8e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Sluis

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SLUIS

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 4 april 2023;

 

gelet op de artikelen 147, 149, en 151c van de Gemeentewet;

 

gezien het positieve advies van de Commissie Ruimte/AB d.d. 25 april 2023;

 

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de 8e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Sluis;

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Sluis wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2:10 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

1. Het is verboden zonder vergunning een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan en/of zonder inachtneming van de veiligheid.

2. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

b. terrassen als bedoeld in artikel 2:28, vijfde lid;

c. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18;

d. overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend

e. door het bevoegd bestuursorgaan aan te wijzen categorieën van voorwerpen waarvoor met een melding kan worden volstaan.

3. Het plaatsen van een voorwerp als bedoeld onder lid 2 sub e. kan geschieden indien het bevoegd bestuursorgaan niet binnen vier weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste plaatsing wordt verboden.

4. Van deze melding wordt kennis gegeven in een huis- aan huisblad.

5.Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels vaststellen.

6. Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in dit artikel bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder j. of k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

7. Het in het eerste lid verbod geldt niet voor zover het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of de provincialen wegenverordening.

8. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

 

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

1. Het is verboden zonder vergunning een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan en/of zonder inachtneming van de veiligheid.

2.Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

b. terrassen als bedoeld in artikel 2:28, vijfde lid;

c. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18;

d. het maken en hebben van geveltuinen voor zover deze zijn uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften als bedoeld in de ‘Beleidsregels geveltuinen Sluis’;

e. overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend

f. door het bevoegd bestuursorgaan aan te wijzen categorieën van voorwerpen waarvoor met een melding kan worden volstaan.

3. Het plaatsen van een voorwerp als bedoeld onder lid 2 sub e. kan geschieden indien het bevoegd bestuursorgaan niet binnen vier weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste plaatsing wordt verboden.

4. Van deze melding wordt kennis gegeven in een huis- aan huisblad.

5.Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels vaststellen.

6. Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in dit artikel bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder j. of k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

7. Het in het eerste lid verbod geldt niet voor zover het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of de provincialen wegenverordening.

8. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

 

 

B

Artikel 2:24 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:24 Begripsomschrijving

1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

a. bioscoopvoorstellingen;

b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5.23 van deze verordening;

c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

d. het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

2. Onder evenement wordt mede verstaan: een herdenkingsplechtigheid, een feest of wedstrijd op of aan de weg (dit bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 Wegenverkeerswet 1994 of als artikel 5.32 van toepassing is).

3. De burgemeester kan nadere regels stellen in verband met het organiseren van evenementen en nadere voorschriften verbinden aan de vergunning voor het evenement.

Artikel 2:24 Begripsomschrijving

1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

a. bioscoopvoorstellingen;

b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5.23 van deze verordening;

c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

d. het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

2. Onder evenement wordt mede verstaan: een herdenkingsplechtigheid, een feest of wedstrijd op of aan de weg (dit bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 Wegenverkeerswet 1994 of als artikel 5.32 van toepassing is).

3. De burgemeester kan nadere regels stellen in verband met het organiseren van evenementen en nadere voorschriften verbinden aan de vergunning voor het evenement.

 

C

Artikel 2:27 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:27 Begripsbepalingen

1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. openbare inrichting;

1. een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;

2. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;

b. terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

2. Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

2:27 Definitie

1. In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.

2. Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.

 

D

Artikel 2:34a wordt toegevoegd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

 

Artikel 2:34a Proeverijen in slijtlokaliteiten

1. Slijtersbedrijven zijn vrijgesteld van het in artikel 3, eerste lid, en het in artikel 14, eerste lid, van de Alcoholwet vervatte verbod, ten behoeve van het tegen betaling organiseren van een proeverij in hun slijtlokaliteit.

2. De vrijstelling geldt buiten de dagen en tijden dat de slijtlokaliteit bij of krachtens de Winkeltijdenwet regulier is opengesteld.

 

E

Artikel 2:60 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:60Houdenvan hinderlijke of schadelijke dieren

1. Het is verboden een of meer dieren te houden of aanwezig te hebben die naar het oordeel van het college voor de omgeving schadelijk of hinderlijk zijn, of schade aan de openbare gezondheid toebrengen, dan wel een of meer dieren te houden of aanwezig te hebben op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze.

2. Onverminderd het in het eerste lid bepaalde moet degene die de zorg heeft voor een dier voorkomen dat dit voor een omwonende of overigen voor de omgeving geluids- of anderszins hinder veroorzaakt.

3. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer van toepassing is.

 

Artikel 2:60Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren 

1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

a. aanwezig te hebben;

b. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college in het aanwijzingsbesluit gestelde regels;

c. aanwezig te hebben in een groter aantal dan in het aanwijzingsbesluit is aangegeven;

d. te voeren.

2. Het college kan de rechthebbende op een onroerende zaak gelegen binnen een krachtens het eerste lid aangewezen plaats ontheffing verlenen van een of meer verboden als bedoeld in het eerste lid.

 

F

Artikel 2:66 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:66 Bedelarij

Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op een openbare plaats te bedelen om geld of andere zaken.

Artikel 2:66 Bedelarij

Het is verboden op een openbare plaats te bedelen om geld of andere zaken in door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast aangewezen gebieden.

 

G

Artikel 4:13 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest en afvalstoffen enz.

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijke aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

a. onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;

b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;

c. caravans, kampeerwagens, boten, tenten en andere dergelijke, gewoonlijk voor recreatieve doeleinden gebezigde voorwerpen, indien het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel;

d. mestopslag, gierkelder of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen;

e. inzamelmiddelen als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2020.

2. Het is verboden op een door het college krachtens het eerste lid aangewezen plaats een door hem aangeduid voorwerp of stof:

a. op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben; dan wel

b. op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door hen gestelde regels.

3. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Wet op de Ruimtelijke Ordening of de provinciale wegenverordening van toepassing is.

 

Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

a. onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;

b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;

c. kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, voor zover het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel;

d. mestopslag, gierkelders of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen.

e. inzamelmiddelen als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2020.

2. Het college kan bij de aanwijzing nadere regels stellen.

3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet   of de provinciale omgevingsverordening.

 

H

Artikel 5:12 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets

Het is verboden op door het college aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

Artikel 5:12 Overlast van fietsen of bromfietsen 

Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

 

 

I

Artikel 5:12a komt te vervallen:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:12a Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan

1. Het is verboden een voertuig te parkeren of laten stilstaan op een door het college aangewezen, niet tot de rijbaan behorend weggedeelte.

2. Het verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam.

 

 

J

Artikel 5:38 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:38 Activiteiten en voorwerpen op het stand

1. In aanvulling op het in deze verordening ten aanzien van het publiek terrein gestelde, is het verboden:

a. op het strand tenten, tafels, banken, kisten, palen, vlaggen(masten), speeltoestellen, sporttoestellen of andere objecten of voorwerpen te plaatsen, te laten liggen of te laten staan;

b. op het strand fun- en beachsporten te beoefenen waarbij grote hinder wordt veroorzaakt voor de strandbezoekers;

c. op het strand met motorvoertuigen en (brom-)fietsen te rijden;

d. zich in een wagentje of dergelijke te laten voorttrekken door een vlieger, zeil of soortgelijk voorwerp;

e. op het strand een surfplank te hebben ten behoeve van golf- en/of windsurfen of daarmee zee te kiezen;

f. op het strand een kitesurfboard te hebben of daarmee zee te kiezen of een voor kitesurfing te gebruiken kite op te laten;

2. Het college kan van de in het eerste lid gestelde verboden ontheffing verlenen. Het college kan eveneens gebieden aanwijzen waar (enkele van) die verboden niet van toepassing zijn en hieraan nadere regels verbinden.

3. Het in het eerste lid onder a. gestelde verbod geldt niet voor het plaatsen van niet-commerciële vlaggen, zoals bijvoorbeeld de Blauwe Vlaggen en de vlagsignalisatie in het kader van een gebiedsafbakening (bv. aanduiding bewaakte zwemgebieden, kitesurfgebieden,..)

4. Het in het eerste lid onder c gestelde verbod geldt niet voor voertuigen ten dienste van politie, brandweer, geneeskundige hulpverlening en reddingsdiensten.

Artikel 5:38 Activiteiten en voorwerpen op het strand

1. In aanvulling op het in deze verordening ten aanzien van het publiek terrein gestelde, is het verboden:

a. op het strand tenten, tafels, banken, kisten, palen, vlaggen(masten), speeltoestellen, sporttoestellen of andere objecten of voorwerpen te plaatsen, te laten liggen of te laten staan;

b. op het strand fun- en beachsporten te beoefenen waarbij grote hinder wordt veroorzaakt voor de strandbezoekers;

c. op het strand met motorvoertuigen en (brom-)fietsen te rijden;

d. zich in een wagentje of dergelijke te laten voorttrekken door een vlieger, zeil of soortgelijk voorwerp;

e. op het strand een surfplank te hebben ten behoeve van golf- en/of windsurfen of daarmee zee te kiezen;

f. op het strand een kitesurfboard te hebben of daarmee zee te kiezen of een voor kitesurfing te gebruiken kite op te laten;

2. Het college kan van de in het eerste lid gestelde verboden ontheffing verlenen. Het college kan eveneens gebieden aanwijzen waar (enkele van) die verboden niet van toepassing zijn en hieraan nadere regels verbinden.

3. Het in het eerste lid onder a. gestelde verbod geldt niet voor het plaatsen van niet-commerciële vlaggen, zoals bijvoorbeeld de Blauwe Vlaggen en de vlagsignalisatie in het kader van een gebiedsafbakening (bv. aanduiding bewaakte zwemgebieden, kitesurfgebieden,..)

4. Het in het eerste lid onder c gestelde verbod geldt niet voor voertuigen ten dienste van gemeente, politie, brandweer, geneeskundige hulpverlening en reddingsdiensten.

 

K

Artikel 5:4 wordt toegevoegd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:4 Defecte voertuigen

(gereserveerd)

 

Artikel 5:4 Defecte voertuigen

Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 mei 2023.

Sluis,

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier, De voorzitter,

mr. P.T.G. Claeijs mr. M.M.D. Vermue

Naar boven