Beleidsregels ten behoeve van het innemen van een ligplaats met een woonschip, een recreatievaartuig, of een historisch schip in wateren in beheer bij de gemeente Zwartewaterland

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 28 februari 2012 bekendgemaakt in het huis-aan-huisblad 'De 3 Watersteden'.]

 

Hoofdstuk 1. Algemeen

1.1 Inleiding

De gemeente Zwartewaterland ligt in een waterrijk gebied.

 

Dat brengt met zich mee dat veel vaartuigen in de gemeentelijke wateren een ligplaats innemen. Het gaat hier bij om zowel de beroepsvaart als de recreatieve vaart.

Bovendien zijn in Hasselt en Zwartsluis ligplaatsen aangewezen voor woonboten.

 

De aantrekkelijkheid van Zwartewaterland voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig kan leiden tot ongewenste situaties voor direct omwonenden, met name daar waar het gaat om (geluids)overlast en het belemmeren van het uitzicht.

 

Daarnaast kan het innemen van een ligplaats ook een negatief effect hebben op het uiterlijk aanzicht van de gemeente, zeker als vaartuigen in een slechte staat verkeren.

 

Ligplaatsen kunnen tenslotte ook nadelig zijn voor natuur en landschap.

 

Om tot een weloverwogen ligplaatsenbeleid te kunnen komen is het gewenst dat een ligplaatsenbeleidsplan wordt vastgesteld.

1.2 Doelstelling

Het doel van het ligplaatsenbeleidsplan is het reguleren van het innemen van een ligplaats in wateren binnen de gemeente Zwartewaterland, waarop de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van toepassing is.

 

Het gaat hierbij om de volgende typen schepen: schepen in gebruik in de actieve beroepsvaart; recreatieschepen; woonschepen.

Hoofdstuk 2. Wettelijk kader

2.1 De APV

De APV kent de volgende bepalingen ten aanzien van het innemen van een ligplaats in openbaar water.

Artikel 5:25:

 

  • 1.

     

    • a.

      Het is verboden zonder vergunning van het college met een woonschip ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

    • b.

      Het is verboden zonder vergunning van het college met een vaartuig, geen woonschip zijnde, een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

    • c.

      Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2.

    Het college kan aan het innemen,hebben of beschikbaar stellenvaneen ligplaats met een woonschipen andere vaartuigen:

    • a.

      nadere regels stellenin het belang van de openbareorde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëneen het aanzien vande gemeente;

    • b.

      beperkingenstellen naar soort en aantal vaartuigen.

Artikel 5:26:

 

  • 1.

    Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbenden op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

  • 2.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een lisplaats op te volgen.

Artikel 5:27:

 

Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.

2.2 Het ligplaatsenbeleidsplan Rijkswaterstaat Oost Nederland

De APV is niet van toepassing op wateren die in beheer zijn bij Rijkswaterstaat. Voor de gemeente Zwartewaterland gaat het om de volgende wateren:

 

  • a.

    Hasselt

    De rechter en de linker oever van het Zwartewater boven de brug en de rechteroever beneden de brug zijn aangewezen als overnachtingsplaatsen voor de beroepsvaart, ligplaatsen ten behoeve van scheepsreparatiebedrijven en een overslagbedrijf en ligplaatsen voor de recreatievaart.

     

    De kade aan de oostzijde van het Zwartewater wordt beheerd door de gemeente.

  • b.

    Zwartsluis

    Bij Zwartsluis zijn locaties aangewezen tot ligplaats met verscheidene functies.

     

    Het gedeelte van het Zwartewater boven de monding van het Meppelerdiep is aangewezen als wacht- en overnachtingsplaats.

     

    In de monding van het Meppelerdiep, buiten de Meppelerdiepkeersluis, is eveneens een locatie aangewezen tot wacht- en overnachtingsplaats.

     

    In de voorhaven van de Grote Kolksluis zijn ook locaties aangewezen tot overnachtingsplaats. Een deel van deze locatie is toegewezen aan de beroepsvaart en mag gebruikt worden voor het ligplaats nemen gedurende een langere aaneengesloten periode.

     

    Aan het Zwartewater zijn ook locaties aangewezen tot ligplaats voor de recreatievaart als onderdeel van jachthavens.

     

    In het Meppelerdiep is een aantal locaties aangewezen voor het afineren van woonschepen, beroepsvaartuigen en recreatievaartuigen.

  • c.

    Genemuiden

    De Industriehaven van Genemuiden is in beheer bij de gemeente. Aan de linkeroever van deze haven is een locatie aangewezen tot overnachtingsplaats. Aan de rechterzijde van de haven is een loswal aangewezen tot ligplaats ten behoeve van het laden en lossen van schepen.

    In de monding van de haven is een locatie aangewezen tot ligplaats voor de beroepsvaart.

2.3 Het Havenreglement

Bij besluit van 28 april 2003 zijn nadere regels vastgesteld op door het college als zodanig aangewezen havens in eigendom of beheer van de gemeente Zwartewaterland.

 

Deze nadere regels zijn zoveel mogelijk mede van toepassing op de bij de havens of wateren behorende kade, oevers, haventoegangen, wegen, los- en laadplaatsen, grond en kunstwerken, onverschillig wie op deze kaden en werken rechthebbende is.

 

De Binnenhaven, de Buitenhaven en de Industriehaven te Genemuiden zijn aangewezen als havens waarop het Havenreglement van toepassing is.

 

Het verdient aanbeveling ook de gebieden die zijn aangewezen voor de beroepsvaart aan te wijzen als havens waarop het Havenreglement betrekking heeft. In het nu voorliggende ligplaatsenbeleidsplan zal verder niet worden ingegaan op het innemen van een ligplaats door de beroepsvaart.

Hoofdstuk 3. Inventarisatie ligplaatsen

Op de bij dit beleidsplan behorende kaarten is per kern aangegeven welke gebieden zijn aangewezen voor de beroepsvaart (groen), de beroepsvaart in combinatie met de recreatievaart (blauw), loswal annex wachtplaats (bruin), recreatievaart (geel), pleziervaart (oranje), woonboten (grijs) en historische schepen (zwart).

 

Deze gebieden kunnen als volgt worden omschreven.

 

Hasselt

beroepsvaart:

beroepsvaart in combinatie met recreatievaart:

loswal:

recreatievaart:

pleziervaart:

woonboten:

historische schepen.

 

 

Zwartsluis

beroepsvaart:

loswal:

recreatievaart:

woonboten.

 

 

Genemuiden

beroepsvaart:

recreatievaart.

 

Hoofdstuk 4. Innemen van een ligplaats met een vaartuig voor de beroepsvaart

Op het innemen van een ligplaats met een vaartuig bestemd voor de beroepsvaart zijn de bepalingen van het Havenreglement gemeente Zwartewaterland van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5. Innemen van een ligplaats met een Woonschip

5.1 Inleiding

Onder een woonschip wordt verstaan een schip dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning wordt gebruikt of tot woning bestemd is.

 

Door het college zijn gebieden in de gemeente vastgesteld waar met vergunning van het college met een woonboot ligplaats mag worden ingenomen. Deze gebieden zijn:

 

Hasselt: Haven de Beer en Van Dedemsvaart;

Zwartsluis: Meppelerdiep;

Genemuiden: geen gebied aangewezen.

 

De aangewezen gebieden zijn als zodanig aangegeven op de bij deze beleidsregels behorende tekeningen. Voor Hasselt is een maximum aantal vergunningen vastgesteld op 1O en voor Zwartsluis op 4.

5.2 Algemeen

  • 1.

    Een vergunning voor het innemen van een ligplaats met een woonboot is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden, dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze drie omstandigheden een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd bij het college. De vergunninghouder kan de ligplaats niet overdragen.

  • 2.

    Een vergunning wordt voor onbepaalde tijd verstrekt, tenzij in de vergunning anders is bepaald.

5.3 Het verlenen van vergunningen

Geen vergunning voor het innemen van een ligplaats wordt verleend indien:

 

  • a.

    de ligplaats waarvoor vergunning wordt gevraagd niet ligt in een gebied dat door het college als ligplaats voor woonschepen is aangewezen.

  • b.

    het innemen van de ligplaats met zich kan meebrengen dat het verkeer over het water wordt belemmerd;

  • c.

    het maximum aantal te verlenen vergunningen is bereikt;

  • d.

    niet wordt voldaan aan de redelijke eisen van welstand, zoals genoemd in 4.6

  • e.

    niet wordt voldaan aan de eisen van veiligheid, milieuhygiëne en gezondheid, zoals genoemd in 4.7

  • f.

    niet wordt voldaan aan de eisen ten aanzien maatvoering, zoals genoemd in 4.8.

5.4 Het verbinden van voorschriften aan vergunningen

Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot:

de veiligheid, milieuhygiëne en volksgezondheid;

het aanzien van de gemeente;

het gebruik van de walkant;

de bij het woonschip toegestane voorzieningen.

5.5 Het intrekken van vergunningen

Het college kan een verleende vergunning intrekken indien:

 

  • a.

    de vergunning ten gevolge van onjuiste door de aanvrager verstrekte informatie is verleend;

  • b.

    de werkelijke situatie niet meer overeenkomt met de gegevens zoals vermeld in de vergunning;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • d.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft in een zodanige staat is komen te verkeren, dat niet meer wordt voldaan aan het bepaalde in 5.5, onder bof d;

5.6 Eisen van welstand

Een woonschip wordt geacht te voldoen aan redelijke eisen van welstand indien het schip aan de buitenzijde in goede staat van onderhoud verkeert, zulks ter beoordeling van het college.

5.7 Eisen veiligheid, milieuhygiëne en gezondheid

Een woonschip wordt geacht te voldoen aan de eisen ten aanzien veiligheid, milieuhygiëne en gezondheid indien:

 

  • a.

    het woonschip is aangesloten op het distributienet van de openbare waterleiding dan wel is voorzien van één of meer drinkwatertanks waarvan de gezamenlijke inhoud minimaal 250 liter bedraagt;

  • b.

    het woonschip is aangesloten op de riolering voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater.

5.8 Eisen ten aanzien van de maatvoering

  • 1.

    Een woonschip wordt geacht te voldoen aan de eisen van de maatvoering indien:

    • a.

      de lengte van het woonschip maximaal 30 meter bedraagt;

    • b.

      de breedte van het woonschip maximaal 6 meter bedraagt;

    • c.

      de gemiddelde goothoogte niet meer bedraagt dan 4 meter boven de waterspiegel, met dien verstande dat het deel van de opbouw dat een goothoogte heeft van meer dan 4 meter niet langer mag zijn dan eenderde van de lengte van het woonschip en niet hoger mag zijn dan 5 meter boven de waterspiegel;

    • d.

      de gemiddelde nokhoogte bij schuine daken niet meer bedraagt dan 4,5 meter boven de waterspiegel en de maximale nokhoogte niet meer bedraagt dan 5.5 meter boven de waterspiegel;

    • e.

      aan- dan wel opbouwen binnen de omtrek van het woonschip passen

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen, zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend.

5.9 Nadere voorschriften

Op het innemen van een ligplaats met een woonboot zijn de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3.1, 3.2, 4.2, 4.3 en 4.4 van het Havenreglement gemeente Zwartewaterland van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6. Innemen van een ligplaats met een recreatievaartuig

6.1 Inleiding

Onder een recreatievaartuig wordt verstaan een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor niet bedrijfsmatige, dat wil zeggen sportieve of recreatieve doeleinden, hieronder vallen ook roeiboten, kano's etc.

 

De aangewezen gebieden zijn als zodanig aangegeven op de bij deze beleidsregels behorende tekeningen.

6.2 Algemeen

  • 1.

    Een vergunning voor het innemen van een ligplaats met een recreatievaartuig is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden, dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze drie omstandigheden een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd bij het college. De vergunninghouder kan de ligplaats niet overdragen.

  • 2.

    Een vergunning voor het innemen van een ligplaats kan voor bepaalde en voor onbepaalde tijd worden verstrekt.

6.3 Het verlenen van vergunningen

Geen vergunning voor het innemen van een ligplaats met een recreatievaartuig is noodzakelijk indien het openbaar water waarin de ligplaats wordt ingenomen direct grenst aan het perceel van de eigenaar van het recreatievaartuig.

 

Op de bij deze beleidsregels behorende kaarten is het gebied waarvoor geen vergunning is vereist aangegeven in paars.

 

Voor alle overige voor het innemen van een ligplaats met een recreatievaartuig aangegeven gebieden is een vergunning van het college vereist.

 

Voor wat betreft het innemen van een ligplaats in de wijk Barsbeek te Zwartsluis wordt alleen een vergunning verleend indien de aanvrager woonachtig is in die wijk.

 

Dat betreft de straten Stroombeek, Rietbeek, Zilverbeek, Slingerbeek, Schipbeek en Otterbeek. Geen vergunning voor het innemen van een ligplaats wordt verleend indien:

  • a.

    de ligplaats waarvoor vergunning wordt gevraagd niet ligt in een gebied dat door het college als ligplaats voor recreatievaartuigen is aangewezen.

  • b.

    het innemen van de ligplaats met zich kan meebrengen dat het verkeer over het water wordt belemmerd;

  • c.

    het vaartuig niet voldoet aan eisen van openbare orde en veiligheid, milieuhygiëne en gezondheid.

6.4 Het verbinden van voorschriften aan vergunningen

Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot:

openbare orde en veiligheid;

milieuhygiëne en volksgezondheid;

het aanzien van de gemeente;

het gebruik van de walkant.

6.5 Het intrekken van vergunningen

Het college kan een verleende vergunning intrekken indien:

 

  • a.

    de vergunning ten gevolge van onjuiste door de aanvrager verstrekte informatie is verleend;

  • b.

    de werkelijke situatie niet meer overeenkomt met de gegevens zoals vermeld in de vergunning;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • d.

    het recreatievaartuig waarop de vergunning betrekking heeft in een zodanige staat is komen te verkeren, dat niet meer wordt voldaan aan het bepaalde in 6.3 onder e.

6.6 Eisen van welstand

Een recreatievaartuig wordt geacht te voldoen aan redelijke eisen van welstand indien het vaartuig aan de buitenzijde in goede staat van onderhoud verkeert, zulks ter beoordeling van het college.

6.7 Nadere voorschriften

Op het innemen van een ligplaats met een recreatievaartuig zijn de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3.1, 3.2, 4.2, 4.3 en 4.4 van het Havenreglement gemeente Zwartewaterland van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 7. Innemen van een ligplaats met een passagiersschip of een historisch schip

7.1 Inleiding

Onder een passagiersschip wordt verstaan een vaartuig dat wordt gebezigd als showruimte of wordt gebruikt voor het vervoer en/of verblijf van gezelschappen (show, rondvaart, theater schepen).

 

Onder een historisch schip wordt verstaan een (bedrijfs)vaartuig, grotendeels in originele staat verkerend, dat aan de romp en opbouw herkenbaar is als schip en dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor of bestemd is tot woon- en nachtverblijf, ouder dan vijftig jaar is, een relatie heeft met de binnenvaart in Zwartewaterland en geregistreerd staat in het Nationaal Register Varende Monumenten en staat ingeschreven in het Register van de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen (FONV).

 

De voor passagiersschepen en historische schepen aangewezen gebieden zijn als zodanig aangegeven op de bij deze beleidsregels behorende tekeningen.

7.2 Algemeen

  • 1.

    Een vergunning voor het innemen van een ligplaats met een passagiersschip of een historisch schip is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden, dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze drie omstandigheden een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd bij het college. De vergunninghouder kan de ligplaats niet overdragen.

  • 2.

    Een vergunning voor het innemen van een ligplaats kan voor bepaalde en voor onbepaalde tijd worden verstrekt.

7.3 Het verlenen van vergunningen

Geen vergunning voor het innemen van een ligplaats wordt verleend indien:

  • a.

    de ligplaats waarvoor vergunning wordt gevraagd niet ligt in een gebied dat door het college als ligplaats voor recreatievaartuigen is aangewezen.

  • b.

    het innemen van de ligplaats met zich kan meebrengen dat het verkeer over het water wordt belemmerd;

  • c.

    het vaartuig niet voldoet aan eisen van openbare orde en veiligheid, milieuhygiëne en gezondheid.

7.4 Het verbinden voorschriften aan vergunningen

Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot:

openbare orde en veiligheid;

milieuhygiëne en volksgezondheid;

het aanzien van de gemeente;

het gebruik van de walkant.

7.5 Het intrekken van vergunningen

Het college kan een verleende vergunning intrekken indien:

 

  • a.

    de vergunning ten gevolge van onjuiste door de aanvrager verstrekte informatie is verleend;

  • b.

    de werkelijke situatie niet meer overeenkomt met de gegevens zoals vermeld in de vergunning;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • d.

    het recreatievaartuig waarop de vergunning betrekking heeft in een zodanige staat is komen te verkeren, dat niet meer wordt voldaan aan het bepaalde in 6.3 onder e.

7.6 Nadere voorschriften

Op het innemen van een ligplaats met een passagiersschip of een historisch schip zijn de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3.1, 3.2, 4.2, 4.3 en 4.4 van het Havenreglement gemeente Zwartewaterland van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 8. Overgangs- slotbepalingen

8.1 Overgangsbepaling

De ligplaatsvergunningen, die zijn afgegeven op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zwartewaterland, het Havenreglement gemeente Zwartewaterland, zoals dezen luidden voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels, worden geacht verstrekt te zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze

8.2 Hardheidsclausule

Het college kan in gevallen, waarin als gevolg van onverkorte toepassing van het ligplaatsenbeleid, sprake is van onbillijkheden van zwaarwegende aard, gemotiveerd en ten gunste van de belanghebbende afwijken van toepassing van de bepalingen van deze beleidsregels.

8.3 Slotbepaling

De Verordening Haven-, kade- en liggelden gemeente Zwartewaterland is ten aanzien van het innemen van een ligplaats van overeenkomstige toepassing.

8.4 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag volgende op die van de openbare kennisgeving.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Zwartewaterland op 7 februari 2012 Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland,

de secretaris,

mr. D. Leentjes

de burgemeester,

ing. E.J. Bi/der

Naar boven