Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 en 2023 gemeente Etten-Leur

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur

 

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 van de Participatiewet;

overwegende dat:

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2022 en 2023;

  • het daarom wenselijk is om aparte, tijdelijke beleidsregels vast te stellen omtrent de eenmalige energietoeslag, zodat kan worden aangegeven in welke situaties en onder welke voorwaarden een inwoner in aanmerking kan komen voor de eenmalige energietoeslag;

b e s l u i t:

 

vast te stellen de Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 en 2023 gemeente Etten-Leur.

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (Pw), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: Participatiewet;

    • b.

      de energietoeslag: de eenmalige energietoeslag zoals bedoeld in artikel 35 lid 4 en 5 van de Participatiewet;

    • c.

      de bijstandsnorm: de op de leef- en woonsituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 3 van de wet exclusief vakantietoeslag. Er wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm zoals bedoeld in artikel 22a Pw.

    • d.

      Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam Werkplein Hart van West-Brabant.

    • e.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • f.

      IOAZ: de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • g.

      Aio-uitkering: de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen

    • h.

      Bbz 2004: het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

    • i.

      Referteperiode: de volledige kalendermaand voorafgaand aan de maand van aanvraag.

      Bij wisselende inkomsten: drie volledige kalendermaanden voorafgaand aan de maand van aanvraag.

      Als de aanvraag energietoeslag wordt ingediend in het eerste kwartaal 2023 maar betrekking heeft op het kalenderjaar 2022 geldt als referteperiode:

      • bij een vast inkomen: het inkomen over de maand november 2022;

      • bij wisselende inkomsten: het inkomen over de maanden: september, oktober en november 2022.

    • j.

      Hoofdbewoner : degene die een woning bewoont; eigenaar of huurder is en energielasten betaalt op basis van een leveringsovereenkomst met een energieleverancier; of diegene die op basis van een commercieel huurcontract een woning huurt, bewoont en energielasten betaalt op basis van die commerciële huurovereenkomst.

Artikel 2: Laag inkomen

  • 1.

    Er is sprake van een laag inkomen als het inkomen exclusief vakantiegeld lager is dan of gelijk is aan 130 procent van de bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag. Bij een hoger inkomen bestaat geen recht op de energietoeslag.

  • 2.

    Van een laag inkomen is eveneens sprake als het huishouden deelneemt aan een schuldhulp-verleningstraject op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs – Msnp), of de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp).

  • 3.

    Het in aanmerking te nemen inkomen wordt bepaald aan de hand van het inkomen gedurende de referteperiode.

  • 4.

    De middelen bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de wet worden niet tot het inkomen gerekend.

  • 5.

    In afwijking van artikel 32, eerste lid, onderdeel a van de wet worden een teruggave inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen niet als inkomen in aanmerking genomen.

  • 6.

    Als de hoofdbewoner en/of diens partner de pensioengerechtigde leeftijd heeft/hebben bereikt wordt bij de vaststelling van het gezinsinkomen rekening gehouden met de pensioenvrijlating als bedoeld in artikel 33 lid 5 Pw.

  • 7.

    De verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen over inkomen waarover geen loonbelasting is geheven wordt gesteld op het percentage van dat inkomen genoemd in artikel 6, tweede lid, van het Bbz 2004.

Artikel 3: Doelgroep energietoeslag

  • 1.

    De energietoeslag is bedoeld voor een huishouden met een laag inkomen en wordt ambtshalve, of op aanvraag, éénmaal per kalenderjaar als bijzondere bijstand verleend.

  • 2.

    De hoogte van de energietoeslag wordt bepaald op basis van de volgende categorie indeling:

    • a.

      categorie A: de toeslag bedraagt € 1.300 per kalenderjaar voor een huishouden met een inkomen tot en met 120% van de voor zijn/haar situatie geldende bijstandsnorm;

    • b.

      categorie B: de toeslag bedraagt € 800 per kalenderjaar voor een huishouden met een inkomen hoger dan 120% tot en met maximaal 130% van de voor zijn/haar situatie geldende bijstandsnorm.

  • 3.

    Als het Rijk besluit om de gemeentelijke financiering voor de energietoeslag, genoemd in lid 2 onder a. te wijzigen, past het Dagelijks Bestuur het bedrag van de aan de huishoudens toe te kennen energietoeslag automatisch dienovereenkomstig aan.

  • 4.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 5.

    Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de datum van aanvraag:

    • a.

      niet woonachtig is in de gemeente Etten-Leur

    • b.

      jonger is dan 18 jaar;

    • c.

      18, 19 of 20 jaar is en een beroep op de onderhoudsplicht van de ouders kan doen;

    • d.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

    • e.

      is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.

    • f.

      geen hoofdbewoner is.

  • 6.

    De beleidsregels ‘bijzondere bijstand gemeente Etten-Leur zijn niet van toepassing op aanvragen voor de energietoeslag.

Artikel 4: Ambtshalve toekenning

  • 1.

    Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 en die voor de energietoeslag 2023 in de maand februari 2023:

    • a.

      algemene bijstand ontvangen; of

    • b.

      een uitkering Bbz-levensonderhoud; of

    • c.

      een uitkering ontvangen op grond van de inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), ontvangen de energietoeslag ambtshalve.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is ook van toepassing op huishoudens die algemene bijstand in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) van de Sociale Verzekeringsbank ontvangen op grond van artikel 47a van de wet.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om ook aan andere huishoudens die behoren tot de doelgroep als omschreven in artikel 3 de energietoeslag ambtshalve toe te kennen als die uit de administratie van het Werkplein en/of het bestand kwijtschelding gemeentelijke belastingen van de Belastingsamenwerking West-Brabant geselecteerd kunnen worden.

Artikel 5: Aanvraag

  • 1.

    Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2022 en 2023 kunnen een aanvraag indienen bij het Werkplein Hart van West-Brabant.

  • 2.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier op de website van het Werkplein Hart van West-Brabant. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 3.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2022 moet uiterlijk op 31 maart 2023 door het Werkplein zijn ontvangen.

  • 4.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 kan worden ingediend vanaf 1 maart 2023 en moet uiterlijk op 31 december 2023 door het Werkplein zijn ontvangen.

  • 5.

    Bij de aanvraag wordt tenminste overgelegd:

    • a.

      de bewijzen van het inkomen van aanvrager en eventuele partner in de referteperiode;

    • b.

      een kopie van een identiteitsbewijs van de aanvrager en eventuele partner;

    • c.

      een kopie van een bankpas of recent bankafschrift met daarop het rekeningnummer en de tenaamstelling;

    • d.

      een bewijsstuk waaruit blijkt dat de aanvrager de hoofdbewoner is.

Artikel 6. Citeertitel, inwerkingtreding en duur

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als 'Beleidsregels energietoeslag 2022 en 2023 gemeente Etten-Leur’

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking op de derde dag na bekendmaking en werken terug tot 15 maart 2022.

  • 3.

    De 'Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Etten-Leur’ worden per 15 maart 2022 ingetrokken.

  • 4.

    Deze beleidsregels vervallen met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat deze beleidsregels van toepassing blijven op tijdig ontvangen aanvragen en bezwaarschriften waarop op 31 december 2023 nog niet is beslist.

Etten-Leur, 10 januari 2023

drs. C. (Cor) Smits

gemeentesecretaris

drs. M.L. (Mark) Verheijen

burgemeester (wnd)

Naar boven