Wijziging Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2021

 

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee;

 

overwegende dat gemeenten ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verantwoordelijk zijn voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen;

 

gelet op 2.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten:

 

de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2021 te wijzigen.

 

Artikel I

De Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2021 wordt gewijzigd als volgt.

 

  • A.

    Artikel 2.4 komt te luiden:

 

2.4 Betaling

Artikel 11 van de verordening regelt de inhoud van de beschikking. Afhankelijk van de wijze waarop de voorziening wordt verstrekt vindt de uitbetaling plaats:

  • -

    Bij maatwerkvoorzieningen die in natura worden verstrekt, worden de kosten van de maatwerkvoorziening door de gemeente direct aan de leverancier of zorgverlener of zorgaanbieder betaald.

  • -

    Bij de inzet van een pgb ten behoeve van een maatwerkvoorziening ‘hulp bij het huishouden’, ‘ondersteuning’, ‘begeleiding’ of ‘dagbesteding’ worden de kosten van de maatwerkvoorziening op factuur- of declaratiebasis uitbetaald door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aan de door de cliënt gecontracteerde zorgverlener (nadat burgemeester en wethouders het budget betaalbaar hebben gesteld via de SVB).

  • -

    Bij de inzet van overige maatwerkvoorzieningen of bij een financiële maatwerkvoorziening wordt het bedrag door de gemeente uitbetaald aan de leverancier of de cliënt zelf.

 

  • B.

    Artikel 4.8 komt te luiden:

 

4.8 Duur van het pgb

  • De duur waarvoor een pgb wordt afgegeven wordt bepaald op basis van de kostprijs van de voorziening in relatie tot de afschrijvingstermijn. Het pgb is toereikend om conform de toepasselijke afschrijvingsperiode de geïndiceerde maatwerkvoorziening aan te kunnen schaffen dan wel gedurende de budgetperiode, in geval van diensten, de geïndiceerde maatwerkvoorziening in te kunnen kopen. Voor de volgende voorzieningen worden de hieronder genoemde termijnen aangehouden:

    - Rolstoel: 7 jaar;

    - Vervoersvoorziening: 7 jaar;

    - Tilliften: 10 jaar;

    - Trapliften: 15 jaar;

    - Overige hulpmiddelen ten behoeve kinderen: 5 jaar;

    - Overige hulpmiddelen ten behoeve volwassenen: 7 jaar;

    - Autoaanpassing: 5 jaar;

    - Woningaanpassing: zie hiervoor Beleid huurverhoging na Woonverbetering.

 

  • C.

    Artikel 5.2.2 komt te luiden:

     

    5.2.2 Maatwerkvoorziening in bruikleen

    Een eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening in bruikleen wordt elke maand opgelegd en geïnd, zolang de maatwerkvoorziening wordt gebruikt.

  • Hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen worden in bruikleen gegeven in het geval van verstrekking in natura. Roerende woonvoorzieningen worden daarnaast ook in bruikleen verstrekt. Vaste woonvoorzieningen worden verstrekt in eigendom, met uitzondering van trapliften die ook in bruikleen verstrekt kunnen worden.

     

  • D.

    Artikel 5.2.4. komt te luiden:

     

    5.2.4 Maatwerkvoorziening woningaanpassing (aard- en nagelvaste voorziening)

    Een eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening woningaanpassing die in eigendom aan de cliënt is verstrekt, wordt elke maand opgelegd en geïnd, tot de kostprijs van de maatwerkvoorziening is bereikt of voor een periode van maximaal vijftien jaar.

 

  • E.

    Hoofdstuk 8 komt te luiden:

     

    Hoofdstuk 8 Beschermd wonen, geclusterd wonen en m aatschappelijke opvang

    Voor de maatwerkvoorzieningen beschermd wonen, geclusterd wonen en maatschappelijke opvang treedt de gemeente Nissewaard op als zogeheten centrumgemeente.

    De melding wordt lokaal gedaan en daarna wordt een lichte toets uitgevoerd. Wanneer uit de toets naar voren komt dat beschermd wonen, geclusterd wonen of maatschappelijke opvang aan de orde is, worden de melding en de resultaten van de lichte toets doorgezet naar de centrumgemeente Nissewaard.

    Burgemeester en wethouders van Nissewaard verstrekken de voorzieningen volgens het vastgestelde beleid, de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde nadere regels en beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van de centrumgemeente Nissewaard.

     

  • F.

    Artikel 11.1 komt te luiden:

     

    11.1 Doel/resultaat van de ondersteuning

    Wanneer een melding wordt gedaan in verband met een vervoersprobleem wordt er onder meer gekeken naar de zelfstandige vervoersbehoefte van de cliënt. Hierbij houden burgemeester en wethouders rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de cliënt. Er zijn drie terreinen waarop een belemmering van vervoer mogelijk is:

  • - vervoer op korte afstand (tussen de 0 en 1500 meter vanaf de woning van de cliënt); in de woonomgeving, het loop- en fietsvervoer;

  • - vervoer op middellange afstand (1500 meter tot ongeveer 10 km vanaf de woning van de cliënt);

  • - vervoer op langere afstand (10 km tot ongeveer 30 km vanaf de woning van de cliënt); de afstand waarvoor personen zonder beperking het openbaar vervoer zouden nemen.

    Het is mogelijk dat de cliënt op deze afstanden belemmeringen ondervindt. Dit kan tot gevolg hebben dat de cliënt voor deze terreinen gecompenseerd moet worden.

  • Het resultaat van een vervoersvoorziening is dat de cliënt zich kan verplaatsen in zijn directe woon- of leefomgeving. Het gaat hierbij om verplaatsingen van alle dag, zoals:

    - vervoer om boodschappen te doen;

    - bezoeken van vrienden en familie;

    - vervoer naar clubs en sociaal-culturele instellingen;

    - vervoer van en naar medische behandelaars, voor zover daarin niet via de Zvw kan worden voorzien.

     

  • G.

    Artikel 12.4 vervalt.

     

  • H.

    Artikel 12.4.1 komt te luiden:

     

    12.4.1 Nieuwbouw/renovatie vs. bestaande bouw

  • Bij nieuwbouw of bij vervanging in verband met renovatie worden door burgemeester en wethouders alleen de kosten vergoed die direct verband houden met de realisatie van de medisch gezien noodzakelijke aanpassing. Ook het eventueel aanhelen van de vloeraankleding en muurtegels vallen binnen deze vergoeding.

 

  • I.

    In Bijlage I Niet-limitatieve lijst van algemeen gebruikelijke voorzieningen wordt aan onderdeel Vervoersvoorziening een regel toegevoegd, luidende:

     

  • - Opvouwbare scootmobiel

 

  • J.

    Bijlage 3 bij de Beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2021 wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage (genummerd: 3) bij dit besluit.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld op 4 april 2023 door

burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

secretaris, burgemeester,

W.M. van Esch, mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Bijlage 3 Licht – midden – zwaar

 

Licht

 

Samenvatting:

De inzet “licht” wordt geboden aan cliënten waarvan de problematiek in beeld en voorspelbaar is en enkelvoudig is. De zorgzwaarte licht is tevens passend als door de aanwezigheid van een actief sociaal netwerk de problematiek beheersbaar blijft en de inzet van een maatwerkvoorziening beperkt is. Met een beperkte maatwerkvoorziening kan de situatie beheersbaar worden gehouden. Het aantal doelen waaraan gewerkt wordt is beperkt. Hierdoor kan er met focus toegewerkt worden naar een oplossing van het onderliggende probleem of (tijdelijk) zelfzorg tekort. Het gaat hierbij ook om cliënten waarbij verwacht wordt dat zij binnen afzienbare tijd weer zonder inzet van een maatwerkvoorziening zelfstandig kunnen functioneren.

 

Type cliëntkenmerken:

  • -

    Cliënten zijn in staat om zelf om hulp te vragen en kunnen, eventueel met ondersteuning, een concrete hulpvraag formuleren.

  • -

    Eigen kracht is (beperkt) aanwezig, maar dient in risico periodes te worden gestimuleerd of ondersteund.

  • -

    Cliënten zijn onder stabiele omstandigheden in staat om (redelijk) zelfstandig te functioneren.

  • -

    Problematiek is voorspelbaar bij het ontbreken van stabiele omstandigheden.

  • -

    Bij deze cliënten bestaat het risico op overvraging door haar/zijn omgeving.

 

Doel van de ondersteuning

Het doel is de cliënt inzicht te bieden in zijn of haar problematiek en voldoende oplossingsvermogen te geven om hier bij onstabiele omstandigheden mee om te gaan. Hiermee kan de cliënt zijn of haar zelfredzaamheid behouden en/of vergroten en (wederom) volledig zelfstandig participeren in de samenleving. Wanneer er geen sociaal netwerk is wordt er met ondersteuning ingezet op opbouw van het netwerk. Indien er wel een actief sociaal netwerk is wordt dit zo veel mogelijk uitgebouwd om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen en het bredere netwerk rondom de cliënt actief te betrekken.

 

Ondersteuning

De begeleiding (individueel of in groepsverband) is gericht op zelfredzaamheid, regie en structuur in het leven, plannen van dagelijkse activiteiten, het aanleren of behouden van vaardigheden en het ondersteunen van mantelzorgers. Kenmerkend voor deze doelgroep is dat zo nodig ondersteuning geboden wordt bij ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen). De categorie licht ingezet kan worden als een “waakvlam functie”.

 

De categorie licht kan worden ingezet als waakvlam functie. De waakvlam functie is een preventieve vorm van begeleiding die kan worden ingezet voor monitoring en incidentele ondersteuning nadat de beoogde resultaten uit het ondersteuningsplan zijn gerealiseerd. Het is een vorm van begeleiding op afroep en om ‘vinger aan de pols’ te houden. Het gaat bij deze vorm van begeleiding om laagfrequente begeleiding waarbij minder sprake is van vaste periodieke contactmomenten van de aanbieder met de Cliënt. Deze vorm van begeleiding wordt ingezet om terugval te voorkomen en kan laagdrempelig door de Cliënt worden ingeroepen. Dit laagdrempelige contact kan nuttig zijn als afbouw na een ondersteuningsperiode of als stabilisatie. Voor de Cliënt en zijn netwerk is duidelijk waar hij terecht kan bij risico op terugval. Ook biedt dit laagdrempelige contact voor de Cliënt en de aanbieder de mogelijkheid om de begeleiding weer tijdig op te schalen als dit nodig is.

 

 

Midden

 

Samenvatting:

De inzet “midden” wordt geboden aan cliënten waarvan de problematieken in beeld en voorspelbaar zijn, maar meervoudig of zwaar enkelvoudig zijn. De zorgzwaarte midden is tevens passend als door overbelasting van de mantelzorger of een zeer beperkt of inactief sociaal netwerk de problematiek groter is en de inzet van een maatwerkvoorziening nodig is. Het aantal doelen waaraan in gedurende de looptijd van de indicatie bij deze cliënten wordt gewerkt, is doorgaans groter (dan bij de zorgzwaarte licht) en vergen daarmee meer tijd.

 

Type cliëntkenmerken:

 

  • -

    Eigen kracht is beperkt aanwezig.

  • -

    Cliënten zijn beperkt in staat zelfstandig om hulp te vragen en een concrete hulpvraag te formuleren;

  • -

    Beperkt tot zeer beperkt zelf inzicht of beeld van ziekte/beperking (inschatten van oorzaak - gevolg);

  • -

    Behoefte aan structuur,vastepatronenensturing en zijn niet in staat dit zelf te realiseren en daardoor afhankelijk van externe factoren (zoals een zeer actieve houding van mantelzorger/sociaal netwerk, begeleiding, hulpmiddelen). Dit is bijvoorbeeld dagbesteding met vaste structuren in de dagindeling.

  • -

    Ziekte of beperking zorgt vaak voor een verstoorde verhouding met de omgeving (denk aan gedragsverandering bij dementie, verslaving, NAH, etc.)

  • -

    Er kan sprake van een "dubbele diagnose".

  • -

    Cliënt is niet goed in staat zelfstandig een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden. Hier is gerichte ondersteuning en begeleiding bij nodig.

 

Doel van de ondersteuning

Met de prestatie "midden" wordt beoogd cliënten te voorzien van ondersteuning, gericht op omgaan met of indien mogelijk, verminderen van de problematiek. Waar mogelijk wordt afschaling naar de inzet “licht”, nagestreefd.

 

De doelen kunnen verschillen per doelgroep. Doel van cliënten met somatische problematiek is het zoveel mogelijk in stand houden of verbeteren van de zelfredzaamheid en het stimuleren van participatie in de samenleving. Doel van cliënten met psycho-geriatrische problematiek is het zoveel mogelijk structuur bieden in het dagelijks leven en het zo lang mogelijk stabiel houden van de lichamelijke en psychische conditie. Wanneer het gaat begeleiding in groepsverband is het bieden van een veilige en vertrouwde omgeving in kleiner groepsverband (max. 10) van groot belang. Doel voor cliënten met ambulante begeleiding is de cliënt inzicht bieden in zijn of haar problematiek en hoe hiermee om te gaan. De problematiek heeft doorgaans niet alleen betrekking op het individu, maar kan ook een directe relatie hebben met het sociaal netwerk. Opbouw of uitbreiding van het sociale netwerk is een belangrijk element. De ondersteuning richt zich hierbij dan ook in grote mate op het sociaal netwerk en de mantelzorger. Het is van groot belang dat, naast de client, ook de omgeving van de cliënt inzicht heeft in de problematiek van de cliënt en hoe hier door de omgeving mee kan worden omgegaan.

 

Ondersteuning

  • -

    Sluit aan bij interesses en mogelijkheden van cliënt

  • -

    Gericht op structuur, vaste patronen en zingeving.

  • -

    Stimulans/activering is nodig om maatschappelijke deelname zelfstandig vorm te geven

  • -

    Moeilijk verstaanbaar/onaangepast gedrag ontstaat als de structuren niet duidelijk genoeg zijn of als van vertrouwde patronen wordt afgeweken, bijvoorbeeld tijdens vakanties of tijdelijke afwezigheid van voor de cliënt belangrijke personen. De observatie van de begeleiding is dus ook gericht op de voortekenen van dit gedrag door middel van signaleringsplannen.

  • -

    De begeleiding dient in nabijheid te worden aangeboden, zodat hier direct op terug gevallen kan worden en begeleiding direct kan handelen bij het signaleren van moeilijkheden om escalatie te voorkomen. Op de dagbesteding is bijvoorbeeld altijd een begeleider beschikbaar.

  • -

    Er is ondersteuning nodig bij het opbouwen en in stand houden van een sociaal netwerk.

  • -

    Er wordt ondersteuning geboden bij ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen).

 

Zwaar

 

Samenvatting:

Kenmerkend voor de inzet “zwaar” is dat deze wordt geboden aan cliënten waarbij sprake is van een zeer complexe situatie, waarin de (onderliggende) meervoudige problematieken een onvoorspelbaar karakter hebben en mogelijk nog niet direct in beeld zijn. Deze zorgzwaarte is tevens passend als er (tijdelijk) geen mantelzorger of sociaal netwerk is en de nodige ondersteuning volledig gerealiseerd moet worden door inzet van één of meerdere maatwerkvoorziening(en). Indien nodig wordt hierbij casusregie ingezet. Het aantal doelen en decomplexiteit van de doelen waaraan in gedurende de looptijd van de indicatie bij deze cliënten wordt gewerkt, is doorgaans groter (dan bij de zorgzwaarte midden) en kunnen daarmee meer tijd of intensiteit vergen.

 

Type cliëntkenmerken:

  • De categorie "zwaar" richt zich op cliënten voor wie een intensief beroep op ondersteuning noodzakelijk is.

  • -

    Er is sprake van zeer ernstig beperkte eigen kracht in verband met ernstige (onderliggende) problematiek.

  • -

    Cliënten zijn zeer beperkt in staat zelfstandig om hulp te vragen of een concrete hulpvraag te formuleren;

  • -

    Zeer beperkt tot geen zelf- en/of ziekte-inzicht;

  • -

    Geen inzicht in de verstrekkende gevolgen van het eigen gedrag voor omgeving en betrokkenen;

  • -

    Mantelzorger of sociaal netwerk is (tijdelijk) niet betrokken en cliënt is niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden.

  • -

    Er is vaak sprake van een "dubbele diagnose". Combinaties zijn bijvoorbeeld een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek, een somatische grondslag in combinatie met gedrag (NAH) en/of een verstandelijke beperking in combinatie met een lichamelijke beperking;

  • -

    Problematiek raakt vaak diverse leefgebieden waarvoor meerdere maatwerkvoorzieningen noodzakelijk zijn.

  • -

    Zeer complex ziektebeeld of meervoudige beperking zorgt voor een verstoorde verhouding met de omgeving (denk aan gedragsverandering bij dementie, verslaving, NAH, etc.

  • -

    Moeilijk verstaanbaar/onaangepast gedrag kan zich zowel aan de hand van "triggers" als spontaan voordoen.

  • -

    Casusregie wordt ingezet als er een complex systeem van instanties en personen betrokken bij de cliënt.

  • -

    Zorgvraag kan zeer complex zijn door ethische vraagstukken (bijv. begeleiden van een ex-gedetineerde na ernstige (gewelds)delicten).

 

Doel van de ondersteuning

Ook bij de categorie “zwaar” kunnen de doelen verschillen per doelgroep. Wanneer het gaat om een zeer complexe situatie die van tijdelijk van aard is (dreigende escalatie) kan het doel zijn om d.m.v. tijdelijk zeer intensieve begeleiding (eventueel i.c.m. andere maatwerkvoorzieningen) een crisissituatie te voorkomen. Door op diverse leefgebieden ondersteuning in te zetten kan gericht worden ingezet op omgaan met of indien mogelijk, verminderen van de problematiek. Hierbij wordt zoveel mogelijk afschaling naar de inzet “midden”, nagestreefd.

Wanneer het gaat om een zeer complexe situatie die blijvend/chronisch van aard is, gekenmerkt wordt door ernstige blijvende beperkingen of geleidelijke verslechtering, is het doel de cliënt en zijn omgeving te ondersteunen zodat de cliënt zo lang mogelijk in zijn eigen omgeving kan blijven wonen. De ondersteuning heeft dan een structureel karakter en vraagt om meer deskundigheid (dan bij de categorieën licht en midden) vanwege de complexiteit van de problematiek.

 

Doel van begeleiding in groepsverband is structuur te bieden in het dag- en nachtritme en het zo lang mogelijk stabiel houden van de lichamelijke en psychische conditie. Het bieden van een veilige en vertrouwde omgeving in klein groepsverband (max. 6) of individueel is hierbij van groot belang.

 

Doel voor cliënten met individuele begeleiding is gericht op behoud van de mate van zelfredzaamheid en voorkomen van crisissituaties of terugval in mate van zelfredzaamheid.

 

De problemen zijn doorgaans dusdanig complex dat de ondersteuning niet (deels) overgenomen kan worden door het sociaal netwerk of de mantelzorger. Er dient eerst te worden ingezet op (her)opbouw van het sociale netwerk en er moet worden geïnventariseerd of, -en in welke mate- het sociaal netwerk uiteindelijk een rol kan spelen in de ondersteuning. Dit is een belangrijk element, maar meestal moeilijk te realiseren. Het is van groot belang dat, naast de client, ook de omgeving van de cliënt inzicht heeft in de problematiek van de cliënt en hoe hier door de omgeving mee kan worden omgegaan, zodat het voor alle betrokkenen mogelijk is dat de cliënt zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen.

 

Ondersteuning

  • -

    Sluit aan bij interesses en mogelijkheden van cliënt

  • -

    Gericht op structuur, vaste patronen en sturing.

  • -

    De begeleiding dient in nabijheid te worden aangeboden, zodat hier direct op terug gevallen kan worden en begeleiding direct kan handelen bij het signaleren van moeilijkheden om escalatie te voorkomen. Op de dagbesteding is bijvoorbeeld altijd een begeleider beschikbaar.

  • -

    Vaak is er (her)opbouw van het sociaal netwerk nodig, dat meestal moeilijk te realiseren is a.g.v. overbelasting of verstoorde verhoudingen.

  • -

    Er kan sprake zijn van onplanbare zorg.

  • -

    Er kan sprake zijn van aangepaste persoonlijke hulpmiddelen.

  • -

    Kenmerkend voor deze doelgroep is dat ondersteuning of overname geboden wordt bij ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen).

Naar boven