Beleidsregels schuldhulpverlening Zuidplas

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas,

 

Gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, in het bijzonder artikel 2 en artikel 3,

 

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

Beleidsregels schuldhulpverlening Zuidplas

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijk persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Inwoners van de gemeente Zuidplas van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent aan een verzoeker schuldhulpverlening indien het college dit noodzakelijk acht. Het verzoek wordt getoetst aan de visie, criteria en uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2013. Een verzoek wordt geweigerd indien de noodzaak ontbreekt.

  • 2.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per casus verschillen. Bij de aanmelding wordt een klantprofiel samengesteld waarbij de volgende factoren een rol spelen:

    • a.

      schuldenpakket;

    • b.

      psychosociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker;

    • d.

      historie van eerdere schuldhulpverlening.

  • 3.

    De gemeentelijke schuldhulpverlening bestaat uit het volgende productaanbod:

    • -

      voorlichting, informatie, advies en doorverwijzing;

    • -

      beschermingsbewind, budgetbegeleiding en budgetbeheer;

    • -

      schuldbemiddeling;

    • -

      afgifte verklaring ingevolge Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • -

      nazorg.

  • 4.

    De gedragscode schuldregeling van de NVVK is van toepassing.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. Het gaat hierbij om:

    • -

      het nakomen van afspraken;

    • -

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • -

      het zich houden aan de bepalingen van overeenkomsten schuldhulpverlening.

Artikel 5. Weigeren en beëindigen van schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college besluit om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals bepaald in artikel 4.

  • 2.

    Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging ingevolge het eerste lid, wordt verzoeker eenmaal een hersteltermijn van maximaal 4 weken geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen en/of informatie te verstrekken.

Artikel 6. Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, besluit het college tot beëindiging en/of intrekking van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de verzoeker niet langer inwoner is van de gemeente Zuidplas;

  • b.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • c.

    de verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

  • d.

    achteraf blijkt dat op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de aanvraag bekend was geweest bij het college, een ander besluit zou zijn genomen;

  • e.

    verzoeker zich misdraagt jegens medewerkers (ambtenaren, intern en extern personeel), belast met werkzaamheden in het kader van gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • f.

    verzoeker in staat is/wordt gedurende zijn traject om zijn schulden zelfstandig te regelen dan wel te beheren;

  • g.

    de geboden hulpverlening niet langer passend is gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1.

    Indien minder dan 3 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling, minnelijk dan wel wettelijk, is doorlopen of tussentijds beëindigd, wordt een (hernieuwd) verzoek schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het productaanbod informatie, advies en doorverwijzing.

  • 2.

    Indien minder dan 12 maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een verzoek tot schuldhulpverlening door verzoeker is ingetrokken, wordt het verzoek geweigerd met uitzondering van het productaanbod informatie, advies en doorverwijzing.

  • 3.

    Het college weigert in ieder geval schuldhulpverlening in het geval verzoeker fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van de gemeente of een ander uitvoeringsorgaan tot gevolg heeft en in verband hiermee strafrechtelijk is veroordeeld of een bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel 8. Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels schuldhulpverlening Zuidplas.

Artikel 10. Inwerkingtreding

De Beleidsregels schuldhulpverlening Zuidplas treden met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2012.

TOELICHTING BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING ZUIDPLAS

 

Algemeen

Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht. De gemeenteraad heeft op 26 juni 2012 het Beleidsplan Schuldhulpverlening vastgesteld. In dit beleidsplan zijn de visie en uitgangspunten van de gemeentelijke schuldhulpverlening neergelegd. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van de schuldhulpverlening en stelt hierbij een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden en andere richtlijnen zijn opgenomen in deze Beleidsregels schuldhulpverlening Zuidplas. Zo is het voor de burger duidelijk waaraan hij zich dient te houden en welke spelregels er zijn op het terrein van de gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de wet is de gemeentelijke schuldhulpverlening breed toegankelijk en staat in beginsel open voor iedere inwoner van 18 jaar en ouder. Indien een zelfstandige ondernemer zich meldt voor gemeentelijke schuldhulpverlening dan wordt deze persoon doorverwezen naar een specialistisch bureau. De NVVK hanteert een richtlijn bij verhuizing. Dossiers blijven in principe bij het lid waar aanmelding van de klant oorspronkelijk heeft plaatsgevonden zeker in de situatie waarin een regeling is getroffen met de schuldeisers.

Door de invoering van de Wgs zullen klanten zich echter moeten wenden tot het college van hun gemeente. De gemeente heeft jegens haar inwoners een wettelijke verplichting. Op het moment dat een klant verhuist naar een andere gemeente, zal de klant zich tot het college van zijn nieuwe gemeente moeten wenden. De gemeentelijke schuldhulpverleners zullen praktisch en

‘proefondervindelijk’ hiermee omgaan. Als voor een klant een schuldregeling is opgezet en de klant verhuist naar een andere gemeente zal het dossier in principe hier beheerd worden totdat de regeling afloopt of, om welke reden dan ook, wordt beëindigd. Het is aan te bevelen om dit te doen in overleg met de lokale schuldhulpverlening van de nieuwe gemeente. Indien een klant na beëindiging een beroep wil doen op de schuldhulpverlening dan zal hij zich moeten wenden tot het college van de nieuwe gemeente.

 

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

Het college verleent schuldhulpverlening indien het college dit noodzakelijk acht. Het uitgangspunt eigen verantwoordelijkheid staat hierbij centraal. Schuldhulpverlening kan achterwege blijven indien de burger in staat moet worden geacht zijn schuldproblematiek zelfstandig op te lossen. Het aanbod is en blijft maatwerk en sluit aan op de visie en uitgangspunten zoals opgenomen in het beleidsplan. Bij het samenstellen van een klantprofiel wordt beoordeeld of de klant wordt geholpen door de gemeente of wordt doorverwezen naar een derde of ketenpartner. Dit is afhankelijk van de regelbaarheid van de schuldenaar en zijn schuldenpakket. Zie het schema uit het Beleidsplan Schuldhulpverlening.

 

 

Schuldenaar

 

Wel regelbaar

Niet regelbaar

Situatie

Er zijn geen belemmerende factoren aanwezig gelegen in persoon of schulden. De schuldsituatie is op te lossen met een schuldregeling door gemeentelijke schuldhulpverlener.

De klant is niet stabiel waardoor een schuldregeling weinig kans van slagen heeft. Beschermingsbewind, budgetbeheer en maatschappelijk werk inzetten (doorverwijzing). Pas als dit geregeld is gaat SHV mogelijkheid van schuldregeling na.

Er zijn vorderingen aanwezig die een schuldregeling belemmeren, bijvoorbeeld openstaande boetes en belastingfraude. Budgetbegeleiding kan worden ingezet om nieuwe schulden te voorkomen. Wanneer boetes en belastingschuld worden opgelost, kan een schuldregeling worden opgezet voor andere schulden.

De gemeentelijke schuldhulpverlening kan niets doen. Er is sprake van een 'zware' zorgbehoefte bij de klant, bijvoorbeeld maatschappelijk opvang. Ook zijn er niet-saneerbare schulden aanwezig. De maatschappelijke instelling dient in het zorgplan aandacht te besteden aan de financiële problematiek. Bewindvoering/curatele en stabilisatie behoren tot de aanpak van de instelling

 

Indien een klant zich bevindt in een problematische schuldsituatie, zal de schuldhulpverlener altijd eerst een ‘saneringsrijpe’ situatie willen realiseren alvorens een schuldregeling op te zetten.

Bijvoorbeeld als een klant psychosociale problemen heeft die mede de problematische schuldsituatie hebben veroorzaakt, zal de schuldhulpverlener eerst de klant moeten (laten) ‘stabiliseren’ om te voorkomen dat de situatie verergert. Ook moet zowel klant als schuldpakket stabiel zijn zodat de schuldhulpverlener een minnelijk traject (schuldregeling treffen tussen klant en schuldeisers) kan opstarten. De schuldhulpverlener heeft namelijk ook te maken met de belangen van de schuldeisers. Op het moment dat een klant niet stabiel is, frustreert dit de schuldregeling en de afspraken die gemaakt zijn tussen betrokken partijen.

In het voornoemde voorbeeld vindt door de schuldhulpverlener doorverwijzing plaats naar bijvoorbeeld GGZ Midden-Holland (instelling voor geestelijke gezondheidszorg) en Humanitas voor beschermingsbewind en budgetbeheer. Zodra de klant door begeleiding van deze instanties stabiel is, zal de schuldhulpverlener een schuldregeling opzetten om de klant schuldenvrij te maken.

 

Het is van belang dat dus individueel maatwerk wordt geleverd door de schuldhulpverlenende organisatie. Dit wordt ook benadrukt in de Memorie van Toelichting van de wet. Iedere casus staat op zich en de schuldhulpverlener moet zich vergewissen van alle factoren die van invloed zijn op de schuldsituatie.

 

Gemeente Zuidplas is aspirant-lid van de NVVK, de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. Aangesloten organisaties conformeren zich aan de richtlijnen NVVK, waaronder de gedragscode schuldregeling. Het gaat hierbij om evenredige belangenbehartiging bij schuldbemiddeling en het doorlopen van het gehele proces schuldregeling.

 

Artikel 4. Verplichtingen

Het slagen van een schuldhulpverleningstraject behoort tot de verantwoordelijkheid van de verzoeker. Daarom zijn het tijdig en volledig aanleveren van de benodigde informatie alsmede het verlenen van volledige medewerking opgenomen als verplichtingen. Het niet voldoen aan deze verplichtingen leidt tot weigeren of beëindigen van schuldhulpverlening. Het bepaalde in het eerste lid is overgenomen uit de wet (artikel 6 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening). In principe hoeft dit niet in de beleidsregels te worden opgenomen omdat het al in de wet staat. Door dit toch te doen zijn alle verplichtingen in dit artikel van de beleidsregels bij elkaar geplaatst. Dit geeft duidelijkheid voor de uitvoering van de schuldhulpverlening.

 

Artikel 5. Weigeren en beëindigen van schuldhulpverlening

Het eerste lid behoeft geen toelichting. Het tweede lid verplicht het college een hersteltermijn te bieden alvorens de schuldhulpverlening te weigeren of te beëindigen. De hersteltermijn is maximaal 4 weken. Aan de hand van de situatie beoordeelt de schuldhulpverlener gemotiveerd de hersteltermijn. De geboden hersteltermijn is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Deze hersteltermijn kan aan de klant zowel mondeling als schriftelijk kenbaar worden gemaakt waarbij de laatste de voorkeur geniet.

 

Artikel 6. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt duidelijk aangegeven in welke gevallen de schuldhulpverlening wordt beëindigd.

  • a)

    De gemeente Zuidplas voert de schuldhulpverlening uit jegens haar inwoners. Indien een klant verhuist naar een andere gemeente, wordt de schuldhulpverlening beëindigd.

  • b)

    Schuldhulpverlening is individueel maatwerk. In een plan van aanpak cq. trajectplan worden de activiteiten beschreven die nodig zijn om de problemen op te lossen. Er wordt toegewerkt naar bepaalde (traject)doelen, bijvoorbeeld een schuldenvrije situatie op enig moment en het zelfstandig kunnen omgaan met geld. Op het moment dat deze doelen zijn bereikt is schuldhulpverlening niet meer noodzakelijk en kan het worden beëindigd. Bijvoorbeeld als een schuldregeling leidt tot een schuldenvrije situatie en de klant vanaf dat moment zelfstandig zijn inkomen en uitgaven in evenwicht kan houden, wordt het schuldhulpverleningstraject beëindigd.

  • c)

    In een schuldhulpverleningstraject zal een klant altijd mee moeten werken aan de oplossing van zijn schuldsituatie. Zijn beschikbare afloscapaciteit zal hij moeten aanwenden om zijn schulden af te lossen, geheel dan wel gedeeltelijk, in ieder geval conform de regeling. Wanneer in een schuldhulpverleningstraject een betalingsakkoord wordt getroffen met de schuldeisers dan zal over het algemeen de klant gedurende een periode van 36 maanden (of zelfs langer) zijn inkomsten dat boven het vrij te laten bedrag ligt, zijnde de afloscapaciteit, moeten gebruiken om zijn schuldeisers af te betalen. Indien een klant besluit om zijn aflossingen te staken dan is het betalingsakkoord niet langer van kracht. De schuldhulpverlening wordt vervolgens beëindigd en schuldeisers worden in kennis gesteld van de (reden van) beëindiging.

  • d)

    Het toekenningsbesluit schuldhulpverlening wordt ingetrokken indien achteraf blijkt dat de aanvrager bij zijn aanvraag onjuiste informatie heeft overgelegd en als dit bij de aanvraag bekend zou zijn geweest er een ander besluit zou zijn genomen. Bijvoorbeeld als een klant tijdens de intake ontkennend antwoord geeft op de vraag of hij in aanraking is geweest met justitie en achteraf blijkt dat dit wel het geval is geweest en nog een straf moet uitzitten.

  • e)

    Agressie jegens medewerkers wordt niet getolereerd. Wanneer een klant zich misdraagt, gedrag vertoont dat in het normale menselijke verkeer onacceptabel is, in welke vorm dan ook, wordt de schuldhulpverlening beëindigd. Dit sluit aan op eerder vastgesteld (agressie)beleid op het terrein van dienstverlening werk en inkomen.

  • f)

    Tijdens een schuldhulpverleningstraject leren klanten ook vaardigheden om beter met geld om te kunnen gaan, bijvoorbeeld door middel van budgetcoaching. Indien blijkt dat tijdens een traject de klant zelf inmiddels in staat wordt geacht om zijn schulden te regelen en zijn financiën te beheren, is schuldhulpverlening niet langer noodzakelijk en kan het traject worden beëindigd. Of een onderdeel daarvan, bijvoorbeeld budgetbeheer of budgetcoaching.

  • g)

    Bij schuldhulpverlening is individueel maatwerk geboden. Persoonlijke omstandigheden kunnen echter wijzigen gedurende een schuldhulpverleningstraject. De schuldhulpverlener moet dan beoordelen of de geboden hulpverlening nog langer passend is.Bijvoorbeeld als er een schuldhulpverleningstraject is ingezet ten behoeve van een gezamenlijke huishouding en gedurende het traject vindt een scheiding plaats tussen de partners.

Artikel 7. Recidive

Bij dit artikel speelt niet alleen het principe van eigen verantwoordelijkheid een rol maar eveneens de prioriteitsstelling. ‘Draaideur’-klanten vereisen veel tijd, organisatie en formatie. Het al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dient mede tegen deze achtergrond te worden geplaatst. Het aanbod van informatie, advies en doorverwijzing kan bij deze klanten altijd worden gedaan. Hierbij hoort ook verwijzing naar private schuldbemiddeling. Schuldhulpverlening wordt in ieder geval geweigerd als er sprake is van fraude en in verband hiermee een strafrechtelijke veroordeling heeft plaatsgevonden of een bestuurlijke boete is opgelegd. Dit sluit aan op het wetsvoorstel Aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving.

 

Artikel 8. Hardheidsclausule

Er kunnen zeer bijzondere gevallen zijn om juist van deze beleidsregels af te wijken. Bijvoorbeeld als er sprake is van een situatie waarin jonge (inwonende minderjarige) kinderen de dupe kunnen worden. Bij een dreigende situatie als woningontruiming en afsluiting van energie moeten kinderen beschermd kunnen worden als zij het slachtoffer dreigen te worden van de problematische schuldsituatie van hun ouders. Met dit artikel geeft het college zichzelf de ruimte om in zulke gevallen af te wijken van deze beleidsregels.

 

Artikel 9 en 10.

Deze artikelen spreken voor zich en behoeven geen toelichting.

Naar boven