Participatieverordening Gemeente Kerkrade 2023

De raad van de gemeente Kerkrade;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2022;

gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Algemene zaken en middelen;

gelet op het vastgestelde visiedocument ‘burgerparticipatie in de gemeente Kerkrade’;

overwegende dat het van belang is lokale democratische processen door participatie van inwoners te

verrijken, de samenwerking tussen gemeente en inwoners te versterken en helderheid te geven over

de invulling van de participatieprocedure;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Participatieverordening Gemeente Kerkrade 2023

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Onderwerp verordening

  • 1.

    Deze verordening regelt de betrokkenheid van inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties bij de ontwikkeling – mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie – van gemeentelijk beleid, plannen en projecten en de rol van de inwoners, lokale ondernemers of maatschappelijke organisaties, het college van Burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad in deze processen.

  • 2.

    Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente reageert of ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, lokale ondernemers of maatschappelijke organisaties.

Artikel 2. Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. Beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

    b. Participatie: Het betrekken van inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid, plannen en projecten. Participatie kan de vorm aannemen van: coproduceren, meebeslissen, adviseren, raadplegen of informeren.

    c. Bestuursorgaan: voor de definitie van dit begrip wordt aansluiting gezocht bij artikel 1.1 lid 1 Algemene wet bestuursrecht. Voor de gemeente Kerkrade zijn: het college, de burgemeester en de raad de bestuursorganen.

    d. Burgerinitiatief: een initiatief van inwoners, lokale ondernemers of maatschappelijke organisaties of een combinatie daarvan binnen de gemeente.

    e. Overheidsinitiatief: een initiatief vanuit de gemeenteraad, het college of de ambtelijke organisatie (beleid of project).

    f. Lokale ondernemers: Ondernemers met een vestiging in de gemeente Kerkrade.

    g. Coproduceren: Alle betrokken partijen werken samen. Plannen worden in onderlinge afstemming en in samenwerking met elkaar ontwikkeld en uitgewerkt.

    h. Meebeslissen: inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties krijgen binnen gestelde randvoorwaarden de bevoegdheid om zelf bepaalde beslissingen te nemen.

    i. Adviseren: inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties krijgen de gelegenheid om advies uit te brengen. Deze adviezen worden meegewogen in de besluitvorming.

    j. Raadplegen: Er wordt naar de mening gevraagd van inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties. Met de input wordt zoveel mogelijk rekening gehouden.

    k. Informeren: inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties worden op de hoogte gesteld van de plannen. Verduidelijkende vragen kunnen gesteld worden.

    l. Start van het besluitvormingstraject: het moment waarop de daadwerkelijke voorbereiding van het gemeentelijke beleid, het plan of het project start.

    m. Uitdaagrecht: het recht van inwoners, lokale ondernemers of maatschappelijke organisaties om een verzoek bij het bevoegde bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen, als zij denken dit beteren/of goedkoper uit te kunnen voeren.

    n. Lokaal maatschappelijk belang: Nuttig, gewenst of nodig voor het welzijn van de inwoners van Kerkrade.

Paragraaf 2. Participatie

 

Artikel 3. Doelstelling en reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening beoogt de inwoners, lokale ondernemers en maatschappelijke organisaties meer invloed te geven op de besluitvorming van het college, de burgemeester en de raad, de samenwerking tussen gemeente, inwoners en initiatiefnemers te versterken en helderheid te scheppen over het proces en de rolverdeling.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat participatie door het bestuursorgaan wordt toegepast, tenzij een uitzonderingsgrond uit deze verordening van toepassing is.

  • 3.

    Gedurende het participatieproces kan de vorm naargelang het maatwerk hierom vraagt, worden gewijzigd, mits goed gemotiveerd.

  • 4.

    Participatie op grond van deze verordening wordt niet toegepast:

    a. Als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    b. Als participatie al is geregeld in andere al dan niet gemeentelijke verordeningen, regelgeving of procedures;

    c. Ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    d. Naar aanleiding van een formele aanvraag waarvoor een wettelijke beslistermijn geldt;

    e. Als er sprake is van een kwestie met betrekking tot een individueel geval zonder lokaal maatschappelijk belang;

    f. Als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    g. Inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    h. Ten aanzien van een beleidsvoornemen dat uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op interne of organisatorische aangelegenheden van de gemeente;

    i. Als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;

    j. Als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

  • 5.

    Participatie, inspraak en uitdaagrecht op grond van deze verordening worden uitsluitend verleend aan inwoners, lokale ondernemers en maatschappelijke organisaties als er sprake is van een lokaal maatschappelijk belang.

Artikel 4. Procedure participatie

  • 1.

    Het bestuursorgaan bepaalt bij de start van een besluitvormingstraject of inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties worden uitgenodigd om te participeren.

    Participatie is het uitgangspunt, tenzij een uitzonderingsgrond uit artikel 3 van toepassing is.

  • 2.

    Het bestuursorgaan stelt bij de start van elk participatieproces vast welke vorm van participatie wordt toegepast en hoe de inbreng van inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties wordt meegewogen. Gedurende het participatieproces kan de vorm naargelang het maatwerk hierom vraagt, worden gewijzigd, mits goed gemotiveerd.

  • 3.

    Het besluit tot participatie wordt op de voor die participatieprocedure geschikte wijze bekend gemaakt.

  • 4.

    Participatie wordt niet toegepast als er sprake is van een uitzonderingsgrond uit artikel 3 van deze verordening.

  • 5.

    Als participatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan een besluit over de volgende punten:

    a. Het doel van de participatie;

    b. Het niveau van participatie (coproduceren, meebeslissen, adviseren, raadplegen of informeren);

    c. De kaders voor participatie;

    d. De wijze waarop het bestuursorgaan over deze kaders vooraf communiceert;

    e. De wijze waarop en het tijdvak waarin de deelnemers hun inbreng kunnen leveren;

    f. De wijze waarop de democratische waarden van de gemeente in het participatieproces worden gewaarborgd;

    g. Begroting van de kosten van het participatieproces.

Artikel 5. Eindverslag participatie

  • 1.

    Ter afronding van de participatietrajecten waarbij het gaat om adviseren of coproduceren maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in ieder geval:

    a. De gekozen vorm van participatie;

    b. Een weergave van de inbreng/zienswijzen;

    c. Een reactie op de ingediende zienswijzen.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag in ieder geval bekend aan de betrokken participanten.

Paragraaf 3. Uitdaagrecht

 

Artikel 6 Toepassen uitdaagrecht

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van de eigen gemeentelijke taken of hierop uitdaagrecht wordt toegepast.

  • 2.

    Het bestuursorgaan wijst inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties actief op het van toepassing zijn van het uitdaagrecht.

  • 3.

    Overname van de uitvoering van de volgende taken is niet mogelijk:

    a. Als het een lopend uitvoeringstraject of ondergeschikte herziening betreft;

    b. Als het uitdaagrecht bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    c. Als er sprake is van uitvoering van een hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    d. Als het een onderwerp betreft dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeente;

    e. Inzake de begroting, de tarieven van gemeentelijke dienstverlening en belastingen zoals bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    f. Als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt of in strijd is met de aanbestedingsregels van de gemeente Kerkrade;

    g. Als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat het benutten van het uitdaagrecht niet kan worden afgewacht;

    h. Als het belang van het uitdaagrecht niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;

    i. Als het een onderwerp betreft waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht openstaat of onderwerpen waarover de burgerlijke rechter is gevraagd een oordeel uit te spreken;

    j. Als het een onderwerp betreft dat uitsluitend overwegend het privébelang van de indiener dient.

Artikel 7. Procedure uitdaagrecht

  • 1.

    Een aanvraag met betrekking tot het uitdaagrecht wordt bij het bestuursorgaan ingediend en omvat in ieder geval de volgende onderdelen:

    a. Omschrijving van de gemeentelijke taak die de verzoeker wil overnemen;

    b. Uitleg waarom of hoe de verzoeker deze taak het goedkoopst doeltreffend kan uitvoeren;

    c. Duidelijkheid over de betrokkenheid, kennis en ervaring van verzoeker;

    d. De aanvrager draagt zorg voor bewonersparticipatie en geeft aan op welke wijze dit zal gebeuren;

    e. Aanvrager draagt zorg voor een zorgvuldige en representatieve, door de omgeving gedragen, bewonersparticipatie;

    f. Indicatie van het draagvlak onder belanghebbenden;

    g. Indicatie van de kosten die aan de uitvoering van de taak zijn verbonden;

    h. Omschrijving van de manier waarop de verzoeker met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft;

    i. Inzicht in hoe de kwaliteit en de uitvoering van de taak op de langere termijn kan worden gewaarborgd.

  • 2.

    Het bestuursorgaan beslist binnen 8 weken op het verzoek. Deze termijn kan eenmaal verlengd worden met nog eens 8 weken.

  • 3.

    Voldoet het ingediende verzoek niet aan lid 1, dan kan het bestuursorgaan het verzoek buiten behandeling stellen.

  • 4.

    Het bestuursorgaan maakt met de verzoeker afspraken over het proces, de ondersteuning, het resultaat, het budget en de looptijd.

  • 5.

    Het bestuursorgaan maakt het besluit ten aanzien van een binnengekomen verzoek binnen veertien dagen na besluitvorming openbaar.

  • 6.

    Een vaste contactpersoon van de gemeente begeleidt de verzoekers tijdens het gehele proces.

Artikel 8. Beoordeling aanvraag uitdaagrecht

  • 1.

    Elke aanvraag wordt getoetst aan de volgende voorwaarden:

    a. Inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties kunnen alleen uitvoering van taken van het college op grond van de wet overnemen als zij zich organiseren in een rechtspersoon en een plan overleggen;

    b. De aanvraag heeft een maatschappelijke meerwaarde;

    c. In de aanvraag staat beschreven welke resultaten beoogd worden en op welke wijze de continuïteit is gegarandeerd;

    d. De aanvrager maakt aannemelijk dat de prestatie kan worden geleverd;

    e. De aanvrager is gehouden de taak gedurende de afgesproken periode uit te voeren;

    f. De kosten voor de uitvoering zijn bij voorkeur lager, maar in ieder geval niet hoger dan de huidige kosten;

    g. Aanvrager maakt aannemelijk dat er voldoende draagvlak is onder belanghebbenden en dat de bewonersparticipatie zorgvuldig heeft plaatsgevonden en representatief is voor het beoogde doel.

  • 2.

    Het bestuursorgaan weigert de aanvraag indien onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de aanvraag voldoet aan de in lid 1 genoemde criteria, of indien één van de uitsluitingsgronden uit artikel 6 van toepassing is.

  • 3.

    De gemaakte afspraken (over onder andere het resultaat, het budget en de looptijd) worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de gemeente en aanvrager.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

 

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het bestuursorgaan kan in bijzondere situaties afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10. Evaluatie en monitoring

De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Het college maakt eenmaal per jaar een verslag over de doeltreffendheid en effecten van de verordening in de praktijk. Dit verslag wordt verstuurd naar de raad.

Artikel 11. Intrekking en inwerkingtreding

  • 1.

    De inspraakverordening gemeente Kerkrade 2004 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Participatieverordening gemeente Kerkrade 2023’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 april 2023

De voorzitter, De griffier

dr. T.P. Dassen-Housen mr. drs. D.G.M.G. Franssen

Toelichting

De Participatieverordening is een juridische vertaling van het visiedocument ‘visiedocument ‘burgerparticipatie in de gemeente Kerkrade’ welke op 16 november 2022 door de raad van de gemeente Kerkrade is vastgesteld.

Vanuit de gemeenschap bestaat er een steeds grotere behoefte om invloed uit te oefenen op de democratische besluitvorming binnen gemeenten. Het wordt daardoor steeds belangrijker om inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties te blijven betrekken bij ontwikkelingen. De raad van de gemeente Kerkrade vindt dit belangrijk en wil meer betrokkenheid creëren, de relatie met de gemeenschap verbeteren en kennis van de gemeenschap op een goede manier inzetten.

In het visiedocument ‘burgerparticipatie in de gemeente Kerkrade’ heeft de raad van de gemeente Kerkrade zijn ambitie verwoord zich verder te willen ontwikkelen als participatie-samenleving door bij de ontwikkeling en uitvoering van beleidsplannen en projecten van de gemeente Kerkrade (zowel fysiek als sociaal maatschappelijk, alsook domein overstijgend) aan te geven hoe de gemeenschap van de gemeente Kerkrade hierbij wordt betrokken. Daarnaast biedt deze verordening de mogelijkheid om gebruik te maken van het ‘Right to Challenge’.

Het toepassen van participatie bij alle beleidsplannen en projecten binnen de gemeente Kerkrade is een leerproces. Daarom wordt de uitvoering van deze verordening eenmaal per jaar geëvalueerd.

Naar boven