Gemeenteblad van Oldambt
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldambt | Gemeenteblad 2023, 15499 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldambt | Gemeenteblad 2023, 15499 | beleidsregel |
Beleidsregel gebruik opnamemiddelen door toezichthouders en buitengewone opsporingsambtenaren
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;
gelet artikel 160 lid 1 sub c van de Gemeentewet, de artikelen 6 en 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en artikel 25 van de Wet politiegegevens;
- agressie en geweld een verhoogd risico vormen voor de buitengewoon opsporingsambtenaren bij de controle en handhaving op wet- en regelgeving;
- een bodycam voor deze medewerkers als persoonlijk beschermingsmiddel wordt gezien;
- de beelden die zijn gemaakt middels de bodycam ook als bewijs bij overtredingen kunnen dienen;
- het gebruik van opnames vraagstukken meebrengt rondom privacy van zowel de medewerkers als van de opgenomen betrokkenen en eventuele derden;
- het wenselijk is om kaders vast te stellen voor het opnemen met de bodycam en het gebruik van opnames als bewijs door de medewerkers toezicht en handhaving.
de Beleidsregel gebruik opnamemiddelen door toezichthouders en buitengewone opsporingsambtenaren .
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Definities
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
In het geval dat de medewerker de bodycam meevoert op een terrein zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c legt de medewerker aan de betrokkene vooraf uit waarvoor de bodycam dient, tenzij dit (vanwege de snelheid van de controle) niet mogelijk is. In het geval voorafgaande uitleg niet mogelijk is, zal de medewerker dat zoveel mogelijk achteraf alsnog doen.
In het geval dat opnames zijn gemaakt op terreinen zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c dan worden de beelden enkel opgeslagen voor vastlegging van een voorgevallen incident tussen de medewerker en de betrokkene. De gemeente gebruikt de beelden niet als bewijs voor andere overtredingen die zijn waargenomen door de bodycam. Andere personen (inclusief medewerkers), voor zover zij niets met het incident van doen hebben, worden onherkenbaar gemaakt.
Artikel 7: Opslag op de gemeentelijke server
Artikel 7a: Opslag op externe server
Artikel 8 Bekijken door anderen
Betrokken burger of diens belangenbehartigers mogen beelden bekijken:
een uitleesverzoek dient binnen 4 weken schriftelijk per brief (Gemeente Oldambt, t.a.v. toezicht en handhaving, postbus 175, 9670 AD, Winschoten) of e-mail (info@gemeente-oldambt.nl t.a.v. toezicht en handhaving) te worden gedaan. Het uitleesverzoek beslaat minimaal het volgende:
- naam of organisatie, adres, telefoonnummer en/of emailadres;
Hoofdstuk 3 Protocol voor opname, opslag en bekijken van beelden als bewijs bij strafrechtelijke of bestuursrechtelijke overtredingen
Artikel 13a Opslag op externe server
Artikel 14 Bekijken door functionarissen gemeente
Aldus vastgesteld op 15 november 2022 FORMTEXT
Het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris De burgemeester
B. Aukema C.Y. Sikkema
Toelichting Doel, Grondslag en Noodzaak
De medewerkers worden niet ingezet op plaatsen, tijdstippen en in situaties met een voorzienbaar verhoogd veiligheidsrisico, maar vooraf valt niet altijd in te schatten hoe een situatie verloopt. Daarnaast hebben de medewerkers een functie met een verhoogde risico op agressie en geweld. In het verleden hebben de medewerkers meerdere malen te maken gehad met agressie en geweld. Medewerkers voelen zich in bepaalde situaties niet veilig en passen hun gedragingen aan op basis van die gevoelens van onveiligheid.
Doel van de bodycam wordt als volgt omschreven:
- versterken van het veiligheidsgevoelens van de medewerkers;
- bijdragen aan de-escalatie van conflicten;
- verhogen van het lerend vermogen bij agressieve personen;
- zorgvuldige afhandeling van klachten, verzoeken, bezwaar en schade.
Ook maken de medewerkers ter onderbouwing van mutaties of processen-verbaal opnames. Deze opnames dienen als bewijs.
Een burger (of diens belangenbehartiger) heeft op basis van artikel 15 AVG of artikel 25 Wpg recht om inzage te vragen van opnames.
De gemeente heeft medewerkers toezicht en handhaving in dienst. Zij hebben als taak het handhaven en toezichthouden op geldende wet- en regelgeving. Dit betreft zowel landelijke als lokale regelgeving. De juridische grondslag voor toezichthouders, en de kaders waar binnen zij mogen werken, staan beschreven in de Awb. De term toezichthouder is gedefinieerd in artikel 5:11 Awb. Zij houden alleen toezicht op de wet- en regelgeving waarvoor zij zijn aangewezen.
De gemeente heeft ook boa’s in dienst. Boa’s vinden hun wettelijke grondslag in artikel 142 Sv. Zij hebben strafrechtelijke opsporingsbevoegdheid en mogen binnen het domein waarin zij zijn aangesteld strafbare feiten opsporen. Een toezichthouder kan tevens opsporingsambtenaar zijn.
Grondslag Persoonlijk beschermingsmiddel
Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. In de Arbowet staan de kaders en verplichtingen van werkgevers om Arbobeleid te voeren. Ondanks alle maatregelen (zowel landelijk als lokaal) om agressie en geweld een halt toe te roepen blijft er een verhoogd risico bij de uitvoering van toezichthoudende en handhavende taken. De bodycam wordt gezien als persoonlijk beschermingsmiddel. Dit persoonlijk beschermingsmiddel draagt bij aan een veilig en gezonde werkomgeving voor de medewerkers. Om die reden wordt gekozen voor toepassing van de bodycams.
Met de inzet van bodycams wordt gepoogd om incidenten en onrechtmatige gedragingen jegens de medewerkers te voorkomen en vast te leggen. De medewerkers dragen de bodycams tijdens werkzaamheden en zetten de bodycam enkel aan als de situatie daar om vraagt.
Het gebruik van opnames bij overtredingen dient als bewijs. Er worden alleen opnames gemaakt bij overtredingen.
Met voorgaande werkwijze is voldaan aan de proportionaliteits- en subsidiariteitstoets. Er worden niet meer persoonsgegevens verwerkt dan noodzakelijk en er wordt gebruik gemaakt van het lichtst mogelijke middel.
De bodycams leiden tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en daarmee maken ze inbreuk op een grondrecht (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM). Eén van de voorwaarden voor de beperking van dit recht is dat hier in elk geval een wettelijke grondslag voor moet bestaan.
Bij het maken, opslaan en beoordelen van beelden met bodycams is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Gelet op de doelstelling van de inzet van bodycams wordt het juridisch kader gevormd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6 lid 1 sub f AVG:
f) de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.
Hoewel dit artikel niet geldt voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken, is deze uitzondering niet van toepassing wanneer het gebruik van bodycams geheel onder ‘goed werkgeverschap’ valt, en derhalve niet wordt gebruikt in het kader van de uitoefening van de uitvoering van een overheidstaak. Het gaat er immers om of het gebruik van bodycams noodzakelijk wordt geacht voor het bieden van een veilige werkplek aan de medewerkers in de openbare ruimte. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van een persoonlijke levenssfeer zonder inmenging. De wettelijke grondslag voor de inzet van de bodycams is derhalve gelegen in artikel 3 lid 1 sub b, artikel 3 lid 2 van de Arbowet en artikel 2.15 van het Arbobesluit. De wettelijke grondslag volgt voorts uit de eis van goed werkgeverschap uit artikel 7:611 BW.
Uit evaluatiemomenten moet blijken of het gebruik van bodycams een positieve invloed heeft op het veiligheidsgevoel van de boa’s en of deze een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen dan wel de-escaleren van ongewenst gedrag.
Bij het maken van opnames als bewijs is eveneens de AVG van toepassing. De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6 lid 1 sub e AVG: e) de verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen.
Gegevens door de boa worden slechts verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor de bij of krachtens de Wet politiegegevens geformuleerde doeleinden.
Noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit
Agressie en geweld kunnen ernstige gevolgen hebben voor de medewerker. Geweld kan zowel fysieke als mentale gevolgen hebben voor de medewerker. Agressie en geweld zijn volgens de Arbowet een vorm van psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn, zoals beschreven in artikel 2.15 Arbobesluit, verplicht maatregelen vast te stellen en uit te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken. Voorgaande verplichtingen volgen tevens uit de verplichting tot goed werkgeverschap uit artikel 7:611 BW.
Opnames van overtredingen worden gezien als noodzakelijke aanvulling op de verslaglegging door de medewerkers. Opnames zeggen meer dan geschreven woorden.
De bodycam wordt pas aangezet wanneer de medewerker in situaties terechtkomt die (dreigt te) escaleren. Opnames die dienen als bewijs worden alleen gemaakt bij een overtreding. Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams en aan de opnames die gebruikt worden als bewijs bij overtredingen in combinatie met de doelstellingen waarvoor deze worden ingezet wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel.
De veiligheid van de boa’s staat voorop bij het uitvoeren van de werkzaamheden. De-escalerend werken is daarbij het kernprincipe en de boa’s worden niet ingezet op plaatsen, tijdstippen en in situaties met een voorzienbaar verhoogd veiligheidsrisico. De huidige uitrusting van de medewerkers behelst geen vergelijkbaar of minder zwaar middel dat kan worden ingezet in escalerende situaties om de gestelde doelen te bereiken.
Het maken van opnames bij overtredingen wordt gezien als noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de medewerker is opgedragen. Een minder ingrijpende mogelijkheid dan het maken van opnames ter aanvulling op de verslaglegging door medewerkers is er niet.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de invoering van de bodycam heeft geleid tot een reductie van het aantal incidenten met 20% tot 50%. De evaluatie van Sander Flight ‘Evaluatie bodycams Landelijke Eenheid, Proeftuin bodycams Dienst Infrastructuur (2018)’ (https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiewetenschap/2019/evaluatie-bodycams-landelijke-eenheid-334/) concludeert het volgende: ‘Geweld tegen politieambtenaren is gedaald in de twee geografische afdelingen die met bodycams werkten. Het aantal incidenten van lichamelijke agressie en serieuze bedreigingen is gehalveerd. Tevens is het veiligheidsgevoel verbeterd bij degenen die vaak met de bodycam werkten: hoe vaker de bodycam werd gedragen, hoe groter dat effect.’ In de evaluatie van de pilot bodycams in Rotterdam (2019) van Van Rhee, Van Toorn en Flight (https://sanderflight.nl/wp-content/uploads/2020/01/Evaluatie-bodycams-handhavers-gemeente-Rotterdam-2019.pdf) staan de volgende conclusies:
De afspraken over privacybescherming van de BOA’s en de burgers voldeden: er zijn geen klachten of vragen over gekomen;
De bodycams hebben een de-escalerend effect op agressie en geweld door burgers. Er hebben zich geen incidenten voorgedaan door negatieve reacties op de bodycams;
Handhavers voelen zich veiliger door de bodycams;
Er is veel draagvlak onder de medewerkers voor de bodycams en bijna iedereen vindt dat ze onderdeel moeten worden van de standaarduitrusting;
De techniek heeft goed gewerkt: de bodycams en de beeldopslag voldeden goed;
De spelregels over het wel of niet dragen en het maken van opnames moeten beter worden uitgelegd en meer worden nageleefd.
In het rapport van de Nationale ombudsman ‘een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/Personal Digital Assistent(PDA) door een BOA van de gemeente Maastricht (2019)’ https://www.nationaleombudsman.nl/system/files/rapport/20190001%20R%2020172689 9%20%208-1-2019.pdf heeft de Nationale ombudsman geoordeeld dat het van belang is ombeleidsregels op te stellen voor het gebruik van een bodycam dan wel PDA. PDA wordt gezien als een middel om bewijs vast te leggen bij overtredingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-15499.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.