Wijziging van de Integrale verordening sociaal domein gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde 2021

De raad van de gemeente Zeewolde,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 februari 2023;

gehoord de commissie Bestuur, Ruimte en Samenleving d.d. 9 maart 2023;

gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikelen 2.1.3 en 2.1.4, 2.1.4a, 2.1.4b, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

Besluit

 

Vast te stellen de volgende wijziging van de Integrale verordening sociaal domein gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde 2021.

Artikel I Wijzigingen in artikel 3.13 Regels voor pgb

  • 1.

    In artikel 3.13, lid 4, onderdeel e wordt “ verstrekken” vervangen door “verstrekt”.

  • 2.

    Artikel 3.13, lid 6 komt als volgt te luiden:

    • 6.

      Het pgb mag in ieder geval niet worden besteed aan:

      • a.

        tussenpersonen of belangenbehartigers voor hun pgb‐beheerstaken;

      • b.

        administratie- bemiddelings- en coördinatiekosten;

      • c.

        crisishulp/crisisopvang;

      • d.

        een vrij besteedbaar bedrag/vrijwilligersvergoeding;

      • e.

        voorzieningen waarvoor een collectieve voorziening aanwezig is;

      • f.

        andere kosten dan het leveren van de ondersteuning.

Artikel II Wijzigingen in artikel 3.14 Hoogte persoonsgebonden budget

Artikel 3.14 komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    De hoogte van het pgb wordt bepaald aan de hand van de kostprijs van de in de desbetreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura en is toereikend voor de aanschaf daarvan, en omvat, zo nodig, een vergoeding voor onderhoud, reparatie en verzekering. Het pgb is niet hoger dan het maximum van de kostprijs van de goedkoopst adequate voorziening in natura.

  • 2.

    Onverminderd hetgeen in het vorige lid is bepaald, wordt bij het bepalen van de hoogte van het pgb voor een zaak ook rekening gehouden met een reële termijn voor de technische afschrijving.

  • 3.

    Onverminderd hetgeen in de vorige leden is bepaald, wordt, voor zover de belanghebbende een persoonlijk budgetplan heeft ingediend, het tarief voor het pgb gebaseerd op het door de belanghebbende opgestelde persoonlijk budgetplan over hoe hij het pgb gaat besteden met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.

  • 4.

    Het pgb-tarief voor hulp bij het huishouden is:

    • a.

      100 procent van het naturatarief voor dienstverleners die werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden.

    • b.

      75 procent van het naturatarief voor zelfstandige ondernemers dan wel andere juridische constructies die geacht kunnen worden niet of nauwelijks overheadkosten te maken.

    • c.

      50 procent van het naturatarief voor dienstverleners uit het sociaal netwerk.

  • 5.

    Het pgb-tarief voor begeleiding is:

    • a.

      100 procent van het naturatarief voor dienstverleners die werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden.

    • b.

      75 procent van het naturatarief voor zelfstandige ondernemers dan wel andere juridische constructies die geacht kunnen worden niet of nauwelijks overheadkosten te maken.

    • c.

      gelijk aan het tarief dat werd gebruikt in de Algemene wet bijzondere ziektekosten voordienstverleners uit het sociaal netwerk.

  • 6.

    Het pgb-tarief voor kortdurend verblijf is:

    • a.

      100 procent van het naturatarief voor dienstverleners die werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden.

    • b.

      75 procent van het naturatarief voor zelfstandige ondernemers dan wel andere juridische constructies die geacht kunnen worden niet of nauwelijks overheadkosten te maken.

    • c.

      € 30,00 per etmaal voor dienstverleners uit het sociaal netwerk.

  • 7.

    Voor eerste- en tweedegraads bloed- en aanverwanten geldt het tarief voor een persoon uit het sociaalnetwerk, ook al is iemand een zelfstandige zonder personeel of werkzaam bij een erkende instelling, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken.

  • 8.

    Het pgb-tarief voor beschermd wonen is 80% van het geldende naturatarief.

  • 9.

    Voor vervoer bij begeleiding groep is een opslag mogelijk voor de heen- en de terugreis zowel bij reguliervervoer als bij rolstoelgebruik. Deze opslag is gelijk aan het bedrag dat wordt betaald aan de natura-aanbieder.

  • 10.

    De belanghebbende aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk als deze persoon hiervoor een tarief hanteert dat niet hoger is dan het op grond van de leden 1 tot en met 7 gehanteerde tarief. Voor diensten dient de belanghebbende de bepalingen uit het Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in acht te nemen.

  • 11.

    Het pgb voor de verhuis- en herinrichtingkostenvergoeding bedraagt € 3.100,-, welk bedrag niet vaker dan eens per zeven jaar kan worden verstrekt.

  • 12.

    Aan de belanghebbende die op verzoek van het college een aangepaste – rolstoelgeschikte – woning verlaat, kan een, in beginsel kostendekkend maar op € 10.000,- gemaximeerd, pgb worden verstrekt.

  • 13.

    Een pgb voor woningsanering, die noodzakelijk is in verband met een longaandoening zoals cara en/ofallergische aandoeningen, en rolstoelvast tapijt is slechts eenmalig en vindt plaats aan de hand van de volgende maximale vergoedingsbedragen:

    • a.

      vloerbedekking per strekkende meter (4 meter breed) € 56,-

    • b.

      gordijn woonkamer per vierkante meter raamoppervlakte € 30,-

    • c.

      gordijn slaapkamer per vierkante meter raamoppervlakte € 22,50.

  • 14.

    Bij vervanging van aanwezige vloerbedekking en/of gordijnen gelden de volgende vergoedingspercentages:

    Ouderdom te vervangen artikel

    Te vergoeden percentage

    0 tot 2 jaar

    100%

    2 tot 4 jaar

    75%

    4 tot 6 jaar

    50%

    6 tot 8 jaar

    25%

    Ouder dan 8 jaar

    0%

  • 15.

    De hoogte van het pgb voor tijdelijke huisvesting wordt voor maximaal zes maanden verstrekt en bedraagt de werkelijke kosten van de kale huur tot een maximum van:

    • a.

      het bedrag van de maximale rekenhuur als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder a Wet op de huurtoeslag voor zover het gaat om een zelfstandige woonruimte;

    • b.

      50% van het onder a bedoelde bedrag voor zover het gaat om een niet zelfstandige woonruimte.

  • 16.

    Het college kan een pgb voor het vrijhouden van een woning/huurderving toekennen aan een woningbouwcorporatie of andere verhuurder voor de werkelijke kosten tot een maximum per maand van het bedrag van de maximale rekenhuur als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder a Wet op de huurtoeslag.

  • 17.

    Het pgb voor gebruik van vervoer bedraagt:

    • a.

      voor een auto een bedrag per kilometer dat gelijk is aan het in artikel 13a, lid 4, onder b Wet op de loonbelasting 1964 genoemde bedrag met een maximum van 2.000 kilometer per jaar;

    • b.

      voor een rolstoelbus per kilometer 170% van het onder a bedoelde bedrag;

    • c.

      voor een taxi per kilometer 265% van het onder a bedoelde bedrag;

    • d.

      voor een rolstoeltaxi per kilometer 442% van het onder a bedoelde bedrag.

  • 18.

    Het pgb voor een autoaanpassing wordt vastgesteld op basis van een offerte waarbij de goedkoopst passende voorziening in acht wordt genomen. Dit pgb wordt niet vaker dan eens per zeven jaar verstrekt.

  • 19.

    Het pgb voor sportvoorzieningen en -hulpmiddelen bedraagt voor de aanschaf en (eventueel) onderhoud maximaal € 2.500,-. Dit pgb wordt niet vaker dan eens per drie jaar verstrekt.

Artikel III Wijzigingen in artikel 3.16 Maatwerkvoorziening

Artikel 3.16, lid 3 komt als volgt te luiden:

 

  • 3.

    Een bijdrage in de kosten is niet verschuldigd:

    • a.

      in de situaties genoemd in artikel 3.8 lid 3 Uitvoeringsbesluit;

    • b.

      als de maatwerkvoorziening gerealiseerd wordt in een woongebouw waarvan de woning van de belanghebbende onderdeel uitmaakt, en voor zover de voorziening betrekking heeft op het toe-en/of doorgankelijk maken van het woongebouw;

    • c.

      voor de maatwerkvoorzieningen waakvlam begeleiding en groepsbegeleiding arbeidsmatig;

    • d.

      voor de pgb’s, zoals genoemd in artikel 3.14 leden 11 tot en met 19;

    • e.

      voor woningaanpassing ten behoeve van minderjarigen;

    • f.

      indien het inkomen van de cliënt, wonend in Zeewolde, niet hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel III Vernummeringen

  • 1.

    In artikel 3.12 worden de leden 3, 3 en 4 vernummerd tot 3, 4 en 5.

  • 2.

    In artikel 3.13 worden de leden 6, 6 en 7 vernummerd tot 6, 7 en 8.

Artikel IV Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in zijn openbare vergadering van 23 maart 2023.

de griffier,

B. de Winter

de voorzitter,

G.J. Gorter

Naar boven