Vaststelling gevallen adviesrecht raad, gevallen verplichte participatie en gevallen uitgebreide procedure bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, delegatiebesluit

De gemeenteraad van Oegstgeest;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 2021;

 

gelet op artikelen 16.15a sub b, 16.55 lid 7, 16.65 lid 4 en a sub b en 2.8 van de Omgevingswet

 

besluit (Gevallen adviesrecht raad)

  • 1.

    De raad heeft in de volgende gevallen het recht om advies te geven, zoals bedoeld in art. 16.15a sub b Ow, bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

    • a.

      bij aanvragen waarvoor geen “Nota van uitgangspunten” door de raad is vastgesteld;

    • b.

      bij aanvragen voor de vestiging van een bedrijf anders dan een Bioscience (gerelateerd) bedrijf in Nieuw Rhijngeest Zuid

    • c.

      bij aanvragen met een behoorlijke ruimtelijke impact, zoals:

      • i.

        het wijzigen van het gebruik, vernieuwen, veranderen of vervangen van woningen en bijbehorende bebouwingen indien die niet in de ruimtelijke structuur passen;

      • ii.

        het wijzigen van het gebruik, vernieuwen, veranderen of vervangen van bedrijfsbebouwing indien die niet in de ruimtelijke structuur past;

      • iii.

        het vergroten van bestaande bebouwingsmogelijkheden van meer dan 10%;

      • iv.

        het wijzigen van gebruik van onbebouwde gronden met een oppervlakte van minimaal 500 m2 die naar aard en schaal niet in de ruimtelijke structuur passen.

    • d.

      bij aanvragen voor de aanleg of aanpassing van lokale verkeers-, water en groenvoorzieningen indien die niet passen in het gemeentelijke beleid.

(Gevallen verplichte participatie)

  • 1.

    Een aanvrager is in de volgende gevallen gehouden participatie uit te voeren zoals bedoeld in art. 16.55 lid 7 Ow, alvorens een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit aan te vragen:

    • a.

      bij aanvragen waarvoor geen “Nota van uitgangspunten” door de raad is vastgesteld;

    • b.

      bij aanvragen voor de vestiging van een bedrijf anders dan een Bioscience (gerelateerd) bedrijf in Nieuw Rhijngeest Zuid;

    • c.

      bij aanvragen met een behoorlijke ruimtelijke impact, zoals:

      • i.

        het wijzigen van het gebruik, vernieuwen, veranderen of vervangen van woningen en bijbehorende bebouwingen indien die niet in de ruimtelijke structuur passen;

      • ii.

        het wijzigen van het gebruik, vernieuwen, veranderen of vervangen van bedrijfsbebouwing indien die niet in de ruimtelijke structuur past;

      • iii.

        het vergroten van bestaande bebouwingsmogelijkheden van meer dan 10%;

      • iv.

        het wijzigen van gebruik van onbebouwde gronden met een oppervlakte van minimaal 500 m2 die naar aard en schaal niet in de ruimtelijke structuur passen.

    • d.

      bij aanvragen voor de aanleg of aanpassing van lokale verkeers-, water en groenvoorzieningen indien die niet passen in het gemeentelijke beleid.

(Gevallen uitgebreide procedure)

  • 2.

    Het college te verzoeken in de volgende gevallen de uitgebreide procedure, zoals bedoeld in art. 16.65 lid 4 Ow, van toepassing te verklaren op de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

    • a.

      bij aanvragen waarvoor geen “Nota van uitgangspunten” door de raad is vastgesteld;

    • b.

      bij aanvragen voor de vestiging van een bedrijf anders dan een Bioscience (gerelateerd) bedrijf in Nieuw Rhijngeest Zuid;

    • c.

      bij aanvragen met een behoorlijke ruimtelijke impact, zoals:

      • i.

        het wijzigen van het gebruik, vernieuwen, veranderen of vervangen van woningen en bijbehorende bebouwingen indien die niet in de ruimtelijke structuur passen;

      • ii.

        het wijzigen van het gebruik, vernieuwen, veranderen of vervangen van bedrijfsbebouwing indien die niet in de ruimtelijke structuur past;

      • iii.

        het vergroten van bestaande bebouwingsmogelijkheden van meer dan 10%;

      • iv.

        het wijzigen van gebruik van onbebouwde gronden met een oppervlakte van minimaal 500 m2 die naar aard en schaal niet in de ruimtelijke structuur passen.

    • d.

      bij aanvragen voor de aanleg of aanpassing van lokale verkeers-, water en groenvoorzieningen indien die niet passen in het gemeentelijke beleid.

(Delegatiebesluit)

  • 1.

    De raad delegeert, zoals bedoeld in art. 2.8 Ow, in de volgende gevallen haar bevoegdheid aan het college tot het nemen van besluiten in het kader van de Omgevingswet en bijbehorende regelgeving:

    • a.

      wijzigen van het omgevingsplan bij nieuwe ontwikkelingen waarover de raad of college heeft besloten;

    • b.

      wijzigen van het omgevingsplan voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten waarvoor de raad geen adviesrecht heeft;

    • c.

      vertalen van beleidsregels van raad en college naar het omgevingsplan;

    • d.

      verwerken van verleende omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten in het omgevingsplan;

    • e.

      wijzigen van het omgevingsplan ten gevolge van gewijzigde wet- en regelgeving;

    • f.

      wijzigen van technische bepalingen in het omgevingsplan;

    • g.

      wijzigen van de toelichting op het omgevingsplan;

    • h.

      wijzigen of toevoegen van begripsbepalingen in het omgevingsplan;

    • i.

      wijzigen of toevoegen van informatieproducten in het omgevingsplan;

    • j.

      corrigeren van verschrijvingen, inconsistenties, etc. in het omgevingsplan.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 27 januari 2022.

de griffier

Fred Kromhout

de voorzitter

Emile Jaensch

Naar boven