Gemeenteblad van Soest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Soest | Gemeenteblad 2023, 187721 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Soest | Gemeenteblad 2023, 187721 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële verordening gemeente Soest 2023
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
financieel beheer: het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van financiële aspecten van de gemeentelijke organisatie. BBV en commissie BBV: De Gemeentewet biedt de belangrijkste kaders en regelt bijvoorbeeld dat er nadere eisen worden gesteld aan de inrichting van de begroting en de jaarrekening. Dit wordt vervolgens uitgewerkt in het Besluit begroting en verantwoording gemeentes en provincies (hierna: BBV). Het BBV schrijft voor op welke wijze de gemeente moet begroten en verantwoorden en de wijze waarop zij uitvoeringsinformatie vastlegt. Om een correcte interpretatie van deze artikelen te waarborgen is er een commissie voor het BBV (hierna: commissie BBV). De commissie BBV draagt zorg voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV, en voor een visie ten aanzien van rechtmatigheid in de controleverklaring (artikel 75, tweede lid, van het BBV) ;
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
In de begroting en de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de lasten en baten per deelprogramma weergegeven. Reservemutaties worden apart zichtbaar gemaakt. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag (in elk geval: verantwoording programma’s, deelprogramma’s en paragrafen) en de jaarrekening (in elk geval: overzicht baten en lasten en balans met toelichtingen, verplichte bijlagen). In de overzichten overhead en algemene dekkingsmiddelen worden ook de lasten en baten vermeld.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven. In de jaarstukken wordt van de investeringen het verloop weergegeven (investeringskrediet, werkelijke uitgaven en restantkrediet) en wordt aangegeven welke investeringen wel en welke niet worden afgesloten. Voor de nog niet afgesloten kredieten wordt de actuele raming aangegeven.
In de jaarstukken wordt vanaf verslagjaar 2023 een rechtmatigheidsverantwoording opgenomen waarin een nadere toelichting wordt gegeven in hoeverre bij de in de jaarstukken verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de programmabegroting geautoriseerd.
Eventuele wijzigingen van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstellingen van het beleid worden door het college voorgesteld bij de door de raad vast te stellen tussenrapportages. In bijzondere gevallen worden begrotingswijzigingen volgend uit afzonderlijke beleidsvoorstellen aan de raad voorgelegd.
Het college kan door middel van een collegebesluit de raming van de lasten en baten binnen een deelprogramma of het overzicht overhead en algemene dekkingsmiddelen wijzigen mits dit niet leidt tot een wijziging van het totaal van de lasten en baten van een deelprogramma of het overzicht overhead en algemene dekkingsmiddelen. Voor bedragen beneden de € 100.000 is het college bevoegd om door middel van een collegebesluit wijzigingen aan te brengen in het totaal van de lasten en baten van een deelprogramma of het overzicht overhead en algemene dekkingsmiddelen mits deze binnen de begroting budgettair neutraal kunnen worden verwerkt.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
De rapportages gaan in op significante afwijkingen. Naast bestuurlijke actualiteit of gevoeligheid wordt daar in ieder geval onder verstaan: een over-/onderschrijding ten opzichte van het geprognotiseerde jaarresultaat van € 100.000 of meer per deelprogramma, exclusief eigen loonkosten. Afwijkingen waarvan wordt voorgesteld om de begroting te wijzigen, worden door het college getoetst aan het principe van de 3 O’s: Onontkoombaar, Onvermijdelijk en Onuitstelbaar.
Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen van:
Deze verplichting geldt niet indien voornemens zoals hiervoor zijn benoemd al zijn voorgelegd in de begroting, tussentijdse rapportage of afzonderlijk raadsvoorstel.
Wanneer het rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 9. Begrotingsrechtmatigheid
De toe te passen normen voor het begrotingsrechtmatigheid zijn in hoofdlijnen bepaald in de Gemeentewet en uitgewerkt in de kadernota rechtmatigheid van de Commissie BBV. Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting onrechtmatig is. Het is aan de raad om te bepalen in hoeverre, afwijkingen als acceptabel worden aangemerkt. In de volgende situaties worden afwijkingen in elk geval door de raad geaccepteerd:
Artikel 10. Rechtmatigheidsverantwoording
Het college verstrekt vanaf verslagjaar 2023 bij de jaarstukken een rechtmatigheidsverantwoording. In de rechtmatigheidsverantwoording wordt het totaal aan afwijkingen (fouten en onduidelijkheden, ieder afzonderlijk, ten aanzien van het begrotings-, voorwaarden-, misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium die uitkomen boven de door de raad vastgestelde verantwoordingsgrens van 1% van de totale geraamde lasten van de gemeente, inclusief de toevoegingen aan de reserves) opgenomen.
Artikel 11. Waardering en afschrijving vaste activa
Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een nota activabeleid aan. Regels omtrent de waardering en afschrijving van activa zijn nader uitgewerkt en vastgelegd in deze nota. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:
Artikel 12. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening dubieuze debiteuren wegens oninbaarheid gevormd op basis van een gestructureerde beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
Artikel 14. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de overheadkosten betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (btw), eventueel verschuldigde vennootschapsbelasting en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, wordt uitgegaan van de volgende berekeningsmethode: De totale structurele overheadkosten gedeeld door de totale direct aan de producten toegerekende loonkosten (maal 100%), gecorrigeerd met de jaarlijks fluctuerende kosten.
Het percentage van de omslagrente wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves zoals bepaald overeenkomstig het vijfde lid. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op maximaal een half procent naar boven afgerond.
Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves in de omslagrente voor de kostprijsberekening als bedoeld in het vierde lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. De hoogte van het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves wordt bepaald aan de hand van de bij de begroting geraamde rentekosten als percentage van de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves wordt op maximaal een half procent naar boven afgerond.
Artikel 15. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 17. Financieringsfunctie
De financieringsfunctie, het aantrekken en uitzetten van middelen, is geregeld conform de wet Financiering decentrale overheden (Wet fido). Het Soester beleid is vastgelegd in het treasurystatuut. In de financieringsparagraaf van de begroting, tussentijdse rapportages en jaarstukken wordt op de ontwikkelingen, actualiteit en realisatie ingegaan. Het treasurystatuut wordt ten minste éénmaal per vier jaar vastgesteld door de raad.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het BBV op.
Artikel 20. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het BBV op.
De paragraaf Financiering bij de begroting bevat naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het BBV een rentevisie, vertaald naar een prognose van de financieringsbehoefte van de komende vier jaar.
De paragraaf Bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken geeft naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het BBV in ieder geval inzicht in (de ontwikkelingen van):
Artikel 24. Verbonden partijen
De paragraaf Verbonden partijen bij de begroting en jaarstukken geeft naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het BBV per verbonden partij inzicht in:
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarstukken, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-187721.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.