Wijzigen Algemene Plaatselijke Verordening (wijziging 3)

De raad van de gemeente Texel;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154, 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, artikel 5:13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 10.23, eerste lid, en 10.25, eerste lid, van de Wet milieubeheer, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2.21 en 3.148, tweede lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening Texel 2016 als volgt te wijzigen (3e wijziging):

A.

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1:1 wordt in de definitie van ‘voertuig’ de zinsnede ‘met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen’ vervangen door ‘met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen’.

Toelichting:

Redactionele verbetering (plaatsen komma).

B.

In artikel 2:11, vierde lid, wordt ‘Telecommunicatieverordening’ vervangen door ‘Algemene verordening ondergrondse infrastructuren’.

Toelichting:

Hiermee wordt een verwijzing naar de juiste verordening gemaakt.

C.

In de artikelen 2:29, achtste lid, 5:2, vijfde lid, 5:3, derde lid, 5:6, vierde lid, 5:7, derde lid, 5:8, zesde lid, 5:15, derde lid en 5:36, vierde lid, wordt ‘Op de ontheffing’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een ontheffing’.

Toelichting:

Redactionele verbetering.

D.

In de artikelen 2:11, vijfde lid, 2:25, zevende lid, 2:28, vijfde lid, 5:13, vierde lid, en 5:18, vierde lid, wordt ‘Op een/de vergunning’ vervangen door ‘Op een aanvraag om een vergunning’.

Toelichting:

Redactionele verbetering.

E.

In de artikelen 2:24, eerste lid, onder b, en 5:14, tweede lid, onder b, wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

Toelichting:

Redactionele aanpassing i.v.m. wijziging Gemeentewet.

F.

In de artikelen 2.24, eerste lid, onder d, 2:29, eerste lid, 2:48, eerste lid en tweede lid, onder a, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

Toelichting:

Redactionele aanpassing i.v.m. wijziging van de Drank- en Horecawet in de Alcoholwet.

G.

In artikel 2:25, vijfde lid, wordt ‘slecht levensgedrag’ vervangen door ‘in enig opzicht van slecht levensgedrag’.

Toelichting:

Redactionele aanpassing.

H.

Geschrapt worden:

1. het tweede en derde lid van artikel 2:26;

2. artikel 2:51 (Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisatie);

3. in artikel 6:1, eerste bullit, na artikel 2:26, eerste: ‘, tweede en vierde’ en ‘artikel 2:51, eerste lid’.

Toelichting:

De Hoge Raad heeft het colorverbod in de APV (weergegeven in artikelen 2:26, tweede en derde lid, en 2:51) onverbindend verklaard. Het gaat om het verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties, zoals het logo van een verboden motorclub. Vanwege deze uitspraak moeten de genoemde bepalingen uit de APV worden geschrapt.

I.

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervangen door:

In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat:

a. de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; of

b. de exploitant of de leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

2. Na lid 4 worden twee nieuwe leden toegevoegd die als volgt luiden:

5. Een vergunning is ook niet vereist indien de inrichting wordt geëxploiteerd door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet.

6. In afwijking van artikel 4, sub a, geldt dat een vergunning wel nodig is als er een buitenruimte (terras) is als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid.

3. Het vijfde lid wordt vernummerd naar 7.

Toelichting:

Onderdeel 1: Toevoeging van een weigeringsgrond op basis van ontwikkelingen in de gemeentelijke praktijk. De exploitatievergunning kan nu ook worden geweigerd als de exploitant in enig opzicht van slecht levensgedrag is. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is dit een voldoende duidelijke weigeringsgrond.

Onderdeel 2 – lid 5: Deze wijziging wordt voorgesteld op basis van ervaringen in de bestaande praktijk. Paracommerciële inrichtingen, zoals sportkantines en openbare inrichtingen van kerkelijke instellingen en dorpscommissies zijn doorgaans niet de inrichtingen die overlast veroorzaken en op grond van de Alcoholwet ook al beperkt zijn in gebruik. Daarom kunnen ze gelijkgeschakeld worden met de openbare inrichtingen in het vierde lid. De vergunningplicht kan daarom vervallen. Voor de paracommerciële inrichtingen wordt hiermee ook een kleine lastenverlichting gerealiseerd; ze hebben een vergunning minder nodig.

Onderdeel 2 – lid 6: Deze wijziging wordt voorgesteld op basis van ervaringen in de bestaande praktijk. Wanneer een winkel een terras gaat exploiteren kan dat effect hebben op de openbare ruimte en de woon- en leefsituatie in de omgeving. Dan is het wel gewenst om een instrument in handen te hebben waarmee sturing mogelijk is. Dat is de exploitatievergunning. Daarom het voorstel om openbare inrichtingen in winkels met een terras niet uit te zonderen van de vergunningplicht.

J.

Geschrapt worden:

1. artikel 2:26, vierde lid;

2. artikel 2:54 (Verkoop en gebruik van lachgas).

Toelichting:

Vanaf 1 januari 2023 geldt er een landelijk lachgasverbod door wijziging van de Opiumwet. Lachgas wordt een softdrug en het verboden gebruik ervan word duurzaam gereguleerd door artikel 2:74. De bepalingen in artikel, 2:26, lid 4, en 2:54 (in modelverordening artikel 2:48a) wordt daarmee overbodig.

K.

Vervalt.

L.

In artikel 2:57, eerste lid, onder b, wordt ‘de weg’ vervangen door ‘een openbare plaats’.

Toelichting:

Hiermee wordt het verbod voor niet-aangelijnde honden uitgebreid tot openbare plaatsen binnen de bebouwde kom (was alleen binnen de bebouwde kom op de weg). Hierdoor geldt het verbod ook voor andere plaatsen binnen de bebouwde kom, zoals parken en plantsoenen of andere voor publiek openstaande plaatsen. Dat past ook beter bij de uitzondering in het tweede lid, waar wordt gesproken over ‘aangewezen plaatsen’.

M.

Artikel 2:74 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘die deel uitmaken van een door het college aangewezen gebied,’ geschrapt.

2. Het derde lid wordt geschrapt.

Toelichting:

Vanaf 1 januari 2023 geldt er een landelijk lachgasverbod door wijziging van de Opiumwet. Lachgas wordt een softdrug en het verboden gebruik ervan word duurzaam gereguleerd door artikel 2:74. Mede om die reden wordt artikel 2:74 aangepast en inhoudelijk in overeenstemming gebracht met de modelbepalingen.

N.

Artikel 2:79, eerste lid, komt te luiden:

Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

Toelichting:

Het artikel is in overeenstemming gebracht met het gewijzigde artikel 151d van de Gemeentewet (dat de grondslag geeft voor artikel 2:79). Het artikel geeft een zorgplicht voor gebruikers en verhuurders van woningen om geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden te veroorzaken. De zorgplicht voor verhuurders geldt voortaan voor alle huurders en niet meer alleen voor huurders die geen ingezetenen zijn (Wet toeristische verhuur van woonruimte, Stb. 2020, 460). Dit betekent dat verhuurders zorgdragen dat vanuit de woningen die zij verhuren geen ernstige en herhaaldelijk hinder wordt veroorzaakt.

O.

In artikel 3:3, vierde lid, wordt ‘één seksinrichting’ vervangen door ‘een seksinrichting’.

Toelichting:

Redactionele aanpassing.

P.

Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. Onderdeel b vervalt.

b. De onderdelen c tot en met j worden geletterd b tot en met i.

2. Het tweede lid komt te luiden:

Met een veroordeling als bedoeld in het eerste lid, onder g en h, wordt gelijkgesteld:

a. een bevel tot tenuitvoerlegging van een zodanige voorwaardelijke straf;

b. betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan € 375 bedraagt.

3. In het derde lid wordt ‘het eerste lid, onder h en i,’ vervangen door ‘het eerste lid, onder g en h,’.

4. In het vierde lid wordt ‘het eerste lid, onder h en i,’ vervangen door ‘het eerste lid, onder g en h,’.

Toelichting:

Onderdeel b bevatte de weigeringsgrond ‘de exploitant of beheerder is ontzet uit het ouderlijk gezag of de voogdij’. Beëindiging van het ouderlijk gezag is veel ruimer dan de zeer beperkte groep ontzette ouders. In verband hiermee is ook in de Drank- en Horecawet (nu: Alcoholwet) deze weigeringsgrond destijds vervallen.

Onderdeel 2 gaat over enkele redactionele aanpassingen.

Q.

In artikel 3:9, eerste lid, onder e, wordt ‘artikel 3:7, eerste lid, onder a tot en met i’ vervangen door ‘artikel 3:7, eerste lid, onder a tot en met h’.

Toelichting:

Redactionele aanpassing vanwege wijziging van artikel 3:7.

R.

In artikel 4:11, eerste lid, wordt de zinsnede ‘op bijlage 1 (bomenlijst)’ vervangen door ‘op de bijlagen 1 en 2 (bomenlijsten).

Toelichting:

Feitelijk zijn er twee lijsten, genummerd bijlage 1 en bijlage 2. De verwijzing was daarom niet geheel correct en is hiermee hersteld. Overigens worden er nu geen inhoudelijke wijzigingen van de lijsten voorgesteld.

S.

Artikel 4:24 komt te luiden:

Artikel 4:24 Vervoer en houden van bijen

1. Het is verboden om zonder vergunning van het college bijen naar Texel te vervoeren.

2. Het is tevens verboden om zonder vergunning van het college bijen te houden.

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 wordt een vergunning in ieder geval geweigerd als het voortbestaan van de Texelse zwarte honingbij (Apis mellifera mellifera) in gevaar komt of dreigt te komen.

4. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Toelichting:

In de huidige APV staat dat het verboden is om bijen naar Texel te vervoeren zonder ontheffing van het college. Deze bepaling blijft bestaan, waarbij de ontheffing wordt omgezet in een vergunning. Dit wordt uitgebreid met een vergunningstelsel voor het houden van bijen.

In het verleden is het vervoersverbod opgenomen om te voorkomen dat ziektes onder honingbijen naar Texel worden gebracht. Op die manier kon een belangrijke bijdrage geleverd worden aan het voortbestaan van de Texelse zwarte honingbij. Er wordt namelijk een groot belang gehecht aan het voortbestaan van deze bijensoort. Dat kan alleen als de Texelse zwarte honingbij zo zuiver mogelijk blijft en er geen vermenging met of verdringing door andere honingbijensoorten plaatsvindt.

Texelse zwarte honingbij

Op Texel leeft een bijzondere honingbijensoort, een soort nauw verwant aan het oerras van de Inheemse zwarte heidebij (Apis mellifera mellifera). Deze soort komt in Noord Europa bijna niet meer voor door inmenging van andere rassen en uitroeiing. Texel is een van de laatste refugia van deze oorspronkelijke honingbijensoort. Deze unieke situatie op Texel is ontstaan door het vervoersverbod van bijen naar Texel vastgelegd in de APV, waardoor veertig jaar lang geen andere bijensoorten zijn ingevoerd.

Wereldwijd staat de populatie van de honingbij onder grote druk. Inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat de Texelse zwarte bij als drager van uniek erfelijk materiaal, van groot belang is om de bijen in Nederland en daar buiten veilig stellen. De Stichting “De Duurzame Bij” onderzoekt met de Texelse bij als uitgangspunt, hoe te komen tot een gezonde populatie honing bijen in Europa. Daarnaast is de Texelse zwarte bij erkent als officieel ras door de “Stichting Zeldzame Huisdieren”.

Gebleken is dat het vervoersverbod onvoldoende handhaafbaar is en daarmee het doel van het behoud van de Texelse zwarte honingbij niet bereikt kan worden. Om die reden wordt voorgesteld tevens een vergunningstelsel in te voeren. Dit betekent dat iedereen die honingbijen naar Texel wil vervoeren of op Texel wil houden daarvoor een vergunning nodig heeft, ongeacht de locatie waar de bijenkast staat. Een vergunningstelsel biedt de mogelijkheid de Texelse zwarte honingbij te beschermen door op te nemen dat een vergunning niet wordt verleend als het voortbestaan van de Texelse zwarte honingbij wordt bedreigd. Het college zal dit nader uitwerken in beleidsregels.

Er wordt een overgangsbepaling opgenomen in artikel II. Hierin wordt bepaald dat op 1 januari 2024 de vergunningplicht gaat gelden. Iedereen die nu bijen houdt op Texel heeft dan voldoende tijd om de vergunning aan te vragen.

Voor zover bekend zijn er nu circa 20 imkers op Texel met bijenkasten, verspreid over ongeveer 40 locaties.

T.

Aan artikel 4:25 wordt een vierde lid toegevoegd dat als volgt luidt:

4. Het college kan nadere regels vaststellen over de wijze waarop uitvoering moet worden gegeven aan de verplichtingen die zijn opgenomen in het eerste en tweede lid, waaronder mede wordt begrepen de wijze waarop de planten(resten) moeten worden afgevoerd.

Toelichting:

Naast de verplichting om overlastgevende planten te verwijderen kan ook de wijze van verwijdering van belang zijn, alsmede de wijze waarop de planten, c.q. plantenresten worden afgevoerd en/of vernietigd. Dat geldt in bijzondere mate voor de Japanse Duizendknoop. Met de voorgestelde toevoeging krijgt het college de mogelijkheid daarvoor nadere regels vast te stellen.

U.

De titel van artikel 4:28 komt te luiden: Ballonverbod.

Toelichting:

Redactionele verbetering.

V.

In de artikelen 5:17, tweede lid, en 5:22, tweede lid, onder a, wordt ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

Toelichting:

Redactionele aanpassing i.v.m. wijziging Gemeentewet.

W.

In artikel 5:32, eerste lid, wordt na ‘met een motorvoertuig of een bromfiets’ ingevoegd ‘te crossen buiten wedstrijdverband,’.

Toelichting:

Het crossverbod beperkte zich tot wedstrijden of de voorbereiding daarvan. Het crossen buiten wedstrijdverband is aan de verbodsbepaling in het eerste lid toegevoegd.

X.

In artikel 5:12 wordt ‘opheffing’ vervangen door ‘beëindiging’.

Toelichting:

Redactionele aanpassing.

Y.

Artikel 5:34, derde lid, komt te luiden: Het tweede lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op het strand, de duinen, bossen en aangewezen natuurgebieden, uitgezonderd erven bij (recreatie)woningen.

Toelichting:

Artikel 5:34, eerste lid, verbiedt het stoken van vuur in de openlucht. Het tweede lid geeft daarop enkele uitzonderingen, onder andere voor terrashaarden en vuurkorven. Het huidige derde lid bepaalt dat vuurkorven en terrashaarden niet op het strand mogen. Dat blijft zo, maar wordt nu uitgebreid naar de duinen, bossen en natuurgebieden. Reden is het brandgevaar, met name in droge periodes. Op verzoek van Staatsbosbeheer is deze wijziging opgenomen.

Z.

Artikel 6:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste bullit wordt ‘artikel 2:37’ vervangen door ‘artikel 2:73’.

2. In de eerste bullit wordt na artikel 2:54, ‘tweede en derde lid’ vervangen door ‘eerste lid’.

3. In de derde bullit wordt na artikel 4:24 toegevoegd: ‘eerste lid en tweede lid,’.

Toelichting:

Hiermee wordt een verschrijving hersteld en wordt de tekst aangepast/aangevuld naar aanleiding van andere aanpassingen.

Artikel II

Artikel S treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na de dag van bekendmaking.

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22-03-2023,

De griffier, De voorzitter,