NADERE REGELS SUBSIDIEVERLENING VOERENDAAL 2023

Burgemeester en wethouders van Voerendaal,

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 3, 5, 6, 8, 10, 11, 13, 15, 20 en 21 van de Algemene subsidieverordening Voerendaal 2019

 

besluiten vast te stellen de

 

Nadere regels subsidieverlening Voerendaal 2023

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      verordening: de vigerende Algemene subsidieverordening Voerendaal;

    • b.

      actieve leden/deelnemers: diegenen die daadwerkelijk en structureel (dus vaker dan maar af en toe) deelnemen aan de activiteiten (de sporters, muzikanten, schutters enz.), alsook degenen die structureel als vrijwilliger actief zijn bij de uitvoering van de activiteiten of het runnen van de vrijwilligersorganisatie. Tevens betalen de actieve leden/deelnemers contributie;

    • c.

      niet actieve/passieve deelnemers zijn de zgn. steunende leden, donateurs, ereleden of anderen die geen (of een slechts minimale) actieve deelname hebben aan de activiteiten en/of geen contributie betalen;

    • d.

      kernactiviteit: structurele activiteit, die strekt tot realisering van een niet-professioneel doel van de rechtspersoon en die in hoofdzaak is gericht op de eigen leden c.q. doelgroep;

    • e.

      buurtvereniging: een vereniging van bewoners van een buurt, die gezamenlijk opkomen voor de belangen van de buurtbewoners en activiteiten organiseert die ontmoeting en contact stimuleren ten einde de leefbaarheid en een prettig woonklimaat in de buurt te versterken;

    • f.

      (semipublieke) professionele organisatie: een privaatrechtelijke rechtspersoon die bedrijfsmatig activiteiten verricht of voorzieningen en/of produkten/diensten beschikbaar stelt, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is.

  • 2.

    Verder wordt in deze nadere regels verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in de vigerende Algemene subsidieverordening Voerendaal en de bijlage bij die verordening.

Hoofdstuk 2 Basissubsidie

Artikel 2 Organisaties/activiteiten

Een basissubsidie is bestemd voor een vrijwilligersorganisatie, die rechtspersoonlijkheid bezit en gevestigd en/of werkzaam is in de gemeente Voerendaal, ten behoeve van de uitvoering van haar kernactiviteiten, die zich in hoofdzaak richten op de inwoners van de gemeente Voerendaal, niet zijnde:

  • a.

    hobbyclubs, recreatieve groepen, vriendenclubs;

  • b.

    organisaties, gericht op cafésporten, alle denksporten (m.u.v. schaken), alle kaartspelen en behendigheidssporten als biljarten, bowling, kegelen, dart, (midget-)golf;

  • c.

    overlegplatforms die verenigingen zelf instellen en/of in stand houden voor het behartigen van hun gemeenschappelijke belangen en ten behoeve van de onderlinge samenwerking;

  • d.

    ten behoeve van een vereniging functionerende nevenorganisaties of verzelfstandigde afdelingen/onderdelen waarvan de activiteiten primair ten dienste staan van of zijn toe te rekenen aan de vereniging waaraan ze gelieerd zijn (de activiteiten van dit soort organisaties worden betrokken bij de subsidievaststelling voor de ‘moedervereniging’);

  • e.

    organisaties die activiteiten uitvoeren die onlosmakelijk deel uitmaken van een groter geheel, hetgeen ook algemeen als zodanig wordt ervaren (de activiteiten van dit soort organisaties worden betrokken bij de subsidievaststelling voor de vereniging die leidend is voor het geheel);

  • f.

    politieke, religieuze en levensbeschouwelijke organisaties;

  • g.

    verenigingen die niet algemeen toegankelijk zijn vanwege bijv. ideologie of levensbeschouwing, hoge kosten van deelname, ballotage, beperkingen die liggen in de aard van de activiteiten (bijv. een popband of een zangtrio).

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    De kernactiviteiten van de vrijwilligersorganisatie moeten tot een van de volgende taakvelden behoren: onderwijs, sport - cultuur en recreatie, sociaal domein (sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening, leefbaarheidsbevordering) en/of volksgezondheid en milieu.

  • 2.

    De kernactiviteiten moeten een bijdrage leveren aan:

    • a.

      de versterking van de leefbaarheid, de sociale cohesie en gemeenschapsontwikkeling in de kernen of

    • b.

      de bevordering van maatschappelijke participatie door burgers of

    • c.

      de versterking van de positieve gezondheid en welzijn van burgers of

    • d.

      de versterking van de zelfredzaamheid van burgers of

    • e.

      de uitbreiding c.q. versterking van voor- en naschoolse voorzieningen.

  • 3.

    De vrijwilligersorganisatie draagt bij aan een positief gezonde gemeente door activiteiten te organiseren die deze versterken. Daarbij is een gezonde leefstijl belangrijk. Daar waar mogelijk, bijvoorbeeld bij een eigen accommodatie of bepaalde activiteiten, committeert een vrijwilligersorganisatie zich aan een rookvrije kind omgeving, alcoholpreventie aan jeugd jonger dan 18 jaar en de promotie van een gezonde leefstijl.

  •  

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om basissubsidie wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, derde lid van de verordening, overlegt de aanvrager die nog niet eerder een aanvraag om basissubsidie heeft ingediend bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • a.

      de oprichtingsakte van de organisatie;

    • b.

      de statuten van de organisatie;

    • c.

      de begroting voor het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend en een begroting voor het volgende kalenderjaar;

    • d.

      een opgave per 1 mei van het jaar, waarin de aanvraag wordt ingediend, van het aantal leden inclusief woonplaats, onderverdeeld in de categorieën contributie betalende leden en leden die geen contributie betalen en, indien van toepassing, onderverdeeld naar doelgroepen (jeugd, volwassenen, senioren en/of kwetsbare groepen burgers).

    • e.

      Indien de in dit lid bedoelde aanvraag wordt ingediend door een vrijwilligersorganisatie, die is opgericht vóór 1 januari van het jaar, waarin de aanvraag om basissubsidie wordt ingediend, overlegt de aanvrager bij de aanvraag aanvullend de volgende gegevens:

    • f.

      de jaarrekening inclusief balans over het jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de aanvraag wordt ingediend;

    • g.

      een activiteitenoverzicht over het jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de aanvraag wordt ingediend.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, derde lid van de verordening overlegt de aanvrager die voor het voorafgaande subsidietijdvak al een basissubsidie heeft ontvangen bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • a.

      de statuten van de organisatie, voor zover die niet in het bezit zijn van het college of wanneer de statuten zijn gewijzigd;

    • b.

      een financieel overzicht van gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het voorlaatste jaar van het voorafgaande subsidietijdvak aan de hand van een door het college vastgesteld formulier;

    • c.

      een opgave per 1 mei van het jaar, waarin de aanvraag wordt ingediend, van het aantal leden inclusief woonplaats, onderverdeeld in de categorieën contributie betalende leden en leden die geen contributie betalen en, indien van toepassing, onderverdeeld naar doelgroepen (jeugd, volwassenen, senioren en/of kwetsbare groepen burgers).

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, derde lid van de verordening overlegt de aanvrager van een basissubsidie voor het Zomerfestival bij de aanvraag een concept van het festivalprogramma voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 5 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om basissubsidie voor muziekonderwijs wordt jaarlijks vóór 1 november van het jaar, voorafgaand aan het jaar, waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag om basissubsidie voor een buurtvereniging wordt jaarlijks vóór 1 juni van het jaar, waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag om basissubsidie voor het Zomerfestival Voerendaal wordt jaarlijks vóór 1 maart van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 4.

    Een aanvraag om basissubsidie voor overige activiteiten, die voldoen aan het bepaalde in de artikelen 2 en 3, wordt vóór 1 september van het jaar, voorafgaand aan het subsidietijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 5.

    Een vrijwilligersorganisatie die nog niet eerder een aanvraag om basissubsidie, als bedoeld in het vierde lid heeft ingediend, kan tijdens het lopende subsidietijdvak vóór 1 september een aanvraag om basissubsidie voor de resterende jaren van het lopende subsidietijdvak indienen.

  • 6.

    Wanneer een aanvraag om basissubsidie voor een tijdvak is afgewezen en gedurende datzelfde tijdvak sprake is van gewijzigde omstandigheden, kan een vrijwilligersorganisatie tijdens het lopende subsidietijdvak vóór 1 september een nieuwe aanvraag om basissubsidie voor de resterende jaren van het lopende subsidietijdvak indienen.

Artikel 6 Beoordeling aanvraag

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor een basissubsidie voor muziekonderwijs, als bedoeld in artikel 5, eerste lid:

    • a.

      moet de organisatie zijn aangesloten bij de Nederlandse Bond voor Muziekgezelschappen of een van de Limburgse schuttersbonden;

    • b.

      moeten de leerlingen, die muziekonderwijs volgen, op 1 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, lid zijn van de vereniging en woonachtig zijn in de gemeente Voerendaal.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een basissubsidie voor een buurtvereniging, als bedoeld in artikel 5, tweede lid:

    • a.

      moet de organisatie voldoen aan het bepaalde in artikel 2;

    • b.

      moeten de kernactiviteiten van de organisatie voldoen aan het bepaalde in artikel 3.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor een basissubsidie voor het Zomerfestival Voerendaal moet de aanvrager zorgdragen voor de organisatie van het Zomerfestival Voerendaal.

  • 4.

    Om in aanmerking te komen voor een basissubsidie voor overige activiteiten, als bedoeld in artikel 5, vierde lid:

    • a.

      moet de organisatie voldoen aan het bepaalde in artikel 2;

    • b.

      moeten de kernactiviteiten van de organisatie voldoen aan het bepaalde in artikel 3;

    • c.

      moet minimaal 25% van de contribuerende leden c.q. deelnemers van een organisatie woonachtig zijn in de gemeente Voerendaal.

  • 5.

    Het college kan de op grond van artikel 4 overgelegde ledenlijst verifiëren middels een vergelijk met een door de koepelorganisatie te verstrekken gewaarmerkte ledenlijst.

Artikel 7 Hoogte dan wel wijze van berekening subsidiebedrag

  • 1.

    Een basissubsidie voor muziekonderwijs wordt aangevraagd voor een tijdvak van 1 jaar.

  • 2.

    Een basissubsidie voor een buurtvereniging wordt verleend voor een tijdvak van 1 jaar.

  • 3.

    Een basissubsidie voor het Zomerfestival Voerendaal wordt verleend voor een tijdvak van 1 jaar.

  • 4.

    Een basissubsidie voor de in tabel 1 genoemde categorieën van organisaties wordt verleend voor een tijdvak van 4 jaar, aansluitend aan het ten tijde van inwerkingtreding van deze regeling lopende tijdvak 2021-2024, of, ingeval van een aanvraag, als bedoeld in artikel 5, vijfde of zesde lid, voor de resterende jaren, vallend binnen het lopend tijdvak.

  • 5.

    Een basissubsidie voor de in tabel 1 genoemde categorieën van organisaties bestaat uit een vaste component en voor een aantal organisaties aanvullend uit een variabele component per actief lid en wordt, behoudens in het geval als bedoeld in het zesde lid, berekend op basis van de bedragen per jaar, zoals opgenomen in tabel 1.

 

Tabel 1

Categorie organisatie

 

Vast bedrag (per jaar)

(peildatum 2018)

Variabel bedrag

(per lid, per jaar)

SPORT

Voetbal

€ 2.163,-

€ 23,-

Specifieke (top) sport

- handbalvereniging

- zwemvereniging

- turnvereniging

- volleybalclub

€ 2.163,-

€ 60,-

(Jazz)ballet

€ 2.163,-

€ 19,-

Tafeltennis

€ 2.163,-

€ 28,-

Tennis

€ 2.163,-

€ 10,-

Judo

€ 2.163,-

€ 14,-

Rijvereniging/ponyclub

€ 1.082,-

-

Schaakclub

€ 540,-

-

CULTUUR

HAFABRA

€ 2.163,-

€ 56,-

Koren

€ 1.082,-

-

Schutterij

€ 2.163,-

€ 2,-

Toneel

€ 757,-

-

Carnaval

€ 1.082,-

-

Jeugd- en jongeren georiënteerde organisatie (structureel)

€ 2.163,-

€ 62,-

Jeugd- en jongeren georiënteerde organisatie (incidenteel)

€ 1.082,-

-

OVERIGE ORGANISATIES

Belangenorganisatie

€ 2.163,-

-

Ouderenvereniging

€ 2.163,-

€ 28,-

Vrijwilligersorganisatie zorg/welzijn

€ 1.082,-

-

EHBO

€ 540,-

-

Heemkunde/

natuur- en milieueducatie

€ 540,-

-

KUNO

€ 1.082,-

-

Orgelkring

€ 1.082,-

-

 

  • 6.

    Ingeval in 2021 of volgende jaren een basissubsidie wordt verleend voor een vrijwilligersorganisatie, die is ontstaan uit een fusie tussen organisaties, aan welke organisaties afzonderlijk ook een basissubsidie is verleend, wordt bij de berekening van de hoogte van de basissubsidie voor de gefuseerde organisatie voor de bepaling van de vaste component van die subsidie een afbouwregeling toegepast. De vaste component van de basissubsidie wordt berekend op basis van de in tabel 2 opgenomen percentages van de bedragen per jaar die vóór de fusie aan de gefuseerde organisaties afzonderlijk als vaste component zijn toegekend.

 

Tabel 2

Jaar

Uitbetalingspercentage

1

(= jaar van fusie)

100%

2

75%

3

50%

4

25%

5

0%

(= 1 bijdrage)

 

 

 

 

 

 

  •  

 

 

 

 

  • 7.

    Voor de jaren 2019-2024 wordt de vaste component van de basissubsidie die is/wordt verleend aan de in tabel 1 genoemde organisaties met 25 % verhoogd en bedraagt:

 

Tabel 3

Categorie organisatie

Vast bedrag (per jaar)

(peildatum 2018)

25%- subsidie-verhoging

SPORT

Voetbal

€ 2.163,-

€ 540,75

Specifieke (top) sport

- handbalvereniging

- zwemvereniging

- turnvereniging

- volleybalclub

€ 2.163,-

€ 540,75

(Jazz)ballet

€ 2.163,-

€ 540,75

Tafeltennis

€ 2.163,-

€ 540,75

Tennis

€ 2.163,-

€ 540,75

Judo

€ 2.163,-

€ 540,75

Rijvereniging/ponyclub

€ 1.082,-

€ 270,50

Schaakclub

€ 540,-

€ 135,00

CULTUUR

HAFABRA

€ 2.163,-

€ 540,75

Koren

€ 1.082,-

€ 270,50

Schutterij

€ 2.163,-

€ 540,75

Toneel

€ 757,-

€ 189,25

Carnaval

€ 1.082,-

€ 270,50

Jeugd- en jongeren georiënteerde organisatie (structureel)

€ 2.163,-

€ 540,75

Jeugd- en jongeren georiënteerde organisatie (incidenteel)

€ 1.082,-

€ 270,50

OVERIGE ORGANISATIES

Belangenorganisatie

€ 2.163,-

€ 540,75

Ouderenvereniging

€ 2.163,-

€ 540,75

Vrijwilligersorganisatie zorg/welzijn

€ 1.082,-

€ 270,50

EHBO

€ 540,-

€ 135,00

Heemkunde/

natuur- en milieueducatie

€ 540,-

€ 135,00

KUNO

€ 1.082,-

€ 270,50

Orgelkring

€ 1.082,-

€ 270,50

 

  • 8.

    Een basissubsidie voor muziekonderwijs bestaat uit een vaste component ter dekking van de algemene kosten voor de organisatie van muziekopleidingen en voor Hafabra-verenigingen aanvullend uit een bijdrage per leerling, die een opleiding volgt, gericht op het behalen van een A-, B- of C-diploma, zoals opgenomen in het raamleerplan van de Koninklijke Nederlandse Federatie van Muziekverenigingen, en wordt berekend op basis van de bedragen per jaar, zoals opgenomen in tabel 4.

 

Tabel 4

MUZIEKONDERWIJS

Vast bedrag (per jaar)

Variabel bedrag (per leerling, per jaar)

HAFABRA

€ 1.058,06

€ 300,-

Schutterijen

€ 1.586,58

-

 

  • 9.

    Een basissubsidie voor een buurtvereniging bestaat uit een vaste component ter waardering van de activiteiten/werkzaamheden van de vereniging en een variabele component als bijdrage in de kosten voor het aanbrengen van Kerstversiering in de betreffende buurt en wordt berekend op basis van de bedragen per jaar, zoals opgenomen in tabel 5.

 

Tabel 5

Categorie organisatie

Vast bedrag (per jaar)

Variabel bedrag (per jaar)

Buurtvereniging

€ 250,--

€ 250,--

 

  • 10.

    Een basissubsidie voor het Zomerfestival Voerendaal bestaat uit een vaste component voor de organisatie van het jaarlijks cultuurfestival in Voerendaal en uit een aanvullende component in de periode 2023-2026, zoals opgenomen in tabel 6.

 

Tabel 6

Categorie organisatie

Vast bedrag (per jaar)

Aanvullend bedrag (2023-2026)

Zomerfestival Voerendaal

€ 20.000,-

€ 5.000,-

Artikel 8 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van de verordening wordt een aanvraag om basissubsidie geweigerd als:

  • a.

    niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 6;

  • b.

    de organisatie een gemeentelijke exploitatiebijdrage ontvangt;

  • c.

    de kernactiviteiten van de organisatie een (para)commercieel doel c.q. karakter hebben;

  • d.

    de kernactiviteiten van de organisatie niet haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn;

  • e.

    de kern- of nevenactiviteiten van de organisatie schadelijk zijn voor natuur en milieu of anderszins niet duurzaam zijn;

  • f.

    de organisatie activiteiten ontplooit, waarbij sprake is van een ongerechtvaardigd eigen belang van een of meerdere bestuurders of leden van de organisatie;

  • g.

    de kernactiviteiten van de organisatie reeds op andere wijze ingevolge of krachtens de verordening of op grond van een andere regeling worden gesubsidieerd.

Artikel 9 Tussentijdse wijziging subsidieverlening

  • 1.

    Een vrijwilligersorganisatie, waaraan voor het lopende subsidietijdvak een basissubsidie met een variabele component is verleend en waarvan ten opzichte van de oorspronkelijke opgave het ledenaantal met tenminste 25% óf met tenminste 25 leden is toegenomen, kan tijdens het lopende subsidietijdvak een aanvraag om wijziging van de subsidieverleningsbeschikking indienen.

  • 2.

    Een aanvraag om wijziging van de subsidieverleningsbeschikking kan slechts één keer in het betreffende subsidietijdvak worden ingediend en heeft betrekking op het resterende deel van het lopende subsidietijdvak.

  • 3.

    Een aanvraag om wijziging van een subsidieverleningsbeschikking wordt vóór 1 september van het jaar, voorafgaand aan het resterende deel van het lopende subsidietijdvak, ingediend.

  • 4.

    Een aanvraag om wijziging van een subsidieverleningsbeschikking wordt ingediend via een door het college vastgesteld aanvraagformulier herziening basissubsidie en daarbij overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • per datum van indiening van de aanvraag om wijziging een opgave van het aantal leden inclusief woonplaats, onderverdeeld in de categorieën contributie betalende leden en leden die geen contributie betalen en, indien van toepassing, onderverdeeld naar doelgroepen (jeugd, volwassenen, senioren en/of kwetsbare groepen burgers).

  • 5.

    De hoogte van de basissubsidie wordt berekend op basis van de bedragen per jaar, zoals opgenomen in tabel 1 in artikel 7, vijfde lid.

Artikel 10 Tussentijdse verantwoording

  • 1.

    Het college stelt een tussentijds verantwoordingsformulier ten behoeve van de in lid 2 en lid 3 gevraagde verantwoording vast.

  • 2.

    Een vrijwilligersorganisatie die een basissubsidie, als bedoeld in artikel 5, vierde lid, ontvangt die uitsluitend uit een vaste component bestaat, dient vóór 1 juni in het derde jaar van het lopende subsidietijdvak middels het verantwoordingsformulier een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven over het eerste en tweede jaar van het lopende subsidietijdvak aan te leveren.

  • 3.

    Een vrijwilligersorganisatie die een basissubsidie, als bedoeld in artikel 5, vierde lid, ontvangt die uit een vaste én variabele component bestaat, dient vóór 1 juni in het derde jaar van het lopende subsidietijdvak middels het verantwoordingsformulier een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven over het eerste en tweede jaar van het lopende subsidietijdvak aan te leveren.

Artikel 11 Eindverantwoording

  • 1.

    Het in artikel 20, derde lid onder a van de verordening bedoelde inhoudelijk verslag dient bij een aanvraag tot subsidievaststelling voor een basissubsidie met een variabele bijdrage per leerling in de categorie muziekonderwijs in ieder geval te bevatten:

    • een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en welke resultaten zijn behaald (behaalde diploma’s).

  • 2.

    Bij een aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in het eerste lid, is artikel 20, derde lid onder c van de verordening niet van toepassing.

Hoofdstuk 3 Activiteitensubsidie

Artikel 12 Organisaties

Een activiteitensubsidie is bestemd voor een vrijwilligersorganisatie, gevestigd en/of werkzaam in de gemeente Voerendaal, die activiteiten ontplooit die zich richten op de inwoners van de gemeente Voerendaal, voor de uitvoering van een activiteit die niet tot haar reguliere activiteiten behoort.

Artikel 13 Voorwaarden

  • 1.

    De te subsidiëren activiteit moet tot een van de volgende taakvelden behoren: onderwijs, sport - cultuur en recreatie, sociaal domein (sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening, leefbaarheidsbevordering) en/of volksgezondheid en milieu.

  • 2.

    De te subsidiëren activiteit moet een maatschappelijke meerwaarde hebben voor de lokale samenleving en voldoen aan twee of meer van de volgende maatschappelijke voorwaarden:

    • a.

      de versterking van het verenigingsleven;

    • b.

      de bevordering van maatschappelijke participatie door burgers;

    • c.

      de versterking van de positieve gezondheid en welzijn van burgers;

    • d.

      de versterking van de zelfredzaamheid van burgers;

    • e.

      de uitbreiding c.q. versterking van voor- en naschoolse voorzieningen;

    • f.

      gericht op specifieke doelgroepen zoals kwetsbare burgers, ouderen, jeugdigen en jongeren.

Artikel 14 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om activiteitensubsidie wordt ingediend middels het digitale aanvraagformulier op de website van de gemeente Voerendaal.

  • 2.

    Voor eenzelfde activiteit of programma van activiteiten in categorie 3, zoals bedoeld in artikel 17, vierde lid, kan maximaal in 5 verschillende jaren een aanvraag om activiteitensubsidie worden ingediend.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, derde lid van de verordening, overlegt de aanvrager bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • een begroting met een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven ten behoeve van de activiteit.

Artikel 15 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om activiteitensubsidie wordt ingediend binnen een van de volgende 4 tranches:

  • - tranche 1: 1 februari tot en met 31 maart;

  • - tranche 2: 1 april tot en met 30 juni;

  • - tranche 3: 1 juli tot en met 30 september;

  • - tranche 4: 1 oktober tot en met 31 januari.

  • 2.

    De activiteit, waarop de aanvraag om activiteitensubsidie betrekking heeft, moet plaatsvinden na afloop van de tranche, waarbinnen de aanvraag wordt ingediend.

Artikel 16 Advisering aanvraag

Een aanvraag om activiteitensubsidie wordt voorgelegd aan de Adviescommissie Activiteitensubsidie, die hierover een niet-bindend advies uitbrengt aan het college. De commissie bestaat uit een afvaardiging van (bestuurs)leden uit verschillende Voerendaalse verenigingen. In de commissie zijn zowel de verschillende soorten verenigingen (sport, cultuur, welzijn, buurtverenigingen) als verenigingen vanuit de diverse kernen van de gemeente Voerendaal vertegenwoordigd.

Artikel 17 Beoordeling aanvraag

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor een activiteitensubsidie moet de te subsidiëren activiteit kunnen worden ingedeeld in één van onderstaande categorieën.

  • 2.

    Een activiteit in categorie 1:

    • a.

      voldoet minimaal aan twee maatschappelijke voorwaarden, genoemd in artikel 13, tweede lid, onder a t/m f én

    • b.

      de activiteit bereikt de eigen kern en genereert betrokkenheid in de eigen kern én

    • c.

      de activiteit is een aanvulling en/of vernieuwing op/van het reguliere aanbod én

    • d.

      de activiteit is voor iedereen toegankelijk (dus niet alleen leden).

  • 3.

    Een activiteit in categorie 2:

    • a.

      voldoet minimaal aan drie maatschappelijke voorwaarden, genoemd in artikel 13, tweede lid, onder a t/m f én

    • b.

      de activiteit bereikt de eigen kern en genereert betrokkenheid in de eigen kern én

    • c.

      de activiteit is een aanvulling en/of vernieuwing op/van het reguliere aanbod én

    • d.

      de activiteit is voor iedereen toegankelijk (dus niet alleen leden) én

    • e.

      er is, mede blijkend uit de aanvraag, sprake van een activiteit, waarbij minimaal twee vrijwilligersorganisaties afkomstig uit de gemeente Voerendaal actief met elkaar samenwerken en die gezamenlijk de activiteit organiseren én

    • f.

      de activiteit brengt verschillende doelgroepen bij elkaar.

  • 4.

    Een activiteit of het programma van activiteiten in categorie 3:

    • a.

      voldoet aan vier of meer maatschappelijke voorwaarden, genoemd in artikel 13, tweede lid, onder a t/m f én

    • b.

      de activiteit is een aanvulling en/of vernieuwing op/van het reguliere aanbod én

    • c.

      de activiteit is voor iedereen toegankelijk (dus niet alleen leden) én

    • d.

      er is, mede blijkend uit de aanvraag, sprake van een activiteit, waarbij minimaal twee vrijwilligersorganisaties afkomstig uit de gemeente Voerendaal actief met elkaar samenwerken en die gezamenlijk de activiteit organiseren én

    • e.

      de activiteit brengt verschillende doelgroepen bij elkaar én

    • f.

      de activiteit moet een uitzonderlijke uitstraling of groot effect en een zeer uniek karakter hebben én

    • g.

      de activiteit heeft een groot bereik (gehele gemeente Voerendaal en/of daarbuiten) én

    • h.

      de activiteit moet een duurzame samenwerking opleveren.

  • 5.

    Bij de beoordeling van een aanvraag om activiteitensubsidie worden de hoogte van de inkomsten en uitgaven, gemoeid met het organiseren en uitvoeren van de activiteit, in relatie tot het gevraagde subsidiebedrag meegewogen.

Artikel 18 Hoogte dan wel wijze van berekening subsidiebedrag

  • 1.

    Voor een activiteit in categorie 1 bedraagt de subsidie: € 100,--.

  • 2.

    Voor een activiteit in categorie 2 bedraagt de subsidie: € 250,--.

  • 3.

    Behoudens het bepaalde in het vierde lid bedraagt de subsidie voor een activiteit in categorie 3: € 500,-- of meer tot maximaal 50 % van de geraamde kosten van de activiteit met een maximum van € 2.000,--.

  • 4.

    Voor een activiteit in categorie 3, waarvoor voor de 4e respectievelijk 5e maal een aanvraag om activiteitensubsidie wordt ingediend, wordt de subsidie in die jaren afgebouwd overeenkomstig de subsidiebedragen voor een categorie 2-activiteit (in het 4e jaar) respectievelijk voor een categorie-1-activiteit (in het 5e jaar); vanaf de 6e maal bestaat geen aanspraak op subsidie meer.

Artikel 19 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van de verordening wordt een aanvraag om activiteitensubsidie geweigerd als:

  • a.

    de organisatie niet voldoet aan het bepaalde in artikel 12 of

  • b.

    de activiteit al heeft plaatsgevonden voordat de aanvraag om activiteitensubsidie is ingediend of

  • c.

    de aanvraag niet tijdig is ingediend, zoals omschreven in artikel 15 of

  • d.

    de activiteit niet voldoet aan het bepaalde in artikel 17, lid 2, lid 3 of lid 4 of

  • e.

    op grond van het bepaalde in artikel 18, vierde lid voor de activiteit geen aanspraak op subsidie meer bestaat;

  • f.

    de activiteit reeds op andere wijze ingevolge of krachtens de verordening wordt gesubsidieerd of

  • g.

    de activiteit behoort tot de reguliere activiteiten van de aanvrager of

  • h.

    de activiteit niet haalbaar, niet uitvoerbaar of niet betaalbaar is.

Hoofdstuk 4 Incidentele subsidie

Artikel 20 Organisaties

Een incidentele subsidie is bestemd voor een (semipublieke) professionele organisatie, vrijwilligersorganisatie, of ondernemer, die rechtspersoonlijkheid bezit en gevestigd en/of werkzaam is in de gemeente Voerendaal, of een burgerinitiatief van een inwoner van de gemeente Voerendaal voor de uitvoering van een eenmalige of incidentele gebeurtenis, activiteit of investering binnen de gemeente Voerendaal.

Artikel 21 Voorwaarden

  • 1.

    De te subsidiëren activiteit moet tot een van de volgende taakvelden behoren: onderwijs, sport, cultuur en recreatie, sociaal domein (sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening, leefbaarheidsbevordering) en/of volksgezondheid en milieu.

  • 2.

    De incidentele subsidie is bedoeld voor:

    • a.

      de viering van een jubileum van een vrijwilligersorganisatie van 10 of 25 jaar, dan wel een veelvoud daarvan, waaraan aandacht besteed wordt;

    • b.

      kleinschalige activiteiten, zijnde uitzonderlijke prestaties of ander bijzondere activiteiten;

    • c.

      grootschalig projecten, zaken of burgerinitiatieven.

  • 3.

    Activiteiten of projecten die in aanmerking kunnen komen voor subsidie:

    • a.

      zijn bijzonder en niet regulier;

    • b.

      zijn niet jaarlijks terugkerend;

    • c.

      moeten een openbaar karakter hebben of betrekking hebben op een nieuwe, innovatieve activiteit.

Artikel 22 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om incidentele subsidie wordt schriftelijk of digitaal bij het college ingediend.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, derde lid van de verordening, overlegt de aanvrager bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • een beschrijving van de activiteit of het project, waarvoor de incidentele subsidie wordt aangevraagd;

    • voor de viering van een jubileum, zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid onder a, een kopie van de oprichtingsakte van de vrijwilligersorganisatie;

    • voor een activiteit of project, zoals bedoeld in artikel 21, tweede lid onder b of c, een begroting met een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven ten behoeve van de activiteit / het project.

Artikel 23 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om incidentele subsidie wordt ten minste 13 weken vóór de start van de te subsidiëren activiteit(en) ingediend.

Artikel 24 Hoogte dan wel wijze van berekening subsidiebedrag

Een incidentele subsidie bedraagt:

  • a.

    voor de viering van een jubileum: € 50,--;

  • b.

    voor een kleinschalige activiteit: maximaal € 250,--;

  • c.

    voor een grootschalig project of burgerinitiatief: maximaal € 2.000,--.

Artikel 25 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van de verordening wordt een aanvraag om incidentele subsidie geweigerd als:

  • a.

    de organisatie of activiteit niet voldoet aan het bepaalde in artikel 20 of artikel 21;

  • b.

    de activiteit is gericht op burgers, die niet woonachtig zijn in de gemeente Voerendaal

  • c.

    de activiteit reeds op een andere wijze ingevolge of krachtens de verordening wordt gesubsidieerd;

  • d.

    de activiteit niet haalbaar, niet uitvoerbaar of niet betaalbaar is;

  • e.

    de activiteit een commercieel doel dient;

  • f.

    de activiteit niet vernieuwend is en/of een regulier c.q. structureel karakter heeft.

Hoofdstuk 5 Budgetsubsidie

Artikel 26 Organisatie/activiteiten

  • 1.

    Een budgetsubsidie is bestemd voor een (semipublieke) professionele organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en gevestigd en/of werkzaam is in de gemeente Voerendaal.

  • 2.

    De budgetsubsidie is bedoeld voor de uitvoering van activiteiten of het beschikbaar stellen van voorzieningen en/of produkten/diensten:

    • a.

      waarvoor de gemeente verantwoordelijk is en

    • b.

      die haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn en

    • c.

      die zonder gemeentelijke subsidie niet kunnen worden uitgevoerd of

    • d.

      waarvoor op grond van rijksvoorschriften of op grond van door de gemeente verstrekte opdrachten een verplichting tot subsidiëren bestaat.

Artikel 27 Voorwaarden

  • 1.

    De kernactiviteiten van de organisatie moeten minimaal tot een van de volgende taakvelden behoren: onderwijs, sport, cultuur en recreatie, sociaal domein (sociale voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening, leefbaarheidsbevordering) en/of volksgezondheid en milieu.

  • 2.

    De kernactiviteiten moeten een bijdrage leveren aan:

    • a.

      de versterking van de leefbaarheid, de sociale cohesie en gemeenschapsontwikkeling in de kernen of

    • b.

      de bevordering van maatschappelijke participatie door burgers of

    • c.

      de versterking van de positieve gezondheid en welzijn van burgers of

    • d.

      de versterking van de zelfredzaamheid van burgers of

    • e.

      de uitbreiding c.q. versterking van voor- en naschoolse voorzieningen.

Artikel 28 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om budgetsubsidie wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, derde lid van de verordening, overlegt de aanvrager, die nog niet eerder een aanvraag om budgetsubsidie heeft ingediend, bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten en doelgroep(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de jaarrekening inclusief balans over het jaar, voorafgaand aan het jaar, waarin de aanvraag wordt ingediend;

    • c.

      de begroting voor het jaar, waarin de aanvraag wordt ingediend;

    • d.

      de begroting voor het jaar, waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, derde lid van de verordening, overlegt de aanvrager, die voor het jaar waarin de aanvraag om budgetsubsidie wordt ingediend, al een budgetsubsidie heeft ontvangen, bij de aanvraag de volgende gegevens:

    • a.

      voor zover gewijzigd t.o.v. de gegevens die al in het bezit zijn van het college: een beschrijving van de activiteiten en doelgroep(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de jaarrekening inclusief balans over het jaar, voorafgaand aan het jaar, waarin de aanvraag wordt ingediend;

    • c.

      de begroting voor het jaar, waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 29 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om budgetsubsidie wordt jaarlijks vóór 1 juni van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

Artikel 30 Beoordeling aanvraag

Om in aanmerking te komen voor een budgetsubsidie:

  • a.

    moeten de organisatie en de te subsidiëren activiteiten, voorzieningen en/of produkten/diensten voldoen aan het bepaalde in artikel 26;

  • b.

    moeten de kernactiviteiten van de organisatie voldoen aan het bepaalde in artikel 27.

Artikel 31 Hoogte subsidiebedrag

  • 1.

    Bij de bepaling van de hoogte van een budgetsubsidie worden alleen de kosten, die direct gemoeid zijn met de uitvoering van de kernactiviteiten, als bedoeld in artikel 27, betrokken.

  • 2.

    Voorts wordt de hoogte van een budgetsubsidie bepaald op basis van:

    • a.

      de financiële gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd;

    • b.

      het resultaat van een eventueel overleg tussen de organisatie en het college om tot overeenstemming te komen over:

    • c.

      de van die organisatie te verlangen prestaties;

    • d.

      de door de gemeente ter beschikking te stellen middelen.

  • 3.

    De resultaten van het in het tweede lid genoemde overleg en de daarbij afgesproken wederzijdse verplichtingen kunnen worden vastgelegd in een subsidieovereenkomst.

Artikel 32 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van de verordening wordt een aanvraag om budgetsubsidie geweigerd als:

  • a.

    niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 30;

  • b.

    de activiteiten, voorzieningen of produkten/diensten niet haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn;

  • c.

    de activiteiten, voorzieningen of produkten/diensten een commercieel doel dienen.

Artikel 33 Tussentijdse evaluatie en eindverantwoording

  • 1.

    Indien een budgetsubsidie hoger dan € 10.000,-- is verleend, vindt in het jaar, waarvoor de subsidie is verleend, 1 of 2 x per jaar een overleg plaats tussen de organisatie en het college, waarin de eerder bepaalde prestaties worden geëvalueerd en een financiële toelichting plaatsvindt.

  • 2.

    Indien een budgetsubsidie hoger dan € 50.000,-- is verleend, dan dient op verzoek van het college de op grond van artikel 20, derde lid van de verordening bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie aan te leveren jaarrekening door een accountant te zijn geaccordeerd.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 34 Intrekking oude regeling en inwerkingtreding nieuwe regeling

  • 1.

    De Nadere regels subsidieverlening gemeente Voerendaal 2021, zoals vastgesteld bij besluit van 14 september 2021, worden ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze nadere regels.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 35 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten, genomen met toepassing van de beleidsregels bedoeld in artikel 34, eerste lid, gelden als besluiten genomen met toepassing van deze nadere regels.

  • 2.

    Aanvragen om subsidie, die zijn ingediend vóór de dag van inwerkingtreding van deze nadere regels, worden afgehandeld met toepassing van deze nadere regels.

Artikel 36 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels subsidieverlening Voerendaal 2023.

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Voerendaal op ………………… 2023.

De burgemeester, De secretaris,

W. Houben C.J.H.M. Janssen

Naar boven