Verordening tot wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020–onderdeel markten

De raad van de gemeente Leiden:

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel RV 23.0002 van 17 januari 2023), gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet en de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020, mede gezien het advies van de commissie Werk en Middelen,

 

BESLUIT:

Artikel I Wijziging van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020, met betrekking tot markten

De Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A

    In artikel 2.1.2.1 onder a, wordt ‘13.00 uur’ vervangen door ’14.00 uur’.

  • B

    Artikel 2.1.2.1, eerste zin onder b, komt te luiden: woensdag, in het centrum, de Centrummarkt, van 08.00 tot 17.00 uur.

  • C

    In artikel 2.1.2.2, tweede lid, sub h en i, wordt de . (punt) vervangen door een ; (puntkomma) en wordt een nieuw sub j toegevoegd, luidende:

    • j.

      voor zover van toepassing: de plaatsen of gebieden waar voertuigen wel dan wel niet geparkeerd mogen worden.

  • D

    Artikel 3.4.11.13 luidt voortaan als volgt: De houder van een vergunning voor een dagplaats of van een bedienvergunning kan zich laten bijstaan door één of meer andere personen.

  • E.

    De artikelen 3.4.11.14, 3.4.11.15 en 3.4.11.16 worden vernummerd naar 3.4.11.15, 3.4.11.16 en 3.4.11.17. Vervolgens wordt na artikel 3.4.11.13 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

    Artikel 3.4.11.14 Vervangvergunning voor bedrijfsleider (bedrijfsleiderspas)

    • 1.

      Op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder voor een vaste standplaats of voor een seizoensplaats, kan het college een vervangvergunning afgeven voor een bedrijfsleider. Per vergunninghouder voor een vaste standplaats dan wel voor een seizoensplaats kunnen maximaal twee vervangvergunningen voor bedrijfsleiders worden afgegeven. De bedrijfsleider voor wie de vervangvergunning wordt afgegeven moet een meerderjarige natuurlijke persoon zijn en mag zelf geen houder zijn van een andere vergunning als bedoeld in deze paragraaf. De bedrijfsleider staat de vergunninghouder voor de vaste standplaats cq. seizoensplaats bij dan wel komt, bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder diens verplichtingen na.

    • 2.

      De vervangvergunning zoals bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder voorwaarde dat de bedrijfsleider een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht heeft met de vergunninghouder. Dit dient te worden aangetoond door middel van een schriftelijke arbeidsovereenkomst of een schriftelijke overeenkomst van opdracht.

    • 3.

      De vervangvergunning zoals bedoeld in het eerste lid wordt niet verleend indien dit naar redelijkheid niet van het college verwacht kan worden.

    • 4.

      Indien het college de in het eerste lid bedoelde vervangvergunning heeft verleend, verleent het college de vergunninghouder, onder de voorwaarde dat een bedrijfsleider waarvoor een vervangvergunning is verleend persoonlijk op de staanplaats aanwezig is, ontheffing van de verplichting als opgenomen in artikel 3.4.11.6, eerste lid, om de hem toegewezen staanplaats persoonlijk in te nemen.

    • 5.

      De in het eerste lid bedoelde vervangvergunning kan per kalenderjaar slechts één keer worden gewijzigd, met inachtneming van het in dit artikel bepaalde.

    • 6.

      De geldigheidsduur van de in het eerste lid bedoelde vervangvergunning bedraagt vijf jaar, waarna deze opnieuw aangevraagd dient te worden.

    • 7.

      Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf begaan door een bedrijfsleider waarvoor een vervangvergunning is afgegeven, worden toegerekend aan de vergunninghouder.

    • 8.

      Aan de bedrijfsleider waarvoor een vervangvergunning is afgegeven, wordt door het college een bedrijfsleiderpas verstrekt. Indien een bedrijfsleiderpas verloren of gestolen is, is de vergunninghouder verplicht dit door te geven aan de afdeling Vergunningen van de gemeente Leiden. Na melding van verlies kan de vergunninghouder een nieuwe bedrijfsleiderpas aanvragen.

    • 9.

      Indien een bedrijfsleider waarvoor de vervangvergunning is verleend, niet meer voldoet aan de voorwaarden als opgenomen in dit artikel, is de vergunninghouder voor de vaste standplaats cq. seizoensplaats verplicht dit door te geven aan de Afdeling Vergunningen van de gemeente Leiden. De vervangvergunning wordt dan direct ingetrokken en de bedrijfsleiderspas moet worden geretourneerd.

    • 10.

      Indien de vergunninghouder voor de vaste standplaats cq. seizoensplaats niet langer een geldige vergunning heeft, worden de vervangvergunning(en) voor de bedrijfsleider(s) van deze vergunninghouder per direct automatische ingetrokken en is de (voormalig) vergunninghouder verplicht alle geleverde bedrijfsleiderpassen te retourneren.

    • 11

      Bij aanvraag van de vervangvergunning dient, naast de eerder in dit artikel opgenomen informatie, bewijs van het hebben van een marktstandplaatsvergunning op een van weekmarkten van Leiden die niet ouder is dan een maand, en twee goed gelijkende pasfoto’s van de bedrijfsleider te worden overhandigd.

  • F

    Aan artikel 7.1.1.3 wordt aan het einde van het artikel een zin toegevoegd, luidende: De bedrijfsleider als bedoeld in artikel 3.4.11.14 is verplicht op eerste verzoek van een toezichthouder zijn bedrijfsleiderpas te tonen.

  • G

    In Bijlage 1 wordt, onder vernummering van de overige begrippen, het begrip ‘vervangvergunning’ toegevoegd: Vervangvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3.4.11.14, waarmee de vergunninghouder voor een vaste standplaats zich kan laten vervangen door een bedrijfsleider.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 9 maart 2023,

de plaatsvervangend griffier,

mw. A.M. Slink

de voorzitter,

drs. H.J.J. Lenferink

Naar boven