Gemeenteblad van Hoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2023, 114658 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2023, 114658 | beleidsregel |
Beleidsregels voor buitenplans afwijken op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2° Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (kruimelgevallenbeleid).
Gelezen het voorstel van Team Ruimtelijke Ontwikkeling (zaaknummer:2009743),
Vaststellen ‘Beleidsregels voor buitenplans afwijken op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 2° Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (kruimelgevallenbeleid)’.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:
Beleidsregels vast te stellen voor buitenplans afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 2° Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (‘kruimelgevallenbeleid’).
De beleidsregels bekend te maken door opname in het Gemeenteblad.
Aldus vastgesteld, 10 januari 2023
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
Artikel 2.1 lid 1 sub c en artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 2° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geven het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om in bepaalde gevallen (de zgn. ‘planologische kruimelgevallen’) met een omgevingsvergunning af te wijken van een bestemmingsplan. In de beleidsregels is beschreven onder welke voorwaarden het college van deze bevoegdheid gebruik maakt.
In een bestemmingsplan staan regels over het toegestane gebruik en bebouwing. Wanneer blijkt dat een aanvraag om omgevingsvergunning strijdig is met het bestemmingsplan, kan het college op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 2° Wabo en artikel 4 bijlage II Bor (de zgn. ‘planologische kruimelgevallen’) toch medewerking verlenen aan de aanvraag door af te wijken van het bestemmingsplan. Het is wenselijk om voor deze afwijkingsmogelijkheden beleidsregels te formuleren om aanvragen om omgevingsvergunning transparant, uniform en snel kunnen te kunnen behandelen.
De bestemmingsplannen in Hoorn staan bij een woning geen bijbehorende bouwwerken toe, behalve als bijbehorende bouwwerken vergunningsvrij zijn. Hierbij geldt dat op het zij- en voorerf van een woning grenzend aan openbaar toegankelijk gebied vergunningsvrije bijbehorende bouwwerken niet zijn toegestaan. Dit betekent dat voor bijbehorende bouwwerken bij woningen waarvoor een vergunning dient te worden aangevraagd, in nagenoeg alle gevallen sprake zal zijn van strijd met het bestemmingsplan. Het is in voorkomende gevallen wenselijk om medewerking te verlenen aan een afwijking van het bestemmingsplan.
Voor de beoordeling van bijbehorende bouwwerken die binnen de reikwijdte passen van artikel 4 lid 1 bijlage II Bor, zijn beleidsregels opgesteld. De beleidsregels over artikel 4 lid 1 bijlage II Bor zijn uitsluitend bedoeld voor bijbehorende bouwwerken bij grondgebonden woningen. De beleidsregels zijn niet van toepassing op grondgebonden woningen in de uitgesloten gebieden zoals weergegeven op afbeelding 1. Het afwijkingenbeleid bevat de stedenbouwkundige en ruimtelijke voorwaarden om af te kunnen wijken van het bestemmingsplan. Het beleid dient daarmee als toetsingskader voor aanvragen om omgevingsvergunning.
Het kruimelgevallenbeleid richt zich in eerste instantie op bijbehorende bouwwerken uit artikel 4 lid 1 bijlage II Bor. Het beleid bevat dus geen regels over de toepassing van de andere leden van artikel 4 bijlage II Bor. Daarvoor zal een wijziging van de beleidsregel nodig zijn.
Het afwijken van het bestemmingsplan voor planologische kruimelgevallen is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders (hierna: ‘het college’). Op grond van artikel 4:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een aan het bestuursorgaan toekomende bevoegdheid. Het vaststellen van deze beleidsregels heeft de volgende doelen:
de toevoeging van een afzonderlijke ruimte aan een woning;
het deel van het erf dat op de afbeeldingen 2 t/m 6 is aangeduid als zone 4;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen woning en qua afmetingen ondergeschikt aan en vrijstaat van deze woning;
iedere boven beëindiging van een gebouw;
een bouwwerk of beplanting op de erfgrens waarmee de grens tussen twee erven wordt aangegeven;
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een woning, bouwkundig bestaande uit een "lichte" constructie met een overwegend transparante uitstraling;
een overkapping die beschutting geeft tegen de regen, sneeuw e.d., veelal boven een ingangspartij of een raampartij van een woning;
het hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning, is opgeleverd;
10. openbaar toegankelijk gebied
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een overkapping op dragende palen vrijstaand geplaatst op het erf of geplaatst tegen een woning, een aan- en uitbouw en bijgebouw;
de kadastrale grens (of erfgrens) tussen twee stukken grond op de kadastrale kaart en wordt bepaald door het Kadaster;
de vergroting van een bestaande ruimte van de woning;
het deel van het erf dat op de afbeeldingen 2 t/m 6 is aangeduid als zone 1;
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een woning, indien het een woning betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt, dan wel de aangegeven gevel ter plaatse van de aanduiding “gevellijn”;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
het deel van het erf dat op de afbeeldingen 2 t/m 6 is aangeduid als zone 2 en 3;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
3. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
4. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
5. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
6. lengte, breedte en diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijden van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
7. afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens;
Artikel 4. Bijbehorende bouwwerken voorerf
Met toepassing van artikel 4 lid 1 bijlage II Bor kan medewerking worden verleend aan een aanvraag om omgevingsvergunning om op het voorerf (Afbeelding 2: het voorerf) kleine bijbehorende bouwwerken voor de stalling van fietsen of huisvuilbakken onder voorwaarden toe te staan. De voorwaarden zijn:
Artikel 5. Bijbehorende bouwwerken achtererf
Met toepassing van artikel 4 lid 1 bijlage II Bor kan medewerking worden verleend aan een aanvraag om omgevingsvergunning om op het achtererf grenzend aan openbaar toegankelijk gebied (Afbeelding 3: het achtererf), bijgebouwen en overkappingen onder voorwaarden toe te staan. De voorwaarden zijn:
Artikel 6. Bijbehorende bouwwerken zijerf
Artikel 6.1 Algemene regels bijbehorende bouwwerken zijerf
Met toepassing van artikel 4 lid 1 bijlage II Bor kan medewerking worden verleend aan een aanvraag om omgevingsvergunning om bijbehorende bouwwerken op het zijerf grenzend aan openbaar toegankelijk gebied (Afbeelding 4: het zijerf) onder voorwaarden toe te staan. De voorwaarden zijn:
Artikel 6.2 Aan- en uitbouwen zijerf in zone 2 en 3
Met toepassing van artikel 4 lid 1 bijlage II Bor kan medewerking worden verleend aan een aanvraag om omgevingsvergunning om aan- en uitbouwen op het gehele zijerf grenzend aan openbaar toegankelijk gebied (Afbeelding 4: het zijerf) onder voorwaarden toe te staan. De voorwaarden zijn:
Artikel 6.3 Overkappingen zijerf in zone 2
Met toepassing van artikel 4 lid 1 bijlage II Bor kan medewerking worden verleend aan een aanvraag om omgevingsvergunning om bijgebouwen en overkappingen op de gronden direct naast de woning ( Afbeelding 5: het zijerf naast de woning) grenzend aan het openbaar toegankelijk gebied onder voorwaarden toe te staan. De voorwaarden zijn:
Afbeelding 5: het zijerf naast de woning
Artikel 6.4 Bijgebouwen en overkappingen zijerf in zone 3
Met toepassing van artikel 4 lid 1 bijlage II Bor kan medewerking worden verleend aan een aanvraag om omgevingsvergunning om bijgebouwen en overkappingen op het zijerf schuin achter de woning (Afbeelding 6: het zijerf schuin achter de woning) grenzend aan openbaar toegankelijk gebied onder voorwaarden toe te staan. De voorwaarden zijn:
In bijzondere situaties, waaronder de situaties die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van deze beleidsregel, kan de burgemeester overeenkomstig artikel 4:84 van de Awb afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-114658.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.