Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Enschede 2009 (APV)

 

De raad van de gemeente Enschede;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 maart 2023;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009 (APV)

 

 

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009 wordt als volgt gewijzigd.

 

A. Artikel 2:1a (Groepsverbod) vervalt.

 

B. Artikel 2:3 komt te luiden:

 

Artikel 2:3 Kennisgeving openbare manifestaties

 

  • 1.

    Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging of een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, te houden, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging of samenkomst wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.

  • 2.

    De kennisgeving bevat:

    • a.

      naam en adres van degene die de betoging of samenkomst houdt;

    • b.

      het doel van de betoging of samenkomst;

    • c.

      de datum waarop de betoging of samenkomst wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging;

    • d.

      de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging;

    • e.

      voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling;

    • f.

      maatregelen die degene die de betoging of samenkomst houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen.

  • 3.

    Degene die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld.

  • 4.

    De zaterdag, de zondag en een algemeen erkende feestdag in de zin van artikel 3 van de Algemene termijnenwet worden niet meegerekend bij de bepaling van de in het eerste lid genoemde termijn van 48 uur.

  • 5.

    De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid genoemde termijn verkorten en een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen.

 

C. Artikel 2:25A, derde lid, onderdelen d en i komen te luiden:

 

d. Het evenement vindt plaats tussen 09.00 en 22.00 uur;

i. Er worden geen straten (deels) afgesloten of voorwerpen/objecten op de weg geplaatst;

 

D. Artikel 2:25C komt te luiden:

 

Artikel 2:25C Uitzonderingen op de vergunning- en de meldingsplicht

 

  • 1.

    Evenementen waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 2:25 of melding als bedoeld in artikel 2:25A vereist is, zijn:

    • a.

      Bioscoopvoorstellingen;

    • b.

      Markten zoals genoemd in de Gemeentewet (Marktverordening);

    • c.

      Kansspelen als bedoeld in de Wet op de Kansspelen;

    • d.

      Het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen, te weten in discotheken en muziekcafés t/m categorie 2 (VNG “Handreiking bedrijven en milieuzonering”, meest recente uitgave);

    • e.

      Betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • f.

      Voetbalwedstrijden als bedoeld in artikel 2:26A;

    • g.

      Sportwedstrijden waaraan uitsluitend wordt deelgenomen door amateursporters op de daarvoor bestemde sportlocaties, niet zijnde een vechtsportwedstrijd of -gala als bedoeld in artikel 2:25 lid 3;

    • h.

      Toneel-, muziek-, theater- en cabaretvoorstellingen en dergelijke die plaatsvinden in de daarvoor bestemde inrichtingen;

    • i.

      Tentoonstellingen/exposities, presentaties en congressen die plaatsvinden in de daarvoor bestemde inrichtingen;

    • j.

      Paasvuren, tenzij deze gepaard gaan met festiviteiten (tentfeesten) waarbij tenten of andere objecten worden geplaatst en waarbij bijvoorbeeld versterkte muziek ten gehore wordt gebracht en/of alcohol wordt geschonken.

2. In afwijking van lid 1 is een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 of een melding als bedoeld in artikel 2:25A wel vereist voor evenementen genoemd in lid 1 onder a, h en i als deze plaatsvinden in een evenementeninrichting of de tot die inrichting behorende buitenruimte als bedoeld in artikel 2:25A lid 4 en die bestemd is voor meerdere soorten evenementen en niet slechts voor één specifieke soort evenement.

 

E. Artikel 2:25D komt te luiden:

 

Artikel 2:25D Indieningstermijn vergunning en melding

 

De indieningstermijn voor een melding en een vergunning zijn:

  • 1.

    10 werkdagen voorafgaand aan een meldingsplichtig evenement als bedoeld in artikel 2:25A lid 3;

  • 2.

    12 weken voorafgaand aan een vergunningplichtig evenement.

 

F. In artikel 2:26 (Ordeverstoring) vervallen het derde, vierde en vijfde lid en wordt lid 6 vernummerd tot 3.

 

G. Artikel 2:27 (Begripsomschrijvingen), eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

 

c. de niet voor het publiek toegankelijke lokaliteiten die voor het publiek op de weg bereikbaar zijn, uitgezonderd standplaatsen als bedoeld in bedoeld in Bijlage 1.2 van de Verordening Kwaliteit Leefomgeving, voor zover daar gelegenheid wordt gegeven anders dan om niet voor directe consumptie geschikte eetwaren en/ of alcoholvrije dranken te verkrijgen, af te halen of te verbruiken.

 

H. Artikel 2:27 (Begripsomschrijvingen), tweede lid, komt te luiden:

 

2. Commercieel horecabedrijf: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Alcoholwet waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, of een inrichting als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Drank- en Horecaverordening waarin rechtmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, waar de hoofdactiviteit bestaat uit de verstrekking van dranken, maaltijden en/of kleine etenswaren voor verbruik ter plaatse of het geven van gelegenheid tot dansen, of een horecabedrijf als bedoeld in het eerste lid 1 onder b en c.

 

I. Artikel 2:39.5, onderdeel d, komt te luiden:

 

d. Zijn niet binnen de laatste vijf jaar ten minste tweemaal onherroepelijk veroordeeld wegens overtreding van het bepaalde in de Alcoholwet, de Wet op de Kansspelen, de Opiumwet en de Wet wapens en munitie;

J. Artikel 2:44, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing als de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.

 

K. Artikel 2:48, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het bepaalde in het tweede lid geldt niet voor:

    • a.

      een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

    • b.

      de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet.

 

L. Artikel 2:48a (Verkoop en gebruik van lachgas) vervalt.

 

M. Artikel 2:50a (Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties) vervalt.

 

N. Artikel 2:74 komt te luiden:

 

Artikel 2:74 Drugshandel op straat

Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden, daar post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen of zich daar in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.

 

O. Artikel 2:74a komt te luiden:

 

Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

Het is verboden op een openbare plaats en in een voor publiek openstaand gebouw en bijbehorende erven, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten.

 

P. Na artikel 2:74a wordt een nieuw artikel 2:74b ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:74b Weggooien van spuiten e.d.

Het is verboden om injectiespuiten of onderdelen daarvan zoals naalden, reservoirs, zuigers e.d. of daarop gelijkende voorwerpen op openbare plaatsen en in een voor publiek openstaand gebouw en bijbehorende erven achter te laten - met inbegrip van afvalbakken en afvalcontainers - met het kennelijke doel om afstand van het voorwerp te doen.

 

Q. De titel van Afdeling 15 komt te luiden:

 

Afdeling 15 VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN, CAMERATOEZICHT EN ANDERE BIJZONDERE BEVOEGDHEDEN VAN DE BURGEMEESTER

 

R. Na artikel 2:77 wordt een nieuw artikel 2:77a ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:77a Gebiedsontzeggingen

1. De burgemeester is bevoegd om in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel te geven zich gedurende ten hoogste 96 uren niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op te houden.

2. De burgemeester beperkt het krachtens het eerste lid gegeven bevel, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt.

3. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.

 

S. In artikel 2:91 vervalt het eerste lid, onderdeel b, en worden de onderdelen c en d verletterd tot b en c.

 

T. Artikel 2:98, tweede lid, vervalt.

 

U. Artikel 3:2.1, derde lid, onderdeel k, komt te luiden:

 

k. indien van toepassing, een kopie van de Alcoholvergunning;

 

V. Artikel 3:2.2, tweede lid, onderdeel c, sub I, komt te luiden:

 

I. bepalingen gesteld bij of krachtens de Alcoholwet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;

 

W. Artikel 5:17 (Begripsomschrijvingen) vervalt.

 

X. Artikel 6:1 komt te luiden:

 

Artikel 6:1 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak:

2:1, 2:15, 2:16, 2:19, 2:23.1, 2:23.2, 2:25, 2:25A, 2:26, 2:26a tot en met 2:26d, 2:28, 2:29, 2:31, 2:32, 2:33, 2:39.2, 2:39.7, 2:39.8, 2:41 tot en met 2:45, 2:47, 2:48, 2:49, 2:49a, 2:50, 2:51, 2:52, 2:56a, 2:59, 2:62, 2:67, 2:74, 2:74a, 2:74b, 2:86, 2:99 tot en met 2:102;

3.2.1, 3.2.3, 3.2.4, lid 1, 3.2.5 tot en met 3.2.8, 3.3.4, 3.4.1, 3.4.2;

4:8;

5:13, 5:24, 5:26 tot en met 5.29, 5:31, en 5:38.

 

Y. Artikel 6:1a, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde of de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen kan worden beboet met een bestuurlijke boete:

2:15, 2:16, 2:19, 2:23.1, 2:23.2, 2:25, 2:25a, 2:26, 2:26aa, 2:26b, 2:26c, 2:26d, 2:29, 2:31, 2:32, 2:33, 2:39.2, 2:39.7, 2:39.8, 2:41, 2:42, 2:43, 2:45, 2:47, 2:48 lid 2, 2:49, 2:50, 2:50a, 2:51, 2:52, 2:56a, 2:59, 2:62, 2:74a voor zover het betreft cannabis- en lachgasgebruik, 2:74b, 2:86, 2:93, 2:99, 2:100, 2:101, 2:102;

3:2.1, 3:2.6 voor zover het betreft straatprostitutie, 3:2.7, 3:2.8;

4:8;

5:13, 5:26, 5:27, 5:28, 5:29, 5:31, en 5:38.

 

Z. De Bijlage als bedoeld in artikel 6:1a, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede 2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Na artikel 2:74a wordt ingevoegd:

Artikel

Onderwerp

Boetebedrag

2:74b

Weggooien van spuiten ed.

€ 95

 

  • 2.

    De volgende bepalingen komen te vervallen:

 

Artikel

Onderwerp

Boetebedrag

2:10

Het plaatsen van voorwerpen in de publieke ruimte in strijd met de publieke functie ervan

€240 (BBOOR)

2:11

Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg

€240 (BBOOR)

2:12.2

Maken, veranderen van een uitweg

€300

2:28

Terrassen

€240 (BBOOR)

2:48a

Verkoop en gebruik van lachgas

€240

2:53, lid 1

Hinder door motorvoertuigen en bromfietsen

€140

2:53, lid 2

Hinder door motorvoertuigen en bromfietsen

€140

2:53 lid 3

Hinder door motorvoertuigen en bromfietsen

€240

2:57, lid 1, sub a

Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie

€95 (BBOOR)

2:57, lid 1, sub b

Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie

€140

2:57, lid 1, sub c

Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie

€95 (BBOOR)

2:57, lid 1, sub c

Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie

€95 (BBOOR)

2:58

Verontreiniging door honden

€140 (BBOOR)

2:60

Houden van hinderlijke of schadelijke dieren

€140

2:61

Vissen in gemeentelijke vijvers

€95

2:73

Bezigen van vuurwerk

€100 (BBOOR)

2:79

Verbod carbidschieten

€100

2:81

Bij zich hebben van carbid

1.

4:6

Overige geluidhinder

€140 (BBOOR)

4:6a

Geluidhinder door dieren

€140 (BBOOR)

4:9

Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen

€95

4:11.1

Kapverbod

€390

4:11.6

Bescherming houtopstanden

€240

4:13

Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.

€120

4:18

Kamperen

€140 (BBOOR)

5:2

Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.

€120

5:3

Te koop aanbieden van voertuigen

€190

5:4

Defecte voertuigen

€95

5:5

Voertuigwrakken

€390 (BBOOR)

5:6

Caravans e.d.

€95

5:7

Parkeren van reclamevoertuigen

€190

5:8

Parkeren van grote voertuigen

€95

5:9

Parkeren van uitzicht-belemmerende voertuigen

€95

5:10

Parkeren van voertuigen met stank-verspreidende stoffen

€90

5:11

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen

1.

· Motorvoertuigen op (meer dan) twee wielen €140 (BBOOR)

2.

· Brom- en snorfietsers €95 (BBOOR)

3.

· Fietsers, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen en overige weggebruikers €55 (BBOOR)

 

5:11.1

Parkeren van voertuigen met ontsierende zichtbare lading

€140

5:12

Overlast van fiets of bromfiets

€45

5:18

Standplaatsen in de openbare ruimte

€140 (BBOOR)

5:32

Overlast aan vaartuigen

€95 (BBOOR)

5:33

Beperking verkeer in natuurgebieden

1.

· Motorvoertuigen op (meer dan) twee wielen €140 (BBOOR)

2.

· Brom- en snorfietsers €95 (BBOOR)

3.

· Fietsers, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen en overige weggebruikers €55 (BBOOR)

 

5:34

Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

 

€280 (BBOOR)

Artikel II Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt bekend gemaakt in het gemeenteblad en treedt in werking op 1 mei 2023.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen C en E van artikel I in werking op 1 januari 2024.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 april 2023.

De griffier, De voorzitter,

R.M. Jongedijk R.W. Bleker

Toelichting bij de Verordening tot wijziging van de APV

Algemeen

In verband met invoering van de Alcoholwet is redactioneel ‘Drank- en horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’ in de desbetreffende artikelen Dit betreft de onderdelen D, H, I, K, U en V van artikel I van de Verordening tot wijziging van de APV. Een aantal artikelen zijn redactioneel gewijzigd in verband met overheveling van een aantal bepalingen van de APV naar de Verordening Kwaliteit Leefomgeving Enschede (VKL). Dit betreft de onderdelen G, H en W van artikel I van de Verordening tot wijziging van de APV.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

A. Artikel 2:1a (Groepsverbod) vervalt omdat handhaving op dit verbod juridisch niet mogelijk is gebleken.

 

B. Lid 1 van artikel 2:3 Kennisgeving openbare manifestaties is redactioneel aangepast aan de formulering van de VNG-model-APV. In lid 4 is eenvoudiger en duidelijker geformuleerd dat bij de termijn van 48 uur voor het doen van een kennisgeving de zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen niet meegerekend worden.

 

C. en E. De artikelen 2:25A (Meldingsplichtig evenement) en 2:25D (Indieningstermijn vergunning en melding) zijn op enkele punten gewijzigd. Deze wijzigingen houden verband met een nog vast te stellen nieuw toetsingskader voor evenementen. De geplande inwerkingtreding van dat toetsingskader is 1 januari 2024, zodat de inwerkingtreding van de gewijzigde artikelen ook is gesteld op 1 januari 2024.

 

D. Lid 1 van artikel 2:25C (Uitzondering op de vergunning en meldingsplicht bij evenementen) bepaalt voor een aantal specifieke evenementen dat daarvoor geen vergunning- of meldingsplicht geldt. In een nieuw toegevoegd lid 2 wordt nu verduidelijkt dat voor een aantal van deze evenementen die plicht wel geldt als zij plaatsvinden in een evenementeninrichting die bestemd is voor meerdere soorten evenementen. Als de in lid 2 genoemde evenementen plaatsvinden in zo'n inrichting is er aanleiding om het evenement via de vergunning- of meldingsplicht te toetsen op aspecten als openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Als deze evenementen plaatsvinden in specifiek daarvoor bestemde inrichtingen (zoals een bioscoop, theater of schouwburg) is die aanleiding er niet.

 

F. Lid 3 en lid 4 van artikel 2:26 vervallen omdat het daarin opgenomen verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties bij evenementen niet in de APV mag worden opgenomen. Dit volgt uit een uitspraak van de Hoge Raad (24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1946). Lid 5 vervalt omdat het verbod op gebruik van lachgas in de openbare ruimte inmiddels door wijziging van de Opiumwet valt onder het verbod op openlijk drugsgebruik op grond van artikel 2:74a van de APV, terwijl de handel in lachgas in de openbare ruimte per 1 januari 2023 onder de werking van artikel 2:74 van de APV valt (drugshandel op straat).

 

G. en H. Artikel 2:27 lid 1 onderdeel c is redactioneel gewijzigd in verband met overheveling van een aantal bepalingen van de APV naar de Verordening Kwaliteit Leefomgeving Enschede (VKL). Lid 2 is gewijzigd in verband met de invoering van de Alcoholwet.

 

I. Artikel 2:39.5, onderdeel d is gewijzigd in verband met de invoering van de Alcoholwet.

 

J. Lid 2 van artikel 2:44 inzake het verbod op inbrekerswerktuigen is redactioneel aangepast aan de formulering van de VNG-model-APV.

 

K. Artikel 2:48 lid 3 is gewijzigd in verband met de invoering van de Alcoholwet.

 

L. Omdat (de handel in) lachgas met ingang van 1 januari 2023 strafbaar is gesteld in de Opiumwet is daarmee artikel 2:48a (verkoop en gebruik van lachgas) van rechtswege komen te vervallen. Het verbod op gebruik van lachgas in de openbare ruimte blijft bestaan en valt nu onder het verbod op openlijk drugsgebruik van artikel 2:74a. De handel in lachgas in de openbare ruimte valt per 1 januari 2023 onder het verbod op drugshandel op straat van artikel 2:74.

 

M. Artikel 2:50a (Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties) vervalt omdat zo'n verbod niet in de APV mag worden opgenomen. Dit volgt uit een uitspraak van de Hoge Raad (24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1946).

 

N. Artikel 2:74 (Drugshandel op straat) is redactioneel aangepast aan de formulering van de VNG-model-APV.

 

O. Artikel 2:74a (Openlijk drugsgebruik) is gewijzigd zodat het verbod op openlijk drugsgebruik niet langer alleen van toepassing is in door de burgemeester aangewezen gebieden, maar geldt voor de hele gemeente. Het verbod geldt niet alleen op openbare plaatsen maar ook voor publiek openstaande gebouwen en bijbehorende erven. Hiermee wordt bewerkstelligd dat ook drugsgebruik op niet-openbare plaatsen zoals speeltuinen, schoolpleinen en sportparken (waar hangjeugd of junks buiten de reguliere openingstijden ook drugsoverlast kunnen veroorzaken) niet is toegestaan.

 

P. Een nieuw artikel 2:74b verbiedt het zich ontdoen van attributen die bij gebruik van(hard) drugs worden gehanteerd. Aangezien deze attributen veelal gevaarvolle objecten zijn (met name injectiespuiten in relatie met infectieziekten, hiv) is een algemeen verbod gesteld om deze op openbare plaatsen en in een voor publiek openstaand gebouw en bijbehorende erven achter te laten. Ook het weggooien van deze attributen in afvalbakken is niet toegestaan vanwege de risico's voor mensen die in afvalbakken graaien of deze ambtshalve moeten legen. Spuiten e.d. dienen aan het "eigen zorgkader" te worden toevertrouwd (medische diensten e.d.).

 

Q. De titel van Afdeling 15 is aangepast aan de tekst van de VNG-model-APV.

 

R. In artikel 2:77a wordt de bevoegdheid tot het opleggen van kortdurende gebiedsontzeggingen van maximaal 96 uur toegekend aan de burgemeester.

De politie heeft aangegeven behoefte te hebben aan een middel om overlastgevers voor een korte periode te kunnen weren uit een specifiek gebied. Het blijkt dat in bepaalde situaties een extra handelingsmogelijkheid wenselijk is om overlast tegen te gaan. Voor sommige overlastgevers heeft verbaliserend of met een waarschuwing optreden onvoldoende effect, omdat de betrokkene kort daarna in hetzelfde gebied vervolgens opnieuw overlast veroorzaakt. Dit wordt bijvoorbeeld geconstateerd tijdens horecanachten in het centrum van Enschede. Met een kortdurende gebiedsontzegging kan de overlastpleger voor een periode van bijvoorbeeld 24 uren direct uit een gebied geweerd worden. In de gemeente Zwolle wordt al ruim een half jaar tot tevredenheid met dit middel gewerkt. Ook veel andere gemeenten hebben de mogelijkheid van korte gebiedsontzeggingen in hun APV opgenomen.

 

De korte gebiedsontzegging kan worden beschouwd als aanvullend middel naast gebiedsverboden van meestal 3 maanden die worden opgelegd op grond van de Voetbalwet (artikel 172a Gemeentewet). Laatstgenoemde gebiedsverboden worden ingezet bij ernstige of bij herhaaldelijke ordeverstoringen. Dit betreft dan vooral ernstige ordeverstoringen (bijvoorbeeld geweld of drugs dealen) of structurele ordeverstoringen. De kortdurende gebiedsontzegging is niet bedoeld om in de plaats te komen van de Voetbalwet-gebiedsverboden, maar kan juist bij relatief 'lichtere' ordeverstoringen en dan voor een korte periode worden ingezet. Bijvoorbeeld bij hinderlijk drankgebruik, hinderlijk gedrag op openbare plaatsen, verboden gedrag in of bij gebouwen, wildplassen en samenscholing en ongeregeldheden. Inzet ligt voor de hand in gebieden waar deze overlast vooral voorkomt.

 

Tegen een gebiedsontzegging is bezwaar en beroep mogelijk. Overtreding levert een strafbaar feit op (artikel 184 lid 1 Wetboek van Strafrecht). De bevoegdheid tot opleggen kan worden gemandateerd aan de politie.

 

Omdat gebiedsontzeggingen niet bedoeld zijn om iemand langdurig, zoals meerdere weken of maanden, uit een gebied te weren is de bevoegdheid beperkt tot een periode van maximaal 96 uren. Daarnaast maakt deze periode het wel mogelijk om iemand bijvoorbeeld voor de duur van een evenement van meerdere dagen of een weekend een gebiedsontzegging op te leggen. Na invoering is het voornemen om met name de mogelijkheid tot het opleggen van 24-uurs-gebiedsontzeggingen in mandaat door de politie nader uit te werken.

 

Invoering van dit middels past binnen de prioriteit bestrijding van overlast en criminaliteit uit het coalitieakkoord.

 

S. Met de invoering van een algemeen drugsgebruiksverbod in de hele stad is gelijktijdig de aan de burgermeester toegekende bevoegdheid om gebieden aan te wijzen waar een drugsgebruiksverbod geldt komen te vervallen (dit verbod geldt nu immers voor de hele gemeente). In afdeling 17 van de APV, Toezicht op smart-, head- en giftshops, artikel 2:91, eerste lid onder b is bepaald dat een vergunning voor een smart-, head- en giftshop wordt geweigerd wanneer de inrichting is gevestigd in een door de burgemeester aangewezen gebied waar een drugsgebruiksverbod geldt. Vanwege het vervallen van de aanwijzingsbevoegdheid is ook deze weigeringsgrond komen te vervallen. Om te voorkomen dat smart-, head- en giftshops zich als gevolg daarvan weer in de hele gemeente kunnen vestigen - waaronder nu al aangewezen drugsoverlastgebieden -, kan de burgemeester o.g.v. zijn in artikel 2:88 neergelegde bevoegdheid om Nadere regels te stellen aan de vestiging van smart-, head- en giftshops bepalen dat in in de Nadere regels op te nemen gebieden vestiging niet is toegestaan. Bij inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening worden gelijktijdig de bestaande drugsoverlastgebieden Binnensingel, Glanerbrug station en omgeving en Glanerbrug station De Eschmarke en omgeving door de burgmeester aangewezen als gebieden waar het niet is toegestaan smart-, head- en giftshops te vestigen.

 

T. Het overgangsrecht voor smart-, head- en giftshops is deels uitgewerkt. Daarmee kan lid 2 van artikel 2:98 vervallen.

 

U. Artikel 3:2.1, derde lid, onderdeel k is gewijzigd in verband met de invoering van de Alcoholwet.

 

V. Artikel 3:2.2, tweede lid, onderdeel c, sub I is gewijzigd in verband met de invoering van de Alcoholwet.

 

W. Artikel 5:17 Begripsomschrijvingen standplaatsen vervalt omdat de regeling inzake standplaatsen is overgeheveld naar de Verordening Kwaliteit Leefomgeving Enschede (VKL).

 

X., Y. en Z. De strafbepaling (artikel 6:1), de Boetebepaling bestuurlijke boete (artikel 6.1a) en de Bijlage bij de boetebepaling zijn geactualiseerd en aangepast aan de wijzigingen in de APV en de VKL.

Naar boven