Verordening bedrijveninvesteringszone Hart van Maarssen 2023-2027

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2023;

 

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

 

gezien de gesloten uitvoeringsovereenkomst tussen de ondernemersvereniging Hart van Maarssen en gemeente Stichtse Vecht en het advies van Commissie Fysiek Domein van 29 november 2022;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

VERORDENING BEDRIJVENINVESTERINGSZONE HART VAN MAARSSEN 2023-2027

 

Hoofdstuk I Algemeen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

- bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

- college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

- uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en ondernemersvereniging Hart van Maarssen gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

- wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

 

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

 

Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting

1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

 

Artikel 3. Belastingobject

1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 4. Belastingplicht

1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

a. de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

a. gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

b. het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

 

Artikel 5. Maatstaf van heffing

1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

 

2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 6. Vrijstellingen

1. De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

a. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voorde kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

b. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

c. de onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

d. de onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

e. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

f. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

g. de onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

h. de onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

i. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

j. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

k. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

l. de onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

m. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

n. de onroerende zaken die uitsluitend bestemd in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

 

Artikel 7. Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt:

 

 

Voor het kalenderjaar

2023

2024

2025

2026

2027

€ 350,00

€ 375,00

€ 400,00

€ 425,00

€ 450,00

 

Artikel 8. Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 9. Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

 

Artikel 10. Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

 

Artikel 11. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

 

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

 

Artikel 12. Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening gemeente Stichtse Vecht 2020 niet van toepassing.

 

Artikel 13. Aanwijzing vereniging

Ondernemersvereniging Hart van Maarssen wordt aangewezen als de vereniging bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

 

Artikel 14. Subsidieverlening

1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de vereniging voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.

 

Artikel 15. Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de vereniging ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de vereniging gesloten uitvoeringsovereenkomst.

 

Artikel 16. Subsidievaststelling

1. De vereniging is verplicht om binnen 12 weken na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 12 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

 

Artikel 17. Melding van relevante wijzigingen

De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

- meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

- een wijziging van de statuten,

- verandering of beëindiging van activiteiten.

 

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

 

Artikel 18. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

 

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone Hart van Maarssen 2023-2027.

 

Bijlage 1.

Kaart gebiedsafbakening BIZ Hart van Maarssen 2023-2027.

 

Stichtse Vecht, 20 december 2022

Griffier Voorzitter

Naar boven