Gemeenteblad van Diemen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Diemen | Gemeenteblad 2023, 13631 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Diemen | Gemeenteblad 2023, 13631 | beleidsregel |
Diemen actualisatie detailhandelsvisie
In december 2014 is de Detailhandelsvisie Diemen 2014 vastgesteld. De visie heeft een doorlooptijd van 10 jaar. In hoofdlijnen is in de visie gekozen voor een fijnmazige winkelstructuur, waarbij Diemerplein als primair winkelgebied voor frequent benodigde aankopen fungeert. Voor de dagelijkse boodschappen wordt Diemerplein geflankeerd door de wijkwinkelcentra Kruidenhof en Diemen-Noord.
In deze drie centra dienen volgens de vigerende visie ook nieuwe ontwikkelingen en initiatieven te worden geaccommodeerd. Gelet op de fragiele structuur in Diemen dient in beginsel geen medewerking te worden verleend aan initiatieven tot nieuwe clusters van detailhandel daarbuiten. Slechts in Bergwijkpark-Noord kunnen gekoppeld aan de realisering van het woningbouwprogramma in beperkte en gedoseerde mate nieuwe detailhandelsinitiatieven buiten de hoofdstructuur worden toegestaan.
AANLEIDING EN REIKWIJDTE ACTUALISATIE
In de detailhandelsvisie Diemen 2014 is aangegeven dat halverwege de looptijd tot 2024 een herijking plaatsvindt, bedoeld om de wenselijkheid en houdbaarheid van de gekozen strategie voor Bergwijkpark-Noord (Holland Park) te heroverwegen. Concrete initiatieven vanuit de markt versterken de behoefte aan herijking:
Gezien de dagelijks verzorgende functie van het winkelaanbod in Diemen-Zuid en Holland Park en het karakter van de voorliggende initiatieven (supermarkten) staat in deze actualisatie het winkelaanbod voor dagelijkse boodschappen centraal.
PDV-cluster ‘De Sniep’ wordt in deze actualisatie niet meegenomen. Weliswaar is bij de vaststelling van de detailhandelsvisie in 2014 een motie aangenomen om ook de houdbaarheid en wenselijkheid van het PDV cluster ‘De Sniep’ mee te nemen, echter sinds december 2015 is de gemeente Diemen in een juridisch geschil met de eigenaar (behoudens de McDonalds) van dit PDV-cluster. De eigenaar (Visser Vastgoed) heeft verzocht om alle vormen van reguliere detailhandel op het betreffende terrein toe te staan. Zowel vanuit provinciaal, regionaal als gemeentelijk beleid is dit onwenselijk, en wordt geen medewerking verleend aan dit initiatief. De juridische procedure over dit initiatief is op het moment van schrijven nog onder de rechter. Het is nu dan ook niet billijk om de houdbaarheid en wenselijkheid van het PDV-cluster ‘De Sniep’ te heroverwegen.
Hieronder schetsen wij op hoofdlijnen wel de belangrijkste ontwikkelingen die er op het PDV- cluster ‘De Sniep’ hebben plaatsgevonden. In mei 2017 heeft Diemen een vergunning verleend voor het pand Sniep 26 om een kinderspeelparadijs te realiseren. Door recreatieve elementen op het PDV-cluster toe te staan is functiemenging gerealiseerd. Deze vorm van functiemenging leidt tot een clustering van bezoekmotieven en bezoekmomenten met een aantrekkende werking waardoor de perspectieven van het PDV-cluster als geheel vergroten en versterken.
Op dit moment is slechts sprake van beperkte leegstand; het voormalige pand van Troost Verlichtingen staat sinds kort leeg.
De opbouw van dit rapport is als volgt. In hoofdstuk 1 zijn de hoofdlijnen van de Detailhandelsvisie 2014 geschetst. Hoofdstuk 2 omvat een analyse van actuele vraag- en aanbodverhoudingen in en rond Diemen, alsook het beleidskader. In hoofdstuk 3 is de marktruimte voor dagelijkse detailhandel tot 2025 becijferd. Samen met de context uit het vorige hoofdstuk vormt dit input voor mogelijke scenario’s voor de lokale winkelstructuur voor dagelijkse detailhandel in Diemen-Zuid en Holland Park. Met behulp van een afwegingskader is een voorkeursscenario geformuleerd.
1 HOOFDLIJNEN DETAILHANDELSVISIE 2014
Resumerend wordt met de Detailhandelsvisie 2014 gestreefd naar een robuust, toekomstbestendig winkelaanbod in de gemeente Diemen. De inzet op het behoud/versterking van de hoofdstructuur, met daarnaast alleen in Bergwijkpark-Noord aan het woningbouw gekoppelde beperkte ruimte voor nieuwe detail-handelsinitiatieven, is mede ingegeven door overwegingen op het gebied van leefbaarheid, duurzame verstedelijking, concentratie en complementariteit van voorzieningen, koopmotieven, nabijheid van dagelijkse voorzieningen bij bewoners en inpasbaarheid (waaronder verkeersaantrekkende werking en parkeren, nabijheid van OV).
Ten aanzien van het zuidelijke deel van Diemen luidt de vigerende visie op hoofdlijnen:
Kruidenhof is het boodschappencentrum voor Diemen-Zuid. Met een relatief beperkte omvang van het consumentendraagvlak is het perspectief van dit centrum niet met goud bekleed. Het centrum moet zien te profiteren van de groei van de bevolking door woningbouw in Bergwijkpark-Noord. De gevestigde supermarkt is de drager van dit centrum, en moet (indien gewenst) kunnen uitbreiden tot een toekomstgerichte omvang.
Bij de transformatie van Bergwijkpark-Noord tot een multifunctioneel woongebied met bijbehorende voorzieningen zijn ook commerciële consumentenvoorzieningen in de plint denkbaar. Voorkomen moet worden dat deze voorzieningen ook een dagelijks verzorgende functie gaan vervullen voor de inwoners van Diemen-Zuid. Dit zou het perspectief van het Diemerplein en de Kruidenhof ondergraven.
De vertaling van de vigerende visie naar beleid is gestoeld op behoud c.q. versterking van de huidige hoofdstructuur. Ten aanzien van het zuidelijke deel van Diemen is relevant:
Alleen op Bergwijkpark-Noord kunnen – gekoppeld aan de realisering van het woningbouwprogramma – nieuwe detailhandelsontwikkelingen in beperkte en gedoseerde mate worden toegestaan. Dat wil zeggen een gedoseerde (aan bouwfases gekoppelde) toevoeging van units met een bruto vloeroppervlak (bvo) van max. ca 150m² bvo per unit tot max. ca 1.000 m² bvo van alle units samen bij realisering van het hoogste bevolkingsgroei scenario van ca 34.000 inwoners in 2025.
2 ACTUELE VRAAG-AANBODVERHOUDINGEN
Om de noodzaak c.q. wenselijkheid van herijking van de detailhandelsvisie ten aanzien Diemen-Zuid en Holland Park te kunnen beoordelen, is inzicht in de huidige vraag- aanbodverhoudingen van belang. Hoe ontwikkelt het draagvlak zich in Diemen en specifiek Diemen-Zuid en Holland Park? Hoe ziet de huidige winkelstructuur in Diemen-Zuid eruit en hoe functioneert het winkelaanbod? In welk krachtenveld opereren deze winkels? Welke concrete initiatieven spelen in Diemen-Zuid en de directe omgeving? Welke uitbreidingen van het winkelaanbod zijn reeds toegestaan in bestemmingsplannen? Deze vragen komen in dit hoofdstuk aan bod. Ook wordt aandacht besteed aan actuele beleidskaders. Samen vormen zij de context voor het volgende hoofdstuk. Daarin is de indicatieve uitbreidingsruimte van het winkelaanbod in Diemen en Diemen-Zuid becijferd en vertaald naar scenario’s voor de toekomstige winkelstructuur voor dagelijkse detailhandel in Diemen-Zuid en Holland Park.
DRAAGVLAK GEMEENTE DIEMEN EN DIEMEN-ZUID
Per 1 januari 2019 telt de gemeente Diemen ca. 29.200 inwoners; in de afgelopen vijf jaar, sinds de publicatie van de Detailhandelsvisie 2014, is de bevolking met 12,5% gegroeid. In Diemen wonen relatief veel jongeren met een leeftijd tussen de 15 en 25 jaar. Het aandeel ouderen (65+) ligt daarentegen relatief laag. Net als in Amsterdam wonen in Diemen relatief veel niet-westerse allochtonen.
TABEL 1 BEVOLKINGSKENMERKEN GEMEENTE DIEMEN EN DIEMEN-ZUID
Bron: CBS 2018/2019 *betreft 1 januari 2018
BEVOLKINGSONTWIKKELING DIEMEN EN DIEMEN-ZUID
In de Woonvisie Diemen 2018-2022 verwacht de gemeente in de periode tot 2023 een bevolkingsgroei tot ca. 35.000 inwoners. Dat is meer dan de 31.000 tot maximaal 34.000 waar in de Detailhandelsvisie Diemen 2014 vanuit werd gegaan. Met de huidige woningbouwplannen in Diemen lijkt het aantal inwoners nog (iets) hoger uit te vallen dan is verondersteld in de Woonvisie.
Per 1 januari 2018 telde Holland Park 1.670 woningen, waaronder ca. 1.400 studentenwoningen (Campus Diemen Zuid en De Key). Op basis van recente woningbouwplannen worden er tot 2025 maximaal 4.745 nieuwe woningen gerealiseerd, waarmee de totale woningvoorraad in Holland Park kan toenemen tot maximaal ca. 6.200.1 Zie bijlage 1 voor een compleet overzicht van woningbouwplannen in Diemen.
De bevolkingsgroei in de afgelopen vijf jaar en het forse woningbouwprogramma leidt tot de volgende scenario’s ten aanzien van de bevolkingsprognose:
Deze bevolkingsgroei vindt hoofdzakelijk plaats op Plantage De Sniep en Holland Park inclusief Campus Diemen Zuid.
FIGUUR 1 VERWACHTE BEVOLKINGSGROEI HOLLAND PARK/CAMPUS DIEMEN ZUID EN PLANTAGE DE SNIEP
Bron: Gemeente Diemen, PDOK-viewer, bewerking Bureau Stedelijke Planning
BEVOLKINGSONTWIKKELING OMGEVING DIEMEN
De gemeente Diemen maakt deel uit van een zeer dynamische regio. In de omliggende – veelal Amsterdamse – wijken is sprake van een omvangrijke woningbouwopgave en bevolkingsgroei. Dit geldt met name in IJburg, Amsterdam-Oost (Frankendael en Overamstel), De Nieuwe Kern en Amsterdam Zuidoost (Bijlmer Centrum en Amstel III). Hier neemt het aantal inwoners in de komende decennia fors toe.
FIGUUR 2 BEVOLKINGSGROEI RONDOM DIEMEN, TOT 2040
Bron: Gemeente Amsterdam, gemeente Ouder-Amstel, bewerking Bureau Stedelijke Planning
2.2 WINKELSTRUCTUUR EN INITIATIEVEN
Diemen maakt onlosmakelijk deel uit van de regio Amsterdam. Dat wil zeggen: inwoners van Diemen maken ook gebruik van winkels en winkelgebieden in omliggende gemeenten, en vice versa. Niettemin weet het winkelaanbod in Diemen de eigen klant goed te binden. Uit het recente Koopstromenonderzoek Randstad 2018 blijkt dat in de dagelijkse sector 84% van de bestedingen in fysieke winkels terecht komt in winkels binnen de gemeente Diemen. Ter vergelijking: in het vorige Koopstromenonderzoek (2016) was dat nog 79%. Het winkelaanbod in Diemen weet de eigen klant dus beter vast te houden dan enkele jaren geleden. De komst van een tweede supermarkt (Deen) in winkelcentrum Diemerplein, en de invoering van de blauwe zone in Kruidenhof, waardoor de beschikbaarheid van parkeerplaatsen hier fors is verbeterd, hebben daar ongetwijfeld aan bijgedragen.
Daar staat tegenover dat het Diemerplein in absolute zin minder omzet aantrekt uit omliggende gemeenten dan enkele jaren geleden. Voor overige winkels en winkelgebieden geldt juist dat zowel de oriëntatie van eigen inwoners als inwoners uit andere gemeenten is toegenomen.
De belangrijkste alternatieve aankoopplaats voor dagelijkse boodschappen is Maxis Muiden. Hier gaat ongeveer 5% van het totale dagelijkse bestedingspotentieel van inwoners van Diemen naartoe. In juli 2018 besloot de gemeenteraad van Diemen dat de Overdiemerweg (over het Nuonterrein) – de kortste verbinding tussen IJburg en Maxis – permanent wordt opgesteld. De weg werd in 2014 gesloten, wat leidde tot veel protest onder de inwoners van IJburg. De gemeente zag heropening lange tijd niet zitten, deels uit angst voor de aantrekkende werking van winkelcentrum Maxis Muiden en de gevolgen voor de lokale middenstand. Ook van inwoners van Holland Park is bekend dat zij gebruik maken van Maxis Muiden. Met de Provincialeweg en de per 2020 geopende Overdiemerweg vormt Maxis een aantrekkelijk alternatief voor de (grote) boodschappen.
HUIDIGE STRUCTUUR DIEMEN-ZUID EN CONCRETE INITIATIEVEN
In Diemen-Zuid en Holland Park is op drie locaties detailhandel toegestaan. Tevens doen zich op al deze locaties concrete initiatieven voor. Om de omvang van winkels te duiden worden in dit rapport twee metrages gehanteerd:
Winkelvloeroppervlak (wvo) is het voor de klant toegankelijke deel van een winkel. Simpel gesteld is dit het bruto vloeroppervlak, exclusief ruimtes als magazijn, personeelsruimte, kantoor, toiletten etc. Het winkelvloeroppervlak wordt gemeten door Locatus, betreft het huidige gevestigde winkelaanbod en is het gangbare kengetal bij ruimtelijk-economisch onderzoek, zoals distributieve berekeningen.
Bruto vloeroppervlak (bvo) betreft de totale omvang van een winkel (pand/gebouw), op basis van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG). Het bruto vloeroppervlak wordt in bestemmingsplannen gebruikt om bijvoorbeeld een maximum te stellen aan toegestane ruimte voor een bepaalde functie. Zo geldt voor de Campus Diemen Zuid dat hier niet meer dan 715 m² bvo aan detailhandel is toegestaan. Ook is het bruto vloeropper- vlak de gangbare maat bij initiatieven van retailers.
Voor de verhouding bvo-wvo wordt vaak uitgegaan van 100%-80%. Oftewel, Een winkel van 100 m² bvo meet doorgaans 80 m² wvo, maar in de praktijk kan dit uiteraard afwijken. In deze rapportage worden beide maatvoeringen gebruikt. Voor het gevestigde winkelaanbod hanteren we het winkelvloeroppervlak. Voor winkelinitiatieven of bestemmingsplanregels hanteren we het bruto vloeroppervlak, met bij benadering het wvo op basis van bovenstaande verhouding.
Het centrum heeft primair een boodschappenfunctie voor de inwoners van Diemen-Zuid; het winkelaanbod bestaat voornamelijk uit het dagelijkse segment. Ook vervult het winkelcentrum – en dan met name het brede assortiment en de aantrekkingskracht van supermarkt Jumbo – een functie voor inwoners van Duivendrecht en het noordelijke deel van Amsterdam Zuidoost (Venserpolder). De functie voor werknemers en bewoners van Holland Park en Bergwijkpark-Zuid is vooralsnog beperkt.
Concreet initiatief : Jumbo wenst met ca. 350 m² bvo (ca. 280 m² wvo) uit te breiden. Daarmee ontstaat een supermarkt van ca. 1.310 m² wvo, wat volgens de huidige maatstaf als een volwaardige supermarkt kan worden beschouwd. Jumbo voert een zeer breed assortiment (ca.
2.400 toevoegingen op het standaard Jumbo-assortiment), wat aansluit op het diverse publiek in het verzorgingsgebied. Volgens de ondernemer is de uitbreiding wenselijk vanwege het nu beperkte oppervlakte voor magazijn en winkel. De uitbreiding gaat (deels) ten koste van het naastgelegen parkeerterrein.
Op de studentencampus in Diemen-Zuid is sinds eind oktober 2013 een kleine Albert Heijn van 305 m² wvo gevestigd2. Het assortiment is compleet, maar de keuze is kleiner dan in een reguliere supermarkt. Met het koffieconcept en verpakte sandwiches speelt de winkel in op de jonge doelgroep die op de campus woont. Albert Heijn functioneert goed en vervult niet alleen een functie voor bewoners van de campus, maar trekt ook klanten uit nabije buurten in Amsterdam Zuidoost (Venserpolder, E-buurt) en werknemers van bedrijven aan de westzijde van de Gooiseweg. De spoorlijn en metrolijn vormen een fysieke en mentale barrière, want de winkel trekt slechts weinig klanten uit Diemen-Zuid.
Op de campus is ook fietsenwinkel Rijwielreus gevestigd, deze meet 80 m² bvo (eveneens 80 m² wvo3). In totaal is op de campus maximaal 715 m² bvo (ca. 572 m² wvo) aan detailhandel toegestaan, waarvan maximaal 520 m² bvo (415 m² wvo) voor een supermarkt.
Concreet initiatief: Albert Heijn is voornemens uit te breiden van 520 m² bvo naar 1.124 m² bvo, waarmee een supermarkt ontstaat van ca. 830 m² wvo. De winkel is in de huidige situatie (te) klein voor het aantal klanten. Met de aanstaande forse bevolkingsgroei in Holland Park wordt de druk op de huidige winkel nog groter.
In Holland Park is een gedoseerde (aan bouwfases gekoppelde) toevoeging van maximaal 1.000 m² bvo aan detailhandel toegestaan in units van maximaal 150 m² bvo, mits het hoogste bevolkingsgroeiscenario4 uit de Detailhandelsvisie 2014 gerealiseerd wordt. Inmiddels is duidelijk dat de bevolkingsgroei in Diemen het hoogste scenario overtreft (zie paragraaf 2.1).
Concreet initiatief: Behalve een bloemenwinkel (45 m² bvo5) is tot nu toe weinig tot geen interesse vanuit marktpartijen voor invulling van de toegestane winkelunits van maximaal 150 m² bvo. Wel is er concrete belangstelling van een kleinschalige gemakssupermarkt in Holland Park, met een gewenste omvang van circa 220 m² bvo. Dit is binnen de huidige regeling niet mogelijk.
FIGUUR 3 SITUERING ACTUELE DETAILHANDELSINITIATIEVEN DIEMEN-ZUID
BESTAANDE WINKELSTRUCTUUR IN PERSPECTIEF
Vanuit de huidige winkelstructuur zijn de genoemde initiatieven zeer begrijpelijk. Holland Park is een geïsoleerd gebied, dat door infrastructuur (metrotracé, spoorlijn, hoofdwegen) deels is afgescheiden van omliggende wijken en de daar gevestigde voorzieningen. Het detailhandelsbeleid van de provincie Noord-Holland en de voormalige Stadsregio Amsterdam streeft naar een winkelstructuur waarbij primaire detailhandel – voor de dagelijkse boodschappen – op een aanvaardbare afstand van de woning is gevestigd. Het is aan de gemeenten om te bepalen wat (nog) een aanvaardbare afstand is. Buurgemeente Amsterdam hanteert bijvoorbeeld een maximale loopafstand van 750 meter. Uit de kaart op de volgende bladzijde blijkt dat de loopafstand tot nabijgelegen winkelgebieden in vrijwel heel Holland Park groter is dan 750 meter. Gegeven de uiteindelijke omvang van Holland Park (9.000 tot 10.000 inwoners) en de fysieke barrières is het de vraag of en in welke mate onderverzorging ontstaat.
FIGUUR 4 LOOPAFSTAND (750 METER) RONDOM WINKELGEBIEDEN IN DIEMEN EN OMGEVING
Bron: https://maps.openrouteservice.org/; bewerking Bureau Stedelijke Planning
LEEGSTAND EN BESTEMMINGSPLANCAPACITEIT
Op dit moment is in Diemen-Zuid (inclusief Holland Park) geen winkelleegstand.6 In andere delen van Diemen is de leegstand beperkt tot 1.197 m² wvo, waarvan het merendeel (907 m² wvo) in winkelcentrum Diemerplein. Een groot deel van die leegstand (514 m² wvo) concentreert zich in de kelder, naast AH XL, en is niet of nauwelijks zichtbaar voor winkelend publiek. Het is daardoor de vraag of deze meters ooit worden ingevuld en zo nee, of dit het functioneren van Diemerplein negatief beïnvloedt.
Naast leegstand is ook de onbenutte bestemmingsplancapaciteit van belang. Winkelgebieden kennen doorgaans een brede (centrum)bestemming, waar naast detailhandel vaak ook horeca, dienstverlening en aanverwante functies zijn toegestaan. Door die brede bestemming kan een winkelcentrum in theorie worden ingevuld met louter detailhandel. In de praktijk zal dit echter niet gebeuren, aangezien dit geen representatieve invulling betreft.7
Een aantal bestemmingsplanmogelijkheden achten we relevant en realistisch, zeker in combinatie met huidige ontwikkelingen:
Op de Campus Diemen Zuid is maximaal 715 m² bvo aan detailhandel toegestaan. Met Albert Heijn en de fietsenwinkel is daarvan 600 m² bvo in gebruik. De resterende bestemmingsplanruimte bedraagt 115 m² bvo. Met de verdere groei van de Campus neemt het lokale draagvlak voor detailhandel toe. Invulling van de bestemmingsplancapaciteit is niet ondenkbaar. In de uitbreiding van de Campus is voorts 150 m2 bvo opgenomen voor detailhandel.
In Holland Park is thans maximaal 1.000 m² bvo (ca. 800 m² wvo) aan detailhandel toegestaan in units van maximaal 150 m² bvo (ca. 120 m² wvo). Marktpartijen zijn geïnteresseerd in het vestigen van detailhandel in Holland Park, maar lijken – behalve de inmiddels gevestigde bloemist – niet uit de voeten te kunnen met de toegestane unitgrootte. De resterende bestemmingsplanruimte bedraagt 955 m² bvo.
Met bovenstaande realistische bestemmingsplanmogelijkheden kan ca. 2.860 m² bvo (ca. 2.300 m² wvo) aan detailhandel worden toegevoegd in Diemen, waarvan ca. 2.070 m² bvo (ca. 1.650 m² wvo) in Holland Park en op de Campus Diemen Zuid.
Voor de ruimtelijke ordening van detailhandel is een aantal schaalniveaus van beleid relevant. Van hoog naar laag zijn dat: Europa, rijk, provincie, (voormalige) stadsregio en gemeente. Ten opzichte van 2014 hebben zich enkele wijzigingen voorgedaan op Europees, provinciaal en stadsregionaal niveau. In bijlage 2 zijn de relevante (veranderingen in) beleidskaders toegelicht. In deze paragraaf beperken we ons tot de belangrijkste onderdelen.
Waar staan de praktijk en vigerende beleidskaders op gespannen voet met elkaar?
Sinds 30 januari 2018 is bekend dat de Europese Dienstenrichtlijn van toepassing is op detailhandel. In de praktijk mag in een bestemmingsplan in beginsel geen geografische beperking worden opgelegd, tenzij aan specifieke eisen wordt voldaan (zie bijlage 2). Geografische beperkingen zijn brancheringsregels of eisen ten aanzien van het aantal en/of de minimale of maximale unitgrootte van winkels. In Diemen kunnen enkele (delen van) bestemmingsplannen voor Holland Park en de campus Diemen Zuid in strijd komen met de Dienstenrichtlijn indien geen goede onderbouwing voor de opgenomen beperking kan worden gegeven.
Het provinciale (en stadsregionale) detailhandelsbeleid streeft naar een fijnmazige winkelstructuur, waarbij winkels voor dagelijkse boodschappen op aanvaardbare loopafstand van de woning zijn gesitueerd. Het is aan de gemeenten om te bepalen wat (nog) een aanvaardbare afstand is. Buurgemeente Amsterdam hanteert bijvoorbeeld een maximale loopafstand van 750 meter. Voor bewoners van Holland Park, maar ook Plantage De Sniep geldt dat winkels voor dagelijkse boodschappen voor de meeste inwoners op (ruim) meer dan 750 meter loopafstand zijn gesitueerd.
Resumerend zijn de volgende dilemma’s aan de orde:
Er is sprake van een forse woningbouw en bevolkingsgroei in Diemen en Holland Park, veel groter dan in 2014 werd voorzien. Na voltooiing telt Holland Park (inclusief de Campus Diemen Zuid) ca. 9.000 tot 10.000 inwoners. Dit is een volwaardige woonwijk, die zich in aantal inwoners kan meten met Diemen-Zuid en Diemen- Centrum. Met alleen een kleinschalige Albert Heijn – met een decentrale ligging ten opzichte van Holland Park en zonder parkeermogelijkheden – ligt onderverzorging op de loer in het geval Holland Park niet over eigen winkels beschikt. Het provinciale en regionale beleidsuitgangspunt is om op korte afstand van de woning (bijvoorbeeld max. 750 meter loopafstand) te beschikken over winkels voor dagelijkse boodschappen. Voor veel inwoners van Holland Park is die afstand groter. Mede hierdoor is de aantrekkingskracht van Albert Heijn op de Campus nu al groot.
In de huidige situatie is uitbreiding van het winkelaanbod in Holland Park (inclusief de Campus Diemen Zuid) met ca. 1.220 m² bvo reeds juridisch-planologisch verankerd. Daar komt nog 850 m2 bvo bij in Holland Park Zuid. De mogelijkheden voor detailhandel in het eerste deel van Holland Park – maximaal 1.000 m² bvo in units van maximaal 150 m² bvo – lijken echter niet aan te sluiten bij vestigingswensen van retailers. Ook staat op dit moment niet vast dat deze regulering in overeenstemming is met de eisen uit de Europese Dienstenrichtlijn. Momenteel is in Holland Park alleen een bloemist gevestigd. Daarnaast is er een actueel concreet initiatief voor de vestiging van een kleinschalige gemakssupermarkt met een omvang van ca. 220 m² bvo in het eerste deel van Holland Park.
De gemeente Diemen streeft in de vigerende detailhandelsvisie naar een fijnmazige, goed bereikbare winkelstructuur, waarbij Diemerplein als primair winkelgebied voor frequent benodigde aankopen fungeert en voor de dagelijkse boodschappen wordt geflankeerd door de wijkwinkelcentra Kruidenhof en Diemen-Noord. In deze drie centra dienen ook nieuwe ontwikkelingen en initiatieven te worden geaccommodeerd. Gelet op de fragiele structuur in Diemen dient volgens de visie uit 2014 in beginsel geen medewerking te worden verleend aan initiatieven tot nieuwe clusters van detailhandel buiten de bestaande clusters.
Gelet op bovenstaande punten, en dan met name de forse bevolkingsgroei in Holland Park, is de vraag aan de orde of in deze nieuwe woonwijk van Diemen (gefaseerd) ruimere mogelijkheden zijn toe te staan, zodat ook hier op korte afstand tot de woning de dagelijkse boodschappen kunnen worden gedaan met behoud van de fijnmazige winkelstructuur.
3 VISIE DIEMEN-ZUID EN HOLLAND PARK
In het voorgaande hoofdstuk zijn de actuele vraag- en aanbodverhoudingen in Diemen belicht. In dit hoofdstuk specificeren we de indicatieve uitbreidings-mogelijkheden voor dagelijkse detailhandel in Diemen en specifiek in Diemen-Zuid en Holland Park. Dat is gedaan aan de hand van distributieve berekeningen en een analyse van winkeldichtheden. In het tweede deel van dit hoofdstuk zijn scenario’s opgesteld voor de winkelstructuur in Diemen-Zuid en Holland Park. Deze scenario’s worden vervolgens getoetst op:
3.1 MARKTRUIMTE DIEMEN-ZUID EN HOLLAND PARK
Aan de hand van een distributieve berekening is een inschatting gemaakt van de ontwikkelingsmogelijkheden voor dagelijkse8 detailhandel in Diemen, aangezien het winkelaanbod in Diemen-Zuid en Holland Park louter een functie vervult voor dagelijkse boodschappen. Het niet-dagelijkse winkelaanbod in Diemen is geconcentreerd in het Diemerplein. In de berekeningen is gebruik gemaakt van de meest recente inwoneraantallen, omzetkengetallen, koopstromen en aanbodgegevens. In bijlage 2 zijn de volledige berekeningen gepresenteerd en voorzien van een toelichting en nuanceringen. In deze paragraaf beperken we ons tot de uitkomsten. Daarbij gaan we in op de huidige situatie en die in 2025.
Uit de distributieve berekening blijkt dat er in de huidige situatie op gemeenteniveau per saldo sprake is van een evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van winkels in de dagelijkse sector. Het winkelaanbod functioneert gemiddeld genomen iets beter dan landelijk.
Bevolkingsgroei zorgt voor een verruiming van het draagvlak. Daarmee ontstaat indicatieve uitbreidingsruimte voor dagelijkse winkels. Uitgaande van gelijkblijvende omzetkengetallen en koopstromen en rekening houdend met een bevolkingsgroei tot 36.500, dan wel 37.800 in 2025 stijgt de indicatieve uitbreidingsruimte voor de gehele gemeente Diemen tot respectievelijk 2.700 m² wvo en 3.100 m² wvo. Concluderend kan worden gesteld dat er rekenkundig gezien voldoende marktruimte is om een aantal lopende initiatieven (zie paragraaf 2.2) in Diemen te honoreren.
Diemen beschikt over 9.357 m² wvo aan winkelruimte in de dagelijkse sector.9 Met 29.200 inwoners bedraagt de winkeldichtheid 320 m² wvo per 1.000 inwoners. Dat is lager dan in de meeste omliggende gemeenten.
FIGUUR 5 AANBOD DAGELIJKSE WINKELS, GEMEENTE DIEMEN EN OMGEVING (IN M² WVO PER 1.000 INWONERS)
Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2018 (obv Locatus), CBS, bewerking Bureau Stedelijke Planning
Met de verwachte bevolkingsgroei daalt de winkeldichtheid aanzienlijk, tot rond de 250 m² wvo per 1.000 inwoners. Ter indicatie: om ook in de toekomst over de huidige winkeldichtheid te beschikken is toevoeging van 2.400 m² wvo (scenario 2025-I) tot 2.750 m² wvo (scenario 2025-II) aan winkels in de dagelijkse sector ‘nodig’. De analyse van winkeldichtheden wijst daarmee in dezelfde richting als de distributieplanologische berekeningen.
Binnen Diemen bestaan grote verschillen tussen Diemen Zuid, Centrum en Noord. Met name in Diemen-Zuid, waar het merendeel van de bevolkingsgroei plaatsvindt, loopt de winkeldichtheid fors terug, tot maximaal 120 m² wvo per 1.000 inwoners. Dat is bijna een halvering van de winkeldichtheid in 2018 in Diemen-Zuid (206 m² wvo per 1.000 inwoners).
TABEL 2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE WINKELDICHTHEID IN DIEMEN ZUID, CENTRUM EN NOORD
Bron: CBS, Gemeente Diemen, Locatus, bewerking Bureau Stedelijke Planning
Voor de actualisatie van de Detailhandelsvisie 2014 zijn voor Holland Park twee mogelijke scenario’s denkbaar:
Hieronder zijn beide scenario’s kort toegelicht en getoetst, wat leidt tot een voorkeursscenario. Vervolgens zijn lopende initiatieven in Holland Park (inclusief Campus Diemen Zuid) beoordeeld in het licht van het voorkeursscenario. De uitbreidingswens van Jumbo Kruidenhof in Diemen-Zuid past reeds in het vigerende detailhandelsbeleid en is in beide scenario’s wenselijk.
Behoud huidige detailhandelsmogelijkheden Holland Park
Huidige omvang Albert Heijn op Campus Diemen Zuid handhaven.10
TABEL 3 TOETS SCENARIO’S VOOR DETAILHANDELSMOGELIJKHEDEN IN HOLLAND PARK
In het geval van bestendiging van de huidige situatie ontstaat risico op onderverzorging in Holland Park. Zeker omdat marktpartijen behoudens de inmiddels gevestigde bloemenzaak nog weinig interesse hebben in winkelunits van maximaal 150 m² bvo, die nu in het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Met andere woorden: er is marktruimte en er zijn juridisch-planologische mogelijkheden voor vestiging van detailhandel, maar in de huidige situatie sluiten beiden niet op elkaar aan.
Van oudsher kent Diemen een duidelijk structuur, bestaande uit drie wijken die door fysieke barrières van elkaar zijn gescheiden. De wijken kennen elk een eigen winkelcentrum dat ten minste voorziet in de dagelijkse boodschappenbehoefte van die wijk. Met Holland Park wordt een vierde volwaardige wijk toegevoegd aan Diemen. In het kader van een fijnmazige winkelstructuur ligt het voor de hand dat Holland Park – net als andere woonwijken in Diemen – over een ‘eigen’ boodschappen-cluster beschikt.
Effecten op bestaande winkelstructuur
Logischerwijs profiteert de bestaande winkelstructuur het meest, wanneer in Holland Park geen verruiming van detailhandelsmogelijkheden wordt geboden. Afhankelijk van de aard en omvang van die verruiming variëren ook de gevolgen voor de bestaande structuur. Daarbij geldt overigens dat het vasthouden aan de huidige detailhandelsmogelijkheden in Holland Park niet automatisch leidt tot een substantiële toename van de oriëntatie op bijvoorbeeld Kruidenhof. De afstand, fysieke barrières en de aantrekkingskracht van de alternatieve aankoopplaatsen in de directe omgeving zijn hier debet aan.
BEOORDELING LOPENDE INITIATIEVEN
In Diemen-Zuid spelen momenteel drie concrete initiatieven: de uitbreiding van Jumbo Kruidenhof, de uitbreiding van Albert Heijn op de Campus Diemen Zuid en de nieuwe vestiging (220 m2 bvo) van een kleine gemakssupermarkt in Holland Park. In onderstaande tabel (en toelichting) is voor deze initiatieven beoordeeld in hoeverre zij passen bij het voorkeursscenario ‘verruiming detailhandelsmogelijkheden Holland Park’.
WENSELIJKE INVULLING VOORKEURSSCENARIO
Verruiming van de detailhandelsmogelijkheden in Holland Park leidt idealiter tot een geclusterde buurtvoorziening, bestaande uit één volwaardige supermarkt, geflankeerd door enkele (vers)speciaalzaken en aanverwante commerciële voorzieningen. Qua locatie voor een dergelijk cluster ligt Holland Park Zuid voor de hand, gegeven de afstand tot winkelcentrum Kruidenhof en het feit dat dit (ook in de tijd) het sluitstuk is van Holland Park.
Dit betekent dat de mogelijkheden die de bestemmingsplannen voor het eerste deel van Holland Park en Holland Park Zuid nu bieden voor detailhandel (gericht op een kleinschalig en gespreid aanbod), deels moet worden bijgesteld zodat een geclusterde buurtvoorziening mogelijk wordt met daarin ruimte voor een volwaardige supermarkt.
Vooruitlopend op dit eindbeeld is het gewenst om nu al in te spelen op de behoefte van het snel toenemende aantal bewoners van Holland Park. Dit dient dan zo te gebeuren dat dit eindbeeld mogelijk blijft. Gezien de onzekerheid van de termijn waarop Holland Park Zuid kan worden gerealiseerd ligt het voor de hand om in de overige delen van Holland Park in beperkte mate en op vooralsnog tijdelijke basis een verruiming van het winkelaanbod mogelijk te maken.
Concreet gaat het hierbij gaan om het tijdelijk toestaan (vijf jaar) van:
Met deze actualisatie blijft de doelstelling van de Detailhandelsvisie Diemen 2014 overeind: de huidige fijnmazige en goed bereikbare hoofdstructuur, bestaande uit hoofdwinkelgebied Diemerplein en de boodschappencentra Kruidenhof en Diemen-Noord is en blijft leidend. Een geclusterde buurtvoorziening in Holland Park Zuid moet worden beschouwd als derde boodschappencentrum, en wordt daarmee een nieuw onderdeel van de hoofdstructuur.
Om het perspectief van het bestaande winkelcentrum Kruidenhof in Diemen-Zuid te waarborgen, is uitbreiding van Jumbo aldaar wenselijk. Dat geldt ook voor andere ingrepen om de positie van dit winkelcentrum te versterken. Denk daarbij aan branchering, ingrepen in de openbare ruimte, gevelbeeld, marketing, bereikbaarheid.
BIJLAGE 1 WONINGBOUWPLANNEN DIEMEN
De in dit rapport gehanteerde bevolkingsprognoses voor de periode 2018-2025 (zie paragraaf 2.1) zijn gebaseerd op onderstaand woningbouwprogramma. Daarbij is uitgegaan van 100% realisatie van harde plannen (groen) en 50% tot 75% van zachte plannen (rood). Er is een gemiddelde woningbezetting van 2,0 gehanteerd en 1,0 voor studentenwoningen.
In de Detailhandelsvisie 2014 werd gesteld dat volgens een uitspraak van de Raad van State van 25 juni 2014 de Europese Dienstenrichtlijn niet van toepassing is op planologische besluiten over detailhandel (ECLI:NL:RVS:2014:22 86).
Het Europese Hof van Justitie heeft in het arrest van 30 januari 2018 (ECLI:EU:C:2018:44) prejudiciële vragen beantwoord die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) aan het Hof zijn voorgelegd over de Europese Dienstenrichtlijn (richtlijn 2006/123) in relatie tot detailhandel in goederen. Het Hof is tot het oordeel gekomen dat detailhandel in goederen een ‘dienst’ is als bedoeld in artikel 4 van de Dienstenrichtlijn. Dat betekent dat de bepalingen van de Dienstenrichtlijn van toepassing zijn als het gaat om de uitoefening van detailhandelsactiviteiten.
Het Hof is van oordeel dat de Dienstenrichtlijn er niet op gericht is om de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit afhankelijk te stellen van een geografische beperking. Met een geografische beperking worden brancheringsregels in bestemmingsplannen bedoeld, of eisen ten aanzien van het aantal en/of de minimale of maximale unitgrootte van winkels.
Artikel 15 lid 3 van de Dienstenrichtlijn maakt brancheringsregels en andere territoriale beperkingen wel mogelijk, mits is voldaan aan de eisen inzake:
Noodzakelijkheid. De door decentrale overheden gestelde eisen aan dienstverleners zijn gerechtvaardigd vanwege een dwingende reden van algemeen belang. Hierbij zijn bij het vrij verrichten van diensten de dwingende redenen van algemeen belang beperkt tot de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en milieu.
Specifiek voor Diemen is (naar alle waarschijnlijkheid) nadere onderbouwing nodig voor in elk geval de maximale winkelgrootte van 150 m² bvo in Holland Park, 250 m2 bvo in Holland Park Zuid en 520 m2 bvo op de Campus Diemen Zuid.
DETAILHANDELSVISIE PROVINCIE NOORD-HOLLAND 2015-2020
In december 2014 heeft de Provincie Noord-Holland nieuw provinciaal detailhandelsbeleid vastgesteld, dat voortbouwt op de voorgaande visie.
De missie van de provincie is ‘het versterken van de detailhandelstructuur in Noord-Holland’. Daarbij behoren de volgende drie hoofddoelstellingen:
Met de drie hoofddoelstellingen geven wij invulling aan people, planet, profit. Het geeft ook de uiteenlopende belangen aan die gepaard gaan met detailhandel en de veelzijdigheid van detailhandel. De hoofddoelstellingen zijn uitgewerkt in zes beleidsdoelen:
Realisatie van deze zes beleidsdoelen vindt plaats met inzet van de volgende instrumenten:
Nieuwe detailhandelsontwikkelingen en uitbreidingsplannen vanaf 1.500 m² dienen aan de commissie te worden voorgelegd. Voor de grotere, specifiek benoemde centra geldt de norm van 3.000 m². Dit is een verscherping van de norm. De norm was 1.500 m² voor nieuwe ontwikkelingen en 5.000 m² voor uitbreidingen in alle winkelgebieden. Deze verscherping is het uitvloeisel van de toenemende leegstand waardoor weloverwogen keuzes noodzakelijk zijn.
Het verplicht door de regio’s opstellen van een detailhandelsvisie met daaraan verbonden inhoudelijke en procedurele eisen.
Structuurvisie en ruimtelijke verordening
Verankering van het ruimtelijke aspect van het detailhandelsbeleid vindt plaats in de structuurvisie en in de Provinciale Ruimtelijke Verordening.
Kennis- en informatievoorziening
Het uitvoeren van bijvoorbeeld marktruimte- en koopstromenonderzoek.
Het verbod op weidewinkels blijft gehandhaafd. Een internet-afhaallocatie waar goederen worden getoond beschouwt de provincie als een winkel, waardoor vestiging op bedrijventerreinen niet mogelijk is. Een internet-afhaalpunt waar geen goederen worden getoond worden bij voorkeur gevestigd in een winkelcentrum maar kunnen ook op een bedrijventerrein of kantoorlocatie worden gevestigd.
DETAILHANDELSBELEID VOORMALIGE STADSREGIO AMSTERDAM 2016-2020
Uitgangspunten van het stadsregionale detailhandelsbeleid zijn:
Gemeenten streven ernaar om leegstand zoveel als mogelijk te voorkomen. Nieuwe initiatieven worden daarom altijd bekeken en beoordeeld vanuit het principe ‘nieuw voor oud’. Dat wil zeggen dat eventuele nieuwe initiatieven en uitbreiding van bestaand winkelareaal gepaard gaan met maatregelen om de bestemming detailhandel elders te beperken. Door pro-actief beleid werken gemeenten aan voorzienbaarheid, zodat planschade voorkomen kan worden bij het daadwerkelijk verminderen van het aantal m² detailhandel.
Alleen op bepaalde reeds als zodanig aangemerkte locaties (Amstelveen: Bovenkerkerhoek; Haarlemmermeer: Cruquius; Amsterdam: GDV-zone Arenagebied, Spaklerweg, Schinkel, Landlust, Keurenplein en Van Slingeland- straat / Bedrijventerrein Westerkwartier) is - indien passend binnen het vigerende bestemmingsplan - grootschalige detailhandel (GDV) toegestaan. Dat wil zeggen winkels van meer dan 1.500 m2 wvo zonder brancheringseisen (uitgezonderd dagelijkse goederen, te weten levensmiddelen en persoonlijke verzorging). Een gemeente kan een verzoek indienen om grootschalige detail-handel toe te staan op een van bovenstaande PDV-locaties die niet past in het vigerende bestemmingsplan. In dat geval is een uitvoerige onderbouwing van het verzoek op ruimtelijk relevante gronden vereist, evenals een analyse van de gevolgen van de verruiming voor de regionale detailhandelsstructuur. De ADZ toets zo’n verzoek tot verruiming aan het provinciale en regionale beleid.
Op basis van de uitkomsten van het in 2016/2017 uit te voeren Koopstromen-onderzoek en het Marktruimteonderzoek, zal onderzocht worden of de locaties waar nu GDV mogelijk is, gehandhaafd moeten blijven of dat er aanpassingen nodig of mogelijk zijn in aantal, omvang of locatie. Dit onderzoek zal bij voorkeur plaatsvinden op de schaal van de Metropoolregio Amsterdam.
Indien er een bestemmingsplanwijziging nodig is bij nieuwe winkelinitiatieven moet iedere gemeente dit initiatief voorleggen aan de Adviescommissie Detailhandel Noord- Holland Zuid (ADZ). Dit geldt voor alle initiatieven boven de 1.500 m² wvo. Bij winkelcentra van meer dan 25.000 m² wvo (Hoofddorp, Amstelveen, Purmerend, Zaanstad en Amsterdam, plus in Amsterdam het Buikslotermeerplein en de Amsterdamse Poort) geldt dit voor initiatieven van meer dan 3.000 m² wvo. Deze grenzen gelden voor het totale winkelgebied en niet per winkel.
Iedere gemeente legt de lokale detailhandelsstructuur in ruimtelijke termen vast in de gemeentelijke structuurvisie of in een gemeentelijke detailhandels-visie. Deze visie past binnen het regionale detailhandelsbeleid en binnen het kader dat is vastgesteld in het provinciale detailhandelsbeleid uit 2014.
BIJLAGE 3 ACTUELE DISTRIBUTIEVE BEREKENING
De distributieve berekening is een veelgebruikt instrument om het huidige functioneren en de indicatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor detailhandel in een gebied vast te stellen, op basis van landelijke en lokale kengetallen.11
Een gemiddeld bestedingsbedrag in de dagelijkse sector van € 2.525,- per inwoner per jaar, excl. BTW (Bron: Notitie Omzetkengetallen 2017). Een vermenigvuldiging van het inwoneraantal met het gemiddelde bestedingsbedrag leidt tot het bestedingspotentieel. Dit potentieel is gecorrigeerd voor het inkomensniveau in Diemen, waarbij een elasticiteit is gehanteerd van 25%. Oftewel: het inkomen in Diemen ligt 1% boven het landelijke gemiddelde, waardoor het bestedingspotentieel met 0,25% is opgehoogd.
In de huidige situatie telt Diemen ca. 29.200 inwoners. Met de lopende ontwikkelingen op Plantage De Sniep en – met name – Holland Park zal dit aantal in de komende jaren fors toenemen. Het exacte aantal toekomstige inwoners is moeilijk vast te stellen. We gaan voor de situatie 2025 uit van twee scenario’s (zie paragraaf 2.1):
TABEL 5 DISTRIBUTIEVE BEREKENING DAGELIJKSE SECTOR DIEMEN
Uit de berekening blijkt dat vraag naar en aanbod van winkelmeters in de dagelijkse sector in de huidige situatie, rekenkundig gezien, per saldo met elkaar in evenwicht zijn.
De bevolkingsgroei zorgt voor een verruiming van het draagvlak, waardoor indicatieve uitbreidingsruimte voor dagelijkse winkels ontstaat.
Bij het interpreteren van distributieve berekeningen zijn diverse nuanceringen te plaatsen, die de resultaten neerwaarts (kunnen) beïnvloeden:
Een distributieve berekening is gebaseerd op landelijke kengetallen. Daarbij is berekend hoe de vloerproductiviteit van dagelijkse en niet-dagelijkse winkels in Diemen zich verhouden tot landelijke gemiddelden. Die landelijk gemiddelde vloerproductiviteiten omvatten echter zowel goed als matig functionerende winkels en houden geen rekening met (grote) regionale verschillen in huisvestingslasten. Voor een goed functionerende winkel in de regio Amsterdam mag verondersteld worden dat deze een vloerproductiviteit nodig heeft die hoger is dan het landelijke gemiddelde.
Bestemmingsplancapaciteit. Dit zijn winkelmeters die in de huidige situatie nog niet bestaan, maar wel zijn toegestaan op basis van een bestemmingsplan. Denk bijvoorbeeld aan de reservering voor 1.000 m² bvo aan detailhandel in Holland Park, welke nog niet in gebruik is. In theorie is de bestemmingsplancapaciteit zeer groot. Immers, in centrumgebieden met een gemengde bestemming is het (theoretisch) mogelijk dat het hele winkelcentrum verkleurd naar detailhandel. Het mag logisch zijn dat dit in de praktijk niet gebeurt, maar het geeft wel aan hoe lastig de bestemmings-plancapaciteit zich laat becijferen.
De omvang van het neerwaartse effect van deze nuances op de resultaten van de distributieve berekeningen laat zich moeilijk kwantificeren. Dat een eventuele positieve ontwikkelingsruimte primair moet worden aangewend om huidige leegstand in perspectiefrijke winkelgebieden op te vullen spreekt voor zich. Het effect van regionale verschillen in huisvestingslasten en het buiten beschouwing laten van ondermaats functionerende winkels is echter lastig in te schatten. In de resultaten is dan ook geen rekening gehouden met de hier genoemde nuances, maar zij dienen bij de interpretatie wel in het achterhoofd te worden gehouden.
Een laatste factor die van invloed is op de behoefte aan fysieke winkelmeters is internet. In de afgelopen 2 jaar is het online marktaandeel in de dagelijkse sector verdubbeld, van 1,6% in 2016 naar 3,1% in 2018. In 2011 bedroeg dat nog 0,8%.
FIGUUR 6 ONTWIKKELING ORIENTATIE OP WEBWINKELS 2011-2018
Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2018
Op basis van omzetkengetallen is bekend dat de eerdere verdubbeling van de oriëntatie op webwinkels niet heeft geleid tot een daling van bestedingen in fysieke winkels. Sterker nog, de gemiddelde omzet per hoofd in fysieke winkels groeide in de periode 2012-2017 substantieel. Dit is het gevolg van een toename van bestedingen in supermarkten.
FIGUUR 7 ONTWIKKELING GEMIDDELDE OMZET PER HOOFD VAN DE BEVOLKING IN FYSIEKE DAGELIJKSE WINKELS
Bron: Notitie Omzetkengetallen 2017 (juni 2018)
Met de (recente) opkomst en expansie van online supermarkten – Picnic, Albert Heijn en Jumbo voeren hun online activiteiten in buurgemeente Amsterdam fors op12 – ligt een verdere groei van de oriëntatie op webwinkels voor dagelijkse boodschappen voorlopig voor de hand. Het is eveneens niet uitgesloten dat dit (op termijn) leidt tot een daling van bestedingen in fysieke winkels. In het Marktruimteonderzoek Detailhandel Noord-Holland (2018) werd bij het berekenen van de marktruimte voor 2025 al rekening gehouden met een dergelijke afname.
Indien we dezelfde uitgangspunten hanteren bij de berekeningen in tabel 5 resteert nog altijd een indicatieve uitbreidingsruimte van ca. 2.600 m² wvo in de dagelijkse sector. De positieve gevolgen van bevolkingsgroei wegen in Diemen ruimschoots op tegen de eventuele daling van de gemiddelde omzet per hoofd van de bevolking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-13631.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.