Verordening tot wijziging van de Verordening Sociaal Domein gemeente Dronten 2022

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Dronten d.d. 10 januari 2023

 

B E S L U I T :

 

Vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening Sociaal Domein gemeente Dronten 2022:

 

ARTIKEL I

 

De Verordening Sociaal Domein gemeente Dronten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.3.9 komt te luiden:

1.3.9 Nadere regels of beleidsregels

Over een aantal onderwerpen in deze verordening maken we nadere regels of beleidsregels. Hierin worden de regels vanuit deze verordening verder uitgewerkt en beschreven.

De gemeente stelt nadere regels of beleidsregels over:

  • a.

    de aanvraag van ondersteuning;

  • b.

    de vorm van ondersteuning (zorg in natura, pgb en geld);

  • c.

    Wmo (resultaat gericht werken, hulp in het huishouden, vervoer, begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en ondersteuning bij wonen);

  • d.

    Jeugdwet (eigen kracht, resultaatgericht werken, vervoer, zwemles, BSO/ VVE/MKD/BSO+, niet-evidence based behandelingen, Dyslexie, afbakening jeugdwet met andere wetten, verwijzing door GGZ, afspraken met huisartsen, rol gemeente bij echtscheiding en Jeugdhulp op het AZC);

  • e.

    P-wet (bijzondere bijstand, toegankelijkheidsbijdrage, collectieve zorgverzekering minima, debiteurenbeleid);

  • f.

    Wgs (schuldhulpverlening); en

  • g.

    kosten kinderopvang met een sociaal-medische indicatie.

B

De inleidende tekst van hoofdstuk 2 komt te luiden:

Hoofdstuk 2 Participatie en inkomen - inleiding

Dit hoofdstuk gaat over participatie, tegenprestatie, minimaregelingen en schuldhulpverlening. Wij vinden het belangrijk inwoners die geen werk hebben, te helpen bij het vinden van werk. In dit hoofdstuk leest u voor wie dit geldt, hoe wij u hierbij kunnen helpen en wat wij van u verwachten als u een uitkering ontvangt. Ook geven wij u informatie over regelingen voor mensen met een laag inkomen. Voorbeelden zijn bijzondere bijstand, de individuele inkomenstoeslag en de toegankelijkheidsbijdrage. Aan het einde van dit hoofdstuk leest u meer over hulp bij schulden.

C

Artikel 2.4.2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Wij kunnen u een werkervaringsplaats aanbieden. U gaat dan voor een periode van maximaal drie maanden aan de slag bij een bedrijf om werkervaring op te doen. De periode kan één keer verlengd worden met maximaal drie maanden. Tijdens deze periode behoudt u uw uitkering.

D

Artikel 2.4.2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het doel van de werkervaringsplaats is dat u uw kennis en (werknemers)vaardigheden vergroot.

E

Artikel 2.4.7, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Wij stellen vast of u niet in staat bent om het wettelijk minimumloon te verdienen. Hiervoor laten wij ons adviseren door een externe adviseur.

F

De tekst tussen artikel 2.5.4 en 2.6 komt te luiden:

Hoofdstuk 2 Minimaregelingen

De gemeente Dronten biedt verschillende regelingen voor inwoners met een laag inkomen. Wanneer u hier recht op heeft, kunt u vergoedingen ontvangen voor verschillende kosten die u maakt.

In dit hoofdstuk leest u hier meer over. Binnen deze regelingen werken wij met uitkeringsnormen en vermogensgrenzen. Er zijn verschillende normen, denk aan normen voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/ samenwonenden.

G

Artikel 2.8 vervalt.

H

Artikel 2.8.1 vervalt.

I

Artikel 2.8.2 vervalt.

J

Hernummering artikel 2.8 en 2.9.

K

Artikel 2.8 komt te luiden:

 

2.8 Toegankelijkheidsbijdrage

  • 1.

    De toegankelijkheidsbijdrage is bedoeld om inwoners met een laag inkomen mee te laten doen aan sportieve, sociale, educatieve en/of culturele activiteiten.

  • 2.

    U kunt uw aanvraag indienen door een formulier in te vullen. Dit formulier is door de gemeente vastgesteld.

L

Artikel 2.9 komt te luiden:

2.9 Collectieve zorgverzekering minima

Wij bieden een collectieve zorgverzekering aan voor mensen met een laag inkomen.

M

Artikel 5.3.1, lid e en f, komt te luiden:

  • 1.

    voorwaarden

  • e.

    bijkomende zorgkosten, zoals o.a. een cursus voor de zorgverlener, entreegelden, maaltijden/consumpties van de zorgverlener bij overwerk.

  • f.

    eenmalige uitkering, bij opname of overlijden van inwoner die het pgb ontvangt.

N

Artikel 5.3.2 komt te luiden:

5.3.2 Hoogte en tarief pgb

  • 1.

    U maakt een plan voor de besteding van het pgb. Dit is het pgb-uitvoeringsplan. Hiervoor gebruikt u het standaardformulier van de gemeente. In het pgb-uitvoeringsplan schrijft u onder andere welke ondersteuning u met het pgb wilt betalen en door wie de ondersteuning wordt gegeven. De gemeente moet het plan goedkeuren en zal daarna het pgb vaststellen.

  • 2.

    Wij stellen een pgb vast waarmee u veilige, doeltreffende en kwalitatief goede ondersteuning kunt inkopen.

  • 3.

    Nadat het pgb is toegekend, kan de budgetbeheerder met de hulpverlener een zorgovereenkomst sluiten. Deze zorgovereenkomst moet gebaseerd zijn op de beschikking van de gemeente.

  • 4.

    Voor behandeling, kortdurend verblijf, begeleiding, schoon en leefbaar huis en dagbesteding geldt het volgende: u bepaalt welk vast bedrag u de hulpverlener uit het pgb gaat betalen. Het pgb is niet hoger dan de volledige kostprijs van het product of de dienst (100%) en is niet hoger dan de goedkoopst passende ondersteuning in te kopen. De kostprijs bestaat o.a. uit loonkosten, verzekering, materiële kosten en reiskosten. Extra kosten voor overhead en innovatie/ontwikkeling (10%) worden alleen vergoed in het Zorg in Natura tarief (110%). Als het bedrag dat u de hulpverlener uit het pgb gaat betalen hoger is dan het maximumbedrag van 100%, of hoger dan de goedkoopst passende ondersteuning, betaalt u dit zelf.

  • 5.

    In het pgb voor behandeling, kortdurend verblijf, begeleiding, schoon en leefbaar huis en dagbesteding is vervoer inbegrepen bij het budget. In uw beschikking staat aangegeven hoeveel uur zorg u dient in te kopen. Bijvoorbeeld als u beschikking aangeeft dat er 4 uur zorg nodig is om de resultaten te behalen, dan zijn dit de uren waarin u zorg krijgt van de zorgverlener. De reistijd van de zorgverlener valt buiten deze 4 uur. U maakt zelf of met behulp van uw netwerk afspraken over het vervoer met de aanbieder. Wanneer dit niet lukt, krijgt u niet een hoger Pgb.

  • 6.

    Bij het bepalen van de hoogte van het pgb hanteren wij de volgende regels: a. Als een professionele hulpverlener de hulp gaat bieden is het pgb maximaal 100% van de kostprijs. b. Als iemand uit uw sociale netwerk de persoonlijke verzorging, hulp in het huishouden en/of individuele begeleiding gaat bieden, is het pgb het wettelijk minimumloon voor een persoon van 22 jaar of ouder, inclusief vakantiebijslag bij een 36-urige werkweek. c. Als iemand uit uw sociale netwerk het kortdurend verblijf, groepsbegeleiding of dagbesteding gaat bieden, is het pgb maximaal €141 per maand. In artikel 5.3.3 staat onder welke voorwaarden iemand uit uw sociale netwerk deze hulp mag bieden.

  • 7.

    Als u een pgb krijgt voor een product, dan houden wij bij het vaststellen van de hoogte van het pgb rekening met wanneer het product wordt afgeschreven en met de onderhouds-en verzekeringskosten.

  • 8.

    Voor pgb voor woningaanpassingen stellen wij een document op waarin de eisen staan waaraan een woningaanpassing moet voldoen. Dit heet het programma van eisen. Aan de hand van dit document vraagt u twee offertes op. De gemeente bepaalt aan de hand van deze offertes de hoogte van het pgb.

  • 9.

    Het pgb voor hulpmiddelen wordt als volgt vastgesteld: de hoogte van het pgb is gelijk aan de kosten die gemeente moet maken als zij het hulpmiddel moeten aanschaffen. U kunt gevraagd worden om 2 offertes te op te vragen als wij de kosten niet zelf goed kan vaststellen. Daarbij gaat de gemeente ervan uit dat het hulpmiddel 6 jaar gebruikt wordt en bent u verantwoordelijk voor het onderhoud, reparatie en verzekering van het hulpmiddel. Het pgb vullen wij aan met de kosten van het onderhoud en verzekering en bedraagt 5% per jaar van de kostprijs.

O

Artikel 5.3.4 komt te luiden:

5.3.4. Verantwoording pgb

  • 1.

    Wij kunnen u op elk moment vragen om duidelijk te maken hoe het pgb is besteed en welke resultaten de ondersteuning voor u hebben gehad. De budgetbeheerder zal daarom een duidelijke en volledige administratie moeten bijhouden.

  • 2.

    Het pgb dient te worden uitbetaald aan de hand van een factuur op basis van de geleverde uren.

  • 3.

    Het pgb voor hulpmiddelen en woningaanpassingen wordt uitbetaald wanneer de gemeente de factuur van u heeft ontvangen. Wanneer de factuur hoger is dan het vastgestelde pgb dient u zelf de resterende kosten te betalen.

P

Artikel 6.1.1, tweede lid, komt te luiden:

  • 1.

    Afstemming op houding en gedrag van de inwoner

2. Als wij uw uitkering verlagen, laten wij u weten:

  • a.

    waarom wij uw uitkering verlagen;

  • b.

    hoe lang wij uw uitkering verlagen;

  • c.

    met hoeveel procent wij uw uitkering verlagen of om welk bedrag het gaat; en

  • d.

    als dat van toepassing is, waarom wij hiervan afwijken.

Q

 

Artikel 6.1.1, derde lid, komt te luiden:

6.1.1 Afstemming op houding en gedrag van de inwoner

3. Als wij een beslissing nemen om uw te uitkering verlagen, houden wij rekening met:

R

Artikel 6.1.2 komt te luiden:

6.1.2. Geen schuld en verjaring

Wij verlagen uw uitkering niet als:

  • a.

    blijkt dat u er niks aan kunt doen (de verwijtbaarheid ontbreekt);

  • b.

    uw gedraging meer dan een jaar nadat wij het opmerkten plaatsvond; of

  • c.

    wij vinden dat er belangrijke redenen zijn om uw uitkering niet te verlagen. Als dit het geval is, sturen wij u hierover een brief.

S

Artikel 6.1.6 komt te luiden:

6.1.6 Stoppen verlaging

Wij kunnen de verlaging stoppen als u alsnog de afspraken uit artikel 18, lid 4 Participatiewet nakomt. Is dit het geval? Dan dient u een verzoek tot stoppen van de verlaging bij ons in. Dit kan per brief of e-mail, binnen drie maanden nadat wij het besluit om de uitkering te verlagen hebben genomen.

T

Artikel 6.1.7 komt te luiden:

Artikel 6.1.7 Niet nakomen andere arbeidsverplichtingen

  • 1.

    Wij verlagen uw uitkering voor een maand met 10 procent van de uitkeringsnorm, als u zonder tegenbericht niet of te laat verschijnt op een oproep van de gemeente voor re-integratie of participatie.

  • 2.

    Wij verlagen uw bijstandsuitkering voor een maand met 20 procent van de uitkeringsnorm als u:

    • a.

      niet voldoende meewerkt aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak;

    • b.

      de verplichtingen zoals arbeidsinschakeling (artikel 9 Participatiewet) en nadere verplichtingen (artikel 55 Participatiewet) niet nakomt;

    • c.

      een alleenstaande ouder bent en uit uw houding en gedrag laat blijken dat u geen gebruik wilt maken van een voorziening die de kans op werk vergroot, waardoor uw ontheffing van de arbeidsplicht (artikel 9a, eerste lid, van de Participatiewet) is ingetrokken;

    • d.

      niet voldoende meewerkt aan de opgelegde tegenprestatie;

    • e.

      niet of niet voldoende meewerkt aan de taaltoets (artikel 18b, tweede lid, van de Participatiewet).

  • 3.

    Wij verlagen uw uitkering voor een maand met 100 procent van de uitkeringsnorm voor het niet naar vermogen proberen werk (algemeen geaccepteerde arbeid) te verkrijgen.

  • 4.

    Wij verlagen uw IOAW- of IOAZ-uitkering voor een maand met 10 procent van de uitkeringsnorm als u zonder tegenbericht niet of te laat verschijnt op een oproep voor re-integratie of participatie.

  • 5.

    Wij verlagen uw IOAW- of IOAZ-uitkering voor een maand met 20 procent van de bijstandsnorm als u:

    • a.

      niet of niet voldoende meewerkt aan een onderzoek naar de mogelijkheden om aan het werk te komen;

    • b.

      niet of niet voldoende gebruik maakt van arbeidsinschakeling (artikel 36 IOAW of IOAZ) en verplichtingen (artikel 37 IOAW of IOAZ), voor zover dit niet heeft geleid tot het niet starten of (voortijdig) stoppen van die voorziening;

    • c.

      een alleenstaande ouder bent en uit uw houding en gedrag laat blijken dat u geen gebruik wilt maken van een voorziening die de kans op werk vergroot, waardoor uw ontheffing van de arbeidsplicht (artikel 37 IOAW of IOAZ) is ingetrokken;

    • d.

      niet voldoende meewerkt aan de opgelegde tegenprestatie.

  • 6.

    Wij verlagen uw IOAW- of IOAZ-uitkering voor een maand met 100 procent van de uitkeringsnorm, als u:

    • a.

      niet uw best doet om werk (algemeen geaccepteerde arbeid) te krijgen;

    • b.

      een baan afwijst;

    • c.

      er zelf verantwoordelijk voor bent dat u uw werk kwijtraakt;

    • d.

      niet of niet voldoende gebruik maakt van hulp door de gemeente, waardoor u sneller werk vindt (volgens de artikelen 36 en 37 IOAW of IOAZ), voor zover dit heeft geleid tot het niet starten of (voortijdig) stoppen van de voorziening.

  • 7.

    Wij verlagen uw IOAW- of IOAZ-uitkering niet, als wij deze uitkering blijvend of tijdelijk kunnen weigeren (zoals bedoeld in artikel 20 IOAW en IOAZ).

  • 8.

    In tegenstelling tot lid 1, 2, 4 en 5 kunnen wij u een schriftelijke waarschuwing geven. Dit kunnen wij doen als u in de afgelopen 12 maanden niet eerder een schriftelijke waarschuwing of verlaging opgelegd heeft gekregen. Of als wij vinden dat een verlaging gezien uw omstandigheden een te zware sanctie is.

U

Artikel 6.1.8 komt te luiden:

6.1.8 Te weinig inzet of besef van verantwoordelijkheid

  • 1.

    Wij verlagen uw uitkering met 100 procent voor een maand als u een uitkering aanvraagt, doordat u door eigen toedoen betaalde arbeid niet heeft behouden.

  • 2.

    Wij verlagen uw uitkering op het moment dat u te weinig inzet of verantwoordelijkheid toont voor uw eigen levensonderhoud. De verlaging hangt af van het bedrag dat de gemeente daardoor onterecht heeft uitbetaald. Dit noemen wij een benadelingsbedrag.

  • 3.

    De verlaging duurt 10 maanden en is:

    • a.

      10 procent van de uitkering bij een benadelingsbedrag tot € 5.000,00 of als het benadelingsbedrag niet kan worden vastgesteld;

    • b.

      20 procent van de uitkering bij een benadelingsbedrag vanaf € 5.000,00 tot € 10.000,00; c. 30 procent van de uitkering bij een benadelingsbedrag hoger dan € 10.000,00.

  • 4.

    Wij stemmen de verlaging (zoals bedoeld in artikel 18, tweede lid Participatiewet, maar anders dan lid 2 van dit artikel) af op het benadelingsbedrag.

  • 5.

    Wij kunnen bijstand in de vorm van een lening verstrekken, op het moment dat u door toepassing van lid 3 van dit artikel geen of te weinig middelen heeft om de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud te betalen.

V

Artikel 6.1.10 komt te luiden:

6.1.10 Niet-nakomen van andere verplichtingen

  • 1.

    Wij verlagen uw uitkering als u de afspraken en verplichtingen (bedoeld in artikel 55 en 56a van de Participatiewet) niet voldoende nakomt.

Wij verlagen uw uitkering voor een maand met:

  • a.

    20 procent van de uitkeringsnorm bij het niet of niet-voldoende nakomen van verplichtingen over werken en arbeidsinschakeling;

  • b.

    20 procent van de uitkeringsnorm bij het niet of niet-voldoende nakomen van verplichtingen die verband houden met de aard en het doel van een bepaalde vorm van bijstand, waaronder het niet willen meewerken aan de verplichte ontzorging volgens artikel 56a van de wet;

  • c.

    40 procent van de uitkeringsnorm bij het niet of niet-voldoende nakomen van verplichtingen die gericht zijn op een vermindering van de bijstand;

  • d.

    100 procent van de uitkeringsnorm bij het niet of niet-voldoende nakomen van verplichtingen die gericht zijn op beëindiging van de uitkering.

W

Artikel 6.1.12 komt te luiden:

6.1.12 Herhaling (recidive)

  • 1.

    Wij verdubbelen de hoogte van de verlaging als u zich binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarmee een verlaging is toegepast, opnieuw schuldig maakt aan een gedraging zoals bedoeld in artikel 6.1.6, lid 1, 2, 4 en 5, artikel 6.1.8, lid 3, artikel 6.1.9 en artikel 6.1.10.

  • 2.

    Wij verdubbelen de duur van de verlaging als u zich binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarin een verlaging van 100 procent op de uitkeringsnorm is toegepast, opnieuw schuldig maakt aan een zelfde gedraging.

  • 3.

    Wij verlagen uw uitkering met 100 procent gedurende drie maanden als u zich binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarmee een verlaging is opgelegd opnieuw schuldig maakt aan een gedraging zoals bedoeld in artikel 18, lid 4 Participatiewet én er toepassing is gegeven aan lid 1 en 2 van dit artikel.

  • 4.

    Wij tellen een schriftelijke waarschuwing niet mee voor de beoordeling van recidive (herhaling), als deze is gegeven voor een gedraging zoals genoemd in dit hoofdstuk.

ARTIKEL II

 

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot wijziging van de Verordening Sociaal Domein gemeente Dronten 2022.

ARTIKEL III

 

Deze verordening treed in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dronten, gehouden op 9 maart 2023.

De griffier,

E.M. Geldorp

De burgemeester,

drs. J.P Gebben

Naar boven