Gemeenteblad van Dantumadiel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dantumadiel | Gemeenteblad 2023, 209029 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dantumadiel | Gemeenteblad 2023, 209029 | beleidsregel |
Beleidsregels Vervoersvoorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Dantumadiel
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel;
gelet op het bepaalde in artikel 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
gelet op de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van de gemeente Dantumadiel;
vast te stellen de navolgende beleidsregels:
Beleidsregels Vervoersvoorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Dantumadiel.
Om te bepalen of een vervoersvoorziening voor de inwoner toegankelijk en passend is, worden naast artikel 2.3.2 Wmo 2015 en artikel 6 van de verordening, de volgende onderdelen getoetst en of gewogen:
Artikel 1. Aard van de beperking;
Artikel 3. Vorm van de vervoersvoorziening
Artikel 5. Omvang van het vervoer
Artikel 1. Aard van de beperking
Een inwoner ervaart als gevolg van zijn beperking belemmeringen in het zich zelfstandig buitenshuis verplaatsen in de directe woon – en leefomgeving.
Een inwoner heeft ten behoeve van zijn zelfredzaamheid en participatie een zelfstandige vervoersbehoefte voor korte en/of langere afstand en kan hiervoor vanwege zijn beperking geen gebruik maken van algemene (gebruikelijke) voorzieningen, zoals een fiets, brommer of scooter, auto en/of het openbaar vervoer. De gebruikskosten van een (eigen) auto, of vervoermiddel, zijn in beginsel algemeen gebruikelijk tenzij uit een financiële toets (normale bestedingspatroon) blijkt dat dit niet het geval is.
Artikel 3. Vorm van de vervoersvoorziening
Op basis van de vervoersbehoefte en de aard van de beperking van een inwoner wordt bepaald welke voorziening of welke combinatie van voorzieningen het meest passend is.
Een vervoersvoorziening kan bestaan uit:
Lid b. een collectief systeem van aanvullend vervoer;
Lid d. een andere speciaal voor de doelgroep bedoelde vervoersvoorziening;
Lid e. een auto-aanpassing en gebruik eigen auto, financiële tegemoetkoming;
Met de vrijwillige vervoersdienst Dantumadiel, kunnen inwoners zelf hun vervoer regelen. Het vrijwilligersvervoer is een Algemene voorziening. Inwoners met beperkingen, of oudere inwoners of Wmo – cliënten die snel en zelf hun vervoer willen regelen kunnen gebruik maken van deze voorziening. Een indicatie is niet nodig, waardoor deze voorziening laagdrempelig is. Inwoners hebben verschillende mogelijkheden om hun vervoer probleem op te lossen, zelf regelen, via het netwerk, OV of de vrijwillige vervoersdienst. Het regelen van het vervoer kan van de maandag tot en met de vrijdag via Stichting Welzijn Het Bolwerk.
Lid b. een collectief systeem van aanvullend vervoer
Collectief vervoer is een vervoersvoorziening die voorziet in een vervoersbehoefte in de woon- en leefomgeving. Indien deze voorziening passend en toereikend is, kan een inwoner een vervoerspas voor het collectief vervoer aanvragen, waarmee tegen een lager tarief (vergelijkbaar met het reguliere OV) kan worden gereisd.
Om te bepalen of collectief vervoer voor een inwoner, vanwege zijn beperkingen, een passende voorziening is, worden de volgende onderdelen gewogen (= onderzoek):
- Niet in staat is de wachttijd voor het instappen te overbruggen, niet in staat is zelf in / en of uit te stappen omdat de bewoner is aangewezen op een niet aangepaste bushalte / bus, niet zelf de regie kan voeren voor, tijdens of na de reis, en er niet altijd iemand is die begeleiding kan bieden; en
De maatwerkvoorziening voor vervoer moet afgestemd zijn met andere wetgeving/regelingen. Hierbij valt te denken aan:
Meereizen van kinderen bij collectief vervoer:
Uitgangssituatie is dat kinderen vanaf 12 jaar een zelfstandige vervoersbehoefte hebben. Kinderen jonger dan 5 jaar hebben geen zelfstandige vervoersbehoefte, omdat de ouders (verzorgers) hen kunnen meenemen zonder dat een voorziening hoeft te worden getroffen. Kinderen van 5 tot en met 11 jaar hebben in beginsel ook geen zelfstandige vervoersbehoefte, zij worden bij het zich verplaatsen bijna steeds begeleid door de ouders (verzorgers).
Een scootmobiel is een vervoersvoorziening die voorziet in een vervoersbehoefte in de directe omgeving van de eigen woning, voor activiteiten als boodschappen doen, bezoek aan personen uit het sociaal netwerk of het meedoen aan maatschappelijke activiteiten. Deze vervoersvoorziening kan indien nodig gecombineerd worden met collectief vervoer.
Om te bepalen of een scootmobiel voor een inwoner een passende voorziening is en welke scootmobiel passend is, uitgaande van het soort en het merk van de scootmobiel, worden de volgende aspecten gewogen:
Aanvullingen bij de hierboven genoemde aspecten:
- Goedkoopst adequate oplossing: tevens zal er rekening gehouden moeten worden met het feit dat de scootmobiel de goedkoopst adequate voorziening dient te zijn voor de desbetreffende situatie. Daarnaast zal er afhankelijk van de vervoersbehoefte en beperking van de inwoner beoordeeld worden wat de goedkoopst adequate scootmobiel is en daarmee ook welke maximumsnelheid volstaat. Indien de inwoner een duurdere scootmobiel wenst, betaalt deze het meerdere zelf.
- Service/onderhoud: De kosten van service, onderhoud en reparatie maken onderdeel uit van de verstrekking van de voorziening, tenzij de schade als gevolg van verwijtbaar gedrag of nalatigheid is ontstaan. De kosten voor de reparatie van de voorziening als gevolg van verwijtbaar gedrag of nalatigheid zijn voor rekening van de inwoner zelf. De kosten van het opladen van een scootmobiel worden beschouwd als algemeen gebruikelijke kosten en zijn voor rekening van de inwoner zelf. De leverancier is verantwoordelijk voor het onderhoud.
Lid d. een andere speciaal voor de doelgroep bedoelde vervoersvoorziening
Het betreft hier een bijzondere op een aan de beperking van een inwoner aangepaste vervoersvoorziening, zoals bijvoorbeeld een driewielfiets. Fietsen die algemeen verkrijgbaar zijn, worden als algemeen gebruikelijke voorziening beschouwd.
Daarmee kunnen in elk geval de volgende fietsen als algemeen gebruikelijke voorziening beschouwd: fiets met lage instap, ligfiets, tandem, loopfiets, spartamet, elektrische fiets, bakfiets, fietskar, aanhangfiets. Deze opsomming is niet limitatief. Maatwerk is van toepassing als de situatie van de cliënt dat vraagt.
Lid e. een auto-aanpassing en gebruik eigen auto, financiële tegemoetkoming
Indien een inwoner aangewezen is op een eigen auto als vervoersmiddel én er als gevolg van de beperking een autoaanpassing naar het oordeel van de gemeente noodzakelijk is, kan deze als voorziening verstrekt worden. Een autoaanpassing wordt niet preventief verstrekt.
Om te bepalen of een inwoner in aanmerking komt voor een auto-aanpassing, worden de volgende onderdelen gewogen:
- De te maken kosten van de autoaanpassing staan in redelijke verhouding tot het gebruik, de geldigheidsduur van het rijbewijs, de verwachte levensduur en technische staat van de auto. Om te kunnen beoordelen of de aanpassing nog verantwoord is, kan een technische keuring van de auto door een onafhankelijke instantie onderdeel uitmaken van de beoordeling.
Algemeen gebruikelijke autoaanpassingen
Een aantal autoaanpassingen zijn algemeen gebruikelijk, zoals stuurbekrachtiging, rembekrachtiging, automatische versnelling, een auto met hoge instap, een (verstelbare) autostoel met een goed zitcomfort en/of zithouding, bredere pedalen. Dit betreft geen limitatieve opsomming.
Van een inwoner wordt verwacht dat bij de aanschaf van een auto rekening heeft gehouden met de op dat moment aanwezige of voorzienbare beperkingen en daarbij voldoende aandacht heeft besteed aan de genoemde algemeen gebruikelijke mogelijkheden.
De gemeente heeft een compensatieplicht voor een afstand conform het collectief lokaal vervoer (25 km vanaf de woning). Indien een inwoner als gevolg van zijn beperking pas klachten krijgt na het rijden van langere afstanden, wordt hiervoor geen voorziening verstrekt.
Gebruik eigen auto, financiële tegemoetkoming:
Een vervoersvergoeding, een financiële tegemoetkoming, wordt alleen verstrekt indien de gebruikskosten van een eigen auto voor de inwoner als persoon niet algemeen gebruikelijk zijn. Zorgvuldig onderzoek is nodig om de noodzaak voor het gebruik eigen auto vast te stellen. De financiële tegemoetkoming is geen inkomen voor levensonderhoud.
De totale hoogte van de vergoeding wordt mede gebaseerd op de omvang van het vervoer. De omvang wordt op maat vastgesteld op basis van de aard van de beperking, de vervoersbehoefte en het gebruik van andere vervoersvoorzieningen, met een omvang van maximaal 1500 km per jaar. De financiële tegemoetkoming is daarmee maximaal 1500 x € 0,21 op jaarbasis.
Bij de financiële tegemoetkoming moet je binnen de grens blijven tussen kostendekkend zijn en in de buurt komen van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als uit het zorgvuldig onderzoek blijkt dat de financiële tegemoetkoming per kilometer onvoldoende is, dan kan een vergelijking worden gemaakt met de ANWB – rekentool.
Het vervoersgebied is in principe de woon- en leefomgeving vanuit het woonadres. Voor het collectief vervoer is dit maximaal 25 km vanaf het woonadres. Indien het collectief lokaal vervoer de vervoersbehoefte onvoldoende compenseert, wordt beoordeeld of naast of in plaats van deze voorziening een andere voorziening verstrekt moet worden.
Voor vervoer buiten het vervoersgebied kan een inwoner gebruik maken van Valys (landelijke vervoersaanbieder). Valys is het bovenregionaal vervoerssysteem voor personen met mobiliteitsproblemen.
De omvang voor het collectief vervoer wordt bepaald op basis van de aard van de beperking, de vervoersbehoefte en het gebruik van andere vervoersvoorzieningen, met in principe een maximum van 1500 kilometer per jaar. Wij starten met 750 km per jaar, mede gelet op de voorzieningen in onze regio. Als een inwoner meerdere vervoersvoorzieningen heeft, dan is dit van invloed op de omvang van de vervoersbundel voor het collectief vervoer.
Er kan afgeweken worden van het maximum van 750 kilometer bij de gevallen waar men tevens een scootmobiel of fiets kan gebruiken voor de afstanden in de nabije omgeving. Of als men in een WLZ-instelling woont, indien er voldoende aannemelijk gemaakt kan worden dat het gebruik van het collectief vervoer hoger ligt dan deze 750 kilometer en dit vervoer bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie van de inwoner.
Artikel 6. Aanvullende indicaties
Soorten aanvullende indicaties bij collectief vervoer:
Mede afhankelijk van de aard van de beperking kan een extra aanvullende indicatie verstrekt worden, zoals een specifieke taxi voor vervoer met een scootmobiel, een begeleider op (medische) indicatie, een plaats voorin of een blinde geleidehond of hulphond.
Specifieke taxi voor vervoer met rolstoel:
Als een inwoner rolstoelafhankelijk is dan kan er een aanvullende indicatie verstrekt worden voor specifieke rolstoeltaxi. Hierbij is het van belang dat een inwoner niet meer zelfstandig in staat is om transfers te maken.
Specifieke taxi voor vervoer met scootmobiel:
Als een inwoner voldoende aannemelijk kan maken dat hij/zij samen met haar scootmobiel vervoerd dient te worden dan dient hier een aanvullende indicatie verstrekt te worden. Hierbij is het van belang dat een inwoner zelfstandig transfers kan maken. Tevens is het van belang om in aanmerking te nemen dat een inwoner niet op de scootmobiel in de taxi vervoerd kan worden.
Begeleider op (medische) indicatie:
Een indicatie voor ‘een begeleider op (medische) indicatie’ kan worden afgegeven indien een begeleider noodzakelijk is om mogelijke gevaarlijke situaties voor een inwoner, de chauffeur of overige passagiers tijdens de rit te voorkomen. De begeleider op (medische) indicatie reist gratis mee op een ‘vervoerspas met begeleiding’. Zonder (medische) indicatie kan een begeleider ook gebruik maken van het vervoerssysteem, maar dan is een marktconforme bijdrage per rit verschuldigd.
Hulphond: De beperking van een bewoner wordt gecompenseerd door een hulphond. De hulphond dient bij de indicatie meegenomen te worden, zodat de bewoner samen met zijn hulphond gebruik kan maken van de vervoersvoorziening. De hulphond mag gratis mee.
Meereizende kinderen: Een Wmo-taxipashouder mag maximaal twee kinderen tot en met de leeftijd van 12 jaar gratis meenemen tijdens de taxirit.
De veiligheid staat voorop, het vervoeren is op basis van de code VVR.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel op 09 mei 2023
Het college van burgemeester en wethouders,
De locosecretaris,
G. van Oudenaarden
Burgemeester
N.L. Agricola
Deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en het aangaan en onderhouden van sociale contacten, brengt met zich mee dat iemand zich in de directe woon-leefomgeving moet kunnen verplaatsen. Dit kan met behulp van een vervoersvoorziening. Ondersteuning middels een vervoersvoorziening is erop gericht langdurige beperkingen bij dit verplaatsen te compenseren. Het gaat in beginsel om verplaatsingen die een inwoner in zijn of haar eigen woon- en leefomgeving maakt, zoals vervoer om vrienden en familie te bezoeken en vervoer naar clubs en sociaal-culturele instellingen. Er wordt zorgvuldig onderzoek gedaan in hoeverre een inwoner zelf in de vervoersbehoefte kan voorzien, hulp kan inschakelen van het eigen netwerk, bijvoorbeeld brengen naar de eerstvolgende bushalte of gebruik kan maken van een algemene voorziening.
De uitgangssituatie is artikel 2.3.2 Wmo en artikel 6 ‘voorwaarden voor een maatwerkvoorziening’ van de gemeentelijke verordening. Daarnaast vraagt Jurisprudentie de aandacht.
Als een inwoner problemen ervaart in het lokaal verplaatsen wordt een zorgvuldig onderzoek ingesteld zoals omschreven in de wet en de verordening. Een voorziening waarvan aannemelijk is dat de melder hierover ook zou hebben beschikt zonder beperking, is een algemeen gebruikelijke voorziening en komt niet voor ondersteuning in aanmerking. Hierbij wordt aandacht gevraagd voor maatwerk, als de situatie van de melder dat vraagt bijvoorbeeld eerst oefenen, met reizen met het Openbaar vervoer (OV).
Vervoersvoorzieningen worden in principe verleend voor verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag zodat inwoners mee kunnen doen in de samenleving. Leefbaarheid door bereikbaarheid. Wij willen dat iedereen die dat nodig heeft ook in de toekomst gebruik kan blijven maken van vervoer op maat. Winkels, huisartsen en scholen raken meer verspreid en inwoners worden ouder. De vraag naar vervoer neemt daardoor toe.
Algemene voorziening is in de Wmo 2015 vastgelegd als: het aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is, en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning (artikel 1.1.1 lid 1 Wmo 2015).
Een Algemene voorziening kan een oplossing zijn die soms van korte duur is, lichte en niet complexe zorg betreft of betrekking hebben op incidentele zorgbehoeften. De bedoeling is met een Algemene voorziening snel een oplossing te vinden en de zelfredzaamheid te vergroten. Vrijwilligersvervoer is ingericht als een Algemene voorziening en kan een goed alternatief zijn voor inwoners en Wmo-cliënten die, zeker op de korte afstand, geregeld reizen.
Collectief vervoer is een vorm van openbaar vervoer speciaal gericht op mensen met beperkingen. In de praktijk kan het collectief vervoer soms de goedkoopst compenserende voorziening zijn, waardoor onder de Wmo 2015 op die grond veelal voorrang gegeven kan worden aan gebruik van het collectief vervoer. Als de cliënt een hogere vervoersbehoefte heeft dan 750 km, dan is het aan de cliënt om aan de hand van concrete en verifieerbare gegevens aan te tonen dat dit zo is.
Het collectief vervoer wordt in beginsel afgegeven voor de duur van vijf jaar, een begin- en einddatum (analoog aan de Gehandicaptenparkeerkaart). De client moet bij het collectief vervoer een eigen bijdrage betalen aan de taxichauffeur.
De uitvoering van het collectief vervoer wordt gedaan door Mobiliteitscentrale Jobinder (MC). in verband hiermee zijn er spelregels vervoer vastgelegd voor de cliënten die een indicatie collectief vervoer (taxipas) hebben gekregen. Deze spelregels gaan over o.a. het reserveren van ritten, reistijd en combinatiemogelijkheden.
Het vervoeren is op basis van de code VVR ivm de veiligheid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-209029.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.