Gemeenteblad van Culemborg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2023, 201347 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2023, 201347 | beleidsregel |
Beleidsregels artikel 2:74 van de APV Culemborg
De burgemeester van de gemeente Culemborg;
gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet Bestuursrecht;
gelet op artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening Culemborg (hierna: de APV);
het onverminderd het bepaalde in de Opiumwet en ingevolge artikel 2:74 van de APV verboden is op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw op te houden of zich daar heen en weer te bewegen en zich op openbare plaatsen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen;
vast te stellen de Beleidsregels artikel 2:74 van de APV Culemborg.
Artikel 1 Verzoek en toepassingsbereik
De bevoegdheid om een last onder dwangsom op te kunnen leggen geldt alleen als de overtreder binnen de gemeente Culemborg op of aan de weg, een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw zich ophoudt of zich daar heen en weer beweegt en zich op openbare plaatsen in of op een voertuig bevindt of daarmee heen en weer rijdt of rondrijdt. Dit met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Het is vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State om de zinsnede: ‘daartoe aanwezig is’ in artikel 13b lid 1 Opiumwet zo uit te leggen dat de burgemeester al bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, als in een pand een handelshoeveelheid drugs aanwezig is. Bij een overschrijding van de hoeveelheid die bestemd is voor eigen gebruik wordt aangenomen dat de drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking. De hiervoor beschreven definitie handelshoeveelheid wordt eveneens toegepast in deze beleidsregels. Het tegendeel moet door de overtreder(s) aannemelijk worden gemaakt. Bij de beoordeling of sprake is van een handelsvoorraad drugs ga ik uit van de ‘Aanwijzing Opiumwet’ van het Openbaar Ministerie.
Op basis van de bestuurlijke rapportage leg ik een last onder dwangsom aan de overtreder op. De hoogte van de dwangsom wordt daarbij gesteld op € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) bij de eerste geconstateerde overtreding. Voor harddrugs of een combinatie van soft- en harddrugs stel ik de hoogte van de dwangsom op € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro) bij de eerste geconstateerde overtreding. Gezien het grote financiële gewin dat gepaard gaat met drugshandel, acht ik dat het bedrag van € 5.000,- (softdrugs) en € 7.500,- (harddrugs of een combinatie van hard- en softdrugs) in redelijke verhouding staat tot de zwaarte van de geschonden norm en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. Voor een nadere uitwerking wordt verwezen naar de handhavingsmatrix in artikel 3 van deze beleidsregels.
De last onder dwangsom is een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding. Tevens houdt het de verplichting in tot betaling van een geldsom als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Het opleggen van een last onder dwangsom is een middel om de overtreder te bewegen de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Verbeuren van de dwangsom kan worden voorkomen door de overtreding op te heffen of herhaling te voorkomen. Het opleggen van een last onder dwangsom is het enige instrument ten aanzien van een persoon is. Een last onder bestuursdwang kan niet worden opgelegd ten aanzien van een persoon die artikel 2:74 van de APV overtreedt.
Bij het opleggen van de dwangsom is gekozen voor het betalen van het bedrag ineens, omdat het een overtreding betreft die éénmalig is en direct dient te worden beëindigd.
Het bedrag is een prikkel om de overtreding te beëindigen of om herhaling te voorkomen. In de situaties dat de dwangsom niet heeft geleid tot voorkomen van herhaling en de dwangsom volledig verbeurd is, is gekozen om het bedrag bij recidive te verhogen, zodat het een zodanige prikkel vormt om herhaling te voorkomen.
Voorafgaand aan mijn besluit tot het nemen van een eventuele maatregel, wordt de belanghebbende(n) uitgenodigd voor een zienswijzegesprek en/of het indienen van een schriftelijke zienswijze. Dit in het kader van een zorgvuldige belangenafweging in de zin van artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht. Tijdens het zienswijzegesprek wordt de belanghebbende(n) in de gelegenheid gesteld om een zienswijze te geven over het voornemen tot oplegging van een last onder dwangsom. De belanghebbende(n) kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Na het zienswijze gesprek worden alle feiten en omstandigheden afgewogen ten opzichte van de wet- en regelgeving en deze beleidsregel. Vervolgens neem ik een beslissing. Het besluit wordt bekend gemaakt aan de belanghebbende(n) en de toezichts- en handhavingspartners. Als de belanghebbende(n) zich niet kan verenigen met mijn besluit tot oplegging van een last onder dwangsom, dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt.
Artikel 5 Begunstigingstermijn
Ten aanzien van drugshandel op straat is het niet logisch om een overtreder de mogelijkheid te bieden om de overtreding binnen een termijn te beëindigen, omdat sprake is van het voorkomen van herhaling van een overtreding.
Artikel 6 Bekendmaking last aan overtreder
De beschikking, zijnde een last onder dwangsom, wordt aan de overtreder bekendgemaakt. Ik stel deze brief op en ik verzend deze aangetekend aan de overtreder.
Bij iedere opvolgende geconstateerde overtreding verbeurt de overtreder van rechtswege de dwangsom. De politie of toezichthouder/BOA informeert mij (Team Veiligheid) hierover.
Het is onredelijk om overtredingen die in het verleden zijn begaan oneindig lang te laten meewegen bij het bepalen van de vervolgstap uit de handhavingsmatrix. Daarom geldt een verjaringstermijn voor in het verleden gesanctioneerde overtredingen. Ik hanteer een verjaringstermijn van twee jaren. Als ik (namens mij) binnen twee jaar een nieuwe overtreding constateer, volg ik de volgende stap van de handhavingsmatrix.
Het uitgangspunt is dat ik overeenkomstig deze beleidsregel handel. Hierop geldt één uitzondering. Wanneer de toepassing van deze beleidsregel voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die vanwege bijzondere omstandigheden, onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen. In dat geval, ben ik, hoewel gesproken wordt van een bevoegdheid, verplicht om van mijn beleidsregels af te wijken.
Bijlage I Relevante wettelijke voorschriften en bepalingen
Opiumwet: https://wetten.overheid.nl/BWBR0001941/2023-01-01
Aanwijzing Opiumwet: https://wetten.overheid.nl/BWBR0036356/2015-03-01/0
Algemene Plaatselijke Verordening Culemborg: https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR687985/1
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw op te houden of zich daar heen en weer te bewegen en zich op openbare plaatsen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-201347.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.