Inrichtingsniveau
|
|
|
|
|
|
Categorie
|
Onderwerp
|
Ontwerp- en gebruikseisen (en evt prestatie-eisen)
|
Hardheid
|
Bronverwijzing
|
Bijlage
|
Alle kernen - Alle gebieden
|
Klimaatadaptatie - Algemene ontwerpeisen
|
Raadpleeg voor het voorontwerp en definitief ontwerp de Klimaatadaptatie Toolbox en stem binnen het projectteam af wat relevant en haalbaar is. Aan de totstandkoming van deze toolbox hebben o.a. Hoogheemraadschap van Delfland en Gemeente Den Haag meegwerkt. De toolbox beschrijft voor Water, Droogte en Hitte de principes waarmee klimaatstress wordt voorkomen. In de toolbox zijn diverse voorbeelden opgenomen van de principes. Zie bijlage.
|
R
|
|
259
|
|
|
Raadpleeg voor het voorontwerp en definitief ontwerp de maatregelen op de website Bouwadaptief, ter inspiratie.
|
R
|
520
|
|
|
|
Raadpleeg voor het inrichten van het (afval)watersysteem de concept leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR) voor het (afval)watersysteem en stem binnen het projectteam af wat relevant en haalbaar is. Deze leidraad heeft geen formele status maar bevat goede ideeën voor het duurzaam inrichten van het (afval)watersysteem.
|
R
|
|
260
|
|
Waterhuishouding - Ontwerpeisen voorkomen wateroverlast nieuwbouw
|
Een groot deel van de neerslag (basiseis is 50 mm, range 40-70 mm) van een korte hevige bui (1/100 jaar, 70 mm in 1 uur) op privaat terrein wordt in principe op dit terrein opgevangen en vertraagd afgevoerd. De berging is niet eerder dan in 24 uur leeg en is in maximaal 48 uur weer beschikbaar, of wordt gestuurd. Indien de basiseis niet haalbaar is op perceelniveau, dient deze toegepast te worden op gebiedsniveau (bijv een combinatie van meerdere percelen) bij kan dragen om de balans wel te halen. In het Beheerkader Afvalwater Hemelwater en Grondwater van de gemeente Westland is dit principe verder uitgewerkt. Het behalen van deze eis, of het niet kunnen behalen ervan, dient aangetoond te worden d.m.v. een geo-hydrologisch advies.
|
B
|
|
251, 253
|
|
|
In het plangebied treedt geen schade op aan bebouwing en voorzieningen bij extreem hevige neerslag (1/250 jaar, 90 mm/u).
|
B
|
|
253
|
|
|
De inrichting van het plangebied is afgestemd op de verwachte grondwaterstanden en de zoetwaterbeschikbaarheid tijdens droogte.
|
B
|
|
253
|
|
|
In het plangebied wordt als basiseis 50% (450 mm, range 20-100%) van de jaarlijkse neerslag geïnfiltreerd. Deze eis uit het PvE van het Convenant Klimaatadaptatie is in de gemeente Westland niet overal haalbaar vanwege de grondsoort en vereiste drooglegging (VRAAG: welke eis stelt de gemeente aan de drooglegging? In het PvS is hiervoor geen eis opgenomen). Conform het PvE van het Convenant Klimaatadaptatie mag deze eis bij zeer slecht doorlatende bodems (zware klei) of beperkte ruimte verlaagd worden. Het behalen van deze eis, of het niet kunnen behalen ervan, dient aangetoond te worden d.m.v. een geo-hydrologisch advies.
|
R
|
|
253
|
|
|
Zorg voor een ‘noodsysteem’ zodat waterafvoer gegarandeerd is als de beoogde infiltratie niet goed (genoeg) werkt.
|
R
|
|
|
|
Riolering - Ontwerpeisen klimaatbestendig HWA-systeem nieuwbouw
|
Al het verharde oppervlak wordt afgekoppeld. Hemelwaterafvoer wordt bovengronds georganiseerd via infiltratiegebieden naar watergangen, rechtstreeks en/of via een hemelwaterafvoerstelsel. Dit afvoerstelsel is opgezet volgens normering en richtlijnen voor verval, capaciteit en filtering die in het hoofdstuk Riolering zijn opgenomen.
|
R
|
|
|
|
|
Indien afwatering via verharding via groene bermen niet mogelijk is, onderzoek dan of het terrein en de ondergrond geschikt zijn voor het toepassen van een hol profiel in combinatie met een infiltratiesysteem voor situaties waarbij het grondwaterpeil hoog is (permeo blokken of een functioneel geliijkwaardig product), waarbij de wegfundering bijdraagt aan berging van hemelwater. Pas dit profiel toe indien haalbaar.
|
R
|
|
|
|
Groenblauwe structuur - Ontwerpeisen
|
Versterk de groenblauwe structuur en biodiversiteit op de planlocatie en in de directe stedelijke omgeving door het horizontale en verticale oppervlak in samenhang met de groenblauwe structuren in de stedelijke omgeving in te richten. Voor de indeling van de omvang van de projecten aansluiten bij de indeling van het puntensysteem van Natuur- en groeninclusief Bouwen Den Haag.
|
B
|
520, 521, 522
|
253, 261
|
|
|
Er dient, op basis van de indeling van het puntensysteem, een habitat gecreeerd te worden voor gebouwbewonende soorten:
- *
Voor kleinschalige projecten een habitat voor een gebouwbewonende soort.
- *
Voor middelgrote projecten ook dient een habitat voor een tweede soortencategorie gecreeerd te worden.
- *
Voor grootschalige projecten dient een habitat voor tenminste 3 soortencategorieën gecreeerd te worden.
|
B
|
|
253, 261
|
|
|
Koppel groen en blauw aan elkaar, m.a.w. zorg ervoor dat water naar het groen stroomt zodat het het groen kan voeden. Raadpleeg hiertoe ook de Kaderrichtlijn Water en de netwerkkaart van natte ecologische zones van het Hoogheemraadschap Delfland.
|
R
|
521, 522
|
|
|
|
Pas verschillende boomsoorten in een boomstructuur toe. Zie voor meer eisen en richtlijnen m.b.t. bomen het hoofdstuk Groentechniek.
|
R
|
|
|
|
|
Pas in ieder geval bomen toe langs schaduwroutes, bij koele plekken en bij zuid/zuid-west gerichte gevels.
|
R
|
|
|
|
|
Plaats bomen zodanig dat ze, in samenhang met bebouwing, luwtes creëren zodat warmte afgevoerd kan worden.
|
R
|
|
|
|
|
Voor het ontwerp van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers (flauwe taluds, plasbermen en oeverbeplanting), zie het hoofdstuk Waterhuishouding - onderwerp Natuurlijke en natuurvriendelijke oevers en de bijlage Algemene regels natuurvriendelijke oevers Hoogheemraadschap Delfland 2010. Het moet aangetoond worden dat de toegepaste constructie voldoende draagcapaciteit heeft.
|
R
|
|
256
|
|
Infrastructuur - Ontwerpeisen
|
Nieuwbouw:
Eisen m.b.t. overstromingen:
- *
Voor overstromingen met een waterdiepte tot 20 cm treedt geen schade op aan gebouwen en blijven hoofdwegen begaanbaar.
- *
Voor overstromingen met een waterdiepte tot 50 cm worden maatregelen getroffen om schade aan gebouwen te beperken, als deze doelmatig zijn.
- *
Voor overstromingen met een waterdiepte tot 200 cm worden maatregelen getroffen om vitale infrastructuur en kwetsbare objecten te beschermen.
- *
Voor overstromingen met een waterdiepte boven 200 cm worden maatregelen getroffen om veilig te kunnen schuilen in het overstroomde gebied.
|
B
|
|
253
|
|
|
Nieuwbouw: Het percentage neerslag dat via infiltratie wordt vastgehouden dient 50% te bedragen. Om dit percentage te bereiken dient minimaal 50% van de nieuwe openbare ruimte onverhard te worden aangelegd.
|
R
|
|
|
|
|
Nieuwbouw: Kabels en leidingen dienen in een daarvoor aangewezen tracé aangelegd te worden, waarbij dat tracé afgestemd dient te zijn op de in het gebied te nemen klimaatadaptieve maatregelen (bijvoorbeeld laagtebergingszones, holle wegprofielen, wortelgestel bomen in volwassen toestand) .
|
R
|
|
|
|
Spelen - Ontwerpeisen
|
Nieuwbouw + Renovatie: Creëer in speelplekken diverse microklimaten (zon en (half)schaduw) en minimaal 50% schaduw.
|
R
|
|
|
|
|
Minimaal 5% van de speelvoorzieningen wordt als ‘natuurlijk spelen’ ingericht, om zo een bijdrage te leveren aan het vergroten van biodiversiteit.
|
R
|
|
|
|
Koele plekken - Ontwerpeisen nieuwbouw
|
Creëer tenminste 50% (basisiseis, range bedraagt 20-60%) schaduw in het plangebied op de hoogste zonnestand voor verblijfsplekken en gebieden waar langzaam verkeer zich verplaatst.
|
B
|
|
253
|
|
|
Binnen een loopafstand van 300 m (5 min.) van elke woning is een koele plek bereikbaar.
|
B
|
|
|
|
|
Een koele plek is minimaal 200 m2, openbaar toegankelijk, ingericht met gras en zitgelegenheid en zodanig beschaduwd door bomen (of hogere gebouwen) dat de gevoelstemperatuur minimaal 10-15 graden lager is dan in de zon in de buitenruimte.
|
B
|
|
|
|
|
Vrijliggende fietspaden en belangrijke looproutes blijven toegankelijk doordat minimaal 50% van het pad tijdens periodes met de hoogste zonnestraling, van 21/6 tot 21/9 tussen 12:00 en 16:00u, beschaduwd wordt door bomen of gebouwen.
|
B
|
|
|
|
|
In loopgebieden op buurtniveau is het streven minimaal 30%, gelijkmatig verspreide schaduw.
|
B
|
|
|
|
|
Tenminste 40% (basiseis, range bedraagt 30-80%) van alle oppervlakken wordt warmtewerend of verkoelend ingericht/gebouwd om opwarming van het stedelijk gebied te verminderen.
|
B
|
|
253
|
|
|
Koeling van gebouwen leidt niet tot opwarming van de (verblijfs-)ruimte in de directe omgeving.
|
B
|
|
253
|
|
|
In situaties waar gewenste zontoetreding op privaat terrein (zonnepanelen) conflicteert met het belang van bomen (o.a. slagschaduw) prevaleert boombeplanting.
|
R
|
|
|
|
Bodem - Ontwerpeisen nieuwbouw
|
Maatregelen die schade door bodemdaling tegengaan en kosteneffectief zijn over de levensduur van 60 jaar worden in het ontwerp opgenomen.
|
B
|
|
253
|
|
Grondwerk - Ontwerpeisen nieuwbouw
|
Bovengronds gebruik, bouwwerken en inrichting mogen de infiltratiecapaciteit niet beperken.
|
R
|
|
|
|
|
Mogelijkheden voor infiltratie, bufferen of bergen dienen d.m.v. grondonderzoek aangetoond te worden.
|
R
|
|
|
|
|
Ter plaatse van laagtebergingszones is het maaiveld minimaal 30 cm lager dan maatgevend peil (zie bestemmingsplan) van aansluitend afgewerkt maaiveld.
|
R
|
|
|