9e wijziging van de Nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop

Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop,

 

overwegende:

  • -

    dat de gemeenteraad de verordening Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2015 op 16 oktober 2014 heeft vastgesteld;

besluit vast te stellen de:

 

9e wijziging van de Nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop

ARTIKEL I  

De nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop worden als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 2

  • 1.

    De tekst van lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

    De inwoner naar het oordeel van het integraal ondersteuningsteam voldoende in staat geacht wordt om, al dan niet met ondersteuning van mensen uit zijn sociaal netwerk, een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, de taken, die aan het pgb verbonden zijn, op een verantwoorde manier uit te voeren conform de checklist pgb-vaardigheid (www.overheid.nl/pgb).

  • 2.

    Lid 6 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    Het pgb is bedoeld om ondersteuning in te kopen. Hierbij gelden een aantal aanvullende voorwaarden:

    • a.

      Het pgb mag niet (apart) besteed worden aan reiskosten voor hulpverleners, administratiekosten, bemiddelingskosten of kosten voor belangenbehartiging.

    • b.

      Vervoerskosten van de inwoner van en naar dagactiviteiten zijn onderdeel van het pgb conform artikel 6 lid 4 van de Nadere regels.

    • c.

      Budgethouders kunnen geen vaste maandlonen afspreken met hun zorgverleners, omdat anders onvoldoende kan worden nagegaan of het PGB doelmatig wordt gebruikt.

    • d.

      Een feestdagenuitkering kan niet uit het PGB worden betaald.

    • e.

      Een verantwoordingsvrij bedrag wordt niet bij een PGB gehanteerd.

B

Artikel 6

 

  • 1.

    In lid 1 wordt de zinsnede: “De aard van de benodigde ondersteuning voor de inwoners leidend voor het bepalen van tarief …” vervangen door: “De aarde van de benodigde ondersteuning voor de inwoners is leidend voor het bepalen van het tarief ….

  • 2.

    In lid 2 worden de genoemde bedragen als volgt gewijzigd:

    Het maximale tarief voor begeleiding is:

    • a.

      € 21 blijft € 21 per uur

    • b.

      € 37,82 wordt vervangen door € 39,14 per uur

    • c.

      € 56,72 wordt vervangen door € 58,69 per uur

  • 3.

    De tekst van lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

    Het maximale tarief voor dagactiviteiten is:

    • a.

      € 12,09 per uur of € 48,36 per dagdeel als dagbesteding geboden wordt door een professional en de groepsgrootte groter dan vijf personen is of kan zijn;

    • b.

      € 14,95 per uur of € 59,82 per dagdeel als dagbesteding geboden wordt door een specialist en de groepsgrootte is kleiner dan vijf personen vanwege de aanwezige problematiek.

  • 3.

    De tekst van lid 5 wordt vervangen door de volgende tekst:

    Het maximale tarief voor kortdurend verblijf is:

    € 106,22 per dag als kortdurend verblijf geboden wordt door een professional.

    Een tarief voor een specialist is niet van toepassing bij kortdurend verblijf.

  • 4.

    In lid 6 worden de genoemde bedragen als volgt gewijzigd:

    Het maximale tarief voor persoonlijke verzorging is:

    • a.

      ongewijzigd

    • b.

      € 28,93 per uur wordt vervangen door € 29,94

    • c.

      € 41,15 per uur wordt vervangen door € 42,58

  • 5.

    In lid 7 worden de genoemde bedragen als volgt gewijzigd:

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt:

    • a.

      € 21,49 per uur wordt vervangen door € 21,73 per uur;

    • b.

      € 22,22 per uur wordt vervangen door € 22,46 per uur;

    • c.

      ongewijzigd

C

Hoofdstuk 5 Specifieke bepalingen Wmo

  • 1.

    Paragraaf 5.9 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    “Aanvullende voorwaarden maatwerkvoorziening Ondersteuning met wonen en Opvang”

  • 2.

    Artikel 31 d wordt toegevoegd en luidt als volgt:

Lid 1. Het college beoordeelt:

  • a.

    in het kader van de landelijke toegankelijkheid voor de cliëntgroep Ondersteuning met wonen Opvang in hoeverre de gemeente de meest aangewezen gemeente is om de huisvesting te verlenen.

  • b.

    in hoeverre de benodigde opvang en/of ondersteuning onderdeel is van de specialistische maatschappelijke zorg.

Lid 2. De specialistische maatschappelijke zorg omvat:

  • a.

    Specialistische opvang- en woonvoorzieningen: 24/7 uurs aanwezige opvang of wonen met ondersteuning aan inwoners met GGZ problematiek i.c.m. verslaving, gedragsproblematiek, licht verstandelijke beperking en/of somatische problematiek.

  • b.

    Traject woonbegeleiding ouder-kind: 24-uurs oproepbare en/of aanwezig ondersteuning aan jongvolwassen ouders (of zwangere) met GGZ- problematiek, al dan niet met bijkomende problematiek.

  • c.

    Traject woonbegeleiding na verslavingsbehandeling: ondersteuning aan inwoners met problematiek op het gebied van GGZ, al dan niet i.c.m. een licht verstandelijke beperking, die na het volgen van een detox-traject behoefte hebben aan een nazorgtraject in geclusterde setting gericht op omgang met hun verslavingsgevoeligheid.

  • d.

    Opvang voor inwoners die zich buiten kantoortijden melden én in het kader van de koude- en hitteregeling.

  • e.

    Indien sprake is van bovenstaande, wordt via het team een aanvraag bij Gemeente Leiden ingediend. Gemeente Leiden is namens de gemeenten van Holland Rijnland verantwoordelijk voor de uitvoering van de specialistische maatschappelijke zorg.

Lid 3 Op basis van het gesprek over de hulpvraag wordt per leef- en resultaatgebied een inschatting gemaakt over de intensiteit van de ondersteuning die nodig is:

  • a.

    Activering leefgebieden:

    • a.

      Zelfzorg en gezondheid: gericht op het versterken van de vaardigheden van Inwoner ten aanzien van fysieke en mentale gezondheid (voeding, gedrag, gebruik verdovende middelen) en persoonlijke hygiëne. Er wordt onderscheid gemaakt tussen psychische en lichamelijke gezondheid.

    • b.

      Geldzaken: gericht op het verkrijgen van een stabiele financiële situatie met een toereikend inkomen voor levensonderhoud.

    • c.

      Sociaal en persoonlijk functioneren: gericht op het verkrijgen van wederkerige verbindingen, een betrokken leefomgeving, steun van anderen en het tegengaan van eenzaamheid.

  • b.

    Sociaal beheer: gaat om de mate van aanwezigheid van begeleiding overdag (tussen 07:00 en 23:00) op afroep, op gezette tijden binnen een woonvoorziening of doorlopend:

    • a.

      Trede 1: ondersteuning die op afroep (binnen 30 minuten aanwezig) of gedurende de week en in het weekend overdag op gezette tijden een oogje in het zeil houdt, poolshoogte neemt bij cliënten die zelfstandig wonen of in een geclusterde woonvoorziening en op deze momenten aanspreekbaar is voor vragen van cliënten, 7 dagen per week. Deze trede is alleen van toepassing in de Rijnstreek wanneer een woning, bestemd voor de taak Opvang, (tijdelijk) ingezet wordt voor OMW.

    • b.

      Trede 2: ondersteuning die op afroep en op vaste tijden gedurende de dag (meestal ’s ochtends en ’s avonds) aanwezig is op een locatie, aanspreekbaar is voor bewoners en ondersteuning biedt bij het (samen)wonen, 7 dagen per week.

    • c.

      Trede 3: ondersteuning die gedurende de hele dag (7.00 tot 23.00 uur), aanwezig is op een locatie, aanspreekbaar is voor bewoners en ondersteuning biedt bij het (samen)wonen, 7 dagen per week.

  • c.

    Veiligheid (mate van aanwezigheid in de nacht, tussen 23:00 en 07:00): gaat om de mate van oproepbaarheid/aanwezigheid van begeleiding in de nacht en weekenden (tussen 23:00 en 07:00):

    • a.

      Trede 1: oproepbare ondersteuning (binnen 30 minuten aanwezig in de nacht, 7 dagen per week.

    • b.

      Trede 2: aanwezigheid direct oproepbare zorgprofessional in de nacht (slapend), 7 dagen per week.

    • c.

      Trede 3: aanwezigheid wakkere wacht; zorgprofessional die toezicht houdt, 7 dagen per week.

  • d.

    Huisvesting: gericht op het verzorgen van de kosten van het wonen (huisvestingslasten, nutsvoorzieningen) en hotelmatige kosten (voeding, schoonmaak, was).

Lid 4 De optelsom van de intensiteiten, de doelen die hieraan gekoppeld zijn en de duur van de benodigde opvang en/of ondersteuning worden vastgelegd in het integraal plan.

 

D

Artikel 32

 

  • 1.

    Lid 3 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    Indien de belanghebbende gedurende drie maanden na oplegging van de maatregel de gewenste gedragsverandering ten uitvoer heeft gebracht, kan het college individueel afwijken van lid 1 en 2 van dit artikel.

  • 2.

    Lid 4 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    Het college kan bijstandsgerechtigden na de eerste toekenning van de individuele inkomenstoeslag, bij ongewijzigde omstandigheden, na 12 maanden opnieuw een individuele inkomenstoeslag toekennen.

E

Artikel 34

 

  • 1.

    Lid 2 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    Als er sprake is van toekenning van periodieke bijzondere bijstand kan van lid 1 worden afgeweken, waarbij het college de draagkrachtperiode gelijkstelt aan de toekenningsperiode, met een minimum van 3 maanden en een maximum van 18 maanden.

  • 2.

    Lid 2 wordt vernummerd naar lid 3

  • 3.

    Lid 3 wordt vernummerd naar lid 4 en luidt als volgt:

F

Artikel 35

 

  • 1.

    De tekst van lid 4 wordt vervangen door de volgende tekst:

    Middelen die niet tot het inkomen gerekend worden op basis van artikel 31 lid 2 zijn:

    • a.

      de oudedagsvoorziening als bedoeld in artikel 33 lid 5 Participatiewet en;

    • b.

      de individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet;

  • Deze middelen worden voor de draagkrachtberekening niet meegenomen.

 

  • 2.

    Lid 6 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    Onder de buitengewone lasten genoemd in lid 5 onder b wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      de gemiste huurtoeslag en zorgtoeslag ten gevolge van het inkomen.

    • b.

      het boetebedrag van de bestuurlijke premie CAK.

    • c.

      het i ngehouden bedrag executoriaal of vereenvoudigd beslag.

    • d.

      De CAK bijdrage bij verblijf in een instelling

G

Artikel 36

 

  • 1.

    De tekst van lid 4 vervalt.

  • 2.

    Lid 6 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    Bij toekenning van periodieke en incidentele bijzondere bijstand wordt de draagkracht eerst verrekend met de periodieke kosten, blijft er draagkracht over wordt deze verrekend met de incidentele bijzondere bijstand

  • 3.

    Lid 6 wordt vernummerd naar lid 7.

H

Artikel 37

 

Lid 4 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

Bij een verhuizing naar Nieuwkoop vanuit een gemeente waarmee Nieuwkoop voor de uitvoering van de Participatiewet een dienstverleningsovereenkomst heeft afgesloten, stelt het college het vermogen niet opnieuw vast indien de samenstelling van het huishouden niet wijzigt als gevolg van deze verhuizing.

 

I

Artikel 42

 

  • 1.

    In lid 1, onder a, wordt de zinsnede: “het inkomen in de periode van drie jaar voorafgaande aan de aanvraag niet hoger is …..” vervangen door: “het inkomen in de periode van drie jaar voorafgaand aan de aanvraag gemiddeld niet hoger is ……

  • 2.

    De tekst van lid 4 wordt vervangen door de volgende tekst:

    In afwijking van lid 1 sub a wordt het inkomen gelijkgesteld met de van toepassing zijnde bijstandsnorm voor:

    • a.

      de persoon in fase 2 en 3 van een minnelijk schuldhulpverleningstraject of van de persoon die deelneemt aan een traject wettelijke schuldsanering gedurende dit traject.

    • b.

      de persoon op wiens inkomen beslag ligt.

  • 3.

    Lid 5 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    In geval bij een gezamenlijke huishouding een van beide personen een traject SHV of WSNP volgt of op het inkomen van een van beide personen beslag ligt, dient het gezamenlijke inkomen te voldoen aan het gestelde in lid 1.

J

Artikel 45

 

  • 1.

    In lid 1, onder a, wordt de zinsnede: “het gezamenlijk inkomen niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm …” vervangen door: “het gezamenlijk inkomen niet hoger is dan 130% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm…..

  • 2.

    De tekst van lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

    Het college verstrekt bij een inkomen komen niet hoger dan 110% van het sociaal minimum een bijdrage die gelijk is aan 100% van de premie voor de aanvullende Standaard verzekering en 70% van de premie voor de aanvullende Top verzekering.

  • 3.

    Lid 4 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    Bij een inkomen hoger dan 110% maar niet hoger dan 130% verstrekt het college een bijdrage die gelijk is aan 50% van de premie voor de aanvullende standaard verzekering en 40% van de premie voor de aanvullende top verzekering.

  • 4.

    Lid 5 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    deze regeling geldt voor de groep bedoeld onder lid 4 tot en met 31 december 2024.

K

Artikel 46b Maatwerk bij verlening van bijzondere bijstand wordt toegevoegd en luidt als volgt:

  • 1.

    Als naar oordeel van het college dringende omstandigheden aanwezig worden geacht om de alleenstaande of het gezin financiële ondersteuning te bieden, terwijl de kosten deze financiële ondersteuning te verstrekken niet of niet geheel aangemerkt kunnen worden als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, zoals bedoeld in artikel 35 van de Participatiewet, kan er ook sprake zijn van een noodzaak tot verlening van bijzondere bijstand als door deze bijzondere bijstand:

    • a.

      hogere maatschappelijke kosten voor de gemeente in de toekomst worden voorkomen;

    • b.

      een doorbraak wordt geforceerd in de omstandigheden van de persoon of het gezin of de situatie van de persoon of het gezin significant verbetert en de zelfredzaamheid daardoor wordt vergroot;

    • c.

      escalatie van de problematiek, waar de persoon of het gezin mee wordt geconfronteerd, wordt opgelost dan wel wordt voorkomen.

  • 2.

    Als maatwerk in de vorm van bijzondere bijstand nodig is, dient aan tenminste twee van de drie voorwaarden, zoals genoemd in het eerste lid, te worden voldaan.

  • 3.

    De te verstrekken bijzondere bijstand is aanvullend op de middelen waarover belanghebbende de beschikking heeft om in de betreffende kosten te voorzien en richt zich op de goedkoopste adequate voorziening.

  • 4.

    De in het eerste lid bedoelde bijzondere bijstand kan ook betrekking hebben op kosten die gerekend worden tot de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan, waarvoor in beginsel geen bijzondere bijstand wordt verstrekt.

  • 5.

    De bijzondere bijstand wordt zo mogelijk in natura verstrekt.

L

Artikel 46c. “Draagkrachtbepalingen voor de verlening van maatwerk” wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

  • 1.

    Als bijzondere bijstand noodzakelijk is op grond van artikel 46a, wordt geen toepassing gegeven aan de draagkrachtbepalingen, genoemd in artikel 34 tot en met 37.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid:

    • a.

      wordt een bedrag aan liquide middelen gelijk aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm, zoals bedoeld in artikel 5 lid c Participatiewet inclusief vakantiegeld, vrijgelaten om te kunnen voorzien in de dagelijkse kosten van het levensonderhoud.

    • b.

      worden de middelen, zoals genoemd in artikel 31 tweede lid van de Participatiewet, tot de middelen van belanghebbende gerekend.

    • c.

      wordt de vermogensgrens, zoals genoemd in artikel 34 tweede lid onder b van de Participatiewet, op nul gesteld.

M

Artikel 46d “Verplichtingen verbonden aan de bijstand die als maatwerk wordt verstrekt” wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

  • 1.

    Het voorkomen dat belanghebbende binnen afzienbare tijd weer terugvalt in de situatie voor aanvang van de bijstandsverlening, zoals het accepteren van begeleiding in het beheer van de financiën;

  • 2.

    Beheersing van de Nederlandse taal of specifieke computervaardigheden die nodig zijn om de financiën te kunnen beheren;

  • 3.

    Begeleiding die voor belanghebbende van belang wordt geacht om een stabiele situatie te bereiken of in stand te houden.

N

Artikel 48 c

 

De tekst van lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

Voor de vaststelling van de waarde, als bedoeld in het eerste lid, gaat het college uit van de meest recente beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) en stelt het college na de datum van aanvang de uitkering elke drie jaar opnieuw vast.

 

O

Artikel 49 Begrippen

 

In artikel 49 worden de onderdelen d t/m g toegevoegd en deze luiden als volgt:

  • a.

    Budgetcoaching (zonder problematische schuldsituatie): het begeleiden van klanten met als doel om financiële kennis en vaardigheden bij te brengen zodat ze weer zelfstandig hun eigen geldzaken kunnen beheren.

  • b.

    Voortraject: is het in evenwicht brengenen houden van inkomsten en uitgaven van iemand met schulden als een schuldregeling (nog) niet mogelijk lijkt. Met de inzet van het Voortraject zorgt de schuldhulpverlener dat iemands financiële omstandigheden niet verder verslechteren, soms als onderdeel van een hulpverleningsketen.

  • c.

    Schuldregeling: het traject waarbij betalingsafspraken gemaakt worden tussen de klant en de schuldeisers. De klant zal gedurende maximaal 36 maanden zijn schuldeisers afbetalen volgens de berekening van het Vrij te laten Bedrag. De schuldeisers verlenen kwijting van de overgebleven schuld na 36 maanden aflossing of na uitbetaling van het saneringskrediet.

  • d.

    Budgetbeheer en budgetcoaching (met problematische schulden). Het tijdelijk overnemen van de financiën en het betalen van (een deel van) de vaste lasten van de klant. Gedurende het budgetbeheer wordt budgetcoaching ingezet zodat financiële kennis en vaardigheden aangeleerd worden. Daarna kan de klant weer zelfstandig zijn eigen geldzaken beheren.

P

Artikel 49b Adviesgesprek wordt vernummerd naar artikel 49d Adviesgesprek

 

Q

Artikel 49c Aanvraag schuldhulpverlening wordt vernummerd naar artikel 49b, de tekst wordt gewijzigd en luidt als volgt:

Schuldhulpverlening wordt óf mondeling aangevraagd óf aangevraagd door het inleveren van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier. Door middel van een beschikking wordt belanghebbende op de hoogte gesteld van de beslissing op de aanvraag.

 

R

Artikel 49d Producten schuldhulpverlening wordt vernummerd naar artikel 49c, de tekst wordt gewijzigd en luidt als volgt:

 

Producten die de gemeente aanbiedt zijn onder meer:

  • a.

    Adviesgesprek

  • b.

    Budgetcoaching voor inwoners zonder problematische schulden

  • c.

    voortraject

  • d.

    intakefase

  • e.

    schuldregeling

  • f.

    budgetbeheer en budgetcoaching (met problematische schulden)

  • g.

    verklaring Wsnp

S

Artikel 49eBudgetbeheer en budgetcoaching” wordt vernummerd naar artikel 49i

 

Lid 1 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

“Het college voert budgetbeheer en budgetcoaching uit conform de Gedragscode Schuldhulpverlening van de NVVK en de modules Budgetbeheer en Budgetcoaching ”.

 

Lid 2 wordt vernummerd naar lid3

 

Lid 3 wordt vernummerd naar lid 4

 

Lid 4 wordt vernummerd naar lid 5

 

T

Artikel 49fSchuldregeling” wordt vernummerd naar artikel 49h

 

  • 1.

    Lid 1 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

    “Lid 1 het college voert de dienstverlening schuldregeling uit conform de Gedragscode Schuldhulpverlening van de NVVK en de module Schuldregeling.

  • 2.

    Lid 1 wordt vernummer naar lid 2

  • 3.

    Lid 2 wordt vernummerd naar lid 3. De tekst wordt gewijzigd en luidt als volgt: Schulden in de privésfeer worden meegenomen als de schuld aannemelijk is. Hiervoor moet worden aangetoond dat de schuldeiser een lening heeft verstrekt aan belanghebbende en dat hij deze schuld terug moet betalen.

U

Artikel 49gVerklaring Wet schuldsanering natuurlijke personen” wordt vernummerd naar Artikel 49jVerklaring Wet schuldsanering natuurlijke personen”.

 

V

Artikel 49hVerplichtingen” wordt vernummerd naar artikel 49kVerplichtingen”.

 

W

Artikel 49i “Afwijzing of beëindiging schuldhulpverlening” wordt vernummerd naar artikel 49lAfwijzing of beëindiging schuldhulpverlening”.

 

X

Artikel 49jUitsluiting schuldhulpverlening” wordt vernummerd naar Artikel 49mUitsluiting schuldhulpverlening”.

 

Y

Artikel 49e “Budgetcoaching (zonder problematische schulden)” wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

Lid 1 Het college voert budgetcoaching voor inwoners zonder problematische schulden uit conform de Gedragscode Schuldhulpverlening van de NVVK en de module Budgetcoaching.

 

Lid 2 Het college zet deze vorm van budgetcoaching alleen in bij inwoners zonder problematische schulden.

 

Z

Artikel 49f “Voortraject (Duurzame Financiële Dienstverlening DFD)” wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

“Lid 1 Het college voert het Voortraject (Duurzame Financiële Dienstverlening DFD) uit conform de Gedragscode Schuldhulpverlening van de NVVK en de module Duurzame Financiële Dienstverlening.

 

Lid 2 Het traject als bedoeld in lid 1 duurt in beginsel zes maanden”.

 

ZZ

Artikel 49g “Intakefase” wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

“Het college voert de intakefase uit conform de Gedragscode Schuldhulpverlening van de NVVK en de module Intake

  • a.

    de intakefase start na de aanmelding en het afgeven van de toelatingsbeschikking met het plan van aanpak op hoofdlijnen.

  • b.

    tijdens de intakefase wordt er bekeken welke instrumenten, ondersteuning, activiteiten en gegevens nodig zijn om de inwoner te helpen om een duurzaam financieel evenwicht te bereiken”.

ARTIKEL II  

Deze 9e wijziging van de nadere regels Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop treden in werking op 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 20 december 2022.

Burgemeester en wethouders van Nieuwkoop

N. Caspers

secretaris

R.J. van Duijn

burgemeester

Naar boven