Beleids- en afwegingskader grootschalige duurzame energieopwekking zon 2023-2030

Beleidskader Zon

Het ‘Beleids- en afwegingskader grootschalige duurzame energieopwekking Zon 2023-2030’ (verder: Beleidskader Zon) is een uitwerking van de Omgevingsvisie Maasgouw (vastgesteld 22 februari 2022). Het Beleidskader Zon bevat beleid waarmee de gemeente voor initiatieven op het gebied van een grootschalige opwek van duurzame energie in de vorm van zonne-energie een afweging kan maken of initiatieven wenselijk zijn of niet.

Met dit Beleidskader Zon kunnen initiatieven voor grootschalige duurzame energieopwekking door zonne-energie op een objectieve en eenduidige manier worden beoordeeld door de gemeente Maasgouw.

Bij initiatieven die wenselijk zijn, kan de beoordeling uit het Beleidskader Zon vervolgens in de ruimtelijke afwegingen van de gemeente worden gebruikt bij de behandeling van de benodigde ruimtelijke procedures voor de realisering van de initiatieven.

Hiermee wil de gemeente Maasgouw een goede en passende bijdrage leveren aan de opgave voor de energietransitie.

 

Inspraakprocedure

Het Ontwerp Beleidskader Zon heeft van 4 november 2022 tot en met 1 december 2022 ter inzage gelegen, op grond van artikel 4.2 van de Inspraakverordening Maasgouw. Tijdens deze periode zijn er 5 zienswijzen ingediend. Conform artikel 5.1 t/m 5.3 van de Inspraakverordening Maasgouw is er een eindverslag gemaakt met beantwoording van de zienswijzen. Dit is vervat als ‘Nota ter beantwoording zienswijzen inzake het Ontwerp Beleidskader Zon’ (bijlage 4 bij het Beleidskader Zon) om bij de besluitvorming te worden betrokken.

 

Vaststelling Beleidskader Zon

Bij besluit van 18 april 2023 heeft de gemeenteraad van Maasgouw het Beleidskader Zon vastgesteld. Het Beleidskader Zon is ten opzichte van het Ontwerp Beleidskader Zon deels gewijzigd door een amendement en door de voorgestelde wijzigingen uit de Nota van Zienswijzen.

Vanaf het moment van terinzagelegging is het voor de gemeente mogelijk om initiatieven op het gebied van grootschalige opwek van zonne-energie aan de hand hiervan te beoordelen.

 

Waar is het Beleidskader Zon raadpleegbaar?

Het Beleidskader Zon wordt met ingang van vrijdag 5 mei 2023 op de volgende wijze ter inzage gelegd, beschikbaar gesteld en raadpleegbaar gemaakt:

 

  • 1.

    digitaal op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. De stukken zijn op deze website terug te vinden via het planidentificatienummer (IDN): NL.IMRO.1641.SVI009-VG01

  • 2.

    digitaal op de gemeentelijke website www.gemeentemaasgouw.nl

  • 3.

    op papier in de informatieruimte van het gemeentehuis in Maasbracht.

Beroep

Tegen het vaststellingsbesluit staan geen rechtsmogelijkheden open. Tegen het vastgestelde Beleidskader Zon staat dus geen beroep open.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Maurice Borgignons van het team Fysiek Domein, tel. (0475) 85 25 00.

 

1. INLEIDING

 

Beleidskader voor grootschalige duurzame energieopwekking Zon, waarom?

 

Omgevingsvisie Maasgouw en Global Goals

In de Omgevingsvisie Maasgouw, die op 22 februari 2022 door de raad van de gemeente Maasgouw is vastgesteld, staat dat de gemeente Maasgouw een bijdrage wil leveren aan duurzame energieopwekking én dat het omvangrijke groenblauw netwerk binnen de gemeente als een belangrijke basis wordt gezien voor een duurzame samenleving.

 

Mede met deze Omgevingsvisie wordt er ingespeeld op de mondiale, landelijke, regionale en gemeentelijke noodzaak om de energietransitie vorm te geven.

Initiatieven voor grootschalige energieopwekking vragen onherroepelijk om ruimte en hebben een wezenlijke invloed op de omgeving. In Maasgouw willen we de ruimte geven aan deze initiatieven, maar wel alleen binnen gebieden die daarvoor geschikt zijn.

 

Sinds 2020 is Maasgouw een Global Goals-gemeente. Global Goals zijn 17 doelen voor een betere en duurzame wereld zoals door de VN in 2016 vastgesteld. Deze doelen staan voor integrale duurzame ontwikkeling. Dat wil zeggen dat niet alleen wordt ingezet op grootschalige opwek van duurzame energie maar ook op behoud en versterking van natuur, biodiversiteit en landschappelijke kwaliteit.

 

Uit de Regionale Energiestrategie Noord- en Midden Limburg (RES NML) 1 en de landschappelijke analyse, onderdeel van de Omgevingsvisie, is gebleken dat Maasgouw unieke landschappelijke kenmerken heeft door het grote natuurnetwerk, het cultuurhistorisch waardevol landschap, historische kernen en buitenplaatsen, de grote wateroppervlakte en de aanwezige infrastructuur. Daardoor zijn er ruimtelijke en planologische beperkingen aanwezig. Grootschalige opwek van duurzame energie door wind wordt daardoor in de Omgevingsvisie al uitgesloten. En het grootste gedeelte van het grondgebied binnen de gemeente is verder niet geschikt voor grootschalige opwekking van duurzame energie door zon.

 

Zoekgebied

Het vastgestelde zoekgebied, waarin de gemeente Maasgouw in de Omgevingsvisie tóch grootschalige opwek van duurzame energie mogelijk wil maken door dit afweegbaar2 te stellen, is te kenmerken als een duidelijk begrensd gebied, compact en passend bij de gebiedskarakteristiek als ‘energielandschap’. Dat voorkomt een mogelijke versnippering van projecten over het hele grondgebied van de gemeente, die zou volgen als er alleen op projectniveau zou worden gekeken.

 

Uitzonderingsgebieden

Daarnaast heeft de gemeenteraad zich bij de vaststelling van de Omgevingsvisie Maasgouw in een amendement tot taak gesteld, om naast het zoekgebied en het daarmee samenhangend uitsluitingsgebied, ook uitzonderingsgebieden te onderzoeken waar, ondanks de genoemde beperkingen, toch nog een uitzondering gemaakt kan worden voor het afwegen van projecten van grootschalige energieopwekking door zon.

De aangegeven begrensde gebieden zorgen daarmee voor de benodigde en gewenste duidelijkheid voor initiatiefnemers, die projecten willen ontwikkelen én omwonenden en belanghebbenden, die te maken krijgen met de ruimtelijke uitwerking daarvan.

 

Doel

Dit ‘Beleids- en afwegingskader grootschalige energieopwekking Zon’ (verder: Beleidskader Zon) is bedoeld als uitwerking van de Omgevingsvisie Maasgouw met bijbehorend amendement. Er is gedegen onderzoek gedaan naar de mogelijke uitzonderingsgebieden. En er is uitgewerkt aan welke voorwaarden initiatieven moeten voldoen, die binnen het zoekgebied én de uitzonderingsgebieden liggen, waar grootschalige energieopwekking afweegbaar is. Hiermee geeft de gemeente Maasgouw vorm aan de opgave voor de energietransitie.

 

Met dit Beleidskader Zon kunnen initiatieven voor grootschalige duurzame energieopwekking door zon op een objectieve en eenduidige manier worden beoordeeld door de gemeente Maasgouw, teneinde een goede en passende bijdrage te leveren aan energietransitie.

 

2. LEESWIJZER

 

In dit Beleidskader Zon wordt eerst beschreven wat de opgave is waar de gemeente Maasgouw voor staat. Dit komt voort uit de mondiale, nationale en regionale regelgeving en afspraken en de gemeentelijke opgave en ambitie (Hoofdstuk 3).

 

In Hoofdstuk 4 wordt de status van het Beleidskader Zon toegelicht en de gevolgde besluitvormingsprocedure.

 

Vervolgens worden de belangrijkste uitgangspunten uit de opgave genoemd (Hoofdstuk 5).

De uitgangspunten stellen de reikwijdte van het Beleidskader Zon vast en geven aan wat de gemeente het belangrijkste vindt voor een goede uitvoering van de ruimtelijke opgave van grootschalige duurzame energieopwekking door Zon.

 

In Hoofstuk 6 gaan we in op wat het voorgaande betekent voor de mogelijkheden voor grootschalige energieopwekking Zon. Dit is te onderscheiden in twee Bouwstenen voor het beleid: Landschappelijke Kwaliteit en Lokaal draagvlak/Lokale baten. Dit resulteert in een Energiekansenkaart en Leidende beginselen & Ontwerpprincipes. Dit is de basis voor het Afwegingskader.

3. REGELGEVING, AFSPRAKEN EN OPGAVE

 

Klimaatakkoorden en afspraken: ‘Van Glasgow naar Maasgouw’

Mondiaal is in de klimaattop van Parijs (2015) bepaald en recent in Glasgow (2021) bevestigd, dat de opwarming van de aarde moet worden beperkt tot 1,5 graden ten opzichte van het pre-industriële niveau, willen we de aarde leefbaar houden. Fossiele brandstoffen worden genoemd als belangrijke veroorzaker van de klimaatverandering. Om dat doel van 1,5 graad te bereiken is er een drastische reductie van de CO2 uitstoot nodig en moet er ingezet worden op de energietransitie.

 

In het Nationale Klimaatwet (2018) wordt hier uitvoering aan gegeven doordat de CO2 uitstoot met 95 % gereduceerd moet zijn in 2050 ten opzichte van 1990, waarvan 49 % van deze reductie in 2030 moet zijn gerealiseerd. In het Klimaatakkoord en in het Regeerakkoord is nu zelfs ingezet op 55 % CO2 reductie in 2030. Bovendien moet de elektriciteitsproductie in 2050 voor 100% CO2-neutraal zijn.

 

De Provincie Limburg heeft in haar Omgevingsvisie (POVI, vastgesteld okt. 2021) en de ontwerp-Omgevingsverordening (juli 2021, definitieve verordening nog vast te stellen) nadere ambities en eisen vastgelegd hoe de doelen voorde energietransitie op hoger niveau ook in Limburg vorm kunnen worden gegeven. Belangrijk daarbij is het voorgestelde gebruik van de provinciale zonneladder.

 

Regionale Energiestrategie Noord- en Midden Limburg

In de RES 1.0 Noord- en Midden Limburg (juli 2021) heeft de gemeente Maasgouw in regionaal verband vastgelegd hoe ze als één van de 15 deelnemende gemeenten kan bijdragen aan de regionale opgave. Er wordt nadrukkelijk verwezen naar de maatschappelijke opgave, het draagvlak en de betaalbaarheid van de energietransitie.

Concrete doelen zijn 25% minder CO2 uitstoot in 2030 dan in 2015, energiebesparing als voorwaarde en het grootschalig opwekken van 1200 GWh (gigawattuur) door middel van zon- en windenergie. Daarnaast is het streven om minimaal 50% lokaal eigendom te hebben binnen deze projecten op regionaal niveau en lokale medezeggenschap.

Iedere gemeente onderzoekt daarbij op lokaal niveau hoe hier invulling aan kan worden gegeven, omdat iedere gemeente een andere ruimtelijke opgave heeft. Het is maatwerk.

 

Gemeentelijk beleid gemeente Maasgouw

 

Omgevingsvisie Maasgouw

De op 22 februari 2022 vastgestelde Omgevingsvisie Maasgouw vormt het belangrijkste uitgangspunt voor dit Beleidskader Zon. In de Omgevingsvisie Maasgouw wordt aan de hand van een uitgebreide landschappelijke analyse geconcludeerd dat binnen een zorgvuldig bepaald zoekgebied de grootschalige opwekking van duurzame energie afweegbaar is.

De restricties met betrekking tot bestaande infrastructuur en natuurgebieden en de ambitie van de gemeente om de waardevolle landschappelijke kenmerken van de verschillende gebieden binnen de gemeente te behouden en, waar mogelijk, te versterken, zijn daarbij leidend geweest.

Met deze Omgevingsvisie is er een duidelijk kader, het maatwerk, waarin de gemeente Maasgouw ook in ruimtelijke zin concreet voorziet in de opgave voor grootschalige opwekking van duurzame energie.

 

Daarnaast heeft de gemeenteraad zich in een amendement bij de vaststelling van de Omgevingsvisie Maasgouw tot taak gesteld, om naast het zoekgebied en het daarmee samenhangend uitsluitingsgebied, ook uitzonderingsgebieden te onderzoeken waar, ondanks de genoemde beperkingen, toch nog een uitzondering gemaakt kan worden voor het afwegen van projecten van grootschalige energieopwekking door zon. Dat laatste wordt in dit Beleidskader Zon uitgewerkt.

 

Strategische visie 2025 ‘Samen maken we Maasgouw’.

In de strategische visie zijn de maatschappelijke en bestuurlijke opgave tot 2025 vastgelegd. Ten aanzien van de fysieke leefomgeving is het uitgangspunt dat wordt gestreefd naar een woon- en leefklimaat van hoge kwaliteit. Dit betekent dat nieuwe functies adequaat ruimtelijk worden ingepast. De kwaliteit van de leefomgeving kenmerkt zich ook door de aanwezigheid van het water, groen en natuur. Het behouden en versterken van deze ruimtelijke kwaliteiten vormt daarom een bijzonder doel voor de gemeente.

 

Strategisch plan Duurzaam Maasgouw

Sinds 2018 wordt in de gemeente Maasgouw gewerkt aan duurzame ontwikkeling op verschillende taakvelden. Om een meer integrale strategie voor duurzame ontwikkeling te waarborgen is in 2020 gestart met een traject gericht op de Global Goals.

De gemeentelijke strategie richt zich op het bijdragen aan deze Global Goals per domein. Een van de speerpunten binnen de strategie is ‘klimaatverandering en energie’. De gemeente heeft een planologische taak en bevoegdheid bij locatiekeuzes voor grootschalige opwek van wind en zon. Door hier sturing aan te geven wordt bijgedragen aan de Global Goals ‘betaalbare en duurzame energie’ en ‘klimaatactie’.

 

Coalitieakkoord 2022-2026 ‘Samen bouwen aan een sterk, sociaal en duurzaam Maasgouw’.

In het coalitieakkoord worden de gemeentelijke ambities voor de periode 2022-2026 beschreven.

Relevante passages voor dit Beleidskader Zon:

  • -

    “De Global Goals zijn 17 doelen voor een betere, sociale en duurzame wereld. Deze doelen bieden oplossingen voor de grootste maatschappelijke problemen van onze tijd. We willen de bijdrage van de gemeente aan deze oplossingen vergroten. Ook gaan wij hierover in gesprek met inwoners, ondernemers en organisaties om te bespreken op welke manier zij een (nog) grotere bijdrage kunnen leveren aan een sociaal en duurzaam Maasgouw.”

  • -

    “Energietransitie: De opgaven voor de energietransitie zijn gericht op de doelen voor CO2 reductie in het Klimaatakkoord. Om deze doelen te kunnen bereiken moet worden samengewerkt door overheden, bedrijven en instellingen. Daarom werkt de gemeente samen met partners aan de uitvoering van de Regionale Energie Strategie voor de regio Noord- en Midden-Limburg die door de gemeenteraden is vastgesteld.”

  • -

    “De basis voor het gemeentelijk omgevingsbeleid wordt gevormd door de Omgevingsvisie die de gemeenteraad in 2022 heeft vastgesteld. Deze visie biedt ook een beleidskader voor het behoud en versterking van landschappelijke kwaliteit. Nieuwe initiatieven toetsen wij aan dit beleidskader. Daar waar nodig werken we het omgevingsbeleid verder uit, bijvoorbeeld door het opstellen van een beleidsvisie voor wind- en zonneparken.”

Transitievisie Warmte

In december 2021 heeft de raad van de gemeente Maasgouw de Transitievisie Warmte vastgesteld, waarmee in een belangrijke voorwaarde voor het behalen van de opgave van de energietransitie wordt voorzien. Deze voorwaarde zal verderop bij de uitgangspunten nogmaals worden benoemd. Wat niet wordt verbruikt, hoeft ook niet te worden opgewekt. Het doel van de gemeente Maasgouw is om niet zo veel mogelijk panden direct aardgasvrij te maken, maar om in te zetten op een CO2 reductie van 20% ten opzichte van 2021 voor de gebouwde omgeving in 2030.

 

Opgave gemeente Maasgouw

Uit de RES NML 1.0 volgt dat iedere gemeente onderzoekt hoe aan de gezamenlijke opgave kan worden bijgedragen. Omdat dit maatwerk is, verschilt de bijdrage per gemeente en is deze niet vastomlijnd.

De gemeente Maasgouw heeft in het bovenstaande bestaand beleid wel een ambitie uitgesproken. Ook is er al geïnventariseerd wat de huidige energiebehoefte is en wat er al gebeurt aan duurzame energieopwekking.

 

Actieplan Energietransitie 2022-2023

In dit gemeentelijke plan uit 2022 is de opgave mede geformuleerd, waar de gemeente Maasgouw zich voor ziet staan met betrekking tot de energietransitie.

 

“In Maasgouw is er maar beperkte ruimte voor grootschalige opwek van duurzame energie. De focus ligt daarom voornamelijk op kleinschalige duurzame opwek en op energiebesparing. Het verduurzamen van de woningen begint met isolatie om de energievraag te beperken. Een extra uitdaging voor de historische kernen.

Er moet nog veel gebeuren en de energietransitie moet concreet worden. Daarom hebben we doelstellingen geformuleerd voor 2030. Wij streven ernaar om in 2030:

 

  • 1.

    Voor de gebouwde omgeving een CO2 reductie van 20% ten opzichte van 2020 te bereiken. Dit is van 56.113 ton in 2020 naar 45.890 ton in 2030.

  • 2.

    Het energieverbruik voor de gebouwde omgeving met 15% te verminderen ten opzichte van 2020. Dit is van 908 TJ in 2020 naar 771 TJ in 2030.

  • 3.

    Circa 40% van de geschikte daken van de woningen zijn voorzien van zonnepanelen. Dit is nu circa 28%)”

(Uit: Actieplan Energietransitie 2022-2023, cijfers Klimaatmonitor)

 

Uitgaande van de huidige cijfers van de Klimaatmonitor, blijkt dat er op dit moment door de duurzaam opgewekte energie pas slechts in een fractie (10% , Actieplan 2020) van de totale energiebehoefte van de hele gemeente Maasgouw wordt voorzien.

 

 

Als we alleen kijken naar de duurzame elektriciteitsopwekking, dan levert dit het volgende beeld op:

 

 

(uit: Actieplan Energietransitie 2020, cijfers Klimaatmonitor 2018 )

 

De waterkrachtcentrale in Linne heeft een vermogen van 11,5 Megawatt. Deze leverde in 2020 maar liefst 2.66 MWh (96 TJ) aan elektriciteit. De aanwezige zonnepanelen in de gemeente Maasgouw wekten in 2021 1,58 MWh (57 TJ) aan elektriciteit op. Ongeveer 30% van de elektriciteit voor Maasgouw wordt hernieuwbaar opgewekt. Dit is met name te danken aan de waterkrachtcentrale. Kijken we alleen naar de woningen dan is de opwek van de hernieuwbare energie ( 153 TJ) genoeg om alle woningen in Maasgouw te voorzien van hernieuwbare energie. (130 TJ)

NB. Waterkracht is een vorm van duurzame energieopwekking die hier verder niet zal worden behandeld, maar wél van belang is voor de specifieke opgave van de gemeente Maasgouw.

 

Ten opzichte van het gemiddelde van Limburg beschikt de gemeente Maasgouw verhoudingsgewijs dus al over een groot aandeel aan opwekking van hernieuwbare elektriciteit.

Om echter aan de ambities te voldoen richting de toekomst moet er nog veel meer gebeuren.

Dit kan vanuit Maasgouws oogpunt vooral bereikt worden door het al eerder genoemde verminderen van de energievraag (zie uitwerking Actieplan Energietransitie 2022-2023) en daarnaast door het in dit Beleidskader Zon benoemde inzetten van het opwekken van grootschalige zonne-energie. Een uitwerking daarvan volgt in de volgende hoofdstukken.

 

Dit Beleidskader Zon van de gemeente Maasgouw blikt vooruit richting de eerste mijlpaal in tijd, die in het bovengenoemd beleid wordt genoemd, het jaar 2030.

Doel is om met dit kader passend en substantieel te kunnen bijdragen aan de opgave van de energietransitie voor Maasgouw, de regio, provinciaal, landelijk en mondiaal.

Van Maasgouw tot Glasgow!

4. PROCEDURE EN STATUS

 

Beleidsregels

Het Beleidskader Zon is een uitwerking van de Omgevingsvisie Maasgouw, vastgesteld op 22 februari 2022. Het Beleidskader Zon bevat beleid waarmee de gemeente voor initiatieven op het gebied van een grootschalige opwek van duurzame energie in de vorm van zonne-energie een afweging kan maken of initiatieven wenselijk zijn of niet.

Bij initiatieven die wenselijk zijn, kan de beoordeling uit het Beleidskader Zon vervolgens in de ruimtelijke afwegingen van de gemeente worden gebruikt bij de behandeling van de benodigde ruimtelijke procedures voor de realisering van de initiatieven.

 

Procedure

Aangezien het Beleidskader Zon verder kaderstellend is voor het onderwerp Grootschalige opwek duurzame energie uit de Omgevingsvisie Maasgouw, wordt ook dit Beleidskader Zon door de raad vastgesteld.

Uit de Inspraakverordening Maasgouw volgt dat er bij een herziening of uitwerking van een eerder beleidsvoornemen inspraak wordt verleend, tenzij het om een ondergeschikte herziening gaat. Omdat het hier niet gaat om een ondergeschikte herziening, maar om een verdergaande uitwerking van de Omgevingsvisie Maasgouw op dit onderwerp, wordt er een inspraakprocedure ingesteld.

 

Gezien de doorlooptijd van de uitwerking van dit Beleidskader Zon, de daarmee samenhangende periode van onduidelijkheid voor initiatiefnemers en de spoedeisende klimaatopgave, wordt de duur van de inspraakperiode gesteld op 4 weken (conform artikel 4.2 van de inspraakverordening, in afwijking van artikel 4.1 van de Inspraakverordening in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde 6 weken). Hiermee kan, met weging van eventuele zienswijzen, besluitvorming door de raad in principe nog mogelijk zijn in de vergadering van februari 2023.

 

Ontwerp ter inzage

Het ontwerp ‘Beleids- en afwegingskader grootschalige opwek duurzame energie Zon’ is daarom van 4 november 2022 t/m 1 december 2022 ter inzage gelegd. Gedurende die periode was het voor ingezetenen en belanghebbenden mogelijk een zienswijze in te dienen.

Er zijn 5 zienswijzen binnen deze periode binnengekomen. Deze zijn verwerkt en beantwoord in een Nota ter beantwoording van zienswijzen, behorend bij dit Beleidskader Zon.

 

Besluitvorming door de raad

De gemeenteraad zal op 28 februari 2023 een besluit nemen over de vaststelling van het Beleidskader Zon. De zienswijzen die zijn ingediend, worden bij de besluitvorming betrokken. Nadat de gemeenteraad een besluit heeft genomen, zal iedereen die een zienswijze heeft ingediend daarover schriftelijk worden bericht.

Na vaststelling wordt het Beleidskader Zon op de gebruikelijke wijze gepubliceerd en kunnen initiatieven, die onder dit Beleidskader Zon vallen, worden behandeld en beoordeeld.

5. UITGANGSPUNTEN

 

Om te komen tot een verantwoord en uitgebalanceerd Beleidskader Zon worden hier een aantal uitgangspunten geformuleerd, waar naar zal worden verwezen bij de verdere uitwerking.

 

1. Trias Energetica

We gaan voor de energietransitie in ons gemeentelijk beleid uit van de Trias Energetica:

  • 1.

    Beperk de energievraag door betere isolatie en energiezuinigere oplossingen;

  • 2.

    Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen, zoals wind-, water- en zonne-energie;

  • 3.

    Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien.

 

Dit Beleidskader Zon bevat regels voor stap 2 in dit model. De totale energietransitie moet echter altijd in het licht van bovenstaande worden gezien. Hoe meer het toekomstige energieverbruik kan worden beperkt (stap 1), hoe beter de gemeente Maasgouw een bijdrage kan leveren aan de energietransitie in de beschikbare ruimte voor grootschalige opwekking van duurzame energie.

 

2. Limburgse Zonneladder

In volgorde van voorkeur voor de realisatiemogelijkheden wordt aansloten bij de Limburgse Zonneladder van de provincie, waarbij zonnepanelen op daken altijd eerste keus is.

 

 

Hier volgt uit dat er in principe een positieve grondhouding vanuit de gemeente volgt voor initiatieven voor grootschalige energieopwekking door zon voor de eerste 3 treden (groen):

  • -

    1. Op daken en gevels;

  • -

    2. In bebouwd gebied zoals parkeerplaatsen;

  • -

    3. In landelijk gebied, bijvoorbeeld bij agrarische bouwblokken, bermen langs wegen etc.

Dit betreft maatwerk en zulke initiatieven kunnen als gevolg van planologische of landelijke regels eventueel vergunningvrij gerealiseerd worden, of onder voorwaarden met een vergunning of met een bestemmingsplan-/omgevingsplanwijziging al dan niet worden toegestaan. Dit is ter beoordeling aan de gemeente.

 

3. Definitie grootschalige duurzame energieopwekking door Zon op Land:

Onder grootschalige duurzame energieopwekking Zon op Land wordt in Maasgouw verstaan:

een initiatief voor een zonnepark op het maaiveld met een vermogen vanaf 15 kWp (ondergrens subsidiemogelijkheid SDE++ en genoemd in het Klimaatakkoord ). Dit komt overeen met ongeveer 40-50 panelen. Op de Limburgse Zonneladder gaat het dan om trede 4 (oranje).

 

N.B. In de ‘Handreiking Landschap Zon op Land’ van de RES NML wordt de grens gelegd op 25 kWp. Omdat de gemeente Maasgouw echter een bijzondere opgave heeft om binnen de weinige beschikbare geschikte ruimte de landschappelijke kwaliteiten te bewaken, is gekozen voor genoemde grens.

 

Initiatieven in het buitengebied die onder deze grenzen blijven, vallen dus niet onder de werking van dit Beleidskader Zon. Deze kunnen als gevolg van planologische of andere gemeentelijke, provinciale en landelijke regels al dan niet vergunningvrij gerealiseerd worden en/of onder voorwaarden met een vergunning worden toegestaan. Dit zal altijd maatwerk blijven.

Voorwaarde is wel dat dit initiatieven zijn voor eigen gebruik, bij bestaande bebouwing.

 

4. Omgevingsvisie Maasgouw

De Omgevingsvisie Maasgouw is leidend voor dit Beleidskader Zon, omdat hierin vanuit het Landschappelijk Raamwerk met een uitgebreid de analyse de locatie van het vastgestelde zoekgebied is vastgesteld, waarbinnen grootschalige opwekking van duurzame energie afweegbaar is.

Buiten dit zoekgebied wordt grootschalige opwekking van duurzame energie niet toegestaan. Dit is dan het uitsluitingsgebied.

De opgave vanuit de raad om te verkennen of er uitzonderingsgebieden buiten het zoekgebied mogelijk zijn en op welke locatie deze kunnen komen, wordt in dit Beleidskader Zon uitgewerkt.

 

5. Erfgoed

De gemeente Maasgouw heeft beschermde stads- en dorpsgezichten en monumentale buitenplaatsen. De zichtlijnen op historische ensembles en solitaire monumenten in het buitengebied moeten ongerept blijven behouden. Daarbij komt, dat het beschermd stadsgezicht van Thorn een deel van de zuid- en oostzoom van het buitengebied meeneemt. Het is niet aan de orde om in dit gebied (of nabij dit gebied) faciliteiten of voorzieningen te creëren, die inbreuk maken op historische elementen of historische zichtlijnen.

 

6. Landschappelijk inpassing en toegevoegde waarde

Binnen het zoekgebied en uitzonderingsgebied dienen zonneparken goed landschappelijk te worden ingepast én toegevoegde waarde te zijn voor natuur, ecologie en landschap. Een landschapsinpassingsplan dat hier recht aan doet is daarom noodzakelijk, op te stellen door de initiatiefnemer. Aansluiting wordt gezocht bij de methodiek van het Gemeentelijk Kwaliteitsmenu (GKM). Dit wordt in dit Beleidskader Zon verder uitgewerkt middels specifieke ontwerpcriteria en lokale baten.

 

7. Multifunctioneel ruimtegebruik

Bij de ontwikkeling van zonneparken is multifunctioneel ruimtegebruik een voorwaarde om meerwaarde te creëren voor de locatie en omgeving.

 

8. Lokaal draagvlak en lokale baten

Vanuit de afspraken uit de RES NML 1.0 wordt er gekeken hoe de opbrengsten zo veel als mogelijk terug kunnen vloeien naar de lokale gemeenschap.

Daarbij wordt gestreefd naar 50% eigendom van de productie van de lokale omgeving en daarnaast lokaal medezeggenschap. Dit ter borging van de maatschappelijke draagvlak en acceptatie.

Mocht het gewenste percentage van de productie voor de lokale omgeving niet haalbaar zijn, is een extra bijdrage aan investeringen in fysieke lokale baten zoals extra natuurontwikkeling een optie.

 

9. Participatie

Betrokkenen in het plangebied moeten bovendien actief kunnen participeren bij de ontwikkeling en exploitatie van het park. De initiatiefnemer zorgt voor actief Omgevingsmanagement, in overleg met de gemeente.

 

10. Evaluatie

In 2024 zal dit Beleidskader Zon worden geëvalueerd om te kijken of het bijstelling behoeft:

Het Beleidskader Zon kan worden aangepast indien de voorwaarden te beperkend blijken te zijn om aan de ambitie te voldoen, of als blijkt dat de voorwaarden juist te ruim zijn opgesteld.

 

N.B. Dit Beleidskader Zon gaat niet in op de actuele problematiek rondom de capaciteit van het stroomnet, maar alleen op de ruimtelijke randvoorwaarden.

Naar aanleiding van dit aspect wordt vermeld dat in RES NML-verband in het najaar 2022 een afwegingskader voorgesteld is voor regionale afstemming met betrekking tot de netcapaciteitsproblematiek.

Het gaat dan om grootschalige opwek van duurzame energie, groter dan 6 MW. Alhoewel dit strikt gezien niet tot het voorliggende Beleidskader Zon behoort, is het goed om te vermelden waaraan initiatieven, groter dan 6 MW, buiten dit gemeentelijke beleidskader nog meer getoetst zullen worden.

6. GROOTSCHALIGE OPWEK VAN ZONNE-ENERGIE IN MAASGOUW

 

Omgevingsvisie Maasgouw

In de Omgevingsvisie Maasgouw wordt gesproken over twee leidende criteria waarbinnen initiatieven voor grootschalige opwek van zonne-energie worden getoetst:

  • a.

    Landschappelijke kwaliteit

  • b.

    Lokaal draagvlak en lokale baten

 

a. Bouwsteen Landschappelijke kwaliteit

Inleiding

(uit: Omgevingsvisie Maasgouw)

Na uitsluiting van het Natuurnetwerk Limburg en enkele landschappelijk kwetsbare gebieden, komen er voor zonne-energie maar enkele gebieden in aanmerking. Aantasting van het landschap door zonnevelden is ook daar niet gewenst, zodat we zonne-energie in die gebieden afweegbaar hebben gesteld. Tegelijkertijd staan we voor de opgave om duurzame energie op te wekken. Het Landschappelijk Raamwerk helpt om die afweging te kunnen maken.

 

Om inzichtelijk te maken hoe de gemeente Maasgouw in haar Omgevingsvisie is gekomen tot de afbakening van vastgestelde zoekgebied voor de opwekking van duurzame energie, wordt verwezen naar de analyse uit het Landschappelijk Raamwerk Maasgouw, bijlage bij de Omgevingsvisie. Hierin is een grote rol weggelegd voor het Natuurnetwerk Limburg in samenhang met het groen-blauw netwerk.

 

(uit: Landschappelijk Raamwerk Maasgouw)

 

Vastgestelde zoekgebieden uit de Omgevingsvisie

Uit de analyse van het Landschappelijk Raamwerk volgt dat de volgende gebieden in aanmerking komen om opwekking van zonne-energie afweegbaar te maken:

  • -

    Agrarisch landschap in het ‘Brachterland’, begrensd door de kern Brachterbeek en twee rijkswegen;

  • -

    gebied rondom de Clauscentrale, zowel op land als op water;

Uitsnede van de Visiekaart uit de Omgevingsvisie Maasgouw

 

 

Uit de landschappelijke analyse volgt dat deze gebieden als agrarisch cultuurlandschap enerzijds en de infrastructurele voorzieningen op en rondom de Clauscentrale ingezet zouden kunnen worden als ‘energielandschap’. Hiermee krijgt dit gebied door de huisvesting van de energieopgave, mits goed landschappelijk ingepast, een duidelijk identiteit.

 

Het al vastgestelde zoekgebied uit de Omgevingsvisie beslaat zowel het Brachterland als het gebied rondom de Clauscentrale.

Uit de aanvullende notitie bij het Landschappelijk Raamwerk bij de Omgevingsvisie (zie bijlage 3) volgt dat de enige locatie in de gemeente Maasgouw, waar ook grootschalige opwek van Zon op Water mogelijk is, de wateren rondom de Clauscentrale zijn. Het voorliggend Beleidskader Zon bevat alleen een uitwerking voor de grootschalige opwek door Zon op Land.

Het beoordelen van initiatieven in het zoekgebied voor grootschalige opwek van Zon op Water is maatwerk en zal als zodanig, voor zover nog niet direct toegestaan, op criteria beoordeeld worden die horen bij de specifieke karakteristieke waarden van deze locatie.

 

Verder maakt de in 2020 vergunde ‘Zonneweide Hofstraat Maasbracht’ van de Coöperatie Duurzaam Maasgouw UA geen deel uit van dit Beleidskader Zon, aangezien de ontwikkeling daarvan al is toegestaan. Deze locatie wordt dan ook niet verder beschouwd of genoemd.

 

(uit: www.ruimtelijkeplannen.nl)

 

Onderzoek en Analyse Bouwsteen Landschappelijke Kwaliteit (door HeusschenCopier)

 

Grootschalige opwekking van zonne-energie die in het buitengebied plaatsvindt heeft een grote ruimtelijke impact. De kwaliteit van het landschap is leidend voor het buitengebied in de gemeente Maasgouw. Het doel is om te komen tot een Beleidskader Zon. Onderdeel van dit op te stellen kader is de landschappelijke bouwsteen. De landschappelijke bouwsteen moet zo worden gelezen dat wat hieruit volgt wenselijke ontwikkelgebieden zijn (zoekgebieden en uitzonderingsgebieden) voor zon op land. Dit wil echter nog niet zeggen dat de mogelijke initiatieven ook daadwerkelijk zondermeer op deze plekken realiseerbaar zijn. Het behoud van landschappelijke en ecologische kwaliteiten is leidend voor initiatieven in deze gebieden. Versterking van het landschap, maar ook maatschappelijke meerwaarde nu en in de toekomst is een voorwaarde.

 

De landschappelijke bouwsteen van het Beleidskader Zon bestaat uit een tweetal onderdelen.

 

  • 1.

    Energiekansenkaart: deze kaart weergeeft de ontwikkelgebieden (zoekgebieden en uitzonderingsgebieden) waar de mogelijkheden liggen voor de opwekking van zonne-energie op land. Deze kaart is vervaardigd op basis van verschillende beleidslagen en een landschappelijke analyse.

  • 2.

    Leidraad van leidende beginselen en ontwerpprincipes: hierin is per ontwikkelgebied omschreven en verbeeld hoe een initiatief moet worden ontworpen en vormgegeven, rekening houdend met de landschappelijke kernkwaliteiten en het laadvermogen. Het geeft concrete richtlijnen voor de verschijningsvorm, maar vormen ook een toetsingskader. Met deze leidraad kan worden onderbouwd hoe het initiatief aansluit bij het karakter van de omgeving en gaat daarbij in op de landschappelijke inpassing, de inpassing in de bredere omgeving en de gewenste aansluiting op actuele gebiedsopgaven.

Het verdiepende onderzoek dat ten grondslag ligt aan deze bouwsteen heeft plaatsgevonden op basis van dezelfde landschappelijke waarden als eerder gehanteerd in de opstelling van het Landschappelijk Raamwerk. Dit om ten alle tijden de samenhang met het Landschappelijke Raamwerk te borgen. Het vertrekpunt voor dit verdiepende onderzoek is dat het zoekgebied en het potentieel aan uitzonderingsgebied(en) bijdraagt aan de structuurversterking van de groenblauwe natuurzone, het agrarische buitengebied en toeristisch-recreatieve structuren door meervoudige meerwaardecreatie.

 

Op voorhand is te vermelden dat dit verdiepende, ontwerpend onderzoek uiteindelijk heeft geleid tot een voorkeur voor een planmatige aanpak voor het zoekgebied en de uitsluitingsgebieden. Met één planmatige ontwikkeling of het clusteren van meerdere initiatieven binnen één planmatige ontwikkeling kan integraliteit worden geborgd en is er een grotere potentie voor meerwaardecreatie en de aanhaking van gebied-specifieke gebiedsopgaven. De Bouwsteen Landschap geeft hiervoor enkele voorbeelden van een voorkeurssituatie. De Bouwsteen Landschap blijft echter een ondersteunend instrument en laat het maken van een integrale afweging over aan een ambtelijk- en/of bestuurlijk proces.

 

Hiernavolgend worden de twee onderdelen aan de hand van het verdiepende onderzoek toegelicht. Het onderzoek, analyse en de verbeelding vindt men terug in de twee begeleidende documenten. (Bijlage 1 en 2)

 

1. Energiekansenkaart

 

Om te komen tot een energiekansenkaart met daarin de zoekgebieden (groen), uitzonderingsgebieden (geel) en uitsluitingsgebieden (rood) is het buitengebied van Maasgouw door een aantal ‘zeven’ gehaald. In deze methodiek wordt met elke zeef de mogelijke uitzonderingsgebieden voor de opwek van grootschalige duurzame energie in de gemeente Maasgouw specifieker gemaakt. Het toepassen van meerdere zeven, van grof naar fijn, leidt tot de juiste definiëring van de uitzonderingsgebieden binnen de gemeente. De twee reeds vastgelegde zoekgebieden uit de Omgevingsvisie zijn een gegeven en blijven gehandhaafd; zoekgebied Brachterland is ter controle en verdieping meegenomen in deze methodiek.

 

1. Beleid

In deze eerste zeef worden verschillende beleidslagen uit bronnen zoals de bestemmingsplannen, de Omgevingsvisie 2030, de Intergemeentelijke Structuurvisie Maasplassen 2030 en de Beleidsregels Grote Rivieren over elkaar heen gelegd. Dit zijn beleidslagen die conflicteren met de grootschalige opwekking van zon op land en van waarde zijn voor de beleving, het functioneren en de karakteristiek van het Maasgouwse landschap.

 

Hieronder wordt de argumentatie per gekozen beleidslaag toegelicht:

 

Beleidsregels Grote Rivieren

De beleidslijn heeft als doel de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed van de grote rivieren te behouden en ontwikkelingen tegen te gaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging feitelijk onmogelijk maken. Binnen dit beleid is er sprake van een bergend regime en stroomvoerend regime; waarbij de laatste als meest streng geldt. Hoewel in beide regimes mogelijkheden bestaan voor de ontwikkeling en/of uitbreiding van riviergebonden activiteiten zijn de mogelijkheden voor niet-riviergebonden ontwikkelingen om in het stroomvoerende regime zeer beperkt. Daarom beschouwen we het stroomvoerend regime als uitsluitingsgebied voor de grootschalige opwek van zonne-energie.

 

Intergemeentelijke structuurvisie Maasplassen 2030

In deze visie is zowel de Maas als doorlopende structuur en het streven naar eenheid en herkenbaarheid binnen het Maasplassengebied een belangrijk uitgangspunt. Juist de herkenbaarheid en samenhang die het water, de natuur en het landschap van het Maasdal in Maasgouw uitstralen genereert een uniek decor waar elke bezoeker en inwoner zich toe aangetrokken voelt. Om een consequent en herkenbaar beeld van het Maasdal te handhaven beschouwen we grootschalige opwek van zonne-energie in het Maasdal als niet wenselijk.

 

Natuurnetwerk Limburg

Om de ecologische waarde en kwaliteit van het Natuurnetwerk Limburg te behouden en te versterken is er geen plek voor grootschalige opwek van zonne-energie in deze gebieden mogelijk.

 

Omgevingsvisie 2030

Het toekomstig landschappelijk raamwerk, met daarin de beoogde gemeentegrens-overstijgende ecologische verbindingen, vormt een belangrijke onderlegger voor de omgevingsvisie. De beken, ecologische verbindingszones, natuurkernen en de Maasplassen maken onderdeel uit van een groter landschappelijk geheel. Door deze verbindingen en gebieden in de gemeente te koesteren en te versterken speelt het landschap van Maasgouw een belangrijke bovenregionale en internationale rol als natuurlijke en ecologische stapsteen. Grootschalige opwek van zonne-energie binnen deze beoogde verbindingen en kerngebieden zijn niet gewenst.

 

Beschermde dorpsgezichten en landgoederen (bestemmingsplan(nen) gemeente Maasgouw)

Binnen de context van de (landschappelijke) karakteristiek van bepaalde dorpsgezichten en landgoederen hoort de grootschalige opwek van zonne-energie niet thuis; het beeld zal dan dusdanig verstoort raken dat de herkenbaarheid en ensemblewaarde in het geding komt.

 

Uit deze exercitie is af te leiden waar er binnen de gemeente wel en geen conflicten ontstaan. Het resultaat van deze eerste zeef is een globale set aan potentieel geschikte uitzonderingsgebieden. De rest van de gemeente (exclusief de bestaande zoekgebieden) wordt als uitsluitingsgebied (rood) bestempeld en vallen af als potentieel ontwikkelgebied.

 

2. Handreiking Grootschalige energie opwek zon op land, RES Noord- en Midden-Limburg

Deze Handreiking, opgesteld door de samenwerkende gemeenten Midden-Limburg, ondersteund door Provincie Limburg, stelt een tiental kenmerken op waarmee een landschapstype kan worden beoordeeld op de geschiktheid voor grootschalige opwekking van zon op land. Hoewel volgens deze Handreiking het grootste gedeelte van de gemeente Maasgouw niet geschikt zou zijn voor grootschalige opwekking, nemen we de gehanteerde kenmerken mee in de beoordeling van eerder verkregen set potentieel geschikte uitzonderingsgebieden. Door de kenmerken opnieuw op de overgebleven uitzonderingsgebieden toe te passen kan er een verfijning worden aangebracht in initiële beoordeling van het Maasgouwse landschap door de Handreiking.

 

Aan de tien benoemde kenmerken worden een drietal aanvullende kenmerken toegevoegd die ook het integrale karakter en de leesbaarheid van een gebied meenemen; deze betreffen de ensemblewaarde, landschappelijke herkenbaarheid en (mee)koppelkansen. Deze aanvullende criteria vinden wij waardevol omdat een groot gedeelte van de kwaliteit van landschap wordt bepaald door de samenhang van de verschillende landschappelijke structuren, -eenheden en -waarden. Hoe meer criteria groen kleuren in de waardering hoe meer het gebied potentieel geschikt is voor grootschalige opwekking. De waardering van deze criteria is gebaseerd op een deskstudy van de tien gebieden met het toekomstige landschappelijk raamwerk als achtergrond.

 

Na de toepassing van deze tweede zeef blijven er drie uitzonderingsgebieden en vanzelfsprekend het zoekgebied Brachterland over; de afgevallen uitzonderingsgebieden worden toegevoegd aan het uitsluitingsgebied en worden uitgesloten van een verdere beoordeling. De drie overgebleven uitzonderingsgebieden zijn het Meggelderveld, Panheelderveld en het eiland Osen.

 

3. Landschappelijke kwaliteiten

Die drie overgebleven uitzonderingsgebieden en het zoekgebied zijn ter plekke geanalyseerd. Tijdens een veldbezoek is er onder andere gekeken naar de landschappelijke kernkwaliteiten, de relatie met omliggende landschappelijke eenheden, de belevingswaarde en (mee)koppelkansen van een gebied. Deze zijn in beeld gebracht en vastgelegd op kaart. Op basis van deze analyse zijn bepaalde delen van een uitzonderingsgebied uitgesloten van ontwikkeling of potentieel geschikt bevonden. Na toepassing van deze derde zeef valt uitzonderingsgebied ‘Eiland Osen’ af en blijven er twee geabstraheerde uitzonderingsgebieden over: het Meggelderveld en het Panheelderveld. Tevens wordt ter verfijning binnen het bestaand zoekgebied Brachterland een voorkeursgebied aangegeven waar grootschalige opwek van zonne-energie landschappelijke gezien meer gewenst is.

 

Het resultaat van het eerste onderdeel van de Bouwsteen Landschap is een energiekansenkaart voor de gemeente Maasgouw met daarin twee zoekgebieden: het Brachterland en de Clauscentrale, en twee uitzonderingsgebieden: het Meggelderveld en Panheelderveld. Binnen deze vier gebieden is er potentie voor de grootschalige opwekking van zonne-energie. (zie Bijlage 1)

 

Energiekansenkaart Maasgouw

 

Uit: Bijlage 1, Onderzoek en Analyse Energiekansenkaart

 

2. Leidraad van leidende beginselen en ontwerpprincipes

 

Het is belangrijk dat een landschappelijke inpassing van een ruimtelijke ontwikkeling zoals zonne-energie op drie schaalniveaus waarde toevoegt aan landschap. De eerste van de drie schaalniveaus, de meest geschikte locatiekeuze, is reeds bepaald in de energiekansenkaart. In het tweede schaalniveau, het bepalen van de juiste positie, ligging, maat en schaal, komt het laadvermogen van een landschap aan bod. Het derde schaalniveau betreft de vormgeving en verschijningsvorm van een initiatief, hiervoor zijn een aantal ontwerpprincipes opgesteld. Met deze ontwerpprincipes en leidende beginselen kunnen we ervoor zorgen dat de initiatieven het belang van samenhang en landschappelijke logica inzien en meenemen in hun ontwikkeling.

 

In het hanteren en werken met leidende beginselen en ontwerpprincipes is het belangrijk de volgende drie basisregels in acht te nemen:

 

Ontwerp van het landschappelijk systeem

Een ruimtelijke ontwikkeling is altijd onderdeel van een groter landschappelijk systeem. Houd oog op andere ontwikkelingen in de omgeving en maak een passend ontwerp dat bijdraagt aan een robuust- en toekomstbestendig systeem.

 

Hanteer een integrale benadering

In het ontwerp- en besluitvormingsproces komen verschillende disciplines en belangen samen. Waardeer de kennis van andere disciplines en ga zorgvuldig om met de belangen binnen de eigen ruimtelijke ontwikkeling maar ook met die van anderen in de omgeving.

 

Stel initiatief centraal

Het initiatief is de motor achter de ontwikkeling van het landschap. Stel in het ontwerp- en besluitvormingsproces het initiatief centraal en streef ernaar het maximale uit zowel het initiatief als de versterking van de landschappelijke kwaliteit te halen.

 

1. Leidende beginselen

Om een potentieel initiatief in goede banen te leiden zijn er een aantal leidende beginselen opgesteld. Leidende beginselen zijn algemene principes die zorgdragen voor de ontwikkeling en/of bescherming van een landschap en gelden voor zowel de zoekgebieden als voor de uitzonderingsgebieden. De leidende beginselen helpen op hoofdlijnen ontwikkelingen zoveel mogelijk te harmoniëren met bestaande landschapswaarden en -functies van het landschap. De beginselen helpen met het maken van de afwegingen op een hoger schaalniveau. Ze kunnen bijvoorbeeld ook wijzen op de koppelkansen voor recreatie, grondgebonden landbouw, natuur of klimaatopgaven en belang van bestaande structuren en bodem.

 

Aan de hand van deze leidende beginselen kunnen potentiële initiatieven in een vroeg stadium worden gewogen. Tevens kan met behulp van deze leidende beginselen de volgordelijkheid en locatiekeuze van ontwikkelingen binnen de gemeente en de voorkeur voor een integrale ontwikkeling worden beargumenteerd.

 

De leidende beginselen, onderverdeeld in drietal categorieën zijn als volgt:

 

Strategisch

  • Ontwikkel eerst in de zoekgebieden, daarna in de uitzonderingsgebieden; er kan worden afgeweken van deze volgorde wanneer er met een kansrijke integrale, planmatige gebiedsontwikkeling meerdere opgaven in een gebied kunnen worden aangepakt.

  • De landschappelijke kaders van het zoekgebied en de uitzonderingsgebieden bieden ruimte voor één integrale, planmatige ontwikkeling per gebied; bij meerdere initiatieven moet er gekeken worden hoe men samen tot één integrale ontwikkeling kan komen.

  • De ontwikkeling dient te allen tijde meerdere landschappelijke-, ecologische- en maatschappelijke opgaven en doelen.

  • Maak wederkerigheid onderdeel van het initiatief; de landschappelijke kwaliteit van de ruimere context draagt bij aan de duurzame ontwikkeling van het initiatief en vice versa.

Ecologisch

  • Versterk en sluit aan op bestaande groenblauwe structuren en verbindingen.

  • Integreer de ontwikkeling in het netwerk van kleinschalige ecologische verbindingen.

  • Ontwikkel met respect voor- en versterking van het bodemleven en de waterhuishouding.

  • Bouw voort op de kenmerken en kwaliteiten van de reeds aanwezige flora & fauna.

Landschappelijk

  • Maak gebruik van de orde-scheppende en de identiteit- en structuurversterkende maatregelen zoals voorgesteld in het toekomstige landschappelijke raamwerk.

  • Eerst opruimen ten gunste van de landschappelijke kwaliteiten, dan pas ontwikkelen.

  • Houd overgangen tussen landschapstypen en tussen kern en buitengebied leesbaar.

  • In het geval van fasering moet reeds in de eerste fase de uiteindelijke landschappelijke inpassing worden gerealiseerd.

  • De maat en schaal van het landschap vormt de basis voor de locatie, positionering en omvang van de opstelling.

2. Laadvermogen & ontwikkelstrategie

Bij het zoeken naar een juiste locatie, positie en verschijningsvorm van een ontwikkeling stelt men de vraag wat kan het landschap dragen? Dit noemt men het landschappelijke laadvermogen en is voor ieder landschapstype anders. Sommige landschappen kunnen grotere- of meer ontwikkelingen dragen dan andere, die door hun ontwikkelgeschiedenis of schaal kwetsbaarder zijn. Het laadvermogen is afhankelijk van specifieke landschappelijke kwaliteiten, de leesbaarheid en karakteristiek, maar zondermeer ook van het type ontwikkeling dat plaatsvindt in het gebied.

 

Vanuit de ontwikkeling van zon op land is aan de hand van een ontwerpend onderzoek voor het zoekgebied en de twee uitzonderingsgebieden bepaald wat het laadvermogen is. Dit laadvermogen wordt uitgedrukt in hectares en vormt een concrete maatstaf voor de maat en schaal van het initiatief. Deze oppervlaktes zijn inclusief landschappelijke inpassing.

 

Juist omdat er met een relatief beperkte set gebieden en oppervlakte wordt gewerkt is er op basis van het laadvermogen ook al mogelijk om elk gebied een duidelijke strategie te bepalen. Deze strategie geeft een duidelijk handvat voor de gewenste ontwikkeling van een gebied.

 

Brachterland

 

Brachterland is onderdeel van het landschapstype ‘oude velden’ en heeft een rationeel, open karakter met een duidelijk onderscheid tussen de meer kleinschalige kernrandzone van Brachterbeek en de grootschalige infrastructurele lijnen van de Rijksweg, snelweg en hoogspanningsleidingen: het energielandschap

 

Binnen het zoekgebied is een voorkeursgebied aangegeven waarbinnen de hoogste ontwikkelpotentie geldt. Dit voorkeursgebied is circa 60 hectare groot, waarvan maximaal 50% als potentiële ontwikkelruimte voor zonne-energie geldt. Binnen deze ontwikkelruimte kunnen meerdere velden worden ontwikkeld, maar zijn gelimiteerd tot een maximale grootte van 8 hectare per veld. Deze maximale oppervlakte is gebaseerd op de omvang van de huidige percelen en het relatief grootschalige, rationele karakter van de directe omgeving en de uitstraling van het energielandschap.

 

Strategie

Binnen het voorkeursgebied liggen er kansen om met planmatige ontwikkeling het huidige karakter van het energielandschap te versterken. Op basis van het laadvermogen wordt voorgesteld om enkel het voorkeursgebied open te stellen voor initiatieven om zo het restant van het zoekgebied, dat veel kwetsbaarder is, vrij te spelen en de huidige kwaliteit te behouden. De nabijheid van de kernrandzone van Brachterbeek, de meer kleinschalige percelering en relatieve afstand tot het energielandschap maakt verdere ontwikkeling van het resterende zoekgebied onwenselijk. Wanneer het voorkeursgebied vol is moet er gekeken worden naar ontwikkeling in de uitzonderingsgebieden.

 

Alleen wanneer vanwege verregaande praktische en/of technische onmogelijkheden of knelpunten het niet mogelijk is om tot een volwaardige ontwikkeling van het voorkeursgebied te komen moet de mogelijkheid worden bekeken om in het resterende zoekgebied te ontwikkelen. Deze keuze is landschappelijk in principe niet wenselijk en moet gezien worden als een laatste optie, die zeer goed onderbouwd en onderzocht dient te worden.

 

Meggelderveld

 

Meggelderveld is onderdeel van het landschapstype ‘oude Maasdal’ en heeft een relatief open karakter met hier en daar coulissen, met in de nabijheid de kleinschalige kernrandzone van Wessem met de Panheelderbeek en het natuurgebied Meggelderveld.

 

Binnen het uitzonderingsgebied, dat circa 15 hectare beslaat, geldt op basis van het laadvermogen maximaal 25% als potentiële ontwikkelruimte voor zonne-energie. Binnen deze ontwikkelruimte kunnen meerdere velden worden ontwikkeld, maar zijn gelimiteerd tot een maximale grootte van 3,75 hectare per veld. Deze maximale oppervlakte is gebaseerd op de omvang van de huidige percelen en het relatief kleinschalige karakter van de kernrandzone van Wessem.

 

Strategie

Binnen dit uitzonderingsgebied liggen er kansen om met een planmatige gebiedsontwikkeling de landschappelijke en ecologische kwaliteit van het gebied te versterken. Een initiatief voor duurzame energie zou de verbinding moeten aangaan met opgaven zoals de omlegging van de Panheelderbeek, de verbetering van de ecologische- en recreatieve doorwaadbaarheid van het buitengebied en de leegstaande agrarische bebouwing. Op deze wijze wordt bijgedragen aan de algehele kwaliteitsverbetering van de kleinschalige kernrandzone van Wessem en overgang van kern naar landschap.

 

Panheelderveld

 

Panheelderveld is onderdeel van het landschapstype ‘oude velden’ maar heeft door de herinrichting na de grindwinning een relatief open, en rationeel karakter gekregen. Het enigszins afgelegen gebied wordt geflankeerd door de dichtbeplante Kanaalzone en Napoleonsbaan, het natuurgebied Leerke Ven en Funbeach.

 

Binnen het uitzonderingsgebied, dat circa 28 hectare beslaat, geldt op basis van het laadvermogen maximaal 100% als potentiële ontwikkelruimte voor zonne-energie. Binnen deze ontwikkelruimte kunnen meerdere velden worden ontwikkeld, maar zijn gelimiteerd tot een maximale grootte van 8 hectare per veld. Deze maximale oppervlakte is gebaseerd op de omvang van de huidige percelen en het relatief grootschalige en robuuste karakter van de omgeving.

 

Strategie

De 100% ontwikkelruimte duidt op de voorkeur voor een planmatige ontwikkeling. Binnen dit uitzonderingsgebied liggen er kansen om met een planmatige gebiedsontwikkeling de landschappelijke kwaliteit van het gebied te versterken. Een initiatief voor duurzame energie zou de verbinding moeten aangaan met opgaven zoals parkeeropgave van Funbeach, en de ecologische en recreatieve verbinding tussen het Leerke Ven en de Kanaalzone. Op deze wijze wordt bijgedragen aan de verankering van dit gebied in het bredere buitengebied.

 

3. Ontwerpprincipes

De ontwerpprincipes zijn specifieke principes die zorgdragen voor de ontwikkeling en/of bescherming van een landschap in relatie tot de (grootschalige) opwekking van zonne-energie in het zoekgebied en de uitzonderingsgebieden.

 

De ontwerpprincipes vertalen de leidende beginselen in ontwerpvoorbeelden en zijn gestoeld op een gedegen analyse en gebiedskennis. Per gebied is er een set aan ontwerpprincipes ontwikkelt die aansluiten op de karakteristiek van het aanwezige landschap. De ontwerpprincipes dienen niet als zwart/wit beoordeling, maar geven als richtlijnen houvast voor de initiatiefnemer wat betreft de verschijningsvorm van de opstelling, de landschappelijke inpassing en ecologische verbinding; tevens kunnen ze door de gemeente worden ingezet bij de afweging van een initiatief. De ontwerpprincipes vormen inspirerende ontwerpvoorbeelden hoe een initiatief kan komen tot een landschappelijk kwalitatief goed vormgegeven plan.

 

De verschillende sets aan ontwerpprincipes en een voorbeelduitwerking voor elk gebied vindt men in de begeleidende presentatie (Bijlage 2). Deze ontwerpprincipes gelden alleen voor een ontwikkeling op land. Deze voorbeelduitwerkingen verbeelden een ideaalsituatie waaraan een potentieel initiatief in een bepaald gebied getoetst kan worden; voor een ontwikkeling is echter maatwerk altijd noodzakelijk, zolang er maar duidelijk is dat er gebruik is gemaakt van de meegegeven ontwerpprincipes.

 

Uit: Bijlage 2, Leidraad Leidende Beginselen & Ontwerpprincipes

 

b. Bouwsteen Lokaal draagvlak en lokale baten

(uit: Omgevingsvisie Maasgouw)

Bij de grootschalige opwek van duurzame energie (zoals met grote zonnevelden) is draagvlak onder inwoners een belangrijk aspect. Daarom worden initiatieven van lokale energiecoöperaties daar waar mogelijk gesteund. Bij initiatieven door bedrijven of ondernemers met winstoogmerk (financieel-economische belangen) wordt in overleg met de initiatiefnemers verkend of ook financiële participatie van inwoners in het project mogelijk is. Indien dat niet mogelijk is wordt afgesproken op welke manier het initiatief op een andere manier kan bijdragen aan lokale baten.

 

De in hoofdstuk 5 beschreven uitgangspunten maken duidelijk op welke wijze de gemeente Maasgouw lokaal draagvlak en lokale baten (financieel en/of fysiek) voor zich ziet. Belangrijk is dat omwonenden niet alleen met de eventuele lasten van de ruimtelijke ontwikkeling te maken krijgen, maar ook kunnen delen in de lusten.

Zoals hiervoor beschreven wordt er sterk in gezet op het zo min mogelijk zijn van een last, door toepassing van de eerste Bouwsteen Landschappelijke Kwaliteit (Energiekansenkaart, Leidende beginselen en Ontwerpprincipes, dubbel ruimtegebruik, koppelkansen), maar even belangrijk zijn daarbij het meedelen in de opbrengsten voor de lokale omgeving en medezeggenschap bij de totstandkoming van een ruimtelijke ontwikkeling voor het grootschalig opwekken van zonne-energie. Dit vergroot het lokaal draagvlak en draagt bij aan de lokale baten.

Hier stelt de gemeente een aantal voorwaarden voor:

 

1. Lokale baten

1. De afspraken uit de RES NML worden daarbij als belangrijke leidraad genomen.

Daarbij wordt gestreefd naar 50% eigendom van de productie van de lokale omgeving en daarnaast lokaal medezeggenschap. Dit ter borging van de maatschappelijke draagvlak en acceptatie.

Mocht het gewenste percentage van de productie voor de lokale omgeving niet haalbaar zijn, is een extra bijdrage aan investeringen in fysieke lokale baten zoals extra natuurontwikkeling een optie, los van de al benodigde landschappelijke inpassing. Aansluiting wordt gezocht bij de methodiek van het Gemeentelijk Kwaliteitsmenu (GKM). Dit wordt verder vastgelegd in een overeenkomst (zie punt 4)

 

2. Draagvlak door participatie

Betrokkenen in het plangebied moeten bovendien actief kunnen participeren bij de ontwikkeling van het park (naast de voornoemde participatie in exploitatie). De initiatiefnemer zorgt voor actief Omgevingsmanagement, in overleg met de gemeente.

 

3. Multifunctioneel ruimtegebruik

Bij de ontwikkeling van zonneparken dient te worden ingezet op multifunctioneel of meervoudig ruimtegebruik. Er moet waarde en beleving worden toegevoegd aan het landschap. Dit kan uit landschappelijk, ecologische, culturele, educatieve of toeristische doeleinden worden gemotiveerd.

 

4. Overeenkomst

In een anterieure overeenkomst met de gemeente wordt vastgelegd aan welke afspraken de initiatiefnemer zich dient te houden. Dit gaat in op aspecten als onderhoud en werking van de installatie, het in standhouden van de landschappelijk inpassing, de toevoeging van landschappelijk, ecologische en maatschappelijke meerwaarde, coöperatieve realisatiemogelijkheden, participatie en ontmanteling en oplevering na beëindiging.

Deze privaatrechtelijke overeenkomst heeft weliswaar geen ruimtelijke grondslag binnen dit Beleidskader Zon, maar is wel een voorwaarde voor medewerking en maakt deel uit van de beoordeling van een initiatief. Op deze manier kan het lokale draagvlak, vooraf, maar ook tijdens en ná de gebruiksduur geborgd worden.

 

5. Gedragscode Zon op Land

Een andere goede maatstaf voor het vormgeven van een plan met bovenstaande voorwaarden, vindt de gemeente Maasgouw in de Gedragscode Zon op Land van branchevereniging Holland Solar in samenwerking met leidende natuurorganisaties in Nederland. Deze gedragscode wordt door het Nationale Klimaatakkoord ondersteund. Het aantoonbaar werken via deze gedragscode vindt de gemeente Maasgouw een pré bij de beoordeling van een initiatief.

 

6. Haalbaarheid

De initiatiefnemer dient een plan in dat technisch, maatschappelijk en financieel haalbaar en uitvoerbaar is. Als resultaat van bovenstaande voorwaarden moet duidelijk worden of het plan haalbaar is, waarbij de haalbaarheid onderdeel zal uitmaken van de toetsing mede door andere beleidsvelden dan Ruimtelijke Ordening. Pas als een initiatief haalbaar is, zal het kunnen bijdragen aan draagvlak in de omgeving.

 

 

c. Afwegingskader Grootschalige Duurzame Energieopwekking Zon

Uitleg gebruik afwegingskader

 

Positieve principebeoordeling Initiatief

 

Aan alle in dit Beleidskader Zon genoemde voorwaarden moet worden voldaan (én- én).

Pas dan kan de gemeente vanuit het taakveld Ruimtelijke Ordening een positieve principebeoordeling geven over het plan. En alleen dat wordt hier bedoeld met een ‘positieve principebeoordeling’ van een initiatief.

 

Mocht een initiatief volgens de beoordeling voldoen aan dit beleidskader, dan kan deze beoordeling gebruikt worden in de verdere onderbouwing van de daaropvolgende benodigde ruimtelijke procedure.

Een verdere ruimtelijke procedure kan zijn het indienen (of onderdeel zijn van) een principeverzoek aan het college, teneinde een wijziging van het bestemmingsplan/omgevingsplan te bewerkstelligen, of het indienen van een Omgevingsvergunning voor het afwijken van een bestemmingsplan/omgevingsplan.

 

Ontwikkelstrategie

Bij inwerkingtreding van het Beleidskader Zon worden in de gemeente Maasgouw in volgorde eerst initiatieven behandeld die in het beschreven Voorkeursgebied binnen het Zoekgebied gesitueerd zijn (zie bijlage 1). Initiatieven die in het Zoekgebied liggen, maar niet in het Voorkeursgebied, zijn in principe landschappelijk niet gewenst. Mocht het Voorkeursgebied door praktische of technische oorzaken niet volledig kunnen worden ontwikkeld tot het gestelde laadvermogen, dan komt dan pas de rest van het Zoekgebied als mogelijkheid in beeld. Hier moet wel een aanvullende motivering aan ten grondslag liggen en het zal maatwerk betekenen.

Initiatieven in het Uitzonderingsgebied komen in principe pas aan de beurt, nadat het Zoekgebied zodanig is uitontwikkeld dat het laadvermogen is bereikt, zoals in Bijlage 2 bij het Zoekgebied is aangegeven.

Als er echter sprake is van een kansrijk initiatief in het Uitzonderingsgebied, waardoor middels een integrale, planmatige gebiedsontwikkeling, meerdere opgaven in een gebied kunnen worden aangepakt, kan van deze volgorde worden afgeweken.

Aan initiatieven die in het Uitsluitingsgebied liggen, wordt geen medewerking verleend.

 

Bij het indienen van initiatieven wordt door gemeente, waar nodig, verbanden gelegd met soortgelijke of naburige initiatieven, om zoveel mogelijk tot één samenhangende gebiedsontwikkeling te komen. De gemeente kan hier een faciliterende rol in spelen.

 

Evaluatie Beleidskader Zon

In 2024 zal dit Beleidskader Zon worden geëvalueerd om te kijken of het bijstelling behoeft:

Het Beleidskader Zon kan worden aangepast indien de voorwaarden te beperkend blijken te zijn om aan de ambitie te voldoen, of als blijkt dat de voorwaarden juist te ruim zijn opgesteld.

 

Beslisboom Afwegingskader

 

Bouwsteen Landschappelijke kwaliteit

 

Stap 1.

Ligt het initiatief in het Uitsluitingsgebied? 

Ja = geen medewerking

Nee = Stap 2.

Stap 2.

Ligt het initiatief in een Uitzonderingsgebied?

Ja = Stap 2a

Nee = ga naar Stap 3

Stap 2a.

Is het Zoekgebied volledig uitontwikkeld, als bepaald in de Leidende Beginselen en Ontwerpprincipes voor dat gebied (Bijlage 2)?

Ja =Stap 2b

Nee= gaan naar Stap 2c

Stap 2b.

Is er juist gebruik gemaakt van de algemene Leidende Beginselen en Ontwerpprincipes en de strategie van het Uitzonderingsgebied (Bijlage 2)?

Ja = ga naar Stap 4

Nee = geen medewerking

Stap 2c.

Is er sprake van een initiatief dat integraal, planmatig meerdere opgaven in een gebied aanpakt?

Ja = terug naar Stap 2b

Nee = on hold

Stap 3.

Het initiatief ligt in het Zoekgebied. Ligt het ook in het Voorkeursgebied?

Ja = Stap 3c

Nee = Stap 3a

Stap 3a.

Is het Voorkeursgebied volledig uitontwikkeld tot het maximale laadvermogen? 

Ja = geen medewerking

Nee = Stap 3b

Stap 3b.

Is het Voorkeursgebied niet verder te ontwikkelen door praktische of technische oorzaken én is met een aanvullende motivering aangetoond dat het initiatief landschappelijk aanvaardbaar is (maatwerk)?

Ja = Stap 4

Nee = geen medewerking

Stap 3c.

Is er juist gebruik gemaakt van de Leidende Beginselen en Ontwerpprincipes en de strategie van het Zoekgebied?

Ja = Stap 4

Nee = geen medewerking

 

Bouwsteen Lokaal draagvlak en lokale baten

 

Stap 4.

Is er sprake van voldoende lokale baten (streven 50 % lokaal eigendom of anderszins)

Ja = Stap 5

Nee = geen medewerking

Stap 5.

Is er in overleg met de gemeente actief Omgevingsoverleg gevoerd?

Ja = Stap 6

Nee = geen medewerking

Stap 6.

Is er sprake van multifunctioneel ruimtegebruik?

Ja = Stap 7

Nee = geen medewerking

Stap 7.

Is er een anterieure overeenkomst opgesteld, waarin initiatiefnemer met de gemeente afspraken maakt over de verplichtingen voor, tijdens en na de gebruiksperiode ten aanzien van de voorgaande voorwaarden?

Ja = Stap 8

Nee = geen medewerking

Stap 8.

Wordt het initiatief ontwikkeld volgens de Gedragscode Zon op Land van Holland Solar?

Ja = Stap 9

Nee = bij meerdere initiatieven op zelfde locatie, gaat ‘Ja’ voor, anders naar Stap 9.

Stap 9. 

Is het initiatief technisch, maatschappelijk en financieel haalbaar en uitvoerbaar?

Ja = Positieve principebeoordeling

Nee = geen medewerking

 

Bronnen:

  • Arcadis – Intergemeentelijke Structuurvisie Maasplassen 2030 – 2014

  • Gemeente Leudal – Kader duurzame energie (zon en wind) – 2020

  • Gemeente Maasgouw – Actieplan Energietransitie - 2020

  • Gemeente Maasgouw – Actieplan Energietransitie 2022-2023 - 2022

  • Gemeente Maasgouw – Bestemmingsplan Beegden – 2012

  • Gemeente Maasgouw – Bestemmingsplan Heel-Panheel – 2015

  • Gemeente Maasgouw – Bestemmingsplan Kern Wessem – 2011

  • Gemeente Maasgouw – Bestemmingsplan Land van Thorn – 2014

  • Gemeente Maasgouw – Bestemmingsplan Linne – 2014

  • Gemeente Maasgouw – Bestemmingsplan Maasbracht-Brachterbeek – 2013

  • Gemeente Maasgouw – Bestemmingsplan Stevensweert – 2012

  • Gemeente Maasgouw – Omgevingsvisie Maasgouw - 2021

  • Gemeente Roerdalen – Beleidskader Zonne- en Wind energie 2021-2030 - 2021

  • Holland Solar – Gedragscode Zon op Land – 2019 https://hollandsolar.nl/gedragscodes/gedragscode-zon-op-land

  • Provincie Limburg – Handreiking Landschap Grootschalige energie opwek ZON op LAND, RES Noord- en Midden Limburg – 2022

  • RES Noord- en Midden Limburg – Methode van Afweging duurzame opwerk RES Noord- en Midden Limburg, versie 1.5 - 2022

  • Rijksoverheid – Beleidsregels Grote Rivieren – 2020

  • Rijksoverheid – Klimaatakkoord 2019

Naar boven