|
|
2.7.1
|
Indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, bedraagt het tarief 10% van de oorspronkelijk geheven leges
|
10%
|
|
met een minimum van
|
€ 269,00
|
|
en een maximum van
|
€ 3.327,40
|
|
Het vorenstaande wordt toegepast indien het een ondergeschikte wijziging betreft of de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld geen sprake is van een nieuw bouwplan.
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 10.400,00
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 10.400,00
|
2.8.3
|
Als een aanvraag voor herziening/wijziging van het bestemmingsplan wordt ingetrokken of geweigerd is sprake van vermindering van de van de leges. De vermindering bedraagt
|
50%
|
|
van de op grond van hoofdstuk 2.8.1 of 2.8.2 in rekening te brengen leges
|
|
|
|
|
2.9
|
Hoofdstuk 9
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 Overig/administratief
|
|
|
|
|
|
Exploitatieovereenkomst/Exploitatieplan
|
|
2.10.1
|
Indien de kosten voor de diensten als bedoeld in de bepalingen 2.3.3, 2.3.4, 2.8.1 en 2.8.2 verhaald worden via een exploitatieplan of een exploitatieovereenkomst wordt het uit dien hoofde verschuldigde bedrag niet op grond van de legesverordening in rekening gebracht.
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca
|
|
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:
|
|
3.1.1
|
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 en artikel 4 van de Alcoholwet:
|
|
3.1.1.1
|
met een oppervlakte tot en met 50m2
|
€ 713,10
|
3.1.1.2
|
met een oppervlakte van 51m2 tot en met 100m2
|
€ 770,45
|
3.1.1.3
|
met een oppervlakte van 101 m2 tot en met 250m2
|
€ 958,00
|
3.1.1.4
|
met een oppervlakte van 251 m2 tot en met 500m2
|
€ 1.235,30
|
3.1.1.5
|
met een oppervlakte meer dan 501m2
|
€ 1.382,25
|
3.1.1.6
|
voor het uitoefenen van het slijtersbedrijf
|
€ 312,00
|
3.1.2
|
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een terras in afwijking van de vastgestelde Nadere regels terrassen bij horecabedrijven artikel 4.14 lid 3 Verordening kwaliteit leefomgeving:
|
€ 181,25
|
3.1.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:
|
|
3.1.3.1
|
een ontheffing sluitingstijdstip voor een niet-commercieel horecabedrijf op grond van artikel 2:29, lid 4, van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 241,30
|
3.1.3.2
|
een incidentele ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2:29, lid 2 en 5, van de Algemene Plaatselijke Verordening:
|
€ 120,85
|
3.1.3.3
|
een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening
|
€ 259,00
|
3.1.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:
|
|
3.1.4.1
|
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet niet behorende bij een evenementenvergunning:
|
€ 85,00
|
3.1.4.2
|
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 7 van de Drank- en Horecaverordening Enschede 2014
|
€ 569,20
|
3.1.4.3
|
een vergunning als bedoeld onder 3.1.4.2 indien het betreft een aanvraag in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van een leidinggevende die niet de vergunninghouder is
|
€ 189,70
|
3.1.4.4
|
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:
|
€ 189,70
|
3.1.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:
|
|
3.1.5.1
|
een vergunning als bedoeld in afdeling 17, artikel 2:86 van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 2.680,65
|
3.1.5.2
|
een vergunning als bedoeld onder 3.1.5 indien het betreft een aanvraag in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van een leidinggevende die niet de vergunninghouder is
|
€ 921,15
|
3.1.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:
|
|
3.1.6.1
|
een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:
|
€ 828,80
|
3.1.7
|
Als een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk wordt ingetrokken, geweigerd of op grond van artikel 4:5 Awb buiten verdere behandeling wordt gelaten, wordt 50 % van de leges in rekening gebracht.
|
50%
|
Hoofdstuk 2 Evenementenvergunning
|
|
3.2.1
|
Bij het berekenen van de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een integrale evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt voor de legesbepaling het totale aantal punten volgens onderstaande lijst vermenigvuldigd met:
|
€ 46,55
|
|
en zijn andere bepalingen in deze tarieventabel niet van toepassing
|
|
|
|
|
|
Omschrijving:
|
aantal punten
|
a
|
Standaardtarief voor het in behandeling nemen van een aanvraagformulier
|
2
|
|
Het aantal punten van het standaardtarief wordt verhoogd volgens de volgende puntenlijst:
|
|
b
|
Het evenement duurt meerdere dagen:
|
|
|
1. 2-7 dagen, incl. opbouwen en afbreken
|
2
|
|
2. 8-14 dagen, incl. opbouwen en afbreken
|
4
|
|
3. meer dan 15 dagen, incl. opbouwen en afbreken
|
6
|
c
|
Tijdens het evenement worden wegen afgesloten en/of zijn omleidingen noodzakelijk
|
1
|
d
|
Tijdens het evenement worden objecten op of aan de weg geplaatst
|
1
|
e
|
Ontheffing van de Zondagswet
|
1
|
f
|
Tijdens het evenement vindt er verkoop plaats buiten de reguliere winkeltijden (Winkeltijdenwet) en er een ontheffing van de Winkeltijdenwet nodig is
|
1
|
g
|
Het gaat om een grootschalig evenement
|
|
|
verwachte aantal bezoekers > 2.000 per etmaal
|
4
|
|
verwachte aantal bezoekers > 5.000 per etmaal
|
8
|
|
verwachte aantal bezoekers > 10.000 per etmaal
|
12
|
|
verwachte aantal bezoekers > 30.000 per etmaal
|
15
|
h
|
Indien het een zogenaamd risico-evenement (C-evenement) betreft
|
10
|
i
|
Tijdens het evenement wordt er licht-alcoholische drank geschonken, zoals benoemd in art. 35 Alcoholwet:
|
2
|
j
|
Er is een vergunning in het kader van de Wet op de kansspelen benodigd
|
1
|
k
|
Het aangevraagde evenement past niet binnen het beleid voor evenementen-vergunningen
|
3
|
l
|
Er is een ontheffing van de Regeling verkeersregels en verkeerstekens of van de Wegenverkeerswet nodig:
|
1
|
m
|
Het aantal punten wordt bij de behandeling van een spoedaanvraag vermenigvuldigd met 2 waarbij een maximum van 11 extra punten wordt aangehouden.
|
|
3.2.2
|
Als een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in dit artikel wordt ingetrokken, geweigerd of op grond van artikel 4:5 Awb buiten verdere behandeling wordt gelaten, wordt 50 % van de leges in rekening gebracht.
|
50%
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
|
|
3.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, of om de verlenging, of een wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
|
3.3.1.1
|
voor een escortbedrijf
|
€ 921,15
|
3.3.1.2
|
voor een seksinrichting
|
€ 2.680.65
|
3.3.2
|
voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met:
|
€ 683,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Markten
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 5 Winkeltijdenwet
|
|
3.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing of vrijstelling op grond van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening:
|
€ 83,40
|
Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
|
|
|
3.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:
|
€ 59,80
|