Gemeenteblad van Aa en Hunze
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aa en Hunze | Gemeenteblad 2023, 177798 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aa en Hunze | Gemeenteblad 2023, 177798 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
De raad van de gemeente Aa en Hunze;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 januari 2022;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording
provincies en gemeenten (BBV);
gezien het advies van de Auditcommissie;
besluit vast te stellen de Financiële verordening gemeente Aa en Hunze 2023:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld: schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen wordt verstaan het totaal van leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Het college legt in de jaarrekening verantwoording af over de mate waarin de verantwoorde baten en lasten, en ook balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Het college versterkt bij de jaarstukken een rechtmatigheidsverantwoording. De verantwoordingsgrens voor de rechtmatigheid is bepaald op 3%. De verantwoordingsgrens wordt berekend als percentage van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves. Boven de verantwoordingsgrens moet het College van Burgemeester en Wethouders afwijkingen (fouten en afwijkingen) opnemen in de rechtmatigheidsverantwoording. Overschrijding van de rechtmatigheidsgrens betekent dat de gemeente financieel onrechtmatig heeft gehandeld, waarvoor het College van Burgemeester en Wethouders verantwoording moet afleggen. Voor verdere uitwerking wordt verwezen naar artikel 19 en 22.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringsbudgetten
Het college informeert de raad als het verwacht dat één van de volgende situaties zich voordoet:
Bij verwachtte kredietoverschrijding die binnen de 10% en met een minimum van € 10.000 blijft wordt de raad geïnformeerd in de standaardrapportages, maar volgt geen voorstel tot kredietwijziging.
De raad wordt op korte termijn geïnformeerd bij afwijkingen van meer dan 10% van het geautoriseerde bedrag met een minimum van € 100.000. De raad geeft vervolgens aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten van de pijler voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringsbudget, of voor het bijstellen van het beleid.
Voor een investering (niet zijnde aankopen in het kader van de grondexploitaties)waarvan het investeringsbudget niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringsbudget aan de raad voor. Bij investeringen groter dan €500.000 informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de financiële positie van de gemeente.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Bij economische activiteiten wordt de wet Markt en Overheid gevolgd:
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de kostentoerekening van de geraamde kosten en de geraamde overheadkosten aan de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht.
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt op verzoek van de raad een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.
Naast hetgeen in artikel 14 van het Besluit en Verantwoording (BBV) is opgenomen, wordt in de paragraaf Bedrijfsvoering bij de Jaarstukken de toelichting op de Rechtmatigheidsverantwoording als genoemd in artikel 3 lid 6 opgenomen. Het college is verplicht om onrechtmatigheden toe te lichten in de paragraaf bedrijfsvoering indien de geconstateerde onrechtmatigheid de verantwoordingsgrens overschrijdt.
De verantwoordingsgrens voor de rechtmatigheid wordt bepaald op 3%. De verantwoordingsgrens wordt berekend als percentage van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves. Boven de verantwoordingsgrens moet het College van Burgemeester en Wethouders afwijkingen (fouten en onduidelijkheden) opnemen in de rechtmatigheidsverantwoording. Overschrijding van de rechtmatigheidsgrens betekent dat de gemeente financieel onrechtmatig heeft gehandeld, waarvoor het college van Burgemeester en Wethouders verantwoording moet afleggen. Het college hecht waarde aan het gesprek over de bevindingen uit de rechtmatigheidscontroles, daarom is er naast de verantwoordingsgrens een rapportagegrens van € 100.000 vastgesteld. Onrechtmatigheden boven dit bedrag moeten tevens worden toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 22. Interne controle en rechtmatigheid
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 23. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De “Financiële verordening gemeente Aa en Hunze 2017” wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2023 dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 6 april 2023.
De griffier,
P. van Corbach
De voorzitter,
A.W. Hiemstra
Bijlage: Afschrijvingsbeleid bij artikel 9
Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven waarbij:
5 jaar: voor kosten onderzoek en ontwikkeling.
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd duurzame bedrijfsgoederen, gronden en terreinen.
Duurzame bedrijfsgoederen worden afgeschreven conform het vervangingsschema.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in:
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut
De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven in:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-177798.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.