Nadere regels terrassen bij horecabedrijven

Nadere regels terrassen bij horecabedrijven

 

De burgemeester van Enschede, gelezen het voorstel van domein Fysiek, cluster Omgeving & Recht;

 

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikel 4.14 van de Verordening kwaliteit leefomgeving;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de navolgende Nadere regels terrassen bij horecabedrijven gemeente Enschede, waarin wordt uiteengezet welke algemene regels de burgemeester hanteert om zonder vergunning een terras te mogen inrichten, in gebruik te nemen en te houden.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gevelterras: het terras dat direct tegen de buitengevel van het bijbehorende horecabedrijf wordt geplaatst;

  • 2.

    Eilandterras: een terras dat gescheiden is van de gevel van het bijbehorende horecabedrijf door bijvoorbeeld een fietspad of rijweg;

  • 3.

    Bestaande exploitanten: exploitanten van een horecabedrijf met terras, welke het terras reeds (als vergunninghouder) exploiteerden voordat bekendmaking van de wijzigingen in de artikelen 2:27 tot en met 2:28c APV plaatsvond;

  • 4.

    Buitenbar: mobiele bar samengesteld uit tap- en/of klapbuffetten, niet zijnde een tapwagen met een maximale omvang van 4.40 meter * 4.40 meter;

  • 5.

    Mobiele debrasseertafel: handmatig verrijdbare tafel voor de opslag en aanvoer van bestek, borden e.d. welke dient voor plaatsing op het terras tijdens de openingstijden van datzelfde terras;

  • 6.

    Detailhandel activiteiten: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van afhaalzaken;

  • 7.

    Evenementen: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak zoals genoemd in de artikelen 2:24 tot en met 2:25b APV;

  • 8.

    Gebied Oude Markt: gebied zoals aangegeven op de kaart ‘Aanduiding terrassenbeleid’ welke is toegevoegd als bijlage aan deze Nadere regels voor horecabedrijven;

  • 9.

    Uitgaansgebied Centrum: gebied zoals genoemd in artikel 2:27 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • 10.

    Gebied Stadserf: het gebied aangeduid als Stadserf zoals aangegeven in artikel 4.10 Verordening kwaliteit leefomgeving;

  • 11.

    Gebied rest van Enschede: alle locaties in Enschede niet zijnde ; gebied ‘Oude Markt’, ‘uitgaansgebied Centrum’ of ‘gebied Stadserf’;

  • 12.

    Horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet, en/of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is dranken en/of etenswaren worden verstrekt voor directe consumptie. Hierbij wordt mede verstaan een (dagmarkt)kiosk van waaruit bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt voor directe consumptie. Onder horecabedrijf in het kader van deze Nadere regels wordt niet verstaan een (ondergeschikt) horecabedrijf dat is gevestigd in een pand met een andere bestemming dan de enkelbestemming Horeca of de functieaanduiding Horeca;

  • 13.

    Horecavergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 Alcoholwet en artikel 7 Drank- en Horecaverordening;

  • 14.

    Openbare ruimte: voor publiek toegankelijk gebied (hieronder begrepen ook de openbaar toegankelijke ruimte in overdekte winkelcentra, niet zijnde de binnenruimte van winkelpanden);

  • 15.

    Terras: een buiten het gebouw liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;

  • 16.

    Terrasscherm: verplaatsbaar object op een terras, al dan niet verankerd in de grond, ter bescherming van bezoekers tegen weersinvloeden;

  • 17.

    Vlonder: houten, kunststof of metalen vloerconstructie welke al dan niet is verankerd in de grond, of op de grond rust;

  • 18.

    Weg: een weg als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub b van de Wegenverkeerswet 1994;

Artikel 2 Terrassen

  • 1.

    Terrassen worden in de gemeente gebiedsgebonden gereguleerd. De twee te onderscheiden gebieden zijn:

    • a.

      Het Gebied Stadserf: hier mogen terrassen worden ingericht volgens de bouw- en gebruiksregels in het ter plaatse geldende bestemmingsplan en het bepaalde in artikel 3 van deze nadere regels;

    • b.

      Het Gebied rest van Enschede: in de gebieden die niet vallen onder het gebied Stadserf zijn gedurende het gehele jaar terrassen toegestaan. De in de binnenruimte van winkelcentra aanwezige terrassen mogen uitsluitend tijdens de openingstijden van het winkelcentrum geëxploiteerd worden;

  • 2.

    Gevel- of eilandterrassen mogen worden geplaatst indien:

    • a.

      Het terras geen gevaar, schade of hinder oplevert voor passanten, bezoekers, de omgeving en de bruikbaarheid van de weg of openbare ruimte;

    • b.

      Het terras het gebruik van één of meerdere nooduitgangen van het horecabedrijf of in de nabijheid gelegen onroerende zaken niet belemmert, een rechtstreekse toegang tot het terras vanaf de openbare weg mogelijk is en blijft en bij inrichting van het terras op grond van de gemeente geen sprake is van het feitelijk onttrekken ervan aan het openbaar domein;

    • c.

      Het gevelterras in het Gebied rest van Enschede zo direct mogelijk tegen, vóór en haaks op de gevel van het bijbehorende horecabedrijf is gelegen;

    • d.

      Een terras buiten de besloten ruimte van het bijbehorende horecabedrijf gelegen is;

    • e.

      Het inrichten van een terras niet strijdig is met geldend gemeentelijk flankerend beleid zoals het bestemmingsplan;

    • f.

      Het terras de verkeersveiligheid niet nadelig beïnvloedt;

    • g.

      Te allen tijde minimaal 1,50 meter breedte op het trottoir (in het Gebied rest van Enschede) is vrijgelaten ten behoeve van een vrije doorgang voor voetgangers en minder validen en tenminste een strook van 1,50 meter ‘voor’ c.q. ‘rondom’ het terras blad- en sneeuwvrij wordt gehouden (voor alle terrassen);

    • h.

      Voor 2 tegen over elkaar gelegen horecabedrijven waar een gevelterras mag worden ingericht geldt bij het gebruik van de 2 gevelterrassen dat vanaf het midden van de weg/straat aan beide zijden een vrije doorgang van tenminste 1,75 meter in acht moet worden genomen. Daarnaast geldt dat bij 2 schuin tegen over elkaar gelegen horecabedrijven bij het inrichten van gevelterrassen een onderlinge afstand van 3,50 meter – in evenredigheid – in acht moet worden genomen ten behoeve van de hulpdiensten;

    • i.

      Voor 2 tegenover elkaar gelegen horecabedrijven waar in verband met de fysieke inrichting van de weg en/of de looproute (zoals H.J. van Heekplein aan de zijde van Mooienhof) een eilandterras wordt ingericht geldt dat de daarvoor beschikbare ruimte naar evenredigheid wordt verdeeld;

    • j.

      Voor hulpdiensten een vrije doorgang van ten minste 3,50 meter aanwezig is;

    • k.

      Door het plaatsen van het terras brandkranen voldoende toegankelijk zijn voor hulpdiensten;

    • l.

      Het gebruik van nutsvoorzieningen/voorzieningen voor algemeen nut of de toegang tot nutsvoorzieningen/voorzieningen voor algemeen nut niet wordt beperkt of belemmerd;

    • m.

      De situering van het terras niet strijdig is met het ter plekke geldende bestemmingsplan of met een ter plaatse geldende omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan;

    • n.

      De horeca-exploitant beschikt over een geldige Alcoholvergunning waarop het desbetreffende terras vermeld staat;

    • o.

      Voor het Gebied Stadserf geldt in aanvulling op lid 2 sub a tot en met m, m.u.v. lid 2 sub c, dat bij de plaatsing en inrichting van terrassen moet worden voldaan aan de bestemmings- en gebruiksregels in het ter plaatse geldende bestemmingsplan;

    • p.

      Het eilandterras in het gebied Rest van Enschede dat wordt ingericht dusdanig is geplaatst dat:

      • Het begin van het terras niet verder dan op een afstand van 15 meter gelegen is, gerekend vanaf de gevel van het bijbehorende horecabedrijf;

      • Het terras haaks op de gevel van het horecabedrijf is geplaatst;

      • Het terras niet breder is dan de gevelbreedte van het horecabedrijf;

    • q.

      Het eilandterras volledig zichtbaar is vanuit het bijbehorende horecabedrijf en vice versa;

    • r.

      Rondom aanwezig straatmeubilair een vrije ruimte van ten minste 1.50 meter breed in acht wordt genomen;

    • s.

      Indien het terras niet wordt geëxploiteerd dient de daarvoor in gebruik genomen openbare ruimte geheel met uitzondering van de parasolvoeten obstakelvrij te zijn en is het niet toegestaan om overige terrasobjecten in welke vorm dan ook op te slaan.

  • 3.

    Bij een ‘ondergeschikt horecabedrijf’ mag geen terras worden ingericht.

  • 4.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde en veiligheid, de verkeersveiligheid, het belang van het evenement voor de stad, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu en het uiterlijk aanzien van het terras het gebruik van terrassen tijdens evenementen of tijdens andere bijeenkomsten van enig omvang aan nadere voorschriften verbinden.

  • 5.

    Hetgeen bepaald is in lid 3 en 4 is van overeenkomstige toepassing op terrassen welke in de binnenruimte van winkelcentra zijn ingericht met uitzondering van lid 2 sub h tot en met j. aanvullend geldt dat:

    • a.

      Te alle tijde ten minste 1,50 meter breedte op de looppaden in het winkelcentrum vrijgelaten ten behoeve van een vrije doorgang voor voetgangers en minder validen;

    • b.

      De looppaden tevens te allen tijde goed toegankelijk zijn voor hulpdiensten.

Artikel 3 Inrichting van terrassen in het gebied Stadserf

  • 1.

    Op het terras mogen uitsluitend tafels, stoelen, mobiele debrasseertafels, terrasverwarmers en -koelers, parasols, mobiele potten en bakken met planten en menuborden geplaatst worden;

  • 2.

    De objecten, zoals genoemd in lid 1, dienen op deugdelijke wijze te worden geplaatst en opgeslagen zodat geen gevaarzetting en overlast kan plaatsvinden;

  • 3.

    Voor de gewenste uitstraling qua verschijningsvorm en materiaalgebruik van terrasmeubilair en overige inrichtingselementen wordt ter inspiratie verwezen naar de handreikingen in de welstandsparagraaf ‘Terrassen Stadserf’;

  • 4.

    Terrasschermen mogen alleen worden geplaatst als daarvoor een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 4.14 lid 3 Verordening kwaliteit leefomgeving;

  • 5.

    Terrasschermen mogen maximaal 1,50 meter breed en maximaal 1,50 meter hoog zijn en dienen volledig transparant te zijn, de onderzijde mag gesloten zijn, mits er groen in geplant is;

  • 6.

    Voor menuborden geldt dat per horecapand één menubord geplaatst mag worden met een maximale hoogte van 1,50 meter en een breedte van maximaal 0,50 meter;

  • 7.

    Vlonders mogen alleen worden geplaatst als daarvoor een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 4.14 lid 3 Verordening kwaliteit leefomgeving;

  • 8.

    In afwijking van lid 1 is het als onderdeel van een evenement en opgenomen in de vergunning voor het evenement toegestaan om op het terras een buitenbar geplaatst te hebben. Voorwaarde is dat daarvoor door de burgemeester een ontheffing op basis van de Alcoholwet is verleend, waarin is opgenomen dat één buitenbar geplaatst mag worden voor het betreffende horecabedrijf;

  • 9.

    Indien het terras niet wordt geëxploiteerd dient de daarvoor in gebruik genomen openbare ruimte geheel met uitzondering van de parasolvoeten obstakelvrij te zijn en is het niet toegestaan om overige terrasobjecten in welke vorm dan ook op te slaan op het terras.

Artikel 4 inrichting terrassen voor het gebied Rest van Enschede

  • 1.

    Op het terras mogen uitsluitend tafels, stoelen, mobiele debrasseertafels, terrasverwarmers en -koelers, terrasschermen, parasols, mobiele bloembakken als afscheiding en menuborden geplaatst worden;

  • 2.

    De objecten, zoals genoemd in lid 1, dienen op deugdelijke wijze te worden geplaatst en opgeslagen zodat geen gevaarzetting en overlast kan plaatsvinden;

  • 3.

    Voor de bloembakken geldt dat deze uitsluitend geplaatst mogen worden indien zij handmatig verplaatsbaar zijn en een maximale hoogte van 1 meter en een maximale breedte van 0,5 meter hebben;

  • 4.

    Voor menuborden geldt dat per horecapand één menubord geplaatst mag worden met een maximale hoogte van 1,5 meter en een breedte van maximaal 0,50 meter;

  • 5.

    Het is verboden om op objecten op het terras reclame te plaatsen met uitzondering van terrasschermen en parasols, waarop uitsluitend de bedrijfsnaam en/of het bedrijfslogo vermeld mag worden;

  • 6.

    Vlonders mogen alleen worden geplaatst als daarvoor een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 4.14 lid 3 Verordening kwaliteit leefomgeving;

  • 7.

    Terrasschermen mogen worden geplaatst voor zover zij niet vast met de gevel van het horecapand of de grond verankerd zijn;

  • 8.

    Het is niet toegestaan objecten zoals genoemd in lid 1 in de grond te verankeren;

  • 9.

    In afwijking van lid 7 en 8 kan de burgemeester bepalen dat objecten op het terras in de verharding moeten worden verankerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid en/of de verkeersveiligheid;

  • 10.

    In afwijking van lid 1 is het tijdens evenementen toegestaan om op het terras een buitenbar te hebben. Voorwaarde is dat daarvoor door de burgemeester een ontheffing op basis van de Alcoholwet is verleend, waarin is opgenomen dat één buitenbar geplaatst mag worden voor het betreffende horecabedrijf.

Artikel 5 Electra en gasvoorzieningen op terrassen

  • 1.

    Elektra- en gasvoorzieningen zijn op gevel- en eilandterrassen toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      voordat begonnen wordt met de aanleg van de leiding dient contact opgenomen te worden met Stadsdeelbeheer (beheerder openbare ruimte), Stadsdeelbeheer dient in te stemmen met de aanleg;

    • b.

      er dient een tekening ingediend te worden met de exacte locatie van de leiding / mantelbuis;

    • c.

      vanuit het restauratiegedeelte van het horecabedrijf kan via een mantelbuis een aansluiting voor een gas- en/of elektravoorziening worden toegestaan naar het terras;

    • d.

      de mantelbuis moet uitmonden in het terras in een vooraf ingestrate ‘bus’, bij voorkeur gelegen nabij een parasolvoet;

    • e.

      de mantelbuis moet door de horecaondernemer voorzien zijn van kabels of leidingen;

    • f.

      de buis moet in de winter worden afgedekt met een deksel dat gelijk is aan het deksel van de ‘bus’ van de parasolvoet;

    • g.

      een terrasverwarmer/-koeler of elektravoorziening dient dusdanig geconstrueerd te zijn dat geen gevaarzetting op kan treden voor bezoekers van het terras of passanten;

    • h.

      met uitzondering van terrasverwarmers/-koelers is het verboden om objecten op het terras te plaatsen die open vuur mogelijk maken.

Artikel 6 Openingstijden terras

  • 1.

    Voor het gebied ‘Oude Markt’ geldt dat terrassen niet mogen worden geëxploiteerd na het sluitingstijdstip van het horecabedrijf.

  • 2.

    Voor het ‘uitgaansgebied Centrum’ geldt dat terrassen niet mogen worden geëxploiteerd na het sluitingstijdstip van het horecabedrijf.

  • 3.

    Voor het gebied ‘Stadserf’ geldt dat terrassen niet mogen worden geëxploiteerd na 24.00 uur en voor 08.00 uur.

  • 4.

    Voor het gebied ‘rest van Enschede’ geldt dat terrassen niet worden na 22.00 uur en voor 08.00 uur.

Artikel 7 inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op een nader te bepalen datum na publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel 8  

Met de inwerkingtreding van deze Nadere regels vervallen de Nadere regels voor terrassen vastgesteld op 1 mei 2021.

 

Vastgesteld door de burgemeester van Enschede op 20 september 2022

Dr. R.W. Bleker

Bijlage Aanduiding terrassenbeleid

 

Naar boven