Wijzigingsbesluit SDAG uitbreiding aanvraagmomenten aardgasvrij

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 3, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, gelet op de verscheidene bezwaarschriften die ontvangen en de daaropvolgende adviezen van de bezwaarschriftencommissies,

 

besluit de Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen als volgt te wijzigen:

Artikel I

Aan artikel 1.5, tweede lid wordt, onder vervanging van de laatste punt door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd dat luidt:

 

  • i.

    de kosten waarvoor de factuurdatum langer dan 12 maanden vóór de subsidieaanvraagdatum ligt.

Artikel II

Aan artikel 1.7 wordt een derde lid toegevoegd dat luidt:

 

  • 3.

    Indien de subsidiabele activiteiten reeds zijn uitgevoerd op het moment van de subsidieaanvraag worden, in aanvulling op de in het eerste lid van dit artikel genoemde stukken en gegevens, de in artikel 1.10, eerste lid genoemde bij subsidievaststelling vereiste gegevens en stukken overgelegd en blijft het overleggen van de in het eerste lid van dit artikel onderdelen b, d en e genoemde stukken achterwege.

Artikel III

Artikel 1.8, eerste lid wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen voor de subsidiabele activiteiten in hoofdstukken 1 tot 4 van deze regeling, indien de aanvrager niet eigenaar is van het verblijfsobject en er gegronde reden is om aan te nemen de eigenaar geen toestemming heeft gegeven voor uitvoering van de subsidiabele activiteiten en er geen vonnis van de kantonrechter is dat de verhuurder op grond van artikel 7:243BW of artikel 7:215BW medewerking met de subsidiabele activiteiten oplegt.

Artikel IV

In artikel 1.8, tweede lid wordt, onder omzetting van de punt aan het einde van het voorgaande onderdeel in een puntkomma, aan einde een onderdeel toegevoegd dat luidt:

 

  • i.

    de subsidiabele activiteit meer dan 12 maanden voor indiening van de subsidieaanvraag is uitgevoerd.

Artikel V

Artikel 1.11, eerste lid wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    Subsidies op basis van hoofdstukken 1 tot 4 worden niet direct vastgesteld, tenzij de subsidiabele activiteiten al uitgevoerd zijn.

Artikel VI
  • 1.

    In artikel 2.2, eerste lid wordt de zinsnede ‘de inwerkingtreding van de subsidieregeling gebiedsgericht aardgasvrij en’ vervangen door ’31 december 2019 tot en met’.

  • 2.

    In artikel 2.2, tweede lid wordt de zinsnede ‘de inwerkingtreding van de subsidieregeling gebiedsgericht aardgasvrij en’ vervangen door ’31 december 2019 tot en met’.

Artikel VII

In artikel 3.1 komt het tweede lid te vervallen.

Artikel VIII

In artikel 3a.1 komt het tweede lid te vervallen.

Artikel IX

De artikelsgewijze toelichting wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    aan het einde van de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.5 wordt een paragraaf toegevoegd die als volgt luidt:

  • Artikel 1.5, tweede lid, onderdeel i

  • De regeling is zowel vooraf als achteraf aan te vragen. Deze bepaling begrenst, via de factuurdatum, hoe lang na de uitvoering het nog zinnig is om subsidie aan te vragen. Kosten die meer dan een jaar voor de aanvraag zijn gerealiseerd zijn niet subsidiabel.

  • b.

    aan het einde van de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.7 wordt een paragraaf toegevoegd die als volgt luidt:

  • Artikel 1.7, derde lid

  • Deze bepaling regelt welke zaken aangeleverd moeten worden indien de subsidie wordt aangevraagd nadat de subsidiabele activiteiten al zijn uitgevoerd. In feite worden de indieningsvereisten voor aan vaststelling toegevoegd aan de indieningsvereisten bij de aanvraag. Vervolgens worden de indieningsvereisten ontdubbeld, zodat bijvoorbeeld niet zowel de facturen als de offertes ingediend hoeven te worden.

  • c.

    In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.8 komt de paragraaf met titel artikel 1.8, eerste lid, onderdeel a te vervallen.

  • d.

    In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.8 wordt de titel van de paragraaf ‘Artikel 1.8, eerste lid, onderdeel b’ gewijzigd naar ‘Artikel 1.8, eerste lid’.

  • e.

    In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.8 worden in de paragraaf ‘Artikel 1.8, eerste lid’ de 3 voorvallen van het woord ‘onderdeel’ vervangen door het woord ‘lid’.

  • f.

    In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.8 wordt aan het einde een paragraaf toegevoegd die luidt:

  • Artikel 1.8, tweede lid, onderdeel i

  • Deze bepaling regelt nadrukkelijk de mogelijkheid voor het college om subsidie te weigeren voor activiteiten die langer dan 1 jaar voor de subsidieaanvraag zijn uitgevoerd. In principe zijn kosten voor activiteiten waarvoor de factuur ouder dan 12 maanden is al niet subsidiabel op grond van artikel 1.5, onderdeel i. Er is echter geen sprake van overcompleet. De subsidie voor sommige subsidiabele activiteiten is niet afhankelijk van de hoogte van de subsidiabele kosten. Deze weigeringsgrond sluit uit dat er subsidie gegeven moet worden voor activiteiten die al lange tijd geleden zijn gerealiseerd.

  • g.

    In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.11 wordt aan het einde van de paragraaf ‘Artikel 1.11, eerste lid’ een alinea toegevoegd die luidt:

  • In gevallen waar de subsidie achteraf wordt aangevraagd en de subsidiabele activiteiten reeds zijn uitgevoerd is het niet nodig om verlening en vaststelling afzonderlijk te doen. De aanvrager heeft in dat geval op grond van artikel 1.7, derde lid de voor vaststelling benodigde bescheiden al ingediend en er kan dus direct vastgesteld worden.

Artikel X

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel XI

Deze regeling wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit SDAG uitbreiding aanvraagmomenten aardgasvrij

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 april 2023.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Dit wijzigingsbesluit strekt ertoe om de subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen te wijzigen. De voornaamste wijziging is dat de subsidie voor het aardgasvrij maken van vastgoed, zoals geregeld is in hoofdstukken 1 tot 4 van de regeling achteraf aan te vragen wordt. Voorheen moest de subsidie altijd vooraf aangevraagd worden, maar dat leidde tot veel teleurstelling en bezwaren. Er ontstonden schrijnende gevallen van mensen die afgewezen moesten worden, omdat ze enkele dagen te laat aangevraagd hadden of omdat ze verkeerd waren geïnformeerd door degene die de voor subsidie benodigde werkzaamheden uitvoerden. Sinds de invoering van de eerste aardgasvrij subsidieregeling in Amsterdam zijn er bovendien verschillende Rijkssubsidies geweest voor soortgelijk activiteiten. Verwarrend genoeg is het bij het Rijk juist vaak het vereiste dat mensen achteraf subsidie aan vragen.

 

Het vereiste van vooraf aanvragen was ingegeven vanuit de gedachte dat mensen die achteraf pas aanvragen in feite niet gestimuleerd zouden zijn door de subsidie. Het was een logische bepaling voor een nieuwe subsidie die niet aan te vragen moest zijn voor mensen die voor de inwerkingtreding van de subsidieregeling hun vastgoed al aardgasvrij hadden en daarvoor geen subsidie nodig hadden gehad. Er worden echter nu al meer dan zes jaar dergelijke subsidies verstrekt, waardoor dit argument niet meer opgaat. Alle misverstanden die deze bepaling heeft opgeleverd pleiten er verder tegen. Mede gelet op de administratieve lasten die meekomen met het afhandelen van bezwaren op deze kwestie is het wenselijk om achteraf aanvragen mogelijk te maken.

 

Tegelijkertijd blijft het mogelijk om vooraf aan te vragen, want zeker voor de minder vermogende Amsterdammer kan het belangrijk zijn om te weten of de subsidie kunnen krijgen voordat ze overgaan tot het aardgasvrij maken van hun woning.

 

Verdere wijzigingen zijn van een ondergeschikte aard. Verwarrende bepalingen die na het einde van het tijdvak van de stadsbrede aardgasvrij subsidie geen functie meer dienen worden verwijderd. Ook worden twee data die aanvankelijk op een minder concrete manier waren opgeschreven geconcretiseerd.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

Dit artikel voegt een kostensoort toe aan de categorie van kosten die niet subsidiabel zijn. Het gaat om kosten waarvoor de factuur een datum van langer dan 12 maanden geleden kent. Er is bewust gekozen voor de factuurdatum, omdat dit een zeer concreet en eenvoudig te bewijzen verplicht stuk informatie op een factuur is. Deze datumgrens geldt ook voor termijnfacturen en aanbetalingsfacturen. De termijn van 12 maanden is lang genoeg voor aanvragers om hier rekening mee te houden.

 

Artikel II

Nu dat achteraf aanvragen mogelijk wordt gemaakt is het ook niet meer nodig om eerst te verlenen en daarna vast te stellen. Dit artikel omschrijft de gewijzigde aanvraagvereisten die ingediend moeten worden als achteraf aangevraagd wordt. Dit komt neer op een ontdubbelde samenvoeging van de vereisten voor aanvraag van verlening en aanvraag voor vaststelling.

 

Artikel III

Dit artikel verwijdert de weigeringsgrond die stelde dat de subsidie geweigerd moest worden als reeds met de uitvoering fysieke gebouwgebonden activiteit begonnen was voordat de aanvraag was ingediend. Het enige overgebleven onderdeel van dit artikellid wordt daarmee verheven tot artikellid.

 

Artikel IV

Dit artikel voegt een weigeringsgrond toe die het mogelijk maakt om een subsidieaanvraag te weigeren als de subsidiabele activiteiten waar de aanvraag betrekking op heeft meer dan 12 maanden voor de indiening van de subsidieaanvraag zijn uitgevoerd. Deze weigeringsgrond is nodig, omdat de hoogte van de subsidie voor verschillende subsidiabele activiteiten niet afhangt van de subsidiabele kosten. In die gevallen is de wijziging in artikel I niet voldoende om uit te sluiten dat subsidie aangevraagd en gekregen kan worden activiteiten waarvan de facturen ouder dan 12 maanden zijn.

 

Artikel V

Deze wijziging maakt het mogelijk om subsidies die achteraf worden aangevraagd direct vast te stellen. Direct vaststellen is de norm vanuit de ASA2013 voor subsidies met kleinere bedragen, maar in dit onderdeel van de regeling is omwille van de verzekering van de doelmatige besteding van overheidsmiddelen gekozen om geen subsidie vast te stellen voordat de activiteiten zijn uitgevoerd.

 

Artikel VI

De twee leden dit artikel veranderen een omschreven datum naar een concrete datum. Dit bevordert de leesbaarheid en de compactheid van de regeling maar heeft verder geen gevolgen.

 

Artikel VII en VIII

Deze artikelen verwijderen een ingewikkelde bepaling in de gebiedsbepaling in respectievelijke hoofdstukken 3 en 3a. Door de werking van artikel 2.1 te beperken verzekerden deze ingewikkelde bepaling dat de stadsbrede subsidie voor het aardgasvrij maken van bedrijven en maatschappelijk vastgoed aan te vragen bleef binnen de gebiedsgerichte hoofdstukken. Met het verstrijken van het lopende tijdvak van de stadsbrede aardgasvrij subsidie is er geen reden meer om deze verwarrende bepaling in de regeling te houden.

 

Artikel IX

De onderdelen van dit artikel regelen alle wijzigingen in de artikelsgewijze toelichting die nodig zijn als het gevolg van de wijzigingen in de voorgaande artikelen.

 

 

 

Naar boven