Gemeenteblad van Nieuwkoop
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2023, 180087 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2023, 180087 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening inspraak, participatie en uitdaagrecht gemeente Nieuwkoop 2023
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Inleidende bepaling
Deze verordening regelt de betrokkenheid van inwoners bij de ontwikkeling - mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie - van gemeentelijk beleid en de rol van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de gemeenteraad in deze processen. Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente reageert of ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, maatschappelijke organisaties, of andere betrokkenen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
inspraak: een door of namens het bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, bedrijven/organisaties en andere belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover een toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, of door het college van burgemeester en wethouders of door de burgemeester;
inwonerparticipatie: het op initiatief van de gemeente betrekken van inwoners, bedrijven en belanghebbenden bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid, Inwonerparticipatie kan de vorm aannemen van informeren, consulteren, samen beslissen, samen handelen en ondersteunen van initiatieven gemeenschap;
Artikel 3 Doelstelling en reikwijdte
Inwonerparticipatie en/of inspraak wordt in beginsel toegepast wanneer het te verwachten is dat er belanghebbenden zijn die in aanzienlijke mate geraakt zullen worden door het betreffende beleid of besluit, ofwel wanneer te verwachten is dat betrokken inwoners, bedrijven of organisaties over relevante ervaringskennis of inzichten beschikken die bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van het beleid of besluit.
Hoofdstuk 2. Inwonerparticipatie
Artikel 5. Besluitvorming participatieproces
Het bestuursorgaan kan na afloop van het participatieproces in uitzonderlijke gevallen van de op grond van het eerste lid gemaakte keuze afwijken, bijvoorbeeld omdat het participatietraject sterk uiteenlopende visies opleverde, omdat betrokken belangen onvoldoende zijn meegewogen of omdat de participatie leidde tot nieuwe ideeën en inzichten die op gespannen voet staan met de vooraf gestelde kaders. De afwijking van de uit hoofde van het eerste lid gemaakte keuze wordt expliciet gemotiveerd en gecommuniceerd aan de deelnemers aan het participatietraject.
Inspraak bij de gemeenteraad vindt plaats overeenkomstig de inspraakprocedure zoals deze in bijlage 2 bij deze verordening is opgenomen.
Hoofdstuk 4. Overheidsparticipatie
Artikel 8. Toepassen overheidsparticipatie
Overheidsparticipatie wordt toegepast indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het publieksinitiatief past binnen de kaders van het gemeentelijk beleid en bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid, en/of anderszins een positieve maatschappelijke bijdrage levert aan de lokale samenleving.
Artikel 9. Behandeling in de raad
De besluiten van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van honorering, gedeeltelijke honorering of afwijzing van publieksinitiatieven als bedoeld in artikel 8 (Overheidsparticipatie) of artikel 10 (Uitdaagrecht) worden binnen 60 dagen na toezending aan de gemeenteraad in een openbare raadsvergadering besproken, behoudens de mogelijkheid van eenmalige verlenging met maximaal 60 dagen.
Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de behandeling van het initiatief in een meningsvormende raad. De initiatiefnemers hebben tijdens deze vergadering de gelegenheid om het initiatief mondeling toe te lichten en eventuele vragen uit de raad te beantwoorden. De agendacommissie kan een of meer initiatiefnemers of de vertegenwoordiger toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in deze meningsvormende raad over het initiatief.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de initiatiefnemers binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het publieksinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van het besluit dat de raad heeft genomen. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het publieksinitiatief noemt het college van burgemeester en wethouders de redenen daarvoor.
Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het publieksinitiatief besluit, overlegt het college van burgemeester en wethouders binnen twee weken na de raadsvergadering waarin de besluitvorming over het publieksinitiatief heeft plaatsgevonden met de initiatiefnemers over de verdere uitvoering van het besluit.
Hoofdstuk 9 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 14. Intrekking oude regeling
De Inspraakverordening gemeente Nieuwkoop 2009 wordt ingetrokken per de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze verordening blijven de bepalingen van de in artikel 14 genoemde verordening van toepassing.
Toelichting Verordening inspraak, participatie en uitdaagrecht gemeente Nieuwkoop 2023
Met de Verordening inspraak en participatie gemeente Nieuwkoop 2023 (hierna Participatieverordening) stelt de gemeenteraad het kader voor participatie vast, zodat voor zowel de inwoners als de gemeente duidelijk is op welke manier zij in welke fase van het beleidsproces betrokken worden. Dit schept duidelijkheid voor alle betrokkenen.
Het vaststellen van de Participatieverordening kan worden gezien als een vervolgstap op het vaststellen van het Participatiebeleid en de Participatiewijzer in 2021. Het betrekken van inwoners bij het participatieproces vraagt om duidelijke en heldere communicatie en na het vaststellen van de Participatieverordening zal de vervolgstap zijn voor de gemeenteraad/het gemeentebestuur zich hierop te richten.
Inspraak, participatie en ontwerpwetsvoorstel
De raad is verplicht om een inspraakverordening vast te stellen (artikel 150 van de Gemeentewet). Er is een wetsvoorstel in voorbereiding om deze inspraak uit te breiden naar ‘participatie’ en eventueel ook ‘uitdaagrecht’. Het gaat hier om het ontwerpwetsvoorstel Wet versterking participatie op decentraal niveau (voluit: Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba in verband met de participatieverordening en het uitdaagrecht van inwoners en lokale maatschappelijke partijen).
Het ontwerpwetsvoorstel is op 5 juni 2020 door de ministerraad aanvaard en is op 22 september 2022 ingediend bij de Tweede Kamer en daar nog in behandeling.
Voorbeeldverordening; verordeningsbevoegdheid
Gemeenten die al op het ontwerpwetsvoorstel vooruit willen lopen, kunnen gebruik maken van de voorbeeldverordening van de VNG. Aangezien het wetsvoorstel nog in de ontwerpfase verkeert, presenteert de VNG geen model maar een voorbeeld voor een verordening. Met dit voorbeeld beoogt de VNG gemeenten te inspireren tot andere participatiemogelijkheden dan inspraak en deze participatie van een wettelijke basis te voorzien. Omdat het om een ontwerpwetsvoorstel gaat, is naast artikel 150 van de Gemeentewet ook artikel 149 van de Gemeentewet (met de autonome verordeningsbevoegdheid van de raad) als grondslag voor de verordening toegevoegd. Voor de Nieuwkoopse verordening heeft het VNG voorbeeld als uitgangspunt gediend en is deze op de lokale situatie toegesneden.
Participatie omvat volgens de definitie het betrekken van inwoners en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering of evaluatie van gemeentelijk beleid. In de memorie van toelichting op het ontwerpwetsvoorstel staat hierover het volgende. Inwoners hebben in toenemende mate een belangrijke rol in de agendering, de voorbereiding, de totstandkoming, de uitvoering en de beoordeling van beleid. Niet alleen omdat de burger de gevolgen van beleid ervaart, maar ook omdat participatie aan het politieke proces als intrinsieke waarde van de Nederlandse samenleving wordt ervaren.
Participatie mobiliseert de kennis en steun van betrokkenen bij beleidsproblemen waarvan de overheid op voorhand nog niet weet, of nog niet wil bepalen, hoe deze opgelost zullen worden.
Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bevat een procedure voor de voorbereiding van besluiten. Deze afdeling heeft als doelstelling het bevorderen van eenheid in de wetgeving en het systematiseren en vereenvoudigen van wetgeving. In artikel 150, tweede lid, van de Gemeentewet is afdeling 3.4 van de Awb als hoofdregel van toepassing verklaard op de inspraak.
Het is ook mogelijk een andere procedure van toepassing te verklaren. Dit is ook zo opgenomen in het ontwerpwetsvoorstel.
In de voorbeeldverordening kan het bevoegde bestuursorgaan in aansluiting op de wettekst besluiten om in specifieke beleidstrajecten zowel geheel als gedeeltelijk af te wijken van afdeling 3.4 van de Awb. Dit laatste kan bijvoorbeeld gebeuren in gevallen waarin het wenselijk is om de participatie op andere wijze te organiseren dan via het mondeling of schriftelijk naar voren brengen van zienswijzen of om te werken met andere termijnen.
Alternatieven voor participatie
Participatie is onderdeel van het totale besluitvormingsproces, een naar tijd en strekking begrensde fase daarin. Het moet onderscheiden worden van de andere mogelijkheden die men heeft om zich tot het gemeentebestuur te wenden. Te denken valt hierbij aan het spreekrecht bij raadsvergaderingen (reglement van orde 2014, versie 15 september 2016). Andere mogelijkheden die buiten de hier geregelde participatie vallen zijn: het schrijven van brieven, het bezoeken van spreekuren en het houden van informatiebijeenkomsten. Participatie is uiteraard ook van een andere orde dan de mogelijkheid om de concrete uitkomsten van de beleidsvaststelling aan te vechten door middel van bezwaar en beroep.
Ruimte voor initiatieven van inwoners en lokale maatschappelijke partijen
Het is van wezenlijk belang dat decentrale overheden ruimte bieden voor initiatieven van onderop en dat aan de samenleving een grote rol wordt toebedeeld bij het ontwikkelen van initiatieven voor algemene voorzieningen. Inwoners kennen hun buurt en hun gemeente, weten wat er leeft en spelen daarop in. Deze maatschappelijke initiatieven kunnen aanvullend zijn op de gemeentelijke initiatieven of kunnen sommige gemeentelijke initiatieven vervangen. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met het gegeven dat de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van gemeentelijke taken bij het gemeentebestuur zelf berust.
Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.
Het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het zal duidelijk zijn dat het hierbij niet gaat om de vaststelling van concrete besluiten of maatregelen, maar om de vorming van het beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd.
Bij de omschrijving van participatie is aangesloten bij de tekst van het ontwerpwetsvoorstel Wet versterking participatie op decentraal niveau waarbij een wijziging van artikel 150, eerste lid, van de Gemeentewet is voorzien. Hierin is bepaald dat de raad een verordening vaststelt waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen/inwoners en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid worden betrokken. Het huidige artikel 150 van de Gemeentewet omvat inspraak bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid; bij participatie wordt dit uitgebreid met uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid.
De bepaling bevat tevens de definities van inspraak. Inwonerparticipatie, overheidsparticipatie en publieksinitiatief.
Dit lid legt een aantal verplichtingen vast met betrekking tot het participatieproces. Om zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen, wordt hiertoe in het lid opgesomd dat moet worden ingegaan op: doel van de participatie, beïnvloedingsruimte, kaders, communicatie, werkwijze, tijdpad, democratische waarborgen en begroting van de kosten van de procedure.
Naast de genoemde voorbeelden zijn democratische waarden bijvoorbeeld ook: gelijkheid, transparantie en verantwoording.
Artikel 5. Besluitvorming participatieproces
Hierin wordt aangegeven op welke wijze het bestuursorgaan zal omgaan met de uitkomsten van het participatieproces en op welke wijze de besluitvorming zal plaatsvinden.
Benoemd de voorwaarden waaronder in uitzonderlijke gevallen het bestuursorgaan kan afwijken van de op grond van het eerste lid gemaakte keuze hoe om te gaan met de uitkomsten van het participatieproces.
In artikel 150, tweede lid van de Gemeentewet is bepaald dat inspraak wordt verleend door toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover in de verordening niet anders is bepaald. In de artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb is de participatieprocedure te vinden. Na terinzagelegging en bekendmaking van de beleidsvoornemens kunnen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen.
Als het bestuursorgaan de procedure van afdeling 3.4 van de Awb niet passend acht voor een specifiek beleidstraject, kan op grond van het tweede lid een andere procedure worden gevolgd.
Artikel 10. Onderwerp van het uitdaagrecht
Hierin is bepaald dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen taken besluit of uitdagen mogelijk is. Het zal meestal gaan om taken van burgemeester en wethouders als in de regel het verantwoordelijke bestuursorgaan voor de uitvoering van gemeentelijk taken (artikel 160, eerste lid onder b, van de Gemeentewet.
In het derde lid is opgenomen voor welke taken het niet mogelijk is om de uitvoering van het gemeentebestuur over te nemen. Er kan ten aanzien van deze taken dus geen uitdaagrecht worden toegepast.
Artikel 12. Omgevingsplan en omgevingsvergunning
Bepaling die de afstemming met de toekomstige Omgevingswet regelt.
De evaluatie van de werking van deze verordening in de praktijk is wenselijk. Daarom wordt de uitvoering van deze verordening eenmaal per twee jaar geëvalueerd.
Dit lid bevat de minimale vereisten waaraan de evaluatie moet voldoen.
Artikel 14. Intrekking oude regeling
Met deze bepaling wordt de bestaande Inspraakverordening gemeente Nieuwkoop 2009 ingetrokken. Er wordt geen tijdstip vermeld waarop de oude verordening wordt ingetrokken. Dat is ook niet nodig. De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de Verordening inspraak en participatie gemeente Nieuwkoop 2023 in werking treedt.(artikel 14).
Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel
Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze verordening blijven de bepalingen van de in artikel 14 genoemde verordening van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-180087.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.