Wmo-nota Samen voor Elkaar 2021-2026

 

Inhoud

Voorwoord Dennis Bouwman

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding voor de nota

1.3.1 Landelijke ontwikkelingen

1.3.2 Regionale en Lokale ontwikkelingen

2. Demografische gegevens en staat van de gezondheid

2.1 Gezondheidsindicatoren

2.2. Gebruik van voorzieningen in Midden-Drenthe

3. Doelen van het Wmo beleid

3.1 Eigen kracht en sociaal netwerk

3.2. Voorliggend veld (algemene voorzieningen)

3.3 Maatwerkvoorzieningen

3.4 Conclusie

4. Invulling / uitvoering geven aan het Wmo beleid

4.1 Een sterk voorliggend veld

4.1.1 Mantelzorg

4.1.2 Vrijwilligers

4.1.3 Onafhankelijke Cliëntondersteuning

4.1.4 Eenzaamheid

4.1.6 VN verdrag voor mensen met een beperking

4.1.7 WELWOZO

4.1.8 Voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld

4.2 Uitvoering voorzieningen Wmo beleid

4.2.1 Aanbesteding Wmo/Jeugd Noord en Midden Drenthe

4.2.2 Huishoudelijke hulp

4.2.3 Beschermd Wonen en doordecentralisatie Maatschappelijke Opvang

4.3 Tevredenheid

4.4 Wmo raad

4.5 Conclusie

5. Monitoring en evaluatie

 

 

Voorwoord Dennis Bouwman

In Midden-Drenthe geven we samen vorm aan de Midden-Drentse samenleving.

Zo helpen we samen met partners op het gebied van welzijn, wonen en zorg onze inwoners zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. En stellen we steeds de vraag: wat kunnen mensen nog zelf, wat kunnen ze samen met hun omgeving regelen en waar is professionele zorg nodig?

 

Goede zorg en ondersteuning, zeker bij kwetsbare inwoners, blijft daarbij uiteindelijk essentieel om fijn en prettig te kunnen blijven wonen. Essentieel voor het bevorderen van welzijn van mensen en het tegengaan van eenzaamheid. En essentieel voor een gemeenschap waarin je samen met elkaar leeft.

 

De afgelopen jaren hebben we ruimte gegeven aan iedereen om mee te doen. We hebben eigen kracht en het voorliggend veld verder gestimuleerd, met als centrale spil daarin Welzijnswerk Midden-Drenthe. Enkele voorbeelden daarvan zijn het vernieuwde mantelzorgbeleid, de bewustwordingscampagne vanuit WelWoZo en het project Dorpszorg.

 

De komende jaren willen we verder investeren op het gebied van de Wmo. Dat gaan we bijvoorbeeld doen door meer te focussen op levensgeluk, op het welbevinden van onze inwoners. En door de professionele zorg in onze gemeente en regio verder te stimuleren richting meer voorliggende, breder toegankelijke, voorzieningen. Zodat die zorg nog dichterbij komt.

 

Tegelijkertijd liggen er verschillende uitdagingen voor ons. De financiële ontwikkeling van de Wmo kunnen we slechts beperkt voorspellen. Wel geloven we dat we door slimmere, vernieuwende, inzet van partijen efficiënter kunnen werken. Daarbij moeten we rekening houden met de vergrijzing, waardoor meer kwetsbare oudere inwoners ondersteuning nodig zullen hebben.

 

Een specifiek punt waar de gemeente Midden-Drenthe zich hard voor maakt is het aantrekkelijk houden van het werken in de zorg. Daarvoor is het belangrijk dat wij als gemeente het werken in de zorg op een passende manier duurzaam blijven belonen. Daarom betalen wij als gemeente reële tarieven voor de zorg, en indexeren wij deze tarieven ook jaarlijks. Daarnaast is het ook belangrijk dat we ervoor blijven zorgen om voldoende mensen gemotiveerd te vinden en te houden om te werken in de zorg. Wij werken actief mee om mensen te scholen richting de zorg, en dat doen we in nauwe samenwerking met lokale en regionale werkgevers. Zodat goede zorg in de toekomst gegarandeerd kan blijven.

 

Vandaar dat ons uitgangspunt is dat zorg en ondersteuning voor al onze inwoners toegankelijk moet zijn. Dat we goede kwaliteit mogen verwachten van onze professionele zorgaanbieders. En dat we onze zorg en ondersteuning zoveel mogelijk sámen voor elkaar willen krijgen.

 

Dennis Bouwman

Wethouder

 

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding voor de nota

Het Wmo beleid van de gemeente Midden-Drenthe is toe aan vernieuwing. De huidige nota “Transformatienota Wmo 2016 “een mooie tussenstand” is verouderd. Daarom ligt voor u de nota “Samen voor elkaar 2021 – 2026”.

 

In deze nota wordt ingegaan op de wijze waarop de Wmo landelijk, regionaal en lokaal vorm heeft gekregen. Er zijn verschillende landelijke ontwikkelingen geweest die haar invloed hebben op de uitvoering van de Wmo. Voorbeelden hiervan zijn de doordecentralisatie van Beschermd Wonen, de mogelijke doordecentralisatie van maatschappelijke opvang en de invoering van het abonnementstarief.

 

Regionale ontwikkeling betreffen vooral de aanbestedingen Wmo-Jeugd in Noord en Midden-Drentse gemeenten, de inkoop van voorzieningen voor Huishoudelijke Hulp (HH1 en HH2) samen met de gemeente Noordenveld en de samenwerking met de centrumgemeente Assen waar het gaat om Beschermd Wonen.

 

Daarnaast hebben het college en de raad van de gemeente Midden-Drenthe keuzes gemaakt die positief van invloed zijn op de sociale samenhang en samenleving in de gemeente Midden-Drenthe. De sterke en grote inzet in het voorliggende veld is hier het mooiste voorbeeld van. Onder andere de recent vastgestelde Wmo verordening, de ondersteuning aan mantelzorgers en het oog voor vrijwilligers zijn hierin opvallend. Andere mooie initiatieven zijn het WelWoZo samenwerkingsverband, integrale ouderenzorg en de keuze voor wijkteams 18+.

 

In deze nota wordt ingegaan op de landelijke en regionale ontwikkelingen. Verder wordt vooral aangesloten bij beleid wat recent is vastgesteld door de gemeenteraad. Veel van dit beleid is participatief tot stand gekomen.

 

1.2 De basis van de Wmo

In 2015 is de huidige Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingevoerd. In deze wet staat in artikel 1.1.1. wat het begrip maatschappelijke ondersteuning omvat, namelijk:

 

  • 1.

    “bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld,

  • 2.

    ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving,

  • 3.

    bieden van beschermd wonen en opvang”

 

Dit zijn de primaire taken die de gemeente Midden-Drenthe heeft uit te voeren in opdracht van het Rijk voor de Wmo. In de volgende paragraaf wordt weergegeven wat de belangrijkste ontwikkelingen in de Wmo zijn geweest, zowel lokaal, regionaal als landelijk. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de demografische ontwikkelingen van Midden-Drenthe. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de landelijke en lokale doelen van het Wmo beleid geschetst. In hoofdstuk 4 wordt de lokale doorvertaling van deze onderwerpen op thema’s gemaakt. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de financiën in de Wmo en in hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de wijze van monitoring en evaluatie.

 

1.3 Terugblik op afgelopen periode

In deze paragraaf worden de belangrijkste landelijke en regionale/lokale ontwikkelingen aangehaald op het gebied van de Wmo. De ontwikkelingen die hier geschetst worden zijn ontwikkelingen die een grote invloed hebben gehad op de uitvoering van de Wmo of die dat nog gaan krijgen

 

1.3.1 Landelijke ontwikkelingen

Abonnementstarief

Een grote wijziging die het Rijk in 2019 heeft doorgevoerd is het abonnementstarief. Dit is het tarief dat inwoners betalen indien zij gebruik maken van een voorziening of dienst van de Wmo. Het abonnementstarief is officieus ingegaan op 2019 en bedraagt € 19, - per maand. We zien dat deze keuze een aanzuigende werking heeft voor het gebruik van Wmo voorzieningen. Er zijn doelgroepen die geen eigen bijdrage betalen, namelijk kinderen tot 18 jaar en echtparen waarvan één partner niet en de andere partner wel de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Een andere uitzondering is de eigen bijdrage voor instellingsgebonden wonen, zoals Beschermd Wonen waar de eigen bijdrage bepaald wordt op basis van het inkomen.

Openstelling Wet Langdurige Zorg

De Wet langdurige zorg (WLZ) gaat per 1 januari 2021 ook open voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Mensen die hun leven lang intensieve geestelijke gezondheidszorg (ggz) nodig hebben, kunnen vanaf 2021 toegang krijgen tot de WLZ als zij voldoen aan de WLZ-toegangscriteria. Zowel vanuit de reguliere Wmo als Beschermd Wonen en Maatschappelijke opvang zal instroom in de WLZ op deze grond plaatsvinden.

 

Doordecentralisatie Beschermd Wonen

Een andere belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van Beschermd Wonen. In de Wmo van 2015 is de taak Beschermd Wonen als laatste onderdeel van de decentralisatie toegevoegd. Hierbij is een overgangsperiode voor cliënten voor de maximale duur van 5 jaar afgesproken. Daarnaast is de wettelijke verantwoordelijkheid naar de individuele gemeenten gegaan en het budget naar de centrumgemeenten. Voor Midden-Drenthe is dit centrumgemeente Assen.

Vanaf 2021 wordt ook het budget op basis van het bestuursakkoord tussen het ministerie van BZK, VWS en de VNG daadwerkelijk (financieel) gedecentraliseerd naar gemeenten. Hierbij speelt ook mee dat de Wet langdurige Zorg (WLZ) opengesteld wordt voor mensen met een psychische kwetsbaarheid welke langdurig van aard is.

 

Maatschappelijke opvang

Op het gebied van maatschappelijke opvang is afgesproken dat er in 2025 een landelijke evaluatie plaatsvind waaruit moet blijken of en op welke wijze de maatschappelijke opvang door gedecentraliseerd kan worden. Deze afspraak is ook vastgelegd in het hierboven genoemde bestuursakkoord.

 

Huiselijk geweld

In 2018 is door de ministeries van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging Nederlandse Gemeenten het meerjarenprogramma “Geweld hoort nergens thuis” gestart. De opgave van dit landelijk actieprogramma is om huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen, de schade ervan te beperken en de vicieuze cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie, te doorbereken.

 

1.3.2 Regionale en Lokale ontwikkelingen

1. Inkoop traject NMD

In 2020 heeft de gemeente Midden-Drenthe in Noord en Midden Drents verband, waar de gemeenten Aa en Hunze, Assen, Noordenveld, Tynaarlo en Midden Drenthe onder vallen, de inkoop voor Wmo en Jeugd opnieuw aanbesteed. De contracten zijn gesloten voor de duur van twee jaar met optie tot verlenging met drie keer voor 1 jaar. In deze inkoop is ingekocht op basis van resultaten. Daarnaast is er in de aanbesteding aandacht geweest voor transformatie en innovatie. Door de NMD gemeenten wordt per jaar 0,5% van de totale opdrachtwaarde besteed aan het innovatie fonds Wmo. Dit innovatiefonds is gericht op innovatie door de gegunde aanbieders op de volgende vijf onderwerpen:

  • De kwaliteit van zorg (verhogen)

  • De zorgduur (beperken)

  • De zorgkosten (verlagen)

  • De administratieve lasten (beperken)

  • De transformatieopgaven (positief beïnvloeden)

Eén van de speerpunten van Midden-Drenthe was om ruimte te laten voor innovatieve ideeën en ontwikkelingen. Samen met de NMD gemeenten wordt dit innovatiefonds vormgegeven

 

Naast het innovatiefonds voor de gegunde aanbieders in NMD verband heeft de gemeente Midden-Drenthe het stimuleringsfonds Wmo. Dit stimuleringsfonds Wmo is bedoeld om innovatie in de Wmo verder te stimuleren. Inwoners en organisaties in Midden-Drenthe met een innovatief idee kunnen een subsidieverzoek indienen voor een bijdrage uit het stimuleringsfonds.

 

2. Huishoudelijke hulp

De huishoudelijke hulp heeft de gemeente Midden-Drenthe aanbesteed samen met de gemeente Noordenveld. Deze contracten lopen af op 31-12-2021. Deze taak wordt opnieuw aanbesteed.

 

3. Vernieuwde verordening

In 2020 heeft de gemeenteraad een nieuwe verordening Wmo vastgesteld. In deze verordening zijn de kaders vastgelegd op basis waarvan voorzieningen voor de Wmo worden verstrekt.

 

4. Vaststellen beleidsregels

Na vaststelling van de verordening worden de beleidsregels voor de Wmo aangescherpt. Beleidsregels betreffen een nadere uitleg van de verordening en worden door het college vastgesteld.

 

Geestelijke gezondheidszorg

Een doelgroep die vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet verplichte ggz en de door de doorcentralisatie Beschermd Wonen en mogelijk maatschappelijke opvang meer naar voren komt zijn mensen met behoeftes op het gebied van ggz. Naast de landelijke ontwikkelingen is Midden-Drenthe van oudsher al een gemeente waar deze doelgroep zichtbaar is. Het is en blijft daarom belangrijk om in ogenschouw te houden dat juist mensen met een ggz achtergrond op alle niveaus (lees, in het voorliggend veld, in de reguliere begeleiding en bij Beschermd Wonen en maatschappelijke opvang) gebruik maken van de voorzieningen die de gemeente aan haar inwoners biedt.

 

Arbeidsmarkt

Een specifiek punt waar de gemeente Midden-Drenthe zich hard voor maakt is het aantrekkelijk houden van het werken in de zorg. Dit doet de gemeente door het werken in de zorg op een passende manier duurzaam te blijven belonen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat we als gemeente reële tarieven betalen en jaarlijks de tarieven indexeren. In NMD en Drents verband zetten we hierop in. Deze indexatie maakt het in ieder geval mogelijk voor aanbieders om de cao ontwikkelingen door te vertalen naar hun werknemers.

Een ander belangrijk aandachtspunt is dat we ervoor blijven zorgen om voldoende mensen gemotiveerd te vinden en te houden om te werken in de zorg. Binnen de arbeidsmarktregio Drenthe zijn diverse projecten opgestart om mensen om te scholen richting de zorg. Dit doen we in samenwerking met lokale en regionale werkgevers.

 

2. Demografische gegevens en staat van de gezondheid

In de gemeente Midden-Drenthe wonen 33.215 inwoners (peiljaar 2020, bron https://www.middendrenthe.nl/website/!suite86.scherm0325?mVrg=2509&mNch=8979593). Waarvan 27.745 inwoners 18 jaar of ouder zijn. Inwoners kunnen vanaf hun 18e levensjaar, indien nodig, aanspraak maken op voorzieningen uit de Wmo. De uitzondering hierop zijn aanspraken op hulpmiddelen waarvoor geen leeftijdsgrens bestaat.

 

2.1 Gezondheidsindicatoren

In onderstaande tabel worden een aantal gezondheidsindicatoren van de gemeente Midden-Drenthe afgezet tegen de provincie Drenthe en Nederland. Opvallend is dat de gemeente Midden-Drenthe het gemiddeld genomen op de meeste thema’s gelijk of beter doet dan Drenthe en Nederland. We zien dat de gemeente Midden-Drenthe het beter doet op het gebied matig tot zeer slecht ervaren gezondheid, langdurige ziekte of aandoening, beperkt vanwege gezondheid, mobiliteitsbeperking, matig/hoog risico op angst of depressie, onvoldoende regie over eigen leven en eenzaamheid. Op het gebied van obesitas, sporten zijn de verschillen tussen Drenthe en Nederland ongeveer gelijk. Op het gebied van overgewicht en mantelzorg/vrijwilligerswerk wordt iets lager gescoord.

Als gemeente kunnen we tevreden zijn met de bovenstaande resultaten. Wel is het zaak blijvend aandacht te hebben voor deze onderwerpen, zeker in het voorliggende veld en deze positieve resultaten verder te vergroten.

 

Tabel met cijfers voor de gemeente, Drenthe en Nederland

 

Indicator

Midden-Drenthe

Drenthe

Nederland

 

%

%

%

0-14 jaar

16 (4.334 inwoners)

17

16

15-24 jaar

11 (3.654 inwoners), 15-18 (1.136 inwoners), 18-24 (2.518 inwoners)

11

12

25-44 jaar

20 (6.643 inwoners)

22

25

45-64 jaar

32 (10.629 inwoners)

30

28

65 jaar en ouder

21 (6.975 inwoners)

21

19

Matig tot zeer slechte ervaren gezondheid

20

23

24

Langdurige ziekte of Aandoening

31

34

34

Beperkt vanwege gezondheid

30

33

33

Mobiliteitsbeperking

9

11

10

Matig/hoog risico op angst of depressie

30

34

34

Onvoldoende regie over eigen leven

8

9

10

Eenzaam

40

41

43

Geen vrijwilligerswerk

65

66

70

Geeft mantelzorg

12

15

14

Roker

21

22

21

Overmatig drinker

21

21

19

Geen sporter

53

55

49

Overgewicht

55

53

49

Obesitas

16

16

14

Bron: Gezondheid in de Wijk, GGD Drenthe, https://www.gezondheidsgegevensdrenthe.nl/media/1419/wijkprofielen_midden-drenthe_def.pdf

 

2.2. Gebruik van voorzieningen in Midden-Drenthe

In deze paragraaf wordt het gebruik van de voorzieningen onze gemeente weergegeven.

 

Aantal aanvragen:

 

Jaartal:

2017

2018

2019

2020*

 

 

 

 

 

Soort aanvraag:

 

 

 

 

Aanvragen Hulp bij Huishouden

69

199

406

276*

Aanvragen rolstoel

42

107

101

50*

Aanvragen vervoersvoorziening

97

277

362

169*

Aanvraag woonvoorziening

29

82

75

51*

Aanvraag ondersteuning

56

133

118

117*

Jaartotaal

293

798

1062

663

* Cijfers tot 30 september 2020

De grootste stijging is te zien in het aantal aanvragen voor indicaties voor hulp bij huishouden. Deze stijging vanaf 2019 kan verklaard worden door de invoering van het abonnementstarief. De andere aanvragen laten een veel gelijkmatiger beeld zien.

 

Uitgaven aan Wmo

 

Uitgaven per Jaar**:

2017

2018

2019

2020*

 

 

 

 

 

Product:

 

 

 

 

Hulp bij huishouden

2.936.749

2.965.700

3.924.414

2.772.033*

Hulpmiddelen

416.524

302.649

318.966

266.136*

Wmo begeleiding

1.849.763

1.866.629

1.997.322

1.394.498*

 

 

 

 

 

Totaal

5.203.036

5.134.978

6.240.702

4.432.667

* Cijfers tot 30 september 2020 ** bedragen in €

 

In algemene zin zien we dat de kosten in de Wmo de afgelopen jaren zijn gestegen. Ook hier zien we dat de voornaamste stijging zit in de hulp bij het huishouden vanaf 2019. Als 2020 geëxtrapoleerd wordt naar een volledig jaar is de verwachting dat de totale uitgaven voor de Wmo ongeveer gelijk zijn aan die van 2019.

 

3. Doelen van het Wmo beleid

In de memorie van toelichting op de “Wet maatschappelijke ondersteuning 2015” over de hoofddoelen van het beleid staat het volgende:

 

“In de eerste plaats wil de regering de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning aanpassen aan de veranderende eisen en omstandigheden. Mensen willen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen, de regie op hun eigen leven behouden en niet eenzaam zijn. De regering wil de mogelijkheden tot het bieden van passende ondersteuning aan mensen in de eigen leefomgeving door het sociale netwerk of met behulp van gemeentelijke voorzieningen in de nabijheid beter benutten. Hiervoor is belangrijk dat mensen met beperkingen zoveel mogelijk in staat worden gesteld op gelijke voet te participeren en deel te nemen aan het dagelijkse leven. Gemeenten krijgen daarom de opdracht de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving.

 

In de tweede plaats beoogt de regering de betrokkenheid van mensen bij elkaar te vergroten. De mogelijkheden van mensen of hun sociale omgeving om zelf te voorzien in hulp en ondersteuning is te veel op de achtergrond geraakt. Om het wonen in de eigen leefomgeving langer mogelijk te maken en het aantal mensen dat zich eenzaam voelt te verminderen, zal een groter beroep worden gedaan op het sociale netwerk van mensen en daar waar mogelijk ook op vrijwilligers. De regering zet daarom in op het versterken van de positie van mantelzorgers en vrijwilligers, op het verlichten van mantelzorg en vrijwilligerswerk en op het beter verbinden van informele en formele ondersteuning en zorg.

 

Gemeenten krijgen met dit wetsvoorstel een belangrijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van deze doelen. Ook voorziet dit wetsvoorstel in een versterking van de positie van de mantelzorger. De mantelzorger wordt betrokken bij de aanvraag van de burger die ondersteuning nodig heeft om goed af te stemmen wat de burger en de mantelzorger zelf doen en waar ondersteuning door de overheid bij nodig is. Goede cliëntondersteuning, ook voor de mantelzorger, draagt bij aan het verlichten van mantelzorg. Voor vrijwilligersorganisaties ontstaan nieuwe mogelijkheden om in de nabijheid van mensen innovatieve vormen van ondersteuning in buurten, wijken en dorpen te organiseren. De regering beoogt hiermee te investeren in nieuwe mengvormen van solidariteit, waarbij overheid en samenleving elkaar aanvullen en versterken. De inzet van professionele ondersteuning dient als vanzelfsprekendheid hand in hand te gaan met informele ondersteuning en zorg.”

 

Uit deze memorie worden een aantal onderwerpen aangehaald die we als gemeente Midden-Drenthe belangrijk vinden. Dit betreft het benutten en simuleren van de eigen kracht van onze inwoners, het aanbieden van een breed scala aan algemene voorzieningen in het voorliggend veld en het bieden van maatwerkvoorzieningen aan inwoners. In de onderstaande weergave wordt de verhouding tussen deze onderwerpen inzichtelijk gemaakt en daarna verder toegelicht.

 

 

3.1 Eigen kracht en sociaal netwerk

Het versterken van de eigen verantwoordelijkheid ligt ten grondslag aan de Wmo 2015. Eerst kijken we wat de mensen op eigen kracht kunnen doen en/of wat het sociale netwerk, zoals buren, vrienden en familie kan doen. In Drenthe noemen we dit ook wel het noaberschap, iets wat een groot goed is in onze gemeente. Als dan blijkt dat aanvullende ondersteuning nodig is, komt de gemeente in beeld. Deze ondersteuning kan een algemene of een maatwerkvoorziening betreffen.

 

3.2. Voorliggend veld (algemene voorzieningen)

De definitie die we gebruiken als voorliggend veld in de gemeente Midden-Drenthe is als volgt te omschrijven:

Het geheel van collectieve voorzieningen en het gehele netwerk van vrijwilligers en professionals die vrij toegankelijk beschikbaar zijn in de Midden-Drentse samenleving om inwoners te helpen op eigen kracht en naar eigen tevredenheid aan de samenleving deel te nemen.

Het is ondoenlijk om exact te omschrijven welke partners, partijen en individuen een rol spelen in het voorliggend veld. Om een beeld te geven gaat het hier om alle vrij toegankelijke voorzieningen op het gebied van Wmo, jeugdhulp en het medisch domein, sport- en cultuurverenigingen, onderwijs en voorschoolse voorzieningen, ontmoetingsruimtes in de wijken en dorpen, mantelzorgers en vrijwilligers.

 

Onder de algemene voorzieningen verstaan we onder andere:

  • Sociaal vervoer;

  • Maaltijdvoorziening;

  • Klussendienst.

Welzijn Midden-Drenthe is de organisatie die een spilfunctie vervuld in het voorliggend veld. De komende jaren willen we deze rol verder ontwikkelen.

De inzet in het voorliggend veld werkt preventief en stimuleert de eigen kracht van onze inwoners. Wij zetten als gemeente in op een sterk en breed voorliggend veld zodat signalen vroegtijdig kunnen worden opgepakt en er laagdrempelige voorzieningen zijn. Dit vanuit de overtuiging dat deze aanpak de sociale cohesie in buurten en wijken versterkt en dat daarmee het noaberschap gestimuleerd wordt. Een mogelijk bijkomstigheid is dat het voorliggend werken ook een kostenbesparend effect heeft op de Wmo uitgaven.

 

In de Wmo staan een aantal specifieke onderwerpen benoemd die in de het voorliggend veld worden opgepakt in de gemeente Midden-Drenthe. Dit betreffen:

  • 1.

    Mantelzorg;

  • 2.

    Vrijwilligers;

  • 3.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning;

  • 4.

    Verminderen van eenzaamheid;

  • 5.

    VN verdrag voor mensen met een beperking;

  • 6.

    Voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld.

In het volgende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op deze thema’s. Zowel de lopende ontwikkelingen als het vastgestelde beleid worden daarin beschreven.

 

3.3 Maatwerkvoorzieningen

In het geval dat mensen niet meer op eigen kracht, of met ondersteuning uit het sociale netwerk of het voorliggend veld thuis kunnen wonen, kunnen zij een beroep doen op een maatwerkvoorziening. Deze maatwerkvoorziening bestaat uit dagbesteding, individuele begeleiding, kortdurend verblijf, woningaanpassingen, hulp bij het huishouden, vervoersvoorzieningen en beschermd wonen/ maatschappelijke opvang.

 

3.4 Conclusie

De gemeente Midden-Drenthe gelooft in de kracht van haar eigen inwoners en wil ze zoveel mogelijk faciliteren en stimuleren. Signalen van onze inwoners willen we vroegtijdig ophalen zodat we er vroeg bij zijn. Om deze signalen vroegtijdig op te halen zetten we in op een breed voorliggend veld met verschillende voorzieningen die de leefbaarheid, gezondheid en sociale infrastructuur van onze inwoners structureel positief beïnvloed. Wanneer onze inwoners een ondersteuningsbehoefte hebben, kunnen ze een beroep doen op de gemeente en wordt er gekeken welke voorzieningen het best passend zijn bij de ondersteuningsbehoefte. Zoals in de memorie van toelichting staat dient de inzet van professionele ondersteuning als vanzelfsprekendheid hand in hand te gaan met informele ondersteuning en zorg.

 

4. Invulling / uitvoering geven aan het Wmo beleid

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal specifieke thema’s die voortkomen uit de Wmo. Om hier een logische volgorde in aan te houden worden eerst een aantal specifieke thema’s welke in het voorliggend veld zijn belegd beschreven. Tot slot komen de maatwerkvoorzieningen aan bod.

Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven, wordt uitgegaan van de eigen kracht van onze inwoners en het sociale netwerk. Als gemeente zetten we verder in op een sterk voorliggend veld waarin we de eigen kracht en het sociale netwerk van onze inwoners kunnen ondersteunen. Dit met als doel vroegtijdig te signaleren en ondersteuning te bieden wanneer onze inwoners dit nodig hebben. Indien dit onvoldoende is, kunnen onze inwoners een beroep doen op een maatwerkvoorziening. Hiermee creëren we ruimte voor iedereen om mee te doen.

 

4.1 Een sterk voorliggend veld

De gemeente Midden-Drenthe zet volop in op een sterk voorliggende veld. Door deze preventieve inzet wordt laagdrempelig en vroegtijdig aangesloten bij ondersteuningsvragen die bij inwoners dorpen en wijken leven. We zetten hierbij in op ontmoetingsfuncties in dorpen en wijken, het organiseren van activiteiten en de inzet van maatschappelijk en opbouwwerkers. Daarbij sluiten we aan bij initiatieven vanuit de samenleving en waar mogelijk zoeken we de verbinding tussen initiatieven.

Deze inzet werkt preventief en stimuleert de eigen kracht van onze inwoners. De komende jaren willen we dit sterke voorliggende veld in stand houden en dat vraagt dus ook dat we de huidige financiële middelen voor het sterke voorliggende veld blijvend beschikbaar houden. Onderwerpen die vanuit de Wmo specifiek onder het voorliggend veld vallen zijn mantelzorg, vrijwilligerswerk, eenzaamheid en cliëntondersteuning.

 

4.1.1 Mantelzorg

Voor het onderwerp mantelzorg is het beleid vastgelegd in de nota “Mantelzorg, onze zorg”. De beleidsdoelstellingen van deze nota zijn:

  • 1.

    “In de gemeente Midden-Drenthe wordt de mantelzorger gezien, gewaardeerd en ondersteund;

  • 2.

    We hebben zorg voor onze mantelzorgers onder andere door het aanbieden van respijtzorg, waarvoor wij liever de term vervangende mantelzorg gebruiken;

  • 3.

    We erkennen de jonge mantelzorgers als een specifieke groep, naast andere doelgroepen;

  • 4.

    We willen zoveel mogelijk mantelzorgers bereiken; dat betekent dat voorzieningen voor mantelzorgers passend en laagdrempelig zijn”

 

De kern van deze nota is het vinden, verbinden, verlichten en versterken/waarderen van onze mantelzorgers. Wat als volgt is uitgewerkt:

“1. Mantelzorgers vinden

Veel mantelzorgers vinden het ‘heel gewoon’ wat ze doen. Ze zullen zichzelf soms niet zo snel herkennen onder het begrip mantelzorger. Met name jonge mantelzorgers, werkende mantelzorgers en mantelzorgers voor GGZ-cliënten zijn nog niet altijd in beeld.

2. Mantelzorgers verlichten

Hierbij gaat het erom de mantelzorger te waarderen waardoor de opgave misschien voor heel even minder zwaar voelt. Of door het daadwerkelijk bieden van vervangende mantelzorg, waardoor de mantelzorger even kan ‘bijtanken’.

3. Mantelzorgers versterken

Mantelzorgers kunnen beter toegerust worden voor hun taak, bijvoorbeeld door hun kennis en scholing aan te bieden. Dat kan gaan over hun persoonlijke situatie en het vinden van balans daarin, maar bijvoorbeeld ook over onderwerpen als zorgverlof, tiltechnieken en omgaan met dementie.

4. Mantelzorgers verbinden

Mantelzorgers en hun verzorgde zijn op elkaar aangewezen. Door het bieden van mantelzorg, eventueel in combinatie van school of werk, of met toenemende fysieke beperking (bij sommige mantelzorger op leeftijd) kan het wereldje kleiner worden. En kunnen sociale contacten verminderen. Door lotgenoten te ontmoeten en ervaringen te delen, kan een ondersteunend netwerk ontstaan.”

 

De gemeente geeft samen met het contactpunt mantelzorg uitvoering aan deze nota. Samen met dit meldpunt wordt onder andere ingezet op het vinden van mantelzorgers, het communiceren met en over mantelzorg bijvoorbeeld in het magazine de Thuisblijver, het verstrekken van de mantelzorgwaardering en het bieden van respijtzorg.

 

4.1.2 Vrijwilligers

Het vrijwilligersbeleid is recent vastgesteld in de nota “Sterk in vrijwilligerswerk”. In deze nota staat de visie op vrijwilligerswerk als volgt beschreven:

 

“Vrijwillige inzet zit in het DNA van Midden-Drenthe. We zijn er voor elkaar, we kennen elkaar en we krijgen het voor elkaar. Vrijwillige inzet is overal en van iedereen. Door vrijwillige inzet is er in Midden-Drenthe een bloeiend verenigingsleven en een sterke sociale betrokkenheid. De gemeente waardeert de inzet door vrijwilligers. Zij zijn van groot belang bij het in stand houden en het ontwikkelen van voorzieningen. Zowel op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn als ook bij sport, cultuur en vrijetijd. Door vrijwillige inzet, in welke vorm dan ook, wordt de samenhang in dorpen, wijken en buurten verstevigd.”

 

Deze visie sluit aan op het brede voorliggende veld waar sterk op ingezet wordt. Ook staat in de nota beschreven op welke wijze we als gemeente de vrijwilligers willen ondersteunen. De belangrijkste inzet vanuit de gemeente is gericht op het:

  • Faciliteren van vrijwilligers: Door de inzet van dorpscontactfunctionarissen, inzet van servicepunt vrijwilligers door welzijnswerk en scholing van vrijwilligers bekostigd door de gemeente.

  • Waarderen van vrijwilligers:

  • Als gemeente zijn we trots op onze vrijwilligers en zetten hen graag in het zonnetje. Dit doen we onder meer door het uitreiken van lintjes en soms door het aanvragen van Koninklijke onderscheidingen.

  • Stimuleren van vrijwilligers:

  • Het realiseren van wensen of ideeën die voortkomen uit de samenleving / vrijwilligers. Onder ander door Mooi Op Eigen Kracht (MOEK) en Up2You.

 

De komende jaren gaan we dit beleid steviger verankeren in de gemeente Midden-Drenthe zodat het vrijwilligerswerk blijft floreren.

 

4.1.3 Onafhankelijke Cliëntondersteuning

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bieden van onafhankelijke cliëntondersteuning in de WMO. De ondersteuning bestaat uit informatie, advies en kortdurende ondersteuning. De cliëntondersteuning is levensbreed en dus ook van toepassing als je vragen hebt op het gebied van bijvoorbeeld wonen, werk of schulden.

 

Tot de invoering van de Wmo 2015 werd in onze gemeente (onafhankelijke) cliëntondersteuning verzorgd door MEE-Drenthe. Vanaf 2015 zijn de middelen die voor cliëntondersteuning beschikbaar waren toegevoegd aan het Gemeentefonds. Deze middelen zijn niet geoormerkt en voor gemeenten vrij besteedbaar binnen de wettelijke kaders aan de doelen van het sociaal deelfonds te weten de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet.

 

In 2015 hebben wij met MEE-Drenthe afspraken gemaakt over de continuïteit/overdracht van de cliëntondersteuning voor wat betreft de Wmo. Essentie van deze afspraken was dat wij sinds 2015 de (onafhankelijke) cliëntondersteuning beschikbaar hebben voor onze inwoners . Deze overdracht is in goed overleg en met inachtneming van de zorg voor de overname van cliënt ondersteuners zelf, ondergebracht bij het welzijnswerk.

 

In de Wmo2015 is bepaald dat er jaarlijks en een cliëntervaringsonderzoek (CEO) wordt uitgevoerd. Wij voldoen aan deze verplichting. Deze CEO wordt jaarlijks uitgevoerd door CMOStamm/Trendburo Drenthe. De resultaten van het CEO worden jaarlijks vastgelegd en verantwoord naar het college, gemeenteraad Wmo-raad en het ministerie.

De waardering van (onafhankelijke) cliëntondersteuning is in onze gemeente hoog. De inwoner waardeert onze aanpak en samenwerking op cliëntondersteuning.

Jaarlijks worden de bevindingen geanalyseerd en waar nodig met de cliëntondersteuners en Wmo-consulenten besproken.

 

Om de dienstverlening naar inwoners nog beter in te richten zien we kansen om de samenwerking in het sociaal domein te bevorderen. Dit kan op diverse manieren waarbij je kunt denken aan een periodiek werkoverleg over praktische zaken maar ook over integraal casuïstiek ligt voor de hand.

In de afgelopen periode is hier al aan gewerkt in de wijkteams. In de wijkteams vindt al een samenwerking plaats tussen verschillende disciplines (zoals de cliëntondersteuners en Wmo-consulenten, praktijkondersteuners huisarts-praktijken, wijkverpleegkundigen, GGZ, VNN). Waar mogelijk en nodig wordt binnen de kaders van de AVG met de betrokken partijen casuïstiek besproken.

 

4.1.4 Eenzaamheid

Eenzaamheid is een thema dat de gemeente Midden-Drenthe breed wil aanpakken.

Dit blijkt onder andere uit het coalitieakkoord Midden-Drenthe 2018-2022 en de motie die hierover door de gemeenteraad unaniem is aangenomen. Ook is tegengaan van eenzaamheid een thema in het vastgestelde beleid “bewegen en leefstijl 2019-2023” en wordt opgepakt binnen het samenwerkingsverband WelWoZo.

 

In september 2019 is de aanpak “1 tegen eenzaamheid” ondertekend door wethouder Dennis Bouwman van de gemeente Midden-Drenthe, Paul Vlootman, directeur Stichting Welzijnswerk Midden-Drenthe en Willie Oldengarm, de ambassadeur van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Naar aanleiding daarvan is gestart met een werkgroep welke een plan van aanpak opstelt waarin Welzijnswerk Midden-Drenthe, GGD Drenthe en gemeente participeert met ondersteuning vanuit het landelijk actieprogramma “1 tegen eenzaamheid”.

 

In Midden-Drenthe zijn er al heel veel mooie initiatieven die bijdragen aan een gemeenschap waarin inwoners zich verbonden voelen met elkaar. De aanpak van eenzaamheid moet daar vooral bij aansluiten. De aanpak van eenzaamheid werkt het beste als zoveel mogelijk partijen zich daarvoor inzetten. De gemeente wil graag samen met partners in het netwerk, doen wat werkt om eenzaamheid te voorkomen en te verminderen. Door corona is vertraging in het voorbereiden en maken van het plan van aanpak opgelopen en konden gesprekken niet doorgaan. Dit najaar worden, onder voorbehoud van nieuwe corona maatregelen, deze gesprekken alsnog gevoerd met partners uit het netwerk.

 

Verder blijven de gemeente en partners de reguliere werkzaamheden uitvoeren die bijdragen aan de bestrijding van eenzaamheid.

 

4.1.5 Dementievriendelijke gemeente

De gemeente Midden-Drenthe heeft in 2018 de erkenning als dementievriendelijke gemeente gekregen. De gemeente is trots op deze erkenning!

Het doel van een dementievriendelijke gemeente is om mensen met dementie zo lang mogelijk mee te laten doen in de samenleving. Als gemeente willen we dit bereiken door begeleiding op maat mogelijk te maken voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Daarnaast vergroot de gemeente de kennis van dementie binnen de eigen organisatie en de gemeenschap, door het aanbieden van trainingen over dementie, informatievoorziening in onder andere de Thuisblijver en in overleggen als WelWoZo.

Initiatieven op dit gebied vanuit de samenleving worden gestimuleerd en, daar waar mogelijk, (financieel) ondersteund. Zo is er, in samenwerking met verschillende partijen uit de samenleving een indrukwekkende theatervoorstelling georganiseerd door Thomas Borggrefe. De bewustwording van jeugd over dit thema is ook een belangrijk aandachtspunt. Hiervoor worden voorlichtingsbijeenkomsten door Alzheimer Nederland georganiseerd in de groepen 8 van onze gemeente en staan er activiteiten tussen jong en oud met als thema dementie op het programma.

Zo werken we samen aan een gemeenschap waarin iedereen dementie accepteert.

 

4.1.6 VN verdrag voor mensen met een beperking

Het Verenigde Naties-verdrag handicap (VN-verdrag) trad op 14 juli 2016 in Nederland in werking. Doel van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten van mensen met een beperking. Centrale begrippen in het verdrag zijn inclusie, persoonlijke autonomie en volledige participatie. In het verdrag is aangegeven wat de overheid moet doen om ervoor te zorgen dat de positie van mensen met een beperking verbetert. Het VN-verdrag handicap versterkt de positie van mensen met een beperking. Het bepaalt onder andere dat zij recht hebben om zelfstandig te wonen, naar school te gaan, het openbaar vervoer te gebruiken of aan het werk te zijn. Net als ieder ander. De overheid (gemeente, provincie en rijk) moet zorgen dat dit wordt gerealiseerd. Ook staat in het verdrag dat mensen met een beperking zelfstandig besluiten moeten kunnen nemen. En dat zij ondersteund moeten worden als zij daartoe niet in staat zijn. Gemeenten zijn verplicht om in een zogenaamde Inclusieagenda aan te geven hoe ze het VN-verdrag handicap gaan uitvoeren. In 2019 heeft een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente en de Wmo-raad gewerkt aan de totstandkoming van de Inclusieagenda "Iedereen doet mee”. Meedoen betekent; kunnen werken, naar school kunnen en sporten. Kunnen internetten, shoppen et cetera, maar als je in een rolstoel zit kun je soms niet naar binnen of niet naar het toilet.

Plannen en acties in onze inclusieagenda zijn:

  • 1.

    Bouwen en wonen;

  • 2.

    Werk;

  • 3.

    Onderwijs;

  • 4.

    Vervoer;

  • 5.

    Zorg en ondersteuning;

  • 6.

    De overheid;

  • 7.

    Participatie;

  • 8.

    Toegankelijkheid.

De volgende stap is dat we een VN panel realiseren die in voorkomende situatie gaat beoordelen of een nieuwbouwplan, een renovatieproject of een overheidsgebouw VN-proof is of dat werkgevers hun verantwoordelijkheid hierin invullen.

Jaarlijks wordt verslag gedaan van de activiteiten en ontwikkelingen van de VN- werkgroep.

 

4.1.7 WELWOZO

In 2015 hebben 11 professionele organisaties en een bewonersvertegenwoordiging zich gecommitteerd aan het ontwikkelen van een krachtig samenwerkingsverband op het gebied van wonen, welzijn en zorg (WelWoZo).

 

Samen werken zij aan een gemeenschappelijk doel: zorgen dat een brede groep inwoners (vanaf 23 jaar) langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen, de dienstverlening op lokaal niveau is afgestemd op de behoefte van haar inwoners en waarbij ideeën en initiatieven van inwoners noodzakelijke ruimte krijgen.

 

Jaarlijks worden onder regie van de gemeente plannen en activiteiten ontwikkeld.

Het samenwerkingsverband is een hecht team waarbij door betere samenwerking landelijk, regionale en lokale thema s zijn vertaald naar concrete acties.

Voorbeelden hiervan zijn de uitgifte van de Thuisblijver om bewustwording langer zelfstandig wonen onder de inwoners te vergroten, de wijkteams 18+ in Beilen, Smilde en Westerbork om de zorgvragen integraal op te pakken, het ANWB-automaatje om het sociale vervoer een impuls te geven en de afspraken met huisartsen en welzijn op het terrein van de integrale ouderenzorg.

 

Het samenwerkingsverband WelWoZo is steeds vaker initiatiefnemer en aanjager van ontwikkelingen in het sociale domein en de zorg. Voorbeelden hiervan zijn de participatie in de decentralisatie van Beschermd wonen en maatschappelijke zorg, de aanpak een tegen eenzaamheid en de pilot nacht avond en weekendzorg. Ook wordt er binnen het samenwerkingsverband gekeken naar de mogelijkheid om datagericht te werken.

 

Ook de samenwerking met de Provincie, bijvoorbeeld op het gebied van dementievriendelijk Drenthe en het Wilhelminaziekenhuis Assen (SamenZorg Assen) vindt binnen WelWoZo plaats.

 

4.1.8 Voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld

Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn de grootste vormen van geweld in de samenleving. We weten dat het vormen van geweld zijn die zich over het algemeen gedurende een langere tijd herhalen. In 2018 is door de ministeries van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging Nederlandse Gemeenten het meerjarenprogramma “Geweld hoort nergens thuis” gestart. De opgave van dit landelijk actieprogramma is om huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen, de schade ervan te beperken en de vicieuze cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie, te doorbereken.

 

Het landelijke programma is opgebouwd uit drie actielijnen:

  • 1.

    Eerder en beter in beeld;

  • 2.

    Stoppen en duurzaam oplossen;

  • 3.

    Specifieke groepen.

 

Het uitgangspunt van dit programma is dat de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in de lokale praktijk tot stand moet komen. Dit betekent zo dicht mogelijk bij de betrokken slachtoffers, plegers en hun sociale netwerk.

 

Regionale ontwikkelingen

Deze drie landelijke actielijnen hebben voor de regio (12 Drentse gemeenten) als basis gediend voor de regionale aanpak. We hebben een regiovisie opgesteld welke handvatten geeft om een goede samenwerking mogelijk te maken tussen de verschillende benodigde partijen, met als doel geweld en/of verwaarlozing te stoppen en op een duurzame manier op te lossen. We hebben in de regio een tiental actielijnen opgesteld om deze doelstelling te bereiken.

 

  • 1.

    Eenduidige en integrale bestuurlijke aansturing van (de ontwikkeling van) de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling in Drenthe.

  • 2.

    Continuering en doorontwikkeling pilot Multidisciplinaire aanpak (MDA++). Hier wordt complexe en ernstige casuïstiek systeemgericht en integraal opgepakt.

  • 3.

    Het uitrollen en borgen van de visie “Gefaseerde samenwerking aan veiligheid” voor alle partijen, die werkzaam zijn in de keten van huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • 4.

    Er dient lokaal een laagdrempelige en toegankelijke aanpak te zijn met voldoende expertise om (signalen van) geweld te signaleren, te voorkomen en duurzaam op te lossen. Dit betekent bijvoorbeeld dat het lokale veld versterkt dient te worden.

  • 5.

    Het inzichtelijk maken van de aard en de omvang van de hermeldingen en recidive-problematiek bij Veilig thuis. Dit moet leiden tot minder recidive en minder hermeldingen.

  • 6.

    Het verhogen van de expertise van professionals die werken in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • 7.

    Het creëren van een veilig klimaat in iedere Drentse gemeente. De norm moet zijn dat praten over huiselijk geweld en kindermishandeling mogelijk is.

  • 8.

    Het verder ontwikkelen van preventieprogramma’s om geweld in huiselijke kring te voorkomen en gezonde gezinssystemen te versterken.

  • 9.

    Het ontwikkelen van gespecialiseerde traumabehandeling bij geweldsproblematiek.

  • 10.

    Vergroten van expertise en hulp/preventieprogramma’s op specifieke en kwetsbare groepen zoals kinderen, mensen met een licht verstandelijke beperking, interculturele geweldsproblematiek, seksueel geweld, de LHBTI- groep en de overbelaste mantelzorgers.

 

Lokale ontwikkelingen:

De VNG heeft kwaliteitsstandaarden ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen in het inrichten en versterken van hun lokale teams zodat deze kindermishandeling en huiselijk geweld eerder en beter in beeld krijgen en het geweld kunnen stoppen en duurzaam kunnen oplossen. In 2020 zijn de eerste stappen gezet om in beeld te brengen in hoeverre onze gemeente en de lokale teams zijn toegerust op deze taken, bijvoorbeeld over het gebruik van de meldcode. Het in beeld brengen van de huidige situatie doen wij door middel van een scan. Als gemeente voeren wij deze scan zowel intern als bij lokale partners uit. Op basis van de uitkomsten van de scan wordt een plan van aanpak opgesteld waarin wordt beschreven welke acties uitgezet worden om de keten van veiligheid te verbeteren. Uitgangspunt hierbij is dat er wordt gewerkt volgens de visie gefaseerde ketenzorg; eerst werken aan directe veiligheid, dan het wegnemen van risicofactoren om vervolgens te werken aan herstel. De verwachting is dat het plan van aanpak in 2021 gereed is.

 

4.2 Uitvoering voorzieningen Wmo beleid

Als de eigen kracht, het sociaal netwerk en de algemene voorzieningen / voorliggend veld (tijdelijk) onvoldoende ondersteuning biedt aan onze inwoners, kan er een beroep gedaan worden op een Wmo maatwerkvoorziening. Deze maatwerkvoorzieningen zijn ingekocht in regionaal samenwerkingsverband van Noord en Midden Drenthe. Behalve de huishoudelijke hulp welke samen met de gemeente Noordenveld is ingekocht.

 

4.2.1 Aanbesteding Wmo /Jeugd Noord en Midden Drenthe

De gemeenten in Noord Midden Drenthe willen dat volwassenen en jeugdigen veilig kunnen opgroeien, mee kunnen doen in de samenleving en zo zelfredzaam mogelijk zijn. Indien nodig wordt zorg en ondersteuning ingezet, aansluitend op de eigen kracht, aanvullend op sociale netwerken van de inwoner. Een positieve benadering van onze inwoners is het fundament waarbij de inwoner zelf de regie heeft en houdt over zijn of haar eigen leven. Deze gezamenlijke visie sluit goed aan bij de visie die wij als gemeente hebben op het gebied van Wmo en jeugd.

 

De gezamenlijke visie was het vertrekpunt van het regionaal samenwerkingsverband Noord en Midden Drenthe als het gaat om de inkoop van Wmo en jeugdhulp, waar we in 2017 mee zijn gestart. Het gezamenlijk inkopen van hulp heeft geleid tot meer samenhang in het aanbod van zorg en ondersteuning. De focus ligt op resultaten, waarbij de inwoner centraal staat. De omvang van de ondersteuning is afhankelijk van het te bereiken resultaat. Deze resultaten hebben we beschreven in de resultatenmatrix. In 2020 zijn alle nieuwe contracten met betrokken partijen ingegaan.

 

De resultatenmatrix koppelt interventies op een overzichtelijke manier aan resultaten. Door het werken met de matrix kunnen medewerkers toegang, aanbieders, huisartsen en gecertificeerde instellingen beter sturen op resultaat. Het is belangrijk dat iedereen de matrix op dezelfde manier gebruikt.

 

De matrix kent vier verschillende domeinen. Per domein zijn resultaten en deelresultaten beschreven. Aanbieders moeten deze resultaten opnemen in het ondersteuningsplan. De resultaten vormen ook de basis van de beschikkingen die gemeenten afgeven. Deze matrix is te vinden via de volgende link https://www.Wmo-jeugd-nmdrenthe.nl/resultatenmatrix-Wmo-jeugdhulp.

 

Tot slot is er in deze aanbesteding specifiek aandacht besteedt aan de transformatie en innovatie. Zoals eerder vermeld is er van de totale opdrachtwaarde in de Noord en Midden Drentse gemeenten een bedrag van 0,5% gereserveerd voor innovatie van de totale opdrachtwaarde van de aanbesteding. Deze innovatie is gericht op de volgende vijf onderwerpen:

  • De kwaliteit van zorg (verhogen)

  • De zorgduur (beperken)

  • De zorgkosten (verlagen)

  • De administratieve lasten (beperken)

  • De transformatieopgaven (positief beïnvloeden)

 

Hieruit blijkt dat de NMD gemeenten willen investeren in de innovatie van de Wmo en aanbieders de mogelijkheid bieden om te innoveren.

Naast het innovatiefonds voor de gegunde aanbieders in NMD verband heeft de gemeente Midden-Drenthe het stimuleringsfonds Wmo. Dit stimuleringsfonds Wmo is bedoeld om innovatie in de Wmo verder te stimuleren. Inwoners en organisaties in Midden-Drenthe met een innovatief idee kunnen een subsidieverzoek indienen voor een bijdrage uit het stimuleringsfonds.

 

4.2.2 Huishoudelijke hulp

De huishoudelijke hulp is door de gemeente Midden-Drenthe samen met de gemeente Noordenveld aanbesteedt. Deze aanbesteding loopt tot 31-12-2021. Gedurende het jaar 2021 wordt de huishoudelijke hulp samen met de gemeente Noordenveld aanbesteed. In grote lijnen zijn onze cliënten, de gemeente Midden-Drenthe en Noordenveld tevreden over de huidige uitvoering van de huishoudelijke hulp. Met de huidige aanbesteding is geborgd dat onze inwoners, die hulp bij het huishouden ontvangen, een schoon huis hebben. Een ander belangrijk aspect is dat door deze hulp bij het huishouden mensen ook aanspraak hebben door de verleende hulp. En het daarmee een bijdrage levert aan het tegengaan van eenzaamheid.

Het is dan zaak om het goede te behouden en te kijken waar verbeteringen mogelijk zijn. Alvorens tot aanbesteding over te gaan worden de wensen daarvoor geïnventariseerd. Daarbij zal in ieder geval aandacht zijn voor het contracteren van aanbieders met een gedegen bedrijfsvoering. Kwalitatieve criteria zullen daarbij een rol spelen. Het aanbestedingstraject moet gaan leiden tot een nieuw contract voor hulp bij het huishouden met ingang van 1 januari 2022.

 

In de nieuwe periode waarvoor we dit beleid vaststellen willen we bij Hulp bij het huishouden de basis waarop we indicaties vaststellen opnieuw beoordelen. Nu doen we dat nog op basis van de oude protocollen van de Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Eveneens willen we de bedrijfsvoering tegen het licht houden en waar nodig verbeteren. Dit is een goed moment daarvoor.

 

In het programma sociaal domein is € 225.000 beschikbaar om de transformatie en innovatie op het terrein van hulp bij het huishouden verder te stimuleren.

 

Zoals eerder vermeld is een belangrijke externe omstandigheid de invoering van het abonnementstarief. Dit heeft als gevolg gehad dat het beroep op hulp bij het huishouden met bijna 1 miljoen euro is gestegen. De vraag is welke keuze het Rijk gaat maken na de verkiezingen. Blijft het abonnementstarief, eventueel in aangepaste vorm, bestaan of wordt er gekozen voor een andere wijze van het berekenen van eigen bijdrages.

 

4.2.3 Beschermd Wonen en doordecentralisatie Maatschappelijke Opvang

Per 1 januari 2022 wordt Beschermd wonen en maatschappelijk(BW en Mo) opvang gedecentraliseerd naar de regio gemeenten. De centrumgemeente is Assen. Alle gemeenten in Nederland dus ook wij in Midden-Drenthe hebben een plan en besluit moeten nemen over hoe we deze regierol per 1/1/2022 willen invullen. In Drenthe is gekozen voor twee regio's namelijk Noord en Midden Drenthe (NMD) en Zuidwest Drenthe (ZW). Midden-Drenthe valt onder de regio NMD.

Er is door de centrumgemeente Assen samen met de Drentse gemeenten een Werkagenda Regioplan BW/Mo opgesteld waarin alle facetten van de decentralisatie zijn opgenomen. Het Regioplan wordt vertaald in een Werkagenda waarin wordt vastgelegd wat, wanneer en door wie wat moet worden opgepakt. Speerpunten in deze Werkagenda zijn de (verplichte)samenwerking met de regiogemeenten, de inrichting van een transferpunt om een evenwichtige spreiding van passende woonvormen te realiseren en de Toegang (regie en indicatiestelling). In 2021 zullen wij besluiten gaan nemen om de uitvoering per 2020 op een goede wijze vorm en inhoud te geven. In dit proces worden de gemeente- en Wmo-raad nauw betrokken.

 

4.3 Tevredenheid

Jaarlijks voert de gemeente Midden-Drenthe een cliëntervaringsonderzoek uit. In dit onderzoek wordt gevraagd te antwoorden op de volgende stellingen op een schaal van helemaal mee eens, neutraal, helemaal niet mee een of geen mening.

  • 1.

    Ik word snel geholpen;

  • 2.

    Ik wist waar ik met mijn hulpvraag moest zijn;

  • 3.

    De medewerker nam mij serieus;

  • 4.

    De medewerker en ik hebben in het gesprek samen gezocht naar oplossingen;

  • 5.

    Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed;

  • 6.

    De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag;

  • 7.

    Door de ondersteuning die ik krijg kan ik beter doen wat ik wil;

  • 8.

    Door de ondersteuning die ik krijg kan ik mij beter redden;

  • 9.

    Door de ondersteuning die ik krijg heb ik en betere kwaliteit van leven.

 

Opvallend is dat de inwoners in Midden-Drenthe de afgelopen jaren structureel alle vragen met 80% of meer met helemaal mee eens beantwoorden. Hieruit blijkt dat veel inwoners tevreden zijn over de wijze waarop de gemeente met een ondersteuningsbehoefte benaderd, de wijze waarop een indicatie gesteld wordt en de mate en kwaliteit van de geleverde ondersteuning. Het effect hiervan is dat ook ruim 80% hierdoor een betere kwaliteit van leven ervaart. Dit verhoogt het levensgeluk van onze inwoners! Als gemeente stellen wij ons als doel dit de komende jaren te behouden.

 

4.4 Wmo raad

De Wmo-raad vertegenwoordigt de inwoners van Midden-Drenthe en adviseert namens hen het College van B&W over onderwerpen die te maken hebben met de Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) en de Jeugdwet. De advisering vanuit de Wmo raad kan gevraagd of ongevraagd zijn. De Wmo raad heeft een signalerende en agenderende functie. Als gemeente Midden-Drenthe zijn we trots op de Wmo-raad en de wijze waarop we met hen samenwerken. Als gemeente waarderen we de betrokkenheid van de Wmo raad bij het beleid en onze inwoners.

 

4.5 Conclusie

In de gemeente Midden-Drenthe is er in de afgelopen jaren ingezet op een goede inbedding van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Onze inwoners doen veel op eigen kracht en hebben het noaberschap hoog in het vaandel staan. Als gemeente sluiten we aan op het noaberschap door de inrichting van een breed en sterk voorliggend veld. In dit voorliggende veld zijn veel algemene voorzieningen waar onze inwoners gebruik van kunnen maken. Onder andere zorgen we hier voor de ondersteuning van vrijwilligers, het in stand houden van ontmoetingscentra, het ondersteunen van mantelzorgers, onafhankelijke cliëntondersteuning en het tegengaan van eenzaamheid. Onze inwoners hebben geparticipeerd in de totstandkoming van het beleid op deze onderwerpen en zijn tevreden over hoe we dit samen voor elkaar hebben gekregen. Als gemeente blijven we inzetten op dit sterke voorliggende veld en waar kansen liggen gaan we dit veld verder versterken.

Voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp werken we enkel samen met de gemeente Noordenveld. Voor de andere maatwerkvoorzieningen werken we samen in NMD verband. De aanbesteding voor de Wmo is recent afgerond en aanbieders hebben de opdracht om te transformeren en er is budgettaire ruimte om innovaties op dit gebied te stimuleren. Dit biedt alle ruimte om de verdere transformatie in de Wmo vorm te geven.

Op het gebied van Beschermd Wonen wordt gestart met de verdere doordecentralisatie. De komende jaren staan we voor de uitdaging om ook deze wettelijke taak te verankeren in de Midden-Drentse samenleving. Deze uitdaging pakken we voortvarend op. De conclusie is dan ook dat we het samen goed voor elkaar hebben.

 

5. Monitoring en evaluatie

Voor de monitoring van het Wmo beleid wordt aangesloten bij het data gedreven werken. Vanuit het data gedreven werken wordt sturingsinformatie gegenereerd. Met deze data kan een inschatting gemaakt worden welke effecten gegenereerd worden met het Midden-Drentse Wmo beleid. Waar nodig kan bijgestuurd worden.

 

Dit beleidsplan geeft houvast voor de doorvertaling van beleid naar de uitvoering. Zoals eerder is aangegeven laat dit beleidsplan voldoende ruimte over om mee te gaan met de actuele maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van Wmo. Met dit beleidsplan worden de doelstellingen en opgaven voor de periode 2021-2026 vastgesteld. Na afloop van deze periode worden de effecten van het Wmo beleid geëvalueerd.

 

Uit de afgelopen periode is gebleken dat de inwoners in Midden-Drenthe over het algemeen tevreden zijn over de wijze waarop er in de gemeente uitvoering wordt gegeven aan de Wmo. Voor de komende vier jaar is het streven om deze tevredenheid in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren.

 

Blik naar de toekomst

In deze beleidsnota is het beleid op het gebied van Wmo voor de komende jaren beschreven. Zoals eerder in de inleiding is genoemd, is er de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor het zo goed mogelijk organiseren van de Wmo. Nu is het zaak om extra te investeren in de voorkant en de nadruk te leggen op het zoveel mogelijk vroegtijdig signaleren (vinden). We gaan uit van de eigen kracht en het sociale netwerk van onze inwoners. De focus als gemeente leggen op een sterk voorliggend veld en het bieden van ondersteuning wanneer nodig aan onze inwoners (verlichten). Transformeren naar laagdrempeligere ondersteuning verankerd in de samenleving is hierbij de kern. De uitdaging is om ondersteuningsbehoeftes te beantwoorden met een plan waarin de laagdrempelige ondersteuning nog meer gecombineerd wordt met de maatwerkvoorzieningen (verbinden en versterken). Hiermee willen alle inwoners de mogelijkheid bieden zo lang mogelijk mee te doen aan de samenleving.

De uitgangspunten hierbij zijn het vinden van onze inwoners, het verbinden van initiatieven aan inwoners en/of organisaties, het versterken en uitbreiden van datgene wat goed gaat en onze inwoners verlichten waar nodig.

Naar boven