Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening in verband met de opname van verbod op het openlijk gebruik van softdrugs en het aanwijzen van een alcoholoverlastgebied (Wijzigingsverordening van de APV openlijk softdrugsgebruik en alcoholoverlastgebied 2023)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2023,

gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikelen 25a, 25d,25f en 25g Alcoholwet

 

besluit:

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening Amsterdam 2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Na artikel 2.7A wordt een nieuw artikel 2.7B ingevoegd, luidende:

     

    Artikel 2.7B Openlijk gebruik softdrugs

    • 1.

      Het is verboden op of aan de weg of op andere voor publiek toegankelijke plaatsen gelegen in het gebied dat is aangewezen in bijlage 1 bij deze verordening middelen als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken.

    • 2.

      Van het verbod in lid 1 is uitgezonderd het gebruik van middelen vallend onder de reikwijdte van artikel 2.7A APV.

    • 3.

      Van het verbod in lid 1 zijn uitgezonderd de terrassen van horecabedrijven als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 sub f APV die tevens beschikken over een gedoogverklaring van de burgemeester voor de verkoop van softdrugs, mits het terras tevens is opgenomen in de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.8 lid 1 APV.

  • B.

    Artikel 2.8A komt te luiden:

     

    Artikel 2.8A Tijdelijk alcoholoverlastgebied

    • 1.

      Het gebied in bijlage 2 bij deze verordening wordt aangewezen als alcoholoverlastgebied in verband met ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving en de volksgezondheid door het gebruik van alcohol in dat gebied. Deze aanwijzing geldt tot 1 april 2025.

    • 2.

      In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse niet toegestaan op:

      • a.

        donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur;

      • b.

        vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00.

    • 3.

      In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het verboden om op de dagen vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00 uur en op de dagen donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse:

      • a.

        aanwezig te hebben in voor publiek toegankelijke ruimtes zonder dat kenbaar wordt gemaakt dat de zwak-alcoholhoudende drank niet verstrekt mag worden;

      • b.

        aanwezig te hebben in voor publiek toegankelijke ruimtes zonder dat de zwak-alcoholhoudende drank wordt afgeschermd (m.u.v. slijtlokaliteiten);

    • 4.

      In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het verboden om op de dagen vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00 uur en op de dagen donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse:

      • a.

        zichtbaar uit te stallen in de etalage (m.u.v. slijtlokaliteiten);

      • b.

        te promoten door middel van reclame in de etalage, in of rondom de onderneming in welke vorm dan ook (m.u.v. slijtlokaliteiten);

    • 5.

      In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het verboden om op de dagen vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00 uur en op de dagen donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken tenzij de sterke drank in een afgesloten tas wordt verstrekt waarbij het alcoholverbod dat geldt in de openbare ruimte van het gebied kenbaar wordt gemaakt.

    • 6.

      In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied worden gelet op de belangen genoemd in het zevende lid onder a geen nieuwe Alcoholwetvergunningen, als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, verleend met uitzondering van locaties waar op of na de in bijlage 2 vermelde peildatum sprake was van een geldige Alcoholwetvergunning.

    • 7.

      In het gebied dat is aangewezen als alcoholoverlastgebied, zoals bedoeld in het eerste lid, kan de burgemeester:

      • a.

        een Alcoholwetvergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, weigeren indien naar zijn oordeel sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid door het gebruik van alcohol in dat gebied;

      • b.

        voorschriften aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank;

      • c.

        het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in inrichtingen verbieden.

  • C.

    Artikel 2.17B komt te luiden:

     

    Artikel 2.17B Aanwezigheid medewerker met diploma sociale hygiëne op vervoermiddel

    Indien op vergunde passagiersvaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, dient een medewerker aanwezig te zijn die voldoet aan de eis gesteld in artikel 8, derde lid van de Alcoholwet.

  • D.

    Artikel 3.16A komt te luiden:

     

    Artikel 3.16A Verbod op prijsacties in de horeca

    Het is verboden om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse te verstrekken tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

  • E.

    In artikel 6.1 wordt tussen ‘2.7A’ en ‘2.8 tweede lid’ ingevoegd ‘2.7B eerste lid’.

Artikel II

De toelichting wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Na de toelichting op artikel 2.7A wordt de volgende tekst ingevoegd:

     

    Het verbod in dit artikel ziet alleen op het gebruik van drugs. De Hoge Raad heeft in een uitspraak uit 2015 geoordeeld dat een gemeentelijk verbod op het gebruik van softdrugs mogelijk is (ECLI:NL:HR:2015:3031). De Opiumwet verbiedt immers niet het gebruik van softdrugs als zodanig, maar richt zich op - kort gezegd - aanwezigheid, verkoop en vervaardiging, zodat een verbod op het gebruik in de APV geen dubbeling oplevert.

     

    Een verbodsbepaling in de APV die ziet op het gebruik van softdrugs op de openbare weg is zeer wenselijk, gelet op de overlast die daarmee gepaard kan gaan. Met name in de binnenstad wordt veel overlast ervaren van personen die op straat softdrugs gebruiken. Uit informatie van politie en gemeente blijkt dat in het gebied sprake is van een lange historie van (extreme) drukte, overlast, massatoerisme, openbare orde incidenten en middelenmisbruik in de openbare ruimte. Het gebied scoort structureel slecht op de veiligheids-, criminaliteits- en overlastindex. Door het openlijk gebruik van softdrugs in de openbare ruimte verbieden wordt beoogd de overlast te beperken en de inbreuk op het woon- een leefklimaat die daarvan het gevolg is terug te dringen. Indien blijkt dat gebruik van middelen als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet in de openbare ruimte ook in andere delen van de stad tot problematische situaties leidt, kan het verbod uitgebreid worden.

     

    Gebruik van softdrugs in coffeeshops en op vergunde terrassen bij coffeeshops blijft mogelijk. Daar is ook deskundige begeleiding en kennis over de producten aanwezig, waardoor problemen ondervangen kunnen worden en verantwoord gebruik mogelijk is.

     

    Er bestaat geen overlap met het verbod op openlijk gebruik van harddrugs dat is neergelegd in artikel 2.7 lid 1 van de APV, nu dat ziet op middelen opgenomen op lijst I van de Opiumwet en het onderhavige verbod op middelen opgenomen op lijst II van de Opiumwet. In het tweede lid is tevens duidelijk gemaakt dat het verbod niet overlapt met het bestaande verbod op het recreatief gebruik van lachgas, dat op grond van artikel 2.7A voor de hele stad geldt.

  • B.

    De toelichting op artikel 2.8A komt te luiden:

     

    Dit artikel is gebaseerd op artikel 25f van de Alcoholwet. In sommige gebieden, zoals in de binnenstad van Amsterdam, bevindt zich een grote concentratie van alcoholverkooppunten waar alcohol prominent wordt aangeboden. In deze gebieden veroorzaken personen onder invloed van alcohol overlast en incidenten zoals geluidsoverlast, baldadigheid, agressief gedrag, wildplassen, vervuiling en verstoring van de openbare orde. Ondanks de inzet van verschillende instrumenten en een intensieve aanpak om de veiligheid en leefbaarheid te verbeteren blijft de overlast door personen die onder invloed zijn van alcohol groot. Aan verkooppunten van alcoholhoudende drank, voor gebruik elders dan ter plaatse, gelegen in het alcoholoverlastgebied wordt de verkoop van alcohol beperkt op de donderdag t/m zondag.

     

    Ook kan in het aangewezen gebied een alcoholwetvergunning geweigerd worden. Die weigering kan reeds zonder aanwijzing van een alcoholoverlastgebied als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat de verstrekking van alcohol zal leiden tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. Maar die weigering is beperkter dan het weigeren van een vergunning om de overlast, aantasting van het woon- en leefklimaat of de gezondheid als gevolg van verstrekking of verkoop van alcohol te voorkomen in een reeds belaste situatie, hetgeen het geval is op grond van lid 7, onder a. In deze gebieden kan het aantal verkooppunten worden beperkt door het weigeren van een aangevraagde vergunning. De weigeringsgronden moet in het verlengde liggen van de gronden waarop het gebied als alcoholoverlastgebied is aangewezen. In lid 6 is vastgelegd dat er geen nieuwe alcoholwetvergunningen, dat wil zeggen voor andere locaties dan reeds vergund op of na de genoemde peildatum van 24 december 2021, worden verleend. Ook bestaande alcoholwetvergunningen kunnen, in geval zij opnieuw aangevraagd worden, geweigerd worden op grond van lid 7, onder a, indien er sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving en de volksgezondheid door het gebruik van alcohol.

     

    Op grond van dit artikel mag de zwak-alcoholhoudende drank in locaties als bedoeld in artikel 18 lid 2 of artikel 19 lid 2, onder a Alcoholwet of slijtlokaliteiten als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet wel aanwezig zijn maar mag deze niet verstrekt worden op de aangegeven dagen en tijden. Daarnaast moet op deze momenten kenbaar worden gemaakt dat deze niet verstrekt mag worden bijvoorbeeld door het ophangen van een poster of flyer. Daarnaast moet de zwak-alcoholhoudende drank zijn afgeschermd of uit het voor publiek toegankelijke gedeelte verwijderd te zijn (m.u.v. slijtlokaliteiten). Om te voldoen aan het verbod op het zichtbaar uitstallen in de etalage of promoten van alcoholhoudende drank doormiddel van reclame in de etalage, in of rondom de onderneming in welke vorm dan ook, moet deze in zijn geheel uit de etalage, in of rondom de onderneming zijn verwijderd of zijn afgeschermd zodat deze niet zichtbaar is (m.u.v. slijtlokaliteiten). Dit geldt zowel voor de alcoholhoudende drank zelf als prijslijsten of merknamen van alcoholhoudende drank. In de etalage, in of rondom de onderneming mag niet zichtbaar zijn dat alcoholhoudende drank aanwezig is. Slijtlokaliteiten mogen op de aangegeven dagen en tijden alleen sterke drank verstrekken indien deze in een afgesloten tas wordt verstrekt waarbij het alcoholverbod dat geldt in de openbare ruimte kenbaar wordt gemaakt bijvoorbeeld door het ophangen van een poster of flyer.

  • C.

    De toelichting op artikel 2.17A komt te luiden:

     

    Op vergunde passagiersvaart wordt ook bedrijfsmatig alcohol verstrekt met de daarbij behorende risico’s voor de volksgezondheid, op openbare ordeverstoringen en aantasting van de leefbaarheid. Toch geldt daarvoor geen vergunningplicht, op grond van artikel 1, derde lid, onderdeel a, van de Alcoholwet. In artikel 25g van de Alcoholwet wordt de mogelijkheid geboden dat bij gemeenteverordening gebieden en/of tijdstippen aangewezen kunnen worden waar het verplicht is dat op vervoermiddelen die bestemd zijn voor het vervoer van personen iemand aanwezig is die in het bezit is van een diploma sociale hygiëne, indien er bedrijfsmatig of anders dan om niet alcohol wordt verstrekt. In artikel 2.17B is deze verplichting opgenomen voor vergunde passagiersvaart als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater, om de benoemde risico’s voor de volksgezondheid, openbare orde en leefbaarheid te beperken.

  • D.

    De toelichting op artikel 3.16A komt te luiden:

     

    Door prijsacties met alcohol worden mensen gestimuleerd in korte tijd veel alcohol te gebruiken. Prijsacties met alcohol dragen niet bij aan de gezonde, veilige en leefbare stad die Amsterdam wil zijn. In de Alcoholwet (artikel 25d) wordt de mogelijkheid geboden om in een gemeentelijke verordening te regelen dat opgetreden kan worden tegen dergelijke prijsacties. Dat is in artikel 3.16A geïmplementeerd. Op basis van dit artikel is het verboden om alcohol te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd. Prijsacties zoals ‘twee voor de prijs van één’ worden hiermee verboden.

Artikel III

Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel IV

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening van de APV openlijk softdrugsgebruik en alcoholoverlastgebied 2023.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 10 mei 2023.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Op 22 december 2022 heeft de gemeenteraad, in het kader van de Verordening op toerisme in balans, de Nota overlast en overtoerisme vastgesteld, tegelijk met de Visie bezoekerseconomie Amsterdam 2035. In de Nota overlast en overtoerisme worden een aantal maatregelen voorgesteld om het overtoerisme in de stad, en de daarmee samenhangende overlast en druk op het woon- en leefklimaat, in te perken. Het invoeren van een verbod op het openlijk gebruik van softdrugs, in de volksmond ‘blowverbod’ genoemd, is een van deze maatregelen. Dit verbod kan bijdragen aan een verminderde aantrekkelijkheid van Amsterdam voor overlastgevende toeristen. Op het moment dat dit wordt ingevoerd, wordt een internationale campagne gestart zodat bij de bezoekers bekend wordt dat blowen niet meer is toegestaan in (een deel van) de openbare ruimte in Amsterdam.

 

Conform de Visie wordt met deze maatregel ingezet op het verminderen van de aantrekkelijkheid van de stad voor toeristen die vooral komen met het oog op middelengebruik en wordt als gevolg daarvan meer ruimte gecreëerd voor een grotere verscheidenheid en spreiding van toeristen. Het blowverbod en de aanwijzing van het gebied als alcoholoverlastgebied dragen bij aan het indammen van de aantrekkende werking van het gebied. De aanwijzing van het alcoholoverlastgebied was reeds eerder door de burgemeester uitgevaardigd, maar gelet op de wijze waarop de bevoegdheid in de Alcoholwet is opgenomen is aanwijzing in de APV zelf noodzakelijk. De bestaande verkoopverboden- en beperkingen zijn overgeheveld naar dit artikel.

 

Hetzelfde geldt voor de verplichting voor een diploma SVH voor de binnenvaart en het verbod op prijsacties in de horeca. Met opname van deze artikelen in de APV wordt voldaan aan de wetgevingssystematiek van de Alcoholwet.

 

In onderstaande tabel is de oude en de nieuwe versie van artikelen 2.8A weergegeven.

 

Oud

Nieuw

  • 1.

    De burgemeester kan een gebied aanwijzen als alcoholoverlastgebied indien naar zijn oordeel sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid door het gebruik van alcohol in dat gebied.

  • 2.

    In een overlastgebied, zoals bedoeld in het eerste lid, kan de burgemeester:

    • a.

      een verbod instellen om zwak-alcoholhoudende drank in of vanuit locaties als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a van de Alcoholwet bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken, of daar beperkingen aanstellen;

    • b.

      een Alcoholwetvergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, weigeren indien naar zijn oordeel sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid door het gebruik van alcohol in dat gebied;

      het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in inrichtingen verbieden of aan beperkingen onderwerpen.

  • 3.

    De burgemeester trekt de aanwijzing in zodra de aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid naar zijn oordeel voldoende is hersteld.

  • 1.

    Het gebied in bijlage 2 bij deze verordening wordt aangewezen als alcoholoverlastgebied in verband met ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving en de volksgezondheid door het gebruik van alcohol in dat gebied. Deze aanwijzing geldt tot 1 april 2025.

  • 2.

    In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse niet toegestaan op:

    • a.

      donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur;

    • b.

      vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00.

  • 3.

    In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het verboden om op de dagen vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00 uur en op de dagen donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse:

    • a.

      aanwezig te hebben in voor publiek toegankelijke ruimtes zonder dat kenbaar wordt gemaakt dat de zwak-alcoholhoudende drank niet verstrekt mag worden;

    • b.

      aanwezig te hebben in voor publiek toegankelijke ruimtes zonder dat de zwak-alcoholhoudende drank wordt afgeschermd (m.u.v. slijtlokaliteiten);

  • 4.

    In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het verboden om op de dagen vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00 uur en op de dagen donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse:

    • a.

      zichtbaar uit te stallen in de etalage (m.u.v. slijtlokaliteiten);

    • b.

      te promoten door middel van reclame in de etalage, in of rondom de onderneming in welke vorm dan ook (m.u.v. slijtlokaliteiten);

  • 5.

    In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied is het verboden om op de dagen vrijdag en zaterdag van 16.00 tot 04.00 uur en op de dagen donderdag en zondag van 16.00 tot 03.00 uur sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken tenzij de sterke drank in een afgesloten tas wordt verstrekt waarbij het alcoholverbod dat geldt in de openbare ruimte van het gebied kenbaar wordt gemaakt.

  • 6.

    In het gebied dat op grond van lid 1 is aangewezen als alcoholoverlastgebied worden gelet op de belangen genoemd in het zevende lid onder a geen nieuwe Alcoholwetvergunningen, als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, verleend met uitzondering van locaties waar op of na de in bijlage 2 vermelde peildatum sprake was van een geldige Alcoholwetvergunning.

  • 7.

    In het gebied dat is aangewezen als alcoholoverlastgebied, zoals bedoeld in het eerste lid, kan de burgemeester:

    • a.

      een Alcoholwetvergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, weigeren indien naar zijn oordeel sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid door het gebruik van alcohol in dat gebied;

    • b.

      voorschriften aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank;

    • c.

      het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in inrichtingen verbieden.

Bijlage 1  

 

Bijlage 2  

 

Het betreft alle locaties op en binnen het rood gearceerde gebied (even en oneven zijde)

 

 

Peildatum 24 december 2021

Naar boven