Gemeenteblad van Barendrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Barendrecht | Gemeenteblad 2023, 1850 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Barendrecht | Gemeenteblad 2023, 1850 | beleidsregel |
Beleidsregels studietoeslag gemeente Barendrecht
Onder structurele medische beperking verstaat het college: een fysieke en/of psychische beperking die voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek die voldoende ernstig is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebrek en het niet in staat zijn van het verdienen van inkomsten naast de studie door belanghebbende. De medische beperking is structureel als er binnen een periode van 6 maanden geen herstel of verbetering is te verwachten.
Artikel 8. Wijzigingen doorgeven
Voor de studietoeslag is sprake van een inlichtingenplicht als bepaald in artikel 36b lid 4 Participatiewet.
Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van belanghebbende afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.
Aldus vastgesteld op 20 december 2022
Het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris,
G.J. Bravenboer
de burgemeester,
Drs. G. Veldhuijzen
Doel van de studietoeslag is om jongeren met een structurele medische beperking die niet kunnen bijverdienen naast hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te bieden. Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie van december 2018 is gebleken dat de individuele studietoeslag niet aan het gestelde doel voldeed. Aanpassing is nodig om het doel van de regeling te bereiken. Om deze reden is de regeling van studietoeslag gewijzigd. De aangepaste studietoeslag met minimumbedragen trad op 1 april 2022 in werking. De bedragen voor de studietoeslag en de vrijlating van de stagevergoeding zijn uitgewerkt in een AMvB. Het college verstrekt studietoeslag op grond van het nieuwe artikel 36b Participatiewet.
Geen bijstand meer maar toeslag
De studietoeslag is geen bijstand meer. Daarom is er geen vermogenstoets. Ook de gegevens over de woon/leef situatie (gezinssamenstelling) zijn niet van invloed op het recht. Er geldt geen leeftijdsgrens. Het recht is gekoppeld aan het recht op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.
Recht op studiefinanciering WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS
In de wettekst van artikel 36b Participatiewet staat dat een aanvraag kan worden gedaan als iemand studiefinanciering of WTOS ontvangt. Dit moet zo worden gelezen: er bestaat recht op studietoeslag als er recht bestaat op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 WTOS. Of er recht bestaat blijkt uit een beschikking van DUO. Voor het moment waarop is voldaan aan de voorwaarden voor studietoeslag is niet de datum van ontvangst van studiefinanciering of WTOS van belang, maar de datum vanaf wanneer het recht bestaat.
Voorbeeld: Iemand begint op 1 september 2022 met een opleiding, heeft recht op studiefinanciering met ingang van 1 december 2022 en ontvangt deze voor het eerst op 22 december 2022. Dan bestaat er recht op studietoeslag met ingang van 1 december 2022.
Belanghebbende dient een beschikking van DUO te tonen waaruit blijkt dat er recht is op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.
Als de belanghebbende werkt dan vervalt het recht op studietoeslag (tijdelijk).
Dit geldt ook bij geringe inkomsten uit een vakantiebaan. Belanghebbende kan een nieuwe aanvraag doen wanneer deze inkomsten gestopt zijn.
Een belanghebbende moet als rechtstreeks gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat zijn naast de studie inkomsten te verdienen. Voor de invulling van de term ‘structureel’ wordt aangesloten bij ‘artikel 10 lid 2 en lid 3 van de Regeling Ontslagbesluit’. Hier wordt gesproken over een termijn van 26 weken.
Begrip inkomsten kunnen verwerven
In de regel beoordeelt een onafhankelijk medisch adviseur of belanghebbende recht heeft op studietoeslag. Dit blijkt uit artikel 36b lid 2 Participatiewet. Het advies bevat nadrukkelijk geen medische gegevens van belanghebbende. Uit het advies dient enkel duidelijk te worden of belanghebbende in staat is eigen inkomsten te verwerven naast een voltijd studie. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p. 6.
Artikel 36b lid 2 Participatiewet biedt de mogelijkheid om af te zien van een medisch advies. Het college kan dit doen op grond van bij het college bekende gegevens of door de belanghebbende verstrekte gegevens. Het college mag niet ten nadele van belanghebbende afzien van het medisch advies. De belanghebbende houdt de mogelijkheid een beroep te doen op een onafhankelijk medisch oordeel. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394, nr.5, p.7.
Het college kan van het medisch advies afzien wanneer vaststaat dat er geen recht bestaat op studietoeslag om andere dan medische redenen.
Nieuw medisch advies bij zicht op verbetering
Het onafhankelijk medisch advies kan aanleiding vormen voor het college om de duur van de studietoeslag niet af te stemmen op de duur van de studiefinanciering, bijvoorbeeld wanneer zicht is op verbetering van de medische situatie van betrokkene. Zie Tweede Kamer 2019-2020, 35394 nr. 5, p. 9. In dat geval bepaalt het college dat binnen een bepaalde periode een nieuw medisch advies zal worden gevraagd. Het college moet bij de advisering de zorgvuldigheidsnormen van Hoofdstuk 3 van de Awb in acht nemen.
Het inleveren van een deskundigenverklaring kan betekenen dat het onafhankelijk medisch advies overbodig is. Dit is enkel het geval wanneer de verklaring bewijst dat sprake is van een structurele medische beperking. En wanneer de deskundigenverklaring naar het oordeel van de gemeente ook onafhankelijk tot stand is gekomen.
Stages die plaatsvinden in het kader van de studie (zowel verplicht als onverplicht) vallen onder de vrijlatingsregeling. Zie Tweede kamer, 2019-2020, 35394, nr. 5, p. 8. Inkomsten uit een stage worden vrijgelaten tot een maximumbedrag als vastgelegd bij AMvB, zie artikel 36b lid 5 Participatiewet. Wanneer een stagevergoeding hoger is dan de vrijlating wordt het meerdere in mindering gebracht op de studietoeslag. Belanghebbende dient hiertoe een stageovereenkomst te tonen waaruit de hoogte van de stagevergoeding blijk.
Artikel 6. Toekennen en uitbetalen
Het college hoeft niet ambtshalve te onderzoeken of een belanghebbende met terugwerkende kracht recht heeft op studietoeslag. Dit gebeurt alleen als belanghebbende het college daartoe verzoekt. De studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.
Artikel 7. Hoogte studietoeslag
Bij het vaststellen van het bedrag voor de doelgroep jonger dan 21 jaar kiest het Rijk voor een minimumbedrag dat evenredig is aan de verhouding van het wettelijk minimumjeugdloon. De hoogte van de studietoeslag is dus leeftijdsafhankelijk. In Barendrecht zijn de hieronder genoemde bedragen al van toepassing voor 1 april 2022 zodat er geen overgangsrecht nodig is.
Het wettelijk minimumjeugdloon wordt twee keer per jaar geïndexeerd. De hoogte van de studietoeslag wordt met dezelfde frequentie geïndexeerd.
Bij de inwerkingtreding van de wetswijziging 1 april 2022 zijn de bedragen als volgt:
Het college mag ten gunste afwijken van de normen bepaald in de AMvB. Het college kiest ervoor dit te doen in de maand waarin belanghebbende jarig wordt. Dit om de uitvoering van de studietoeslag te vereenvoudigen. In de maand dat belanghebbende jarig wordt en dit leidt tot een hoger bedrag aan studietoeslag, wordt de studietoeslag in die maand gebaseerd op het bedrag dat geldt voor de leeftijd waarop belanghebbende jarig is. Dit is geregeld in lid 2.
Voorbeeld; belanghebbende wordt op 25 juli 20 jaar. Dan wordt de studietoeslag voor de hele maand juli berekend naar het bedrag voor een 20-jarige.
Artikel 8. Wijzigingen doorgeven
Op grond van artikel 36b lid 4 Participatiewet geldt een aparte inlichtingenplicht voor de studietoeslag. Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag studietoeslag is verstrekt, dan mag het college overgaan tot terugvordering op grond van artikel 58 lid 2 en artikel 36b lid 4 Participatiewet.
Het college mag van de eigen beleidsregels afwijken als toepassing ervan in een individueel geval door bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit is geregeld in artikel 4:84 Awb.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-1850.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.