Gemeenteblad van Soest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Soest | Gemeenteblad 2023, 194238 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Soest | Gemeenteblad 2023, 194238 | delegatie- of mandaatbesluit |
Algemeen besluit mandaat, volmacht en machtiging Soest 2023
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Soest, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
gelet op de bepalingen uit de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,
dat het vanwege de wijziging van de organisatiestructuur en de Regeling ambtelijke organisatie gemeente Soest nodig is om het Besluit mandaat, volmacht en machtiging te actualiseren zodat deze daarop aansluit en taken en bevoegdheden goed en rechtmatig zijn belegd binnen de ambtelijke organisatie;
Het mandaat geldt niet in geval van:
afwijking van het beleid, de richtlijnen of de voorschriften, met uitzondering van omgevingsrechtaangelegenheden waarbij binnenplans of in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen dan wel, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de gevallen waarvoor geen adviesrecht van de raad geldt, wordt afgeweken.
Artikel 8 Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijk gesteld de verlening van volmacht en machtiging.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 april 2023,
het college van burgemeester en wethouders van Soest,
de secretaris,
L.C. Vermond
de burgemeester,
R.T. Metz
de burgemeester,
R.T. Metz
Bijlage 1 Aangelegenheden die blijven voorbehouden aan het college, respectievelijk de burgemeester
A. Openbare orde en bestuurlijk-juridische aangelegenheden
Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen
Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander overheidsorgaan, waarbij de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de burgemeester een machtiging kan verlenen aan een wethouder.
Bijlage 4 Aangelegenheden die blijven voorbehouden aan de teamleiders
Toelichting Algemeen besluit mandaat, volmacht en machtiging Soest 2023
Het college en de burgemeester hebben van de wetgever elk hun bevoegdheden gekregen om besluiten te nemen of te ondertekenen. In de dagelijkse praktijk is het ondoenlijk om al deze besluiten door deze bestuursorganen zelf te laten nemen. Om die reden wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om functionarissen (of derden) de besluiten namens de bevoegde bestuursorganen (i.c. het college of de burgemeester) te laten nemen of ondertekenen (mandaat). Daarbij geldt de belangrijke regel dat de mandaatverlener (het college of de burgemeester) altijd bevoegd blijft om de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen, instructies te geven of het mandaat in te trekken.
De bepalingen over mandaat in de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op andere handelingen van bestuursorganen, namelijk het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van feitelijke handelingen. In geval van privaatrechtelijke rechtshandelingen heet de vertegenwoordigingsbevoegdheid geen mandaat maar volmacht. Bij feitelijke handelingen spreken we van machtiging.
Dit besluit sluit aan bij de huidige organisatiestructuur, zoals die is vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie gemeente Soest.
De methodiek van dit besluit gaat uit van het zogeheten ‘omgekeerde’ mandaat. Dat houdt in dat alle bevoegdheden worden gemandateerd, tenzij deze expliciet worden voorbehouden. Een mandaatbesluit volgens deze methodiek verouderd niet snel omdat deze in veel mindere mate is gekoppeld aan wetten en aandachtsgebieden/teams. De kwetsbaarheid en het onderhoud zijn daarom beduidend minder. Verder is het een compact en overzichtelijk besluit. De bevoegdheden die niet in mandaat (of (vol)macht) bij een medewerker zijn neergelegd, maar wel bij het college, de burgemeester, de gemeentesecretaris, de managers of de teamleiders, worden expliciet benoemd in de vier bijlagen behorend bij het besluit. Het besluit zelf bevat een aantal algemene regels.
Het mandaatbesluit volgens deze methodiek sluit ook goed aan op de Regeling ambtelijke organisatie gemeente Soest. Zoals thans reeds het geval liggen de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie en zijn de bevoegdheden in principe zoveel mogelijk toevertrouwd aan de medewerkers. Hierdoor zijn zij in staat slagvaardig en efficiënt de hen toevertrouwde taken uit te voeren. Dit is slechts anders als die bevoegdheden expliciet zijn voorbehouden aan het college, de burgemeester, de gemeentesecretaris, de managers of de teamleiders.
Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden dienen alle van toepassing zijnde wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen, nadere regels, beleidsregels, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen etc. in acht te worden genomen.
Om een bevoegdheid te mandateren is geen wettelijke grondslag vereist. Mandatering is toegestaan tenzij een wettelijk voorschrift, of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet (artikel 10:3, eerste lid, Awb). Daarom moet bij het verlenen van een mandaat telkens worden nagegaan of de wettelijke regeling waarop de bevoegdheid is gebaseerd iets zegt over eventueel mandaat. Ook zal nagegaan moeten worden of er andere redenen zijn dat mandaatverlening is uitgesloten. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, beperkingen van grondrechten, het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, het beslissen op een bezwaarschrift en dergelijke.
Ondertekenings- en beslissingsmandaat
In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissingsmandaten betreffen, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.
Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van de Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg. Een voorbeeld van een beslissing die gericht is op rechtsgevolg is een omgevingsvergunning of een subsidiebesluit. Een voorbeeld van een beslissing die niet gericht is op rechtsgevolg is de vooraankondiging van een handhavingsbesluit.
De bevoegdheid om in mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens het bestuursorgaan.
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 2 Mandaat gemeentesecretaris
In dit lid worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten gemandateerd aan de gemeentesecretaris, behoudens de in bijlage 1 van het besluit genoemde bevoegdheden en met inachtneming van artikel 6. De gemeentesecretaris is het hoofd van de ambtelijke organisatie. Daarom worden alle bevoegdheden van het college en de burgemeester via de gemeentesecretaris als het ware in trechtervorm aan de managers, teamleiders en medewerkers toegekend. Dit voor zover deze bevoegdheden niet zijn voorbehouden volgens de bijlagen twee tot en met 4 bij het besluit. Het uitgangspunt is dat de bevoegdheden zodanig in de organisatie zijn neergelegd dat het slechts in uitzonderingssituaties (zie de bijlagen) nodig moet zijn om terug te vallen op een hiërarchisch hoger bevoegdhedenniveau.
In lijn met de Regeling ambtelijke organisatie gemeente Soest bepaalt dit lid dat de gemeentesecretaris het taakveld van de aandachtsgebieden vaststelt. Als uitgangspunt heeft te gelden dat een ieder de bevoegdheden krijgt toegekend die nodig zijn voor een goede uitoefening van zijn taakveld. Het is echter in strijd met de rechtszekerheid om aan de gemandateerde over te laten of een zaak tot zijn werkterrein hoort. Om die reden dient de gemeentesecretaris het werkterrein van de aandachtsgebieden te omschrijven. De managers dienen vervolgens hetzelfde te doen met betrekking tot de onder hen ressorterende teams.
Artikel 3 Mandaat aan managers en teamleiders
Dit lid brengt de hiërarchische positie van de gemeentesecretaris tot uitdrukking. Alle bevoegdheden worden namelijk niet naast de gemeentesecretaris, maar via hem/haar aan de managers en vervolgens de teamleiders en medewerkers gemandateerd, behoudens de in bijlage 2 van het besluit genoemde bevoegdheden.
Zoals hiervoor in de toelichting op artikel 2, tweede lid, beschreven, dienen de managers het taakveld van de onder hen ressorterende teams vast te stellen.
Dit lid brengt tot uiting dat de bevoegdheden via de managers aan de teamleiders worden toegekend, behoudens de in bijlage 3 van het besluit genoemde bevoegdheden en met inachtneming van artikel 6.
Dit lid verduidelijkt dat de managers en teamleiders met betrekking tot personele aangelegenheden slechts bevoegd zijn ten aanzien van de medewerkers die onder hun aandachtsgebied/team vallen.
Artikel 4 Mandaat aan medewerkers
Zoals hiervoor reeds beschreven geschiedt de mandatering in een soort trechtervorm. Via de gemeentesecretaris, de managers en teamleiders komen de bevoegdheden terecht bij de medewerkers.
Met dit lid wordt tot uiting gebracht dat medewerkers van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik kunnen maken ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot hun taakveld. Dat betekent dat medewerkers gebruik mogen maken van bevoegdheden voor zover deze horen bij de uitoefening van de functie.
Artikel 5 Mandaat aan de griffier
Via dit artikel wordt aan de griffier de bevoegdheid toegekend om overeenkomsten aan te gaan ten behoeve van de gemeenteraad of de griffie. Uiteraard heeft ook hier te gelden dat de griffier slechts financiële verplichtingen kan aangaan als daar budget voor is.
Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden dienen alle van toepassing zijnde wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen, nadere regels, beleidsregels, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen etc. in acht te worden genomen. Om een bevoegdheid te mandateren is geen wettelijke grondslag vereist. Mandatering is toegestaan tenzij een wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet (artikel 10:3, eerste lid, Awb). Daarom moet bij het verlenen van een mandaat telkens worden nagegaan of de wettelijke regeling waarop de bevoegdheid is gebaseerd iets zegt over eventueel mandaat. Ook zal nagegaan moeten worden of er andere redenen zijn dat mandaatverlening is uitgesloten. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, beperking van grondrechten, het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, het beslissen op een bezwaarschrift en dergelijke.
Het beslissen naar aanleiding van een beroepsschrift is uitdrukkelijk uitgezonderd van het mandaat. Dat geldt ook voor het beslissen op een bezwaar dat ontvankelijk en (deels) gegrond is.
In dit lid worden nadere voorwaarden verbonden aan het mandaat. Als hieraan niet wordt voldaan, dan geldt het mandaat niet.
In deze bepaling wordt de bevoegdheid van de gemandateerde voor zover het betreft het aangaan van financiële verplichtingen beperkt tot hetgeen is bepaald in de Budgethoudersregeling.
Artikel 7 Terugkoppeling en instructies
Uitgangspunt bij mandaat behoort te zijn dat het zaken betreft waaraan praktisch geen beleidsconsequenties zijn verbonden. Hierbij kan worden gedacht aan gebonden beschikkingen, routinebesluiten en besluiten op basis van bekend gemaakt beleid. In bepaalde gevallen zal het bevoegde bestuursorgaan dan wel de portefeuillehouder een terugkoppeling wensen alvorens er gebruik wordt gemaakt van de gemandateerde bevoegdheid.
In het mandaatbesluit is een aantal begrenzingen opgesteld ten aanzien van het gebruik van gemandateerde bevoegdheden.
Uit vaste rechtspraak van de Afdeling (o.a. 3 juli 2013, ECLI:NL:RVS:2013:145) volgt dat het in strijd met de rechtszekerheid is indien in een mandaatregeling aan de gemandateerde wordt overgelaten te beoordelen of een zaak bestuurlijk gevoelig is. Dit omdat “politiek gevoelige zaken” voor velerlei uitleg vatbaar en onduidelijk zijn. Ook is een aantal andere begrippen in dit artikel opgenomen die onbepaald zijn te nomen. Daarom zijn deze in dit artikel opgenomen waarin bepaald wordt wanneer er teruggekoppeld moet worden en niet in een artikel waarin bepaald wordt dat het mandaat niet gebruikt mag worden.
Het bestuursorgaan/de portefeuillehouder kan vervolgens beslissen dat een aangelegenheid door het bestuursorgaan zelf dient te worden afgedaan. Dat impliceert dat gevoelige kwesties tijdig aan de portefeuillehouder moeten worden voorgelegd.
In grote lijnen betekent dit dus dat voor de in dit artikel genoemde gevallen de verplichting bestaat de beslissing voor te leggen aan het college of de burgemeester. De criteria zijn niet allemaal even hard. Van de betrokken functionaris mag worden verwacht dat hij of zij dergelijke begrippen op juiste waarde weet te schatten en daar op zorgvuldige wijze mee om kan gaan. Artikel 7, eerste lid, onder d is opgesteld naar analogie van artikel 160 jo. artikel 169, vierde en vijfde lid, van de Gemeentewet. Op grond van de Gemeentewet wordt ook inschattingsvermogen van het college verwacht over het geven van inlichtingen aan de raad. Ook hier zijn een aantal begrippen opgenomen die onbepaald zijn te noemen.
In dit artikellid is opgenomen, dat het college en de burgemeester instructies kunnen geven over de wijze waarop de verleende mandaten worden uitgeoefend. Gedacht kan worden aan algemene instructies of specifieke instructies over bijvoorbeeld kwaliteit of een eventueel “vier ogen” principe.
Artikel 8 Volmacht en machtiging
Dit artikel vormt een weerslag van artikel 10:12 Awb. Door dit artikel wordt duidelijk dat de mandaatregeling niet slechts betrekking heeft op het publiekrechtelijk handelen van de gemeente maar op al het handelen, dus ook privaatrechtelijk en feitelijk handelen.
Een voorbeeld van volmacht is de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten en een voorbeeld van een machtiging is de bevoegdheid om een betaling te verrichten of het zetten van een handtekening onder een overeenkomst.
Volmacht is de privaatrechtelijke evenknie van mandaat. Volmacht is geregeld in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (titel 3, artikel 60 e.v.) en wordt via de schakelbepaling in de Awb (artikel 10:12) gelijkgesteld met mandaat. Volmacht is niet als zodanig in het mandaatbesluit te onderscheiden. Toch is het van belang even bij deze rechtsfiguur stil te staan.
Volmacht speelt een rol bij het optreden van de gemeente als rechtspersoon naar burgerlijk recht.
Ter illustratie een voorbeeld. Als de gemeente (als rechtspersoon) een overeenkomst sluit, dan is het college op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder d, van de Gemeentewet bevoegd om tot het aangaan van de overeenkomst te besluiten. De ondertekening van de overeenkomst geschiedt op grond van artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet echter door de burgemeester. Het college kan aan een functionaris mandaat verlenen om besluiten te nemen tot het aangaan van een overeenkomst. In dat geval zal de burgemeester nog steeds de overeenkomst moeten ondertekenen, tenzij deze aan een functionaris machtiging verleend om namens de burgemeester de overeenkomst te tekenen.
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-194238.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.