Wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 14 februari 2023,

 

gelet op:

- artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs,

- artikel 100 van de Wet op de expertisecentra,

- artikel 6.12. van de Wet voortgezet onderwijs,

- artikel 149 van de Gemeentewet,

- artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012,

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot vierde wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015:

 

Artikel I

De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1 Het begrip “school” komt te luiden:

s.

school:

-voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

 

-voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

 

-voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (havo en mavo), voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet voortgezet onderwijs;

 

 

2 Na het begrip “nevenvestiging” wordt een nieuw begrip toegevoegd, dat luidt als volgt:

Z.

profiel:

profiel van leerwegen als bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs.

 

B Artikel 1.2, onder a, wordt als volgt gewijzigd:

1 Subonderdeel 4 vervalt, onder vernummering van subonderdeel 5 tot en met 8 tot 4 tot en met 7.

 

2 Subonderdeel 4 komt te luiden:

  • 4.

    terrein voor zover benodigd voor de realisering van een onder a, sub 1 tot en met 3 omschreven voorziening;

 

C Artikel 1.4, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Deel A van bijlage IV is van toepassing op de voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen als bedoeld in artikel 1.2, onder a, sub 1, 2, 4, 5 en 6, en onder d en e, alsmede de bouwvoorbereiding als bedoeld in artikel 1.3.

 

De niet inde eerste volzin genoemde voorzieningen worden vergoed op basis van feitelijke kosten.

 

D Artikel 2.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1 Onderdeel a komt te luiden:

  • a.

    een prognose van het te verwachten aantal leerlingen van de school die voldoet aan de in bijlage II omschreven vereisten, tenzij het een voorziening betreft als bedoeld in artikel 1.2, onder a, sub 5 tot en met 7 en artikel 1.2, onder e. Indien de aard en de omvang van een voorziening als bedoeld in artikel 1.2, onder b en c daartoe aanleiding geeft, kan het college de prognose-eis laten vervallen. Inzending van een prognose blijft achterwege indien het bevoegd gezag zich bij het doen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 conformeert aan de gemeentelijke prognose;

 

2 Onderdeel b komt te luiden:

  • b.

    de aanduiding van de gewenste plaats waar de voorziening moet worden gerealiseerd, indien het een voorziening betreft als bedoeld in artikel 1.2, onder a, sub 1 tot en met 3, en artikel 1.2, onder e;

 

3 Onderdeel d komt te luiden:

  • d.

    een begroting van de kosten gemoeid met de uitvoering van de voorziening, indien het een voorziening betreft als bedoeld in artikel 1.2, onder a, sub 1, 3 en artikel 1.2, onder b tot en met d;

 

4 In onderdeel e wordt “als vermeld in artikel 1.2, onder a, sub1, en d.” vervangen door: als vermeld in artikel 1.2, onder a, sub 1, en artikel 1.2, onder d.

 

5 In onderdeel g, sub 2, onder B, wordt “dat met behulp van” vervangen door: dat het gebouw met behulp van.

 

E In artikel 3.2, tweede lid, wordt “voorstel” vervangen door: besluit.

 

F Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

1 In het eerste lid wordt “het te realiseren bruto vloeroppervlak en het aantal lokalen” vervangen door: het te realiseren bruto vloeroppervlak.

2 In het vierde lid wordt “artikel 1.2, onder a sub 6 en 7” vervangen door: artikel 1.2, onder a, sub 5 en 6.

 

G Artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

1 Het eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Betaalbaarstelling van het per afzonderlijke voorziening toegekende bedrag, of een gedeelte daarvan, vindt op verzoek van de aanvrager plaats. Hiervoor wordt uitsluitend gebruikgemaakt van het onderwijsloket. Het verzoek vermeldt de hoogte van het bedrag waarvan betaling wordt verzocht alsmede het kenmerk van de toekenning. Bij elk verzoek tot betaalbaarstelling worden door de aanvrager de facturen met de bijbehorende betalingsbewijzen, die de uitgaven verantwoorden, meegezonden alsmede voor die gevallen waarop artikel 5.2, vierde lid, van toepassing is, het op grond van bijlage IV, deel B vereiste aantal offertes, open begroting, inschrijvingsbiljetten of overeenkomsten inzake aannemings- en installatiewerkzaamheden en advieskosten, dan wel huurovereenkomsten.

    Ten aanzien van de voorzieningen als bedoel in artikel 1.2, onder a, sub 5 en 6, worden door de aanvrager alleen bescheiden ingezonden die enkel betrekking hebben op één van deze twee voorzieningen.

     

2 Het vierde lid komt te luiden:

  • 4.

    Op verzoek van de aanvrager kan het college besluiten (een) voorschot(ten) te verstrekken. Het college kan bepalen dat betaling van een volgend voorschot eerst plaatsvindt na verantwoording van een eerder verstrekt voorschot op grond van gegevens of bescheiden als vermeld in het eerste lid.

 

H Artikel 5.4, zesde lid, komt te luiden:

  • 6.

    Het college kan de termijn als bedoeld in het vierde lid ambtshalve verlengen, indien de voorziening na opdrachtverstrekking als bedoeld in het eerste lid niet binnen deze termijn kan worden afgerekend, als gevolg van bijzondere omstandigheden die naar het oordeel van het college niet voor rekening van de aanvrager kunnen worden gelaten.

 

 

I Artikel 6.2, eerste lid, onder c komt te luiden:

c. een prognose van het te verwachten aantal leerlingen van de school die voldoet aan de in bijlage II omschreven vereisten, tenzij het een voorziening betreft als bedoeld in artikel 1.2 onder a, sub 5 tot en met 7 en artikel 1.2, onder e. Indien de aard en omvang van een voorziening als bedoeld in artikel 1.2, onder b en c daartoe aanleiding geeft, kan het college de prognose-eis laten vervallen. Inzending van een prognose blijft achterwege indien het bevoegd gezag zich bij het doen van een aanvraag als bedoeld in artikel 6.1 conformeert aan de gemeentelijke prognose;

 

J Artikel 7.3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Na bekendmaking van de beslissing als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, waarbij een vergoeding is toegewezen, treedt het college zo spoedig mogelijk in overleg met de aanvrager over de wijze van uitvoering. Het bepaalde in de artikelen 5.1, 5.2 en 5.3 is van toepassing, met uitzondering van het in het derde lid van artikel 5.3 bepaalde en de in tweede lid van artikel 5.2 genoemde termijn van vier weken. In dat geval beslist het college binnen twee weken.

 

K Artikel 8.3, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    Betaalbaarstelling van het toegekende bedrag, of een gedeelte daarvan, vindt op verzoek van de aanvrager plaats. Hiervoor wordt uitsluitend gebruikgemaakt van het onderwijsloket. Het verzoek vermeldt de hoogte van het bedrag waarvan betaling wordt verzocht alsmede het kenmerk van de toekenning. Bij het verzoek tot betaalbaarstelling worden door de aanvrager de facturen met de bijbehorende betalingsbewijzen, die de uitgaven verantwoorden, meegezonden alsmede afschriften van de contracten met architect en adviseurs.

 

L Artikel 8.4, zevende lid, komt te luiden:

  • 7.

    Het college kan de termijn als bedoeld in het zesde lid ambtshalve verlengen, indien de bekostiging van bouwvoorbereiding na de daadwerkelijke start van de bouwvoorbereiding als bedoeld in het eerste lid niet binnen deze termijn kan worden afgerekend, als gevolg van bijzondere omstandigheden die naar het oordeel van het college niet voor rekening van de aanvrager kunnen worden gelaten.

 

M In artikel 9.2, tweede lid, onder a wordt “minder is 26 klokuren” vervangen door: minder is dan 26 klokuren.

 

N In artikel 10.1, onder a wordt “artikel 30” vervangen door: artikel 9.2.

 

O Artikel 13.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week, waarin volgens het activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt. Voor een school voor basisonderwijs wordt het aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt, vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage III, deel B, en bedraagt 1,5 klokuur per bovenbouwgroep (groepen 3 tot en met 8) per week.

     

    Voor een speciale school voor basisonderwijs en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt, vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage III, deel B, en bedraagt ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar, indien de school niet de beschikking heeft over voldoende speellokalen, en ten hoogste 2,25 klokuur per groep leerlingen van zes jaar en ouder.

 

  • 2.

    Indien een school voor basisonderwijs niet beschikt over voldoende speellokalen kan het college op verzoek van het bevoegd gezag van de school instemming verlenen, dat ten behoeve van het speelonderwijs aan één of meer onderbouwgroepen (groepen 1 en 2) van de school gebruik gemaakt wordt van de gymnastiekruimte van de basisschool. In dat geval komt ten hoogste 2,5 klokuur per week voor bekostiging in aanmerking.

 

  • 3.

    Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs of school voor (voortgezet) speciaal onderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt jaarlijks een bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage IV, deel A, op basis van de door het betreffende bevoegd gezag ingevolge artikel 1.5, vijfde lid, verstrekte gegevens. Het aantal voor bekostiging in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste c.q. tweede lid vastgesteld.

     

    Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door een of meer andere scholen voor basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs wordt voor de bepaling van de hoogte van de bekostiging het aantal klokuren getotaliseerd.

 

  • 4.

    Het college keert de ingevolge het derde lid vastgestelde jaarlijkse bekostiging in halfjaarlijkse termijnen uit aan het bevoegd gezag als bedoeld in het derde lid, waarbij de eerste termijn aanvangt aan het begin van het schooljaar.

 

P In artikel 13.2, zesde lid, wordt “artikel 9.14, vierde lid” vervangen door: artikel 9.4, vierde lid.

 

Q In bijlage III, deel B, onder 1.1, sub b, onder begrip F wordt “ten behoeve van neveninstroom” vervangen door: ten behoeve van nieuwkomers.

 

R In bijlage III, deel B, onder 3.1 wordt tabel 7.1a als volgt gewijzigd:

1 Het eerste tekstvak “onderbouw leerwegondersteunend onderwijs/neveninstromers” wordt vervangen door: onderbouw leerwegondersteunend onderwijs en nieuwkomers.

2 De tekstvakken “gymnasium” en “5,89” vervallen.

3 De tekstvakken “lyceum” en “5,88” vervallen.

4 Het tekstvak “atheneum” wordt vervangen door: vwo.

 

S In bijlage III, deel B, onder 3.2 wordt tabel 7.2 als volgt gewijzigd:

1 Het tekstvak “onderbouw leerwegondersteunend onderwijs/neveninstromers” wordt vervangen door: onderbouw leerwegondersteunend onderwijs en nieuwkomers.

2 De tekstvakken “gymnasium” en “0,83” vervallen.

3 De tekstvakken “lyceum” en “0,83” vervallen.

4 Het tekstvak “atheneum” wordt vervangen door: vwo.

 

T Bijlage IV, deel A, wordt als volgt gewijzigd:

1 In 1.1, in 1.2, in 1.4, in 2.1, in 2.2, in 2.4, in 3.1 en in 3.4 vervalt het onderdeel “Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG), inclusief de bijbehorende tabellen.

 

2 Subonderdeel 3.4 komt te luiden: 3.3.

 

3 In 1.1 en 2.1 komt het onderdeel “Toeslag voor verhuiskosten” te luiden:

Toeslag voor verhuiskosten

Indien goedkeuring wordt verleend voor vervangende bouw, of een voorziening als alternatief daarvoor, kan een tegemoetkoming in de verhuiskosten worden verstrekt. Onder verhuiskosten wordt verstaan de kosten die direct te maken hebben met het daadwerkelijk verplaatsen van onderwijsleerpakket en meubilair door een erkend verhuisbedrijf. Als een school tijdens de realisatie van de voorziening gebruik kan blijven maken van het bestaande schoolgebouw, bestaat aanspraak op bekostiging van verhuiskosten voor één verhuizing. Als een school tijdens de realisatie van de voorziening tijdelijk op een andere locatie moet worden gehuisvest, bestaat aanspraak op bekostiging van verhuiskosten voor twee verhuizingen.

 

De vergoeding wordt bepaald op basis van een bedrag van € 582,00 (inclusief BTW) per te verhuizen groep leerlingen.

 

4 In 3.2 komt het onderdeel “Eerste inrichting leer- en hulpmiddelen en meubilair” te

luiden:

  • 3.2

    Eerste inrichting leer- en hulpmiddelen en meubilair

 

De toekenning van een vergoeding voor eerste inrichting met inventaris (leer- en hulpmiddelen en meubilair) is gekoppeld aan de huisvestingsvoorziening nieuwbouw (niet zijnde vervangende bouw), uitbreiding en ingebruikneming (niet zijnde ingebruikneming ter vervanging van een bestaand gebouw) waarbij de eerste inrichting nog niet eerder van overheidswege is bekostigd.

 

De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het type onderwijs, op basis van de volgende bedragen:

 

 

onderwijssoort

per m² bvo

praktijkonderwijs

€ 386,00

vmbo theoretische leerweg (TLW)

€ 201,00

vmbo theoretisch leerwegondersteunend onderwijs (TLW-LWOO)

€ 201,00

vmbo- profiel Bouwen, Wonen en Interieur (BWI)

€ 494,00

vmbo- profiel Produceren, Installeren en Energie (PIE)

€ 494,00

vmbo- profiel Mobiliteit en Transport (M&T)

€ 494,00

vmbo- profiel Maritiem en Techniek (MaT)

€ 494,00

vmbo- profiel Media, Vormgeving en ICT (MVI)

€ 288,00

vmbo- profiel Economie en Ondernemen (E&O)

€ 288,00

vmbo- profiel Horeca, Bakkerij en Recreatie (HBR)

€ 956,00

vmbo- profiel Zorg-Welzijn (Z&W)

€ 471,00

vmbo- profiel Groen

€ 494,00

vmbo- profiel Dienstverlening en Producten (D&P)

€ 201,00

havo

€ 201,00

vwo

€ 201,00

 

Het bedrag voor leerlingen in de onderbouw wordt bepaald naar rato van het aantal leerlingen van de betreffende onderwijssoorten in de bovenbouw.

 

U In bijlage IV, deel B, komt het onderdeel “Europese drempelbedragen”, inclusief de tabel, te vervallen.

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 20 april 2023.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven