Verkeersbesluit instellen voetgangersoversteekplaats op de Odijkerweg in Zeist

Datum: 08-05-2023

Kenmerk: 165631

Burgemeester en wethouders,

INLEIDING

Bevoegdheid:

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist bevoegd dit verkeersbesluit te nemen. Deze bevoegdheid is middels Het Algemeen mandaatbesluit Zeist 2020 door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd aan de Teammanager beheer openbare ruimte.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Besluitverplichting

Op grond van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 dient er in de volgende gevallen een verkeersbesluit te worden genomen:

De plaatsing of verwijdering van verkeerstekens, en onderborden (opgenomen in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer), voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Maatregelen op of aan de weg tot een wijziging van de inrichting van de weg of het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Procedure

Conform artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de politie. Deze heeft een positief advies afgegeven.

Motivering

De Odijkerweg is gelegen in Zeist, op de gemeentegrens tussen gemeente Zeist en gemeente Utrechtse Heuvelrug. Nabij het treinstation Driebergen-Zeist ligt een fietsoversteek waar fietsers voorrang hebben. Naast de fietsoversteek is ook zebramarking aangebracht, echter heeft deze voetgangersoversteekplaats geen formele status. Met de realisatie van de fietsoversteek en de bijbehorende ‘zebramarkering’ was het uitgangspunt dat voetgangers zouden kunnen ‘meeliften’ met de voorrangsregeling voor fietsers.

In de huidige situatie kan de ‘zebramarkering’ zonder de bijpassende bebording van een voetgangersoversteekplaats echter voor onduidelijke situaties zorgen. Met het oog op de verkeersveiligheid en handhaafbaarheid is het gewenst om de voetgangersoversteekplaats formeel in te stellen. Dit kan worden gerealiseerd door de plaatsing van twee borden L02 van bijlage 1 van het RVV 1990, waarbij de locatie van de borden geen negatief effect moet hebben op de zichtlijnen van het gemotoriseerd verkeer op het oversteken van fietsers en voetgangers en daarmee de verkeersveiligheid van alle weggebruikers gewaarborgd blijft.

Met het verkeersbesluit worden de volgende doelstellingen beoogd:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

BESLUITEN

Op grond van voorgaande overwegingen is de gemeente tot het besluit gekomen om:

  • 1.

    een voetgangersoversteekplaats in de Odijkerweg ter hoogte van de fietsoversteekplaats in te stellen, door het plaatsen van twee borden L02 van bijlage 1 van het RVV 1990 aan beide zijden van de zebramarkering;

  • 2.

    de bebording te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening.

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking zodra de bebording geplaatst is.

Communicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en op www.zeist.nl/verkeersbesluiten. Daarnaast ligt het besluit inclusief tekening gedurende 6 weken ter inzage bij de publieksbalie in het gemeentehuis.

burgemeester en wethouders van Zeist,

namens dezen,

teammanager Beheer en Openbare Ruimte

Annemarie Wolters

Bezwaarmogelijkheid

Op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan diegene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is daartegen binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zeist. Het bezwaarschrift dient in ieder geval te bevatten:

de naam, het adres en de handtekening van de indiener;

de dagtekening;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

de gronden van het bezwaar.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt (in casu is gepubliceerd). Het bezwaarschrift dient voor het einde van deze termijn te zijn ontvangen, dan wel – bij verzending per post – voor het einde van de termijn per post te zijn bezorgd en binnen een week bij het bestuursorgaan aangekomen te zijn.

Voorlopige voorziening

Daarnaast kunt u na het indienen van het beroepschrift (als onverwijlde spoed dat gelet op de betrokken belangen vereist) schriftelijk een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Ook aan deze procedure zijn griffiekosten verbonden. Na indiening van het verzoek om voorlopige voorziening krijgt u van de rechtbank nader bericht over de verdere procedure.

 

U kunt ook digitaal het beroep- en verzoekschrift indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Griffierecht

Het griffierecht bedraagt:

€ 170,- voor een natuurlijk persoon;

€ 338,- voor een rechtspersoon.

Na indiening ontvangt u hierover nader bericht van de rechtbank.

Bijlage

Naar boven