Gemeenteblad van Assen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Assen | Gemeenteblad 2023, 139807 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Assen | Gemeenteblad 2023, 139807 | ander besluit van algemene strekking |
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH)-Uitvoeringsprogramma 2023 gemeente Assen
Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-uitvoeringsprogramma) 2023 van de gemeente Assen. Voor de VTH-taken die de fysieke leefomgeving betreffen, is het maken van een uitvoeringsprogramma wettelijk verplicht (Art. 7.2 Besluit omgevingsrecht onder de Wabo; art 13.8 Omgevingsbesluit onder de Omgevingswet). Na de vaststelling door het college moet het ter kennisgeving worden aangeboden aan de gemeenteraad en worden toegezonden aan de provincie voor het interbestuurlijk toezicht.
Door te werken met een actueel VTH-beleid en tijdige vaststelling van een VTH-jaarverslag en VTH-uitvoeringsprogramma dragen wij bij aan een sluitende beleidscyclus en daarmee aan een veilige, gezonde en duurzame fysieke leefomgeving.
Reikwijdte VTH-uitvoeringsprogramma
De gemeente Assen is verantwoordelijk voor de vergunningverlening, het toezicht en handhaving van een grote hoeveelheid wet- en regelgeving. De keuze is binnen de gemeente gemaakt om de VTH-taken organisatorisch te verdelen in twee werkvelden:
Dit uitvoeringsprogramma gaat over de VTH-taken gebaseerd op dan wel gerelateerd aan de Wabo die door het team Bouwen, Wonen en Ondernemen worden uitgevoerd. Het betreft de zogenaamde thuistaken. Dit zijn de VTH-taken (bouwen, ruimtelijke ordening en brandveiligheid die de gemeente Assen zelf uitvoert. Het programma ziet niet op de VTH-taken (de basistaken milieu) die de Regionale uitvoeringsdienst Drenthe RUD Drenthe voor de gemeente Assen uitvoert. Hiervoor wordt een apart uitvoeringsprogramma gemaakt .
Overgangsperiode naar de Omgevingswet en Wkb
Inmiddels weten wij dat de invoering van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) weer is uitgesteld en nu is beoogd per 1 januari 2024. We zien 2023 als een tussenjaar, waarin medio 2023 het programma Omgevingswet zal stoppen en de lijnorganisatie verantwoordelijk wordt voor de verdere implementatie. Dit zal zeker impact hebben op de taakuitvoering binnen het team BWO.
Hoofdstuk 2 schetst het kader en de ontwikkelingen die relevant zijn voor de VTH-uitvoeringspraktijk in 2023. Daarna geeft hoofdstuk 3 inzicht in de personele en financiële middelen die beschikbaar zijn voor de taakuitvoering. Hoofdstuk 4 gaat over de door de taakvelden Vergunningverlening en Toezicht en Handhaving te leveren producten met een prognose van aantallen/ureninzet. Tot slot gaat hoofdstuk 6 over de activiteiten en inzet die van het team BWO wordt gevraagd in de overgangsperiode naar de Omgevingswet en Wkb.
Het kader voor de VTH-taakuitvoering
Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn instrumenten om de naleving van een breed scala aan landelijke en lokale regels te bevorderen en zo nodig af te dwingen. Het betreft o.a. regels in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Besluit Omgevingsrecht, Ministeriële regeling Omgevingsrecht, Bouwbesluit 2012, Bouwverordening, Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Erfgoedwet, bestemmingsplannen, Beheersverordening en APV.
2.1 Integraal beleid Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
In het Integraal beleid Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving gemeente Assen (VTH-beleid) geven wij aan hoe wij de VTH-instrumenten willen inzetten om bij te dragen aan:
Risicogestuurd werken en stellen van prioriteiten
Een belangrijk beleidsuitgangspunt is het risicogestuurd werken. Dit is nodig, omdat de personele en financiële middelen gelimiteerd zijn. We kunnen niet alles toetsen en controleren.
Op basis van een inschatting van de risico’s die door de activiteiten in de leefomgeving (mogelijk) ontstaan, worden de urgentie en inzet bij de vergunningverlening en toezicht en handhaving bepaald.
In hoofdstukken 4 en 5 van dit uitvoeringsprogramma wordt de prioriteitstelling uit het VTH-beleid vertaald naar de uit te voeren activiteiten. De hoogste prioriteit krijgen aanvragen en toezicht in gevallen/situaties waar we verwachten dat er een grote kans is op overtredingen en de impact bij overtreding op de omgeving groot is.
In beginsel krijgen onderwerpen met een lagere prioritering geringe aandacht. Naast de programmatische en thematische inzet zijn er ook klachten, meldingen en handhavingsverzoeken die om inzet vragen. De inzet op deze signalen kan ten koste gaan van de inzet op prioritaire onderwerpen.
2.2 Ontwikkelingen van invloed op de VTH-taakuitvoering
Naast de reguliere, geprioriteerde VTH-taken zijn er jaarlijks ontwikkelingen die aandacht vragen van de gemeente en van invloed zijn op de programmering voor de uitvoering. Dit kunnen al lopende ontwikkelingen of nieuwe ontwikkelingen zijn. Hieronder een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen.
Eén van de belangrijkste doorlopende ontwikkelingen die veel invloed heeft op het gebied van VTH is de invoering van de Omgevingswet. Zoals bekend werd de datum van inwerkingtreding al verschillende keren uitgesteld. Naar het zich nu laat aanzien is er brede steun voor invoering op 1 januari 2024. Het Koninklijk besluit dat de invoering per 1 januari 2024 regelt, doorloopt nu het besluitvormingstraject bij de Eerste en Tweede Kamer.
Ondanks het uitstel zijn we in Assen doorgegaan en hebben veel voorbereidingen getroffen. Het programma(team) Omgevingswet dat zich met deze voorbereidingen bezighoudt stopt in de zomer van 2023. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de activiteiten die in 2023 en volgende jaren door de lijnorganisatie nog verder moeten worden opgepakt.
De invoering van de Wkb is gekoppeld aan de Omgevingswet en daarmee wordt het nieuwe stelsel van private toetsing en toezicht op bouwwerken in de laagste risicoklasse (gevolgklasse 1) ook uitgesteld tot 1 januari 2024. Nog onduidelijk is hoe het zit met de eerder voorgestelde gefaseerde invoering van de Wkb, namelijk het eerste halfjaar alleen van toepassing op nieuwbouw en pas daarna ook op verbouwingen. Deze fasering werd eerder door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening voorgesteld om tegemoet te komen aan het bezwaar van te weinig kwaliteitsborgers op 1 juli 2023.
In het najaar van 2016 is de Drentse verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht ( Drentse verordening) vastgesteld. Met de vaststelling van de Drentse verordening wilden de gemeenten op meer uniforme wijze de kwaliteit van de VTH-taakuitvoering in Drenthe borgen. De concrete invulling van het kwaliteitsniveau bleef een verantwoordelijkheid van het lokaal bevoegd gezag. Er werden explainmodules gemaakt voor de deskundigheidsgebieden die niet voldeden aan de gestelde kwaliteitseisen. Op die manier kon een gemotiveerde verklaring worden gegeven voor afwijking van de deskundigheidseisen.
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt de Wabo als grondslag voor de Drentse verordening. Daarnaast is er een geüpdate versie van landelijke kwaliteitscriteria (versie 2.3) beschikbaar. Dit geeft aanleiding om de Drentse verordening tegen het licht te houden en een nieuwe toetsingsronde van de personele formatie aan de kwaliteitscriteria op te pakken. Eerder was dit een gezamenlijke actie van de Noord-Drentse gemeenten. Ook nu is het voornemen om dit weer in gezamenlijkheid te doen.
Wij zijn verplicht onder de Omgevingswet een uitvoerings- en handhavingsstrategie (U&H-strategie) vast te stellen als opvolger van het VTH-beleid. De strategie geeft invulling aan de strategische doelen en beschrijft uitvoeringskaders. In 2021 maakten wij hiermee samen met de andere Noord-Drentse gemeenten een start met als resultaat een gemeenschappelijk “basis” beleidsdocument. Onder andere het herhaaldelijk uitstellen van het invoeringsmoment van de Omgevingswet en de krapte binnen de personele formatie, leidden tot een andere prioriteitstelling. Hierdoor is dit traject bij de gemeenten stil komen te liggen. In de eerste helft van 2023 wordt het proces om te komen tot afronding van de U&H-strategie vervolgd, zodat uiterlijk op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet deze strategie is vastgesteld.
De verbinding tussen beleidsdoelen en activiteiten in het uitvoeringsprogramma is nog een ontwikkelpunt. Dit vraagt om meetbare doelen dan wel het benoemen van meetindicatoren.
Dit krijgt aandacht in de nieuwe U&H-strategie. Hierdoor worden de beleids- en uitvoeringscyclus meer met elkaar verbonden. Met de verantwoording van de VTH-taakuitvoering in het jaarverslag en eventuele bijstelling van het beleid maken we de VTH-cyclus sluitend.
Uit het bestuursakkoord “Dichtbij en daadkrachtig” volgt een grote woningbouwambitie voor Assen en woningbouwversnelling in deze collegeperiode. Dit betekent een gemiddelde woningbouwambitie van circa 300-500 woningen per jaar en het hiervoor verlenen van de vereiste omgevingsvergunningen. Voor de vergunningverleners kost dit de nodige uren. Vanwege de versnelde toename van omgevingsvergunningen heeft dit ook direct effect op toezicht en handhaving. Mogelijk leidt dit ook tot meer juridische procedures (voorlopige voorziening, bezwaar en beroep), omdat er meer besluiten worden genomen.
De bouwvrijstelling - een vrijstelling waarmee de bouwsector geen vergunning voor de tijdelijke uitstoot van stikstof nodig had - verviel op 2 november 2022. De Raad van State oordeelde toen dat de stikstof die bij bouwprocessen vrijkomt gewoon moet meetellen. Er moet nu vooraf bij bouwprojecten een berekening voor de stikstofuitstoot worden gemaakt om aan te tonen dat het geen negatieve effecten heeft in beschermde natuurgebieden.
Per 1 januari 2023 treedt de ‘Energielabel C-verplichting’ in werking en moeten alle kantoorgebouwen groter dan 100 m² verplicht energielabel C of hoger hebben. De norm voor het energieverbruik van deze gebouwen is maximaal 225 kWh per vierkante meter per jaar. Voldoet het gebouw niet aan de eisen, dan mag het formeel per 1 januari 2023 niet meer als kantoor worden gebruikt. Er zijn kantoren die in aanmerking komen voor een uitzondering (vanwege oppervlakte, monumenten, terugverdientijd).
De gemeente dient handhavend op te treden bij overtreding van de Energielabel C-verplichting.
Dit is een nieuwe taak voor het werkveld toezicht en handhaving.
Er is een verzamelwijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving en Omgevingsregeling in voorbereiding, waarbij eigenaren van grote publiekstoegankelijke gebouwen verplicht worden om voor hun gebouwen periodiek de constructieve veiligheid te beoordelen volgens de Nederlandse Technische Afspraak (NTA). Zowel besluit als regeling zullen naar verwachting in 2023 van kracht worden. In 2023 zullen wij de ontwikkelingen op dit onderwerp actief blijven volgen.
Naarmate er meer aandacht is voor verduurzamingsmaatregelen, zoals zonneparken en windmolens, leidt dit naar verwachting tot meer aanvragen omgevingsvergunning en heeft daarmee ook een impact op VTH.
Het aanbrengen van zonnepalen of isolerende maatregelen is in de regel niet vergunningplichtig. Voor monumenten geldt dat dit soort maatregelen vaak wel vergunningplichtig zijn. Dit kan in de praktijk leiden tot meer aanvragen omgevingsvergunning
Door bedrijven en particulieren wordt dagelijks gebruik gemaakt van de openbare ruimte, bijvoorbeeld voor het plaatsen van een afvalcontainer, steiger, keet of complete inrichting van een bouwplaats. Dit is dan nodig voor bijvoorbeeld de uitvoering van bouwwerkzaamheden, schilderwerkzaamheden of het aanleggen van een tuin. Dit gebruik van de openbare ruimte kan kort of langdurig zijn en impact hebben op de verkeersveiligheid, hinder of overlast veroorzaken of schade toebrengen aan gemeentelijke eigendommen.
Voor dit gebruik is een omgevingsvergunning nodig. Er zal beleid komen over hoe de gemeente wenst om te gaan met de verschillende vormen van gebruik van de openbare ruimte en de wijze van regulering ervan.
2.3 Aandachtspunten vanuit Interbestuurlijk toezicht (IBT) 2022
Jaarlijks beoordeelt de provincie de VTH-taken die door de gemeenten in medebewind op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden uitgevoerd. De basis voor deze boordeling vormen de door de Drentse gemeenten verzonden VTH-jaarverslagen, VTH-uitvoeringsprogramma’s en de ingevulde vragenlijsten (zelfevaluatie).
In het concept-jaarverslag IBT Wabo over 2022 staat als verbeterpunt voor Assen de tijdige vaststelling van het VTH-jaarverslag en -uitvoeringsprogramma. Aandachtspunt is de actualisering van het VTH-beleid/U&H-strategie.
De provincie heeft aangekondigd in 2023 scherper te gaan toezien op het voldoen aan de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht.
Een ander onderwerp waarop in 2023 nadrukkelijker wordt getoetst is de handhaving van bestemmingsplannen.
Personele en financiële middelen
Voor de VTH-uitvoering zijn personele en financiële middelen nodig. Hieronder is in beeld gebracht welke middelen hiervoor aan het begin van het kalenderjaar per taakveld beschikbaar zijn.
Voor een deel van de taken zijn in hoofdstuk 4 en 5 prognoses opgenomen over aantallen en benodigde ureninzet. Bij activiteiten waar een meer flexibele schil nodig is of ureninschattingen nu nog lastig te maken is, is de inzet niet verder geconcretiseerd. In bijlage 2 is de totale ureninzet op activiteitniveau voor het taakveld toezicht en handhaving weergegeven.
Team Bouwen, Wonen en Ondernemen (BWO) bestaat naast de taakvelden Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving ook uit het taakveld Ondernemen. De werkzaamheden van dit laatste taakveld vallen niet onder de wettelijke plicht tot programmering en verantwoording van VTH-taken binnen het omgevingsrecht. Daarom worden ze in dit uitvoeringsprogramma niet meegenomen.
Voor de wettelijke taken op grond van de Wabo is de gemeente verplicht om de beschikbare personele en financiële middelen inzichtelijk te maken en te borgen (art. 7.5-a Bor).
Voor de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma moet voldoende personele en financiële capaciteit beschikbaar zijn (art. 7.5-c Bor).
Op 1 januari 2023 is de personele bezetting (vast en inhuur) voor de VTH-taakuitvoering:
*Bij de berekening is uitgegaan van 1350 netto-productieve uren bij een fulltime formatieplaats en inzet van 12 maanden.
De Omgevingswet vereist andere competenties. Daarom zijn de profielen voor VTH-functies in de zomer van 2022 vernieuwd en toegevoegd aan de landelijke kwaliteitscriteria Uitvoering en Handhaving. Het is de bedoeling in 2023 de verschuivingen in rollen, gevraagde competenties en impact hiervan voor de medewerkers in beeld te brengen en opnieuw een 0-meting te doen en de uitkomsten te bundelen in een VTH-dashboard en te betrekken bij het opstellen van de SPP.
Activiteiten vergunningverlening in 2023
De activiteiten van het taakveld vergunningverlening betreffen:
In bijlage 1 van dit uitvoeringsprogramma wordt per onderdeel dieper ingegaan op de inhoud van de werkzaamheden.
De werkzaamheden bij het taakveld vergunningverlening zijn aanbodgestuurd. De ontvangen vergunningaanvragen moeten binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld.
Conform de strategie in het VTH-beleid werken wij risicogestuurd. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
De behandeling van een (concept)aanvraag omgevingsvergunning gebeurt volgens een vaste procedure met behulp van een zaaksysteem. Een Wabo-casemanager is verantwoordelijk voor het gehele proces. De inhoudelijke advisering wordt verzorgd door in- en externe specialisten.
In onderstaand overzicht is een prognose opgenomen voor het aantal te behandelen aanvragen en meldingen in 2023. Dit is gebaseerd op aantallen uit voorgaande jaren en ontwikkelingen.
De juridisch adviseurs van het team BWO hebben naast de juridische advisering een rol bij de (informele) behandeling van ingediende bezwaar- en beroepschriften tegen (geweigerde) omgevingsvergunningen.
Activiteiten toezicht en handhaving in 2023
De activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving betreffen onderstaande domeinen:
De werkzaamheden van het taakveld toezicht en handhaving zijn grofweg onder te verdelen in:
Conform de strategie in het VTH-beleid gelden daarbij de volgende uitgangspunten:
De volgende problemen/overtredingssoorten zijn uit de probleem- en risicoanalyse in het VTH-beleid naar voren gekomen als onderwerpen die in potentie het meest risicovol zijn:
5.1 Actief en planmatig toezicht
Bij het toezicht gaat de meeste aandacht uit naar problemen/overtredingssoorten met een hoge prioriteit en minder of geen aandacht naar activiteiten met een gemiddelde of lage prioriteit.
Onderstaand per toezichtdomein de prognose voor de activiteiten in 2023.
Gebouwen waarvoor een omgevingsvergunning brandveilig gebruik of een gebruiksmelding actief is worden periodiek gecontroleerd met het accent op ontvluchting, brandcompartimentering, ontruimingsplan en bedrijfshulpverlening en keuringscertificaten.
Naast deze controles bestaat het toezicht voor een belangrijk deel uit actieve voorlichting om doelgroepen bewust te maken van brandveiligheid en de daarbij behorende regelgeving.
Op basis van een risicoanalyse zijn er in totaal drie categorieën met controlefrequentie bepaald.
Dit is mogelijk door de verantwoording meer bij de ondernemer te leggen, door de grote mate van zelfredzaamheid van de aanwezige personen, het verbeterende naleefgedrag en door de relatief lage maatschappelijke en politieke impact.
In 2023 gaan we ervan uit dat er ca. 18 gebruiksvergunningen/meldingen verleend zullen worden. Daarnaast worden de eerder vergunde gebouwen die in gebruik zijn, gecontroleerd.
De controles op verleende omgevingsvergunningen bouw richten zich op veiligheid, zoals constructieve veiligheid, bouwkundige risico’s en brandveiligheid en worden ter plaatse uitgevoerd. Bij niet-naleving/strijdigheden voert de inspecteur overleg met de vergunninghouder en/of bouwkundig aannemer hoe de overtreding op te heffen. Als bij hercontrole(s) blijkt dat de strijdigheid niet is opgeheven, worden er sancties opgelegd.
In 2023 gaan we ervan uit dat er circa 225 vergunningen verleend zullen worden.
Daarnaast is er nog controle nodig op:
Na realisatie van een bouwwerk wordt de vergunninghouder, indien tekortkomingen zijn geconstateerd, hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht en vindt er een hercontrole plaats. Is bij hercontrole de tekortkoming niet opgeheven dan wordt er een sanctie opgelegd.
Bij bouwtoezicht maken we onderscheid in 10 bouwcategorieën. Per bouwcategorie wordt volgens het toezichtprotocol het aantal toezichtcontroles bepaald en geprioriteerd op belangrijke aspecten die gecontroleerd moeten worden.
Toezicht op kleine werken vindt, vanwege beschikbare formatie en prioritering, volgens afspraak steekproefsgewijs plaats. Er wordt projectmatig gecontroleerd.
Categorie 7 bijeenkomst-, cel-, onderwijs-, gezondheids- en logiesfunctie |
||
Categorie 8 kantoor-, winkel-, gezondheids- (niet bedgebonden) en sportfunctie |
||
Als eigenaar van gebouwen vinden wij het belangrijk dat wij de regels naleven en daarmee een goed voorbeeld geven. Alle gemeentelijke vergunningen en meldingen voor bouwwerken/inrichtingen worden daarom regelmatig gecontroleerd.
De toezichthoudende taak bij evenementen ziet op tijdelijke, bouwkundige constructies en brandveiligheid. Op basis van de omvang of locatie van een evenement, vindt er controle plaats op basis van goedgekeurde tekeningen en constructieberekeningen. Controlepunten voor brandveiligheid zijn bereikbaarheid, hulpdiensten, ontruimingsplan, blusmiddelen, etc.
In 2023 worden er ca. 40 te controleren grote evenementen verwacht, waaronder evenementen binnenstad (TT-festival, bevrijdingsfestival, koningsdag, etc.), evenementen TT-circuit.
Bouwen en slopen kan veiligheids- en gezondheidsrisico’s betekenen op het gebied van stof, geluid, trilling, etc. met name voor belendende percelen, de openbare weg en voorbijgangers.
Het is aan de bouwer (en zijn opdrachtgever) om te zorgen dat wordt voldaan aan alle bouw- en sloopveiligheidsvoorschriften in het Bouwbesluit.
Toezicht vindt plaats bij de reguliere bouw -en sloopcontrole waarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de landelijke richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid.
Bij vergunningsvrije bouw en sloop wordt, vanwege beschikbare formatie en prioritering, alleen gecontroleerd naar aanleiding van meldingen. Ook bij de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging blijft dit een taak voor de gemeente.
Tweemaal per jaar is er controle op omgevingsvergunningen ontheffing bestemmingsplan en/of activiteit bouwen. Gecontroleerd wordt op het verstrijken van de uiterlijke instandhoudingstermijn.
Op dit moment zijn er ongeveer 25 actuele tijdelijke omgevingsvergunningen waarvan de uiterlijke instandhoudingstermijn nog niet is verstreken. De verwachting is dat er in 2023 ca. 5 tijdelijke omgevingsvergunningen worden verleend.
De verwachting is dat er circa 270 sloopmeldingen worden ontvangen. De prioriteit bij het toezicht op sloopmeldingen ligt bij die gevallen waar de veiligheid en gezondheid in het geding is. Speerpunten zijn slooplocaties in dichtbebouwde gebieden met het accent op omgevingsveiligheid en geluid.
Het toezicht op monumenten heeft als doel om de gebouwen te beschermen en de bijzondere zichtbepalende waarde te behouden. Alle sloop- en (ver)bouwmeldingen die betrekking hebben op monumenten controleren we. We reageren op meldingen van illegale werkzaamheden bij monumenten. Door direct handhavend op te treden kan dreigende onomkeerbare schade aan de monumentale waarde van het monument en dreigende aantasting van het beschermd stads- en dorpsgezicht worden voorkomen beperkt.
Voor 2023 zullen er naar verwachting 20 vergunningen verleend worden.
Er is een Erfgoedvisie in ontwikkeling waarin de gemeentelijke ambities voor de komende jaren in beeld worden gebracht met doorvertaling daarvan in een actieplan. De verwachting is dat deze visie in 2023 wordt vastgesteld.
Het toezicht op horecabedrijven ziet op het controleren van de inrichtingseisen die vanaf 1 juli 2021 van de Drank- en Horecawet zijn overgegaan naar het Bouwbesluit. Het betreft de eisen die gelden voor een bedrijf dat een drank- en horecavergunning nodig is.
Voor 2023 wordt uitgegaan van 5 te controleren horecabedrijven, waarbij het gaat om een nieuwe locatie en/of verbouw waardoor de inrichtingseisen moeten worden gecontroleerd.
Jaarlijks stellen wij een apart uitvoeringsprogramma voor de milieutaken op. Dit programma dient als basis voor de opdrachtverlening voor de uitvoering van de VTH-milieutaken door de RUD Drenthe. Het uitvoeringsprogramma wordt deels gebaseerd op de Drentse maat. De Drentse Maat is het uniform niveau dat de RUD Drenthe voor alle bevoegde overheden uitvoert. Dit uitvoeringsniveau wordt gezamenlijk bepaald op basis van de Drentse milieuopgave en de daarbinnen gestelde Drentse prioriteiten.
5.2 Projectmatig/thematisch toezicht
Dit is een jaarlijkse controleronde waarbij de illegale reclame-uitingen langs de A28/N33 en de hoofdinvalswegen van Assen worden geïnventariseerd en aangeschreven. Doel is om verloedering van het landschap en groenstroken langs de invalswegen tegen te gaan.
Indien eigenaren en/of grondeigenaren geen gehoor geven aan de aanschrijving om de reclames te verwijderen, treedt de gemeente handhavend op.
Ieder jaar worden aanvragen om een vergunning geweigerd of uit behandeling genomen vanwege het feit dat de burger niet-ontvankelijk is in zijn aanvraag of zijn aanvraag intrekt. Controle hierop vindt plaats om te checken of alsnog een vergunning is aangevraagd of illegaal is gebouwd.
Inventarisatieronde reclame-uitingen en aanschrijvingen illegale geplaatste |
||
Controle adressen vergunning geweigerd of uit behandeling genomen |
Kantoorgebouwen moeten per 1 januari 2023 voldoen aan energielabel-C, tenzij sprake is van een uitzonderingsgeval. Het is een nieuwe gemeentelijke taak om hierop toe te zien en wanneer niet aan de norm wordt voldaan hierop te handhaven.
Als eerste stap is in 2022 in beeld gebracht voor welke kantoorgebouwen de verplichting geldt en zijn de eigenaren en/of huurders hierover per brief geïnformeerd.
De vervolgstap is het aanschrijven van de kantooreigenaren/-huurders met de vraag om binnen 12 weken aan te tonen:
Afhankelijk van de te nemen maatregelen geldt een uiterste uitvoeringstermijn van 1 jaar. Na afloop van deze termijn wordt de balans opgemaakt en besloten over het verdere (handhaving)traject.
Reactief toezicht vindt plaats bij domeinen die niet hoog scoren in de risicoanalyse. Toezicht vindt dan plaats in reactie op ontvangen meldingen en handhavingsverzoeken van derden.
Het uitgangspunt is om elke melding af te handelen. Daarbij is het streven snel contact op te nemen om duidelijk te krijgen wat het belang/doel van het signaal is en te informeren welke rol van de gemeente kan worden verwacht.
Anonieme meldingen worden in beginsel niet in behandeling genomen, tenzij sprake is van een situatie met een hoog risico, bijvoorbeeld een groot illegaal bouwwerk of het slopen/dumpen van asbest.
Op grond van de Wabo is het verboden te bouwen of te slopen zonder omgevingsvergunning. Illegale bouw of sloop kan onveilige en ongewenste situaties veroorzaken. Hierop wordt vanwege beschikbare formatie en prioritering alleen gecontroleerd in reactie op meldingen of verzoeken om handhaving. Er vindt in principe geen actieve opsporing van illegale bouw en sloop plaats.
Naast toezicht in reactie op landelijke incidenten (b.v. constructieve veiligheid galerijvloeren en balkons, roestvaststalen constructieonderdelen in zwembaden) is ook het toezicht op bestaande bouw beperkt tot ontvangen meldingen en handhavingsverzoeken. Die betreffen vooral locaties waar de leefbaarheid in het geding is, zoals achterstallig onderhoud, vervuiling, overlast en verloedering van een bouwwerk.
Bij meldingen over houtkachels controleert de gemeente of de plaats en hoogte van de uitmonding van de rookgasafvoer voldoen aan de gestelde eisen in het Bouwbesluit. Wanneer de afvoer in strijd is met het Bouwbesluit wordt hiertegen handhavend opgetreden.
De gemeentelijke aanpak van deze overlast beperkt zich tot het enkele keren in het stookseizoen publiceren van een (standaard) bericht op onze website, op de social media kanalen en in Berichten van de Brink met daarin een duidelijke verwijzing naar de Stookwijzer. Ook blijven we actief het Stookalert delen op social media. Dit is overeenkomstig de besluitvorming in de raadsvergadering van 10 november 2022 over de motie Houtstook.
Bestaande bruggen en viaducten
Met gebruikmaking van een handreiking van het Ministerie van VROM (2011) is in 2017 in Assen een quickscan gemaakt van de bestaande bruggen en viaducten. Hieruit is gebleken dat het beheer, onderhoud en inspecties geborgd zijn, maar dat de gemeente Assen nog constructief onderzoek moet (laten) uitvoeren naar de uitgangspunten die bij kunstwerken in het verleden en bij het huidige gebruik zijn toegepast. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd volgens de CUR-Aanbeveling "Constructieve Veiligheid Kunstwerken Decentrale Overheden" (124, 18 september 2019).
Landelijke ontwikkelingen naar aanleiding van incidenten blijven wij ook in 2023 proactief volgen.
Vanwege de beperkte capaciteit wordt ook niet actief toegezien op het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in strijd met het bestemmingsplan. Naar aanleiding van vragen van inwoners en ondernemers of een bepaalde activiteit is toegestaan, ontvangen meldingen over een illegale situatie of handhavingsverzoeken krijgen wij inzicht in mogelijk strijdig gebruik. Voordat wordt overgegaan tot een handhavingsactie wordt eerst onderzoek gedaan en een controle uitgevoerd naar de noodzaak hiertoe.
Activiteiten implementatie Omgevingswet en Wkb in 2023
Naast de reguliere en geprioriteerde werkzaamheden, zijn er ook ontwikkelingen en bestuurlijke speerpunten die inzet van het team BWO vragen.
Op dit moment vragen de voorbereidingen op de Omgevingswet en Wkb een fors tijdsbeslag van het team BWO. Dit gebeurt de eerste helft van 2023 nog onder aansturing van het Programma Omgevingswet. Medio 2023 wordt programmateam opgeheven en worden verschillende teams van de lijnorganisatie verantwoordelijk voor de verdere implementatie.
Ondanks de hoge werkdruk, is de bewuste keuze gemaakt om de basis verder op orde te krijgen. Met een leane-procesinrichting willen we meer grip/controle krijgen op de werkvoorraad, sturingsinformatie genereren en meetindicatoren/kengetallen ontwikkelen.
Van systeem-& procesinrichting naar oefenen & trainen
In 2023 vraagt onderstaande inzet van alle medewerkers van het team BWO:
Oefenen aan de hand van casuïstiek. Dit onder regie van een processpecialist die zowel stilstaat bij het oefenen met de applicatie CLO als het nieuwe werkproces. Een team bestaande uit medewerkers van de teams BWO, Ruimte en functioneel beheer kan periodiek bevindingen uit het oefenen meten, prioriteren en door ontwikkelen in applicatie en werkproces.
Er zijn in 2023 minimaal 2 proefprojecten waarmee we ervaring op gaan doen met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Hierbij blijven wij de ervaringen nauwkeurig volgen. Mogelijk starten we nog meer proefprojecten op. Dit als daar vanuit de bouwende partijen behoefte aan is.
Voor het volgen, evalueren en intern delen (leren) van de proefprojecten schatten we ca. 0.15 Fte nodig te zijn.
Van transitie naar transformatie in de uitvoeringspraktijk; de beoogde manier van werken
Het Omgevingswet- en Wkb-proof werken is een proces dat geen einddatum kent. In ieder geval tot 2029 zal de uitvoeringspraktijk te maken krijgen met veranderingen, die, afhankelijk van de keuzes die met het Omgevingsplan worden gemaakt, meer of minder impact hebben.
De prioriteiten voor de tweede helft van 2023:
De artikelen 7.6 en 7.7 van het Besluit omgevingsrecht verplichten tot het monitoren en jaarlijks evalueren van de voorgenomen uitvoering van de activiteiten in het uitvoeringsprogramma.
Monitoring is nodig om zicht te krijgen in het behalen van de beleidsdoelen en de uitvoering van activiteiten in de praktijk. De monitoringsresultaten worden weergegeven in het jaarverslag en gebruikt voor bijsturing (prognoses) van de operationele cyclus. Bovendien leveren de resultaten van de monitoring input voor de evaluatie van het beleid. Hiermee wordt de BIG 8 beleidscyclus sluitend gemaakt.
Dit uitvoeringsprogramma wordt vastgesteld door het college en ter kennisname aan de raad gestuurd. Ook wordt er een afschrift gestuurd naar de provincie Drenthe die het uitvoeringsprogramma beoordeelt vanuit haar interbestuurlijke toezichtrol.
Wij brengen op dit moment in beeld welke gegevens benodigd zijn om beter te kunnen plannen, monitoren en bijsturen. Ook kan het ontwikkelen van en werken met norm- dan wel kengetallen bijdragen aan het krijgen van meer inzicht in de uren die worden besteed aan de verschillende taken en werkzaamheden.
Gegevensbeheer verder op orde brengen
Een goede gegevensregistratie is, zoals uit bovenstaande blijkt, belangrijk voor een goede monitoring en verantwoording/evaluatie. Bij het verder inrichten van de werkprocessen en Centric Leefomgeving zal hiervoor aandacht zijn.
Een specifiek actiepunt betreft de registratie van klant-/informatievragen en duidelijke afspraken (kanaalstrategie) via welke kanalen die kunnen worden ingediend. Door meer zicht te krijgen op deze vragen kan de informatievoorzieningen daarop worden aangepast.
Bijlage 1 Toelichting op de werkzaamheden vergunningverlening
Wabo producten – beschrijving per onderdeel
Dit betreft de vragen om informatie die veelal worden afgehandeld aan de balie en via email en telefoon. Door een goede voorlichting vooraf wordt verderop in de procedure veel tijd bespaard. Door de steeds verdere uitbreiding van het vergunningsvrij bouwen (en de tijdrovende toets die hier soms voor nodig is) is een groeiend aantal vragen hierop gericht.
Vergunningsvrij is niet regelvrij. De rijksoverheid heeft afgelopen jaren de mogelijkheden voor vergunningsvrij bouwen steeds verder vergroot. Door deze vergroting van mogelijkheden is het tevens voor de inwoner een stuk lastiger geworden om een antwoord te krijgen op de vraag of een activiteit nu vergunningsvrij of vergunningsplichtig is. Door de balie bouwen en wonen worden de vragen van de inwoners over dit onderwerp beantwoord.
In toenemende mate worden vooroverleggen (conceptaanvragen) ingediend. Het doel hiervan is om in een vroeg stadium de haalbaarheid van bouwplannen af te tasten. Dit voorwerk levert in een groot aantal gevallen tijdswinst op bij een hierop volgend definitief vergunning traject.
De vergunning wordt getoetst aan de criteria die zijn opgenomen in de Wabo. Voor het onderdeel brandveiligheid wordt advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio Drenthe. Er wordt gewerkt met een toetsingsprotocol waarin de wijze van diepgang in toetsing per categorie bouwwerk is vastgelegd. Dit is met name van belang voor de toets aan het Bouwbesluit.
Zowel de vergunning als de melding vallen binnen dit onderdeel. Voor de vergunning en melding wordt advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio Drenthe. De gebruiksvoorschriften uit het Bouwbesluit worden integraal getoetst bij dit onderdeel.
Zowel de vergunning voor het oprichten of veranderen van een milieu-inrichting als de melding vallen binnen dit onderdeel. De vergunning en melding worden verleend door de RUDD. De vergunning of melding wordt getoetst aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit.
In het kader van het interbestuurlijk toezicht door de Provincie zijn specifieke risicothema’s benoemd. Asbest is één van die risicothema’s. De vergunning en melding, waarbij asbest wordt verwijderd, wordt verleend door de RUDD. De RUDD beoordeelt de asbestinventarisatierapporten en stelt nadere voorwaarden, daar waar nodig. De overige vergunningen en meldingen worden door ons afgehandeld enverleend.
Het proces bestaat uit de toets van een aanvraag aan het bestemmingplan en het beoordelen van de binnen- en buitenlandse afwijkingsmogelijkheden.
De gemeente heeft een wettelijke taak voor wat betreft het toezicht op de sloop/verbouw en restauratie van monumenten. Regels voor monumenten zijn opgesteld om de bijzondere waarde die deze gebouwen representeren, te beschermen. Als deze regels niet worden nageleefd, gaat deze waarde voorgoed verloren.
Dit betreft werken of werkzaamheden waarvoor op grond van het bestemmingsplan of de beheersverordening een aanlegvergunning nodig kan zijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld het ophogen of afgraven van gronden, dempen of aanleggen van watergangen, leggen van (buis)leidingen of drainage, aanbrengen van verhardingen of scheuren van grasland, de aanplant of kap van bomen.
Voor deze vergunningen wordt inhoudelijk advies gevraagd bij interen adviseurs groen, verkeer en infra.
Voor het voeren van handelsreclame is in een aantal gevallen een vergunning benodigd. De toetsingsgronden hiervoor zijn opgenomen in de APV.
Producten waarbij sprake is van een ander bevoegd gezag
Bij de volgende producten is sprake van een ander bevoegd gezag:
Beschermen grondwater gebieden
Aanpassen rijks- en provinciale monumenten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-139807.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.