Gemeenteblad van Almere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2023, 119557 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2023, 119557 | overige overheidsinformatie |
Gedragscode integriteit voor de raad van Almere 2023
De raad van de gemeente Almere;
gelet op artikel 15, derde lid, Gemeentewet;
vast te stellen de ‘Gedragscode integriteit voor de raad van Almere 2023’.
Goed bestuur is integer bestuur. Niet voor niets is integriteit als een van de zeven leidende beginselen opgenomen in de Nederlandse Code voor Goed Bestuur. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid rechtmatig en legitiem handelt, iedereen gelijk behandelt, openheid betracht in de wijze waarop besluiten tot stand komen en zich verantwoordt naar de samenleving. Politieke ambtsdragers liggen daarbij onder een vergrootglas. Zij nemen die besluiten op basis van bepaalde afwegingen. Elke politieke ambtsdrager op elk bestuurlijk niveau kan bij deze afwegingen, soms plotseling, vragen krijgen over zijn/haar integriteit. Een politieke ambsdrager vervult immers een voorbeeldfunctie. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de integriteit van de organisatie als geheel. Integriteit is daarom een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. Niet-integer handelen, zoals belangenverstrengeling, fraude of grensoverschrijdend gedrag, werkt ondermijnend voor het vertrouwen van burgers in de democratische rechtsstaat. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor politieke ambtsdragers die (mede) verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels en bij het afleggen van de eed of gelofte hebben uitgesproken getrouw te zullen zijn aan de Grondwet, de wetten te zullen nakomen en zijn/haar plichten die uit het politieke ambt voortvloeien naar eer en geweten te zullen vervullen.
Artikel 15, derde lid, Gemeentewet bepaalt dat de raad voor de raadsleden een gedragscode vaststelt. Deze heeft tot doel de integriteit van de raadsleden te waarborgen en is een richtsnoer voor hun handelen. Deze gedragscode, die zich uiteraard ook richt tot fractie-assistenten, bevat hiervoor een aantal richtinggevende normen. Daarbij is, zeker in de huidige digitale wereld, ook een aantal normen op het gebied van privacy c.q. de omgang met persoonsgegevens betrokken. Ook ziet de gedragscode op de onderlinge omgangsvormen omdat een respectvolle omgang met burgers en organisaties en tussen politieke ambtsdragers onderling, met oog voor de eigen politieke inhoud en stijl, van groot belang is voor het uitdragen van het integriteitsbeleid.
Het rechtskarakter van deze gedragscode is dat van een interne regeling, ter invulling van en (bij enkele normen) in aanvulling op de wettelijke regels. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Er is sprake van zelfbinding. De regels zijn in gezamenlijk debat vastgesteld door de raadsleden zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De raadsleden/fractie-assistenten kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Een belangrijke notie daarbij is dat integriteit een grondhouding is, een kwestie van mentaliteit, iets waar je aan kunt werken en waar je in kunt groeien. Daarom staat deze gedragscode geregeld op de agenda van de raad, via bewustwordingsbijeenkomsten of als de jaarverslagen worden besproken. Elkaar durven aanspreken is een uiting van integriteitsbewustzijn.
Deze gedragscode geldt voor de raad van Almere. Het college en de ambtelijke organisatie hebben daarnaast een eigen gedragscode/protocol voor integriteit.
PARAGRAAF 2 – VOORKOMEN VAN BELANGENVERSTRENGELING
Een raadslid onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging en stemming in de raad als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een substantiële betrokkenheid heeft.
Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden, bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe nevenfuncties aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft meteen aangeleverd bij de griffier.
Het presidium gaat (op basis van het register) bij het vaststellen van de agenda’s na of deelname aan beraadslaging en besluitvorming door een raadslid mogelijke risico’s oplevert voor een integere invulling van de politieke functie. Zo nodig zoekt het presidium het gesprek met betrokkene, rekening houdend met de eigen verantwoordelijkheid van een raadslid.
De wetgever beschermt politieke ambtsdragers op meerdere manieren tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan: Ten eerste bepaalt de wetgever dat een raadslid niet deelneemt aan de beraadslaging en stemming over een onderwerp waarbij hij/zij een persoonlijk belang heeft (artikel 28, eerste lid, Gemeentewet). Voorheen was alleen sprake van stemming, maar door het inwerkingtreden van de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur per 1 januari 2023 is ook de beraadslaging aan artikel 28, eerste lid, Gemeentewet toegevoegd. Doel is dat raadsleden zo meer houvast hebben bij mogelijke belangenverstrengeling. Raadsleden moeten dus beoordelen of er sprake is van een persoonlijk belang waardoor belangenverstrengeling ontstaat die de beraadslaging en besluitvorming onterecht kan beïnvloeden. Daarnaast is door de wetswijziging artikel 2:4 Awb niet meer van toepassing op de beraadslaging en stemming. Onderdeel van deze bepaling is dat de raad ertegen waakt dat raadsleden die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden. Doordat de bepaling niet meer van toepassing is, onderstreept de wetgever dat artikel 28 Gemeentewet is te beschouwen als een lex specialis ten opzichte van artikel 2:4 Awb. 1 Het is dus de eigen afweging van het raadslid om al dan niet deel te nemen aan de beraadslaging en stemming. Ten tweede verbiedt de wetgever de raad expliciet bepaalde functies te bekleden, rollen te vervullen en (rechts)handelingen uit te voeren. Deze incompatibiliteiten en verboden staan opgesomd in de artikel 13 en 15 van de Gemeentewet. Als gevolg van de Wet bevorderen integriteit en functioneren openbaar bestuur, die per 1 januari 2023 inwerking is getreden, is artikel 13, eerste lid, sub o, aangepast. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat een raadslid wel werkzaam kan zijn bij een samenwerkingsverband waaraan de gemeente deelneemt, zolang hij/zij geen werkzaamheden verricht voor de gemeente waar hij/zij raadslid is. 2 Ten derde eist de wetgever van politieke ambtsdragers dat zij al hun nevenfuncties bekend maken. De griffie doet twee maal per jaar een check bij de raadsleden of de nevenfuncties nog actueel zijn. |
PARAGRAAF 3 – REGELS RONDOM DE OMGANG MET (GEHEIME) INFORMATIE
Het raadslid gaat zorgvuldig en correct om met de informatie waarover hij uit hoofde van zijn lidmaatschap van de raad beschikt en zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie veilig wordt bewaard.
Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen (nog) niet openbare informatie.
PARAGRAAF 4 – REGELS RONDOM (DE SCHIJN VAN) CORRUPTIE
Het voornemen tot deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente wordt door het raadslid vroegtijdig kenbaar gemaakt aan de griffier. Het raadslid maakt binnen één week na deelname de kosten openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen.
De financiële en administratieve organisatie wordt zodanig ingericht dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven, met heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.
Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed of niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Een raadslid onthoudt zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief elektronische berichten, van ongewenst gedrag richting individuele bestuurders en/of ambtenaren in of rondom vergaderingen op de Politieke Markt en in het openbaar.
De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Ingeval van tekortkomingen en onduidelijkheden in de gedragscode voorziet de gemeenteraad daarin.
Als is komen vast te staan dat er sprake is van overtreding van een regel van de gedragscode, kan dit leiden tot een sanctie.
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode en voor een eenduidige interpretatie daarvan. En voor wijziging/aanvulling daarvan bij leemtes of onduidelijkheden. Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor raadsleden, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de raadsleden zich committeren. Daarnaast maakt artikel 170, tweede lid, Gemeentewet duidelijk dat de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk is belegd, namelijk bij de burgemeester. Als de burgemeester hierin om wat voor reden dan ook wordt belemmerd, kan de Commissaris van de Koning (CdK) bijstand verlenen. Dit volgt uit de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur die sinds 1 januari 2023 van kracht is. Op grond van het gewijzigde artikel 182 Provinciewet heeft de CdK een bestuurlijke toegangsbevoegdheid gekregen waardoor deze o.a. een besloten raadsvergadering kan bijwonen en/of documenten kan inzien. Deze bevoegdheid is pas van toepassing in geval van bestuurlijke problemen of gemeentelijke integriteitskwesties en alleen als dit in redelijkheid nodig is voor het vervullen van de taak van de CdK. 3 In zijn totaliteit bieden de verschillende wettelijke bepalingen de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten. De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Een daartoe aangewezen contactpersoon of vertrouwenspersoon (bijvoorbeeld de griffier) kan hier in relatie tot de gemeenteraad eveneens een belangrijke rol in spelen. Goed denkbaar is ook dat de gemeenteraad met de burgemeester nadere afspraken maakt over de werkwijze die wordt gevolgd ingeval zich een incident of een vermoeden van een integriteitsschending voordoet. Dat geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld dient te worden. Al deze processuele en procedurele afspraken zijn terug te vinden in de bijlage die onderdeel uitmaakt van de gedragscode De gemeenteraad kan zelf onderling ook afspraken maken over hoe je elkaar aanspreekt (zie bijv. de spreekregels in het Reglement van Orde voor de raad). Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in college en raad besproken blijven en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit zowel in de raad als met het bestuur. Als is komen vast te staan dat een raadslid een regel van de gedragscode heeft overtreden, dan kan dit tot een sanctie leiden. Deze sanctie dient proportioneel te zijn. Bij het bepalen van de sanctie spelen de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden, een belangrijke rol. Niet alle schendingen zijn even zwaar en moeten of kunnen op dezelfde manier worden gesanctioneerd. Schendingen die de zuiverheid van de besluitvorming raken, zoals belangenverstrengeling, corruptie en sommige kwesties rondom het gebruik van informatie, raken aan de kerntaak van politieke ambtsdragers en zijn om die reden het ernstigst. Hier zijn de gevolgen voor burgers en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur het meest in het geding. Bij dergelijke schendingen passen in de regel dan ook de zwaarste sancties. Een te lichte sanctie die volgt op een ernstige schending kweekt onbegrip en tast de geloofwaardigheid aan; hetzelfde geldt voor een te zware sanctie op een lichte schending. Van belang is vervolgens om zowel verzwarende als verzachtende omstandigheden in kaart te brengen. Was er sprake van opzet? Van naïviteit? Is het raadslid onder druk gezet van zijn partijgenoten of anderen? Hoe ernstiger de schending en hoe duidelijker de regel is die is overtreden, hoe minder snel er een verzachtende omstandigheid zal worden aangenomen. Er zijn verschillende ‘sancties’ die aan de orde kunnen zijn voor raadsleden:
Daarnaast biedt de wet de mogelijkheid tot het toepassen van verschillende formele sancties. Zo kan een raadslid voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de raadsvergadering worden ontzegd indien deze bij herhaling de vergadering verstoord (artikel 26, derde lid, Gemeentewet). Een ander voorbeeld is het uitsluiten van het raadslid voor ten hoogste drie maanden van het ontvangen van informatie waarop geheimhouding rust (artikel 89, vijfde lid, Gemeentewet). Sommige overtredingen van de gedragscode leveren daarnaast ook een strafbaar feit op waarvan aangifte kan of moet worden gedaan en die kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging. |
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Almere, d.d. 23 februari 2023
De griffier,
G.J. Broer
De voorzitter,
A.T.B. Bijleveld-Schouten
Bijlage 1 Protocol bij (vermoedens) integriteitsschendingen raadsleden
Artikel 2 Het bespreken van integriteitskwesties
Bij twijfel over het handelen van een ander is het uitgangspunt dat een raadslid eerst betrokkene daarop aanspreekt. Daar wordt alleen van afgeweken als het om een vermoeden van een ernstige schending gaat en eventueel vervolgonderzoek in gevaar komt als het verdachte raadslid op de hoogte gesteld wordt. Wanneer de ander na het aanspreken zijn handelen niet feitelijk corrigeert of het vermoeden blijft bestaan dat de gedragscode wordt overtreden, is melding van het vermoeden van schending de vervolgstap.
Artikel 3 Melding en vooronderzoek bij vermoedens van schendingen door een raadslid
Artikel 4 Feitenonderzoek bij vermoedelijke schendingen door een raadslid
Artikel 5 Kennisgeving aan betrokkene
Artikel 6 Horen van betrokkene en getuigen
Artikel 8 Onderzoeksrapportage bij schendingen door een raadslid
Artikel 9 Communicatie en openbaarheid
Bijlage 2 - Casussen4
Over de theorie (wet, eed, gedragscode etc.) zijn handreikingen en toelichtingen genoeg geschreven. Maar hoe breng je integriteit nu in de praktijk? Om integriteit tot leven te brengen zijn enkele voorbeelden uitgeschreven. Deze dienen slechts ter illustratie bij de artikelen in de gedragscode. Tijdens de bewustwordingsbijeenkomsten met de raad worden meer casussen behandeld, ook aan de hand van de actualiteit.
Paragraaf 2. Casussen rondom (de schijn van) belangenverstrengeling
Een raadslid is voorzitter van een voetbalvereniging.
Vraag: Mag het raadslid zijn raadslidmaatschap combineren met dit voorzitterschap?
Antwoord: Artikel 13 van de Gemeentewet verbiedt de combinatie van deze functies niet. Artikel 2.1 van de gedragscode wordt dus niet overtreden door het combineren van deze functies. De functie moet wel worden gemeld en de griffier moet zorg dragen voor bekendmaking van deze nevenactiviteit (artikel 2.3 gedragscode).
Vraag: De Sportnota wordt behandeld in de raad. Mag dit raadslid deelnemen aan de beraadslaging en stemming?
Antwoord: Ja. In de Sportnota worden beslissingen voorgelegd die alle sport betreffen. Er treedt dus a priori geen verstrengeling van belangen op als dit raadslid mee doet aan de bespreking en besluitvorming in de raad. In tegendeel, kennis bij raadsleden over sport is van groot belang om kwalitatief goede besluiten over sport te nemen voor de stad.
Vraag: De raad moet besluiten over uitbreiding van de velden bij de voetbalvereniging. Mag het raadslid deelnemen aan de beraadslaging en stemming?
Antwoord: Nee, artikel 28, eerste lid, Gemeentewet verbiedt dit. De club is een van de (duidelijke) belanghebbenden in dit besluit dus een verstrengeling van belangen is aan de orde: het belang van de club dat hij geacht wordt te dienen als voorzitter enerzijds en het belang van de stad voor de uitbreiding van voetbalvelden. Het betekent dat een ander fractielid het woord dient te voeren op dit dossier. Waarbij moet worden toegevoegd dat het raadslid (de voorzitter van de voetbalclub) op grond van artikel 2.1 van de gedragscode ook intern het standpunt van de fractie niet mag beïnvloeden over de uitbreiding van de voetbalvelden. Omdat de burger niet kan controleren of hij dat ook daadwerkelijk niet heeft gedaan, is het zaak dat alle fractieleden er op toezien dat ook in de interne oordeels- en besluitvorming de activiteiten van dit raadslid gescheiden blijven; dus de collega geen oordeel vragen / de andere fractieleden en oordeel geven over deze kwestie.
Een raadslid is naast zijn raadslidmaatschap leerlingbegeleider en weet om die reden veel over jeugdzorg.
Vraag: Mag hij woordvoerder in de raad zijn op dit onderwerp?
Antwoord: Ja, dat mag. Het is van belang dat raadsleden kennis hebben over wat zich afspeelt in het maatschappelijk middenveld. Mede daarom wordt een combinatie van functies slechts zelden uitgesloten bij wet. Het raadslid mag alleen niet het standpunt van de fractie (en de raad) dusdanig beïnvloeden dat het onterecht positief uitpakt voor zijn eigen werkgever.
Paragraaf 3. Casussen rondom de omgang met (geheime) informatie
De raad heeft het voornemen om de bestemming van een gebied te wijzigen zodat het mogelijk wordt om in dat gebied huizen te bouwen. Het college heeft besloten het dossier geheim te verklaren. Er wordt in de pers echter regelmatig over het dossier geschreven. Vaak zit men er maar weinig naast. Een raadslid is van mening dat het geheim behandelen van deze kwestie niet langer opportuun is. 'Alles ligt toch al op straat'.
Vraag: Mag hij ingaan op het verzoek van een journalist om met hem over het dossier te spreken? Antwoord: Nee, het spreken met anderen over deze kwestie is een overtreding van artikel 272 van het wetboek van strafrecht (lekken van geheime informatie) en van artikel 3.1 van de gedragscode. Omdat het geheime dossier door het college met de raad is gedeeld, kan alleen de raad het geheime karakter van de stukken opheffen (artikel 89, vierde lid, Gemeentewet). Zolang dat niet is gebeurd, ook al is de meeste informatie in de krant verschenen, is het spreken over de kwestie een schending van de geheimhoudingsplicht wat zelfs strafbaar kan zijn.
De gemeente is van plan een rij bomen te kappen langs één van de toegangswegen van Almere Haven. Een bewoner is daar zo boos over dat deze, mede namens een groep andere bewoners, een brief stuurt aan de raad. De brief wordt, conform de privacyrichtlijnen, geanonimiseerd geplaatst op het RIS. Een raadslid belt de griffie en vraagt om de naam en contactgegevens van de bewoner, zodat er contact met de bewoner kan worden opgenomen. De griffie mailt deze gegevens naar het raadslid. Een goede vriend van het raadslid woont in de buurt waar de bomen gekapt worden. Hij is voor de bomenkap omdat de bomen overlast geven. Aan het raadslid vraagt hij wie toch die klagende bewoners zijn die vinden dat de bomen moeten blijven staan.
Vraag: Mag het raadslid de contactpersoon namens die bewoners doorgeven aan zijn goede vriend?
Antwoord: Nee. Het raadslid heeft de contactgegevens van de griffie gekregen ten behoeve van zijn functie als raadslid. Het raadslid mag deze informatie niet gebruiken ten bate van derden, in dit geval zijn goede vriend. Dat is in strijd met artikel 3.2 van de gedragscode.
Paragraaf 4. Casussen rondom (de schijn van) corruptie
Raadsleden krijgen van Utopolis een gratis Flex Card (gratis toegang tot alle films), geldig voor de huidige bestuursperiode, aangeboden.
Vraag: Mag deze kaart geaccepteerd worden?
Antwoord: Nee, het aannemen van de kaart, is een overtreding van artikel 4.1 en 4.2 lid 1 van de gedragscode. Een dergelijke kaart is een gericht geschenk voor de politici van Almere. Dat alleen de raadsleden die zich bezighouden met Kunst en Cultuur de kaart zouden ontvangen, maakt de situatie niet anders. De kaarten dienen dus terug te worden gestuurd conform artikel 4.1 van de gedragscode.
Een raadslid heeft een lezing gegeven op een bewonersbijeenkomst. Na afloop krijgt hij een bos bloemen.
Antwoord: Ja, de bos bloemen kan gezien worden als een geschenk dat uit hartelijkheid wordt gegeven en waarvan het niet accepteren de gever op dat moment ernstig in verlegenheid zou brengen. Het is bovendien niet het type geschenk dat de schijn van corruptie opwekt.
Paragraaf 5. Casus rondom het gebruik van gemeentelijke faciliteiten
Een raadslid heeft, ook buiten kantooruren, toegang tot de fractiekamer en aangrenzende vergaderruimtes in het stadhuis. Nu zoekt het bestuur van de winkeliersvereniging, waarvan het raadslid voorzitter is, een vergaderruimte. De ruimte waar het bestuur normaliter vergadert, is die avond wegens omstandigheden niet beschikbaar. Het raadslid biedt aan de vergadering in het stadhuis te houden. Hij heeft immers toegang tot het stadhuis. En de winkeliersvereniging doet zoveel voor de stad, dan moet dat toch een keer kunnen?
Vraag: Mag het raadslid de vergadering in het stadhuis faciliteren?
Antwoord: Hoewel sympathiek om de winkeliersvereniging voor een keer uit de brand te helpen, is het niet toegestaan om dat op deze wijze te faciliteren. Het raadslid heeft toegang tot het stadhuis ten behoeve van zijn functie als raadslid. Zijn werkzaamheden voor de winkeliersvereniging staan daar los van en daarmee ook de desbetreffende vergadering.
Het is campagnetijd. Een raadslid staat op het punt om met fractiegenoten de markt op te gaan om te gaan flyeren. Op een kopieermachine in het stadhuis vermenigvuldigt deze 500 flyers met daarop de 10 belangrijkste punten uit het verkiezingsprogramma van de partij. Een aantal flyers wordt bovendien in de centrale ontmoetingsruimte van het stadhuis gelegd.
Vraag: Is dit alles toegestaan?
Antwoord: Nee, dit levert strijdigheid op met artikel 5.3 lid 1 van de gedragscode. Er is onderscheid tussen het raadswerk en werk voor de partij. Kosten die worden gemaakt voor verkiezingscampagnes komen ten laste van de partij en niet de gemeente. Het gebruik van het gemeentelijke kopieerapparaat is dan ook niet toegestaan. Ook het verspreiden van de flyer in het stadhuis is niet toegestaan. Het stadhuis is de centrale ontmoetingsplek voor de politiek om standpunten te delen en uit te wisselen, maar ook de werkplek van ambtenaren en een neutrale plek voor gemeentelijke dienstverlening aan inwoners in de stad. Om die reden is het niet toegestaan om te flyeren in het stadhuis namens een politieke partij.
Een landelijke organisatie is een initiatief gestart voor een vuurwerkverbod in alle gemeenten in Nederland. Burgers kunnen op de website van de organisatie een oproep tekenen door hun naam en e-mailadres achter te laten. Ook kunnen ze daarbij aangeven aan welke burgemeester van welke gemeente de oproep moet worden doorgestuurd. In de oproep staat dat de burgemeester ‘bloed aan zijn handen’ heeft door nog langer vuurwerk toe te staan in zijn gemeente en dat daarom een vuurwerkverbod nodig is. Een raadslid tekent de oproep, waarbij hij zijn e-mailadres van Almere gebruikt, en laat deze oproep sturen naar 50 burgemeesters.
Vraag: Mag het raadslid zijn gemeentelijk e-mailadres hiervoor gebruiken?
Antwoord: Raadsleden krijgen na hun installatie een eigen mailaccount van de gemeente Almere. Hierop ontvangen zij informatie ten behoeve van hun raadswerk en kunnen zij door collega-raadsleden, griffie, inwoners etc. worden benaderd. Het gebruik van het Almere mailaccount is dus voor raadsdoeleinden. Het ondertekenen van de oproep valt daar niet onder, zeker ook gezien de tekst van de oproep. En levert strijd op met de goede zeden zoals genoemd in artikel 5.3 lid 2 van de gedragscode.
Paragraaf 6. Casus rondom de onderlinge omgang
Bij het bespreken van de begroting lanceert de wethouder het idee van een klimaatbelasting. En of het niet een goed idee is als het college de mogelijkheden hiertoe onderzoekt. Tijdens het gloedvolle betoog van de wethouder plaatst een raadslid het volgende bericht op Twitter: ‘Klimaatgedram nu ook in raad van Almere. Vuile …., inwoners op kosten jagen en wel onlangs twee keer met je luie …. in het vliegtuig naar Brussel #huichelaar #vliegschaamte #afstraffendiehandel’
Vraag: De vraag laat zich raden….
Antwoord: Een raadslid dat geen blad voor de mond neemt. Dat is prima, zolang het netjes en correct gebeurt en er respect is voor degene die wordt geadresseerd. Die correctheid en netheid is hier ver te zoeken en ook nog buiten de raadzaal. Zo willen we niet met elkaar omgaan en op die manier een voorbeeld zijn voor de samenleving.
Paragraaf 7. Regels rondom de naleving van de gedragscode
Tijdens een bezoek aan een voedbalwedstrijd ziet een raadslid een collega-raadslid in de skybox zitten. Snelle navraag bij zijn buurman op de tribune maakt duidelijk dat het collega-raadslid penningmeester is van de voetbalclub. Dat wist het raadslid niet en in het register wordt deze nevenfunctie ook niet gemeld. Het raadslid krijgt een wat onbestemd gevoel want vorige week diende dit collega-raadslid een motie in over coronasteun aan voetbalverenigingen. Over deze motie wordt binnenkort gestemd in de raad en deze lijkt op voldoende steun te kunnen rekenen ook vanuit de fractie van het raadslid. Het raadslid kaart de zaak aan in de fractievergadering.
Vraag: Bewandelt het raadslid hierbij de juiste weg?
Antwoord: Ook al lijkt dit een logische stap, het Protocol bij (vermoedens) integriteitsschendingen raadsleden (zie bijlage 1) schrijft voor dat het raadslid waar mogelijk eerst het collega-raadslid aanspreekt (zie artikel 2 lid 2 protocol). Afhankelijk hiervan kan dan een melding worden gedaan bij het presidium (artikel 3 lid 1 protocol).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-119557.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.