Gemeenteblad van Voorschoten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voorschoten | Gemeenteblad 2023, 104781 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voorschoten | Gemeenteblad 2023, 104781 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
De eerste wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorschoten 2014
De raad van de gemeente Voorschoten:
Gelet op de Wet op het primair onderwijs, artikel 4, lid 1, de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 4 lid 1; de Wet op de Expertisecentra, artikel 4 lid 1;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van dinsdag 8 november 2022;
Gezien het advies van de Commissie Mens en Samenleving van 24 november 2022 en het gewijzigde voorstel na de raadsvergadering van 8 december 2022;
Gelet op het door de raad aangenomen amendement 179;
De eerste wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorschoten 2014 vast te stellen.
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
Een nieuwe definitie “gehandicapte leerling” wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:
gehandicapte leerling: een leerling als bedoeld in dit artikel, die door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuigelijke of psychische handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.
Een nieuwe definitie “OOGO” wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:
OOGO: het Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen het samenwerkingsverband en de gemeenten binnen het samenwerkingsverband en de gemeenten binnen het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, negende lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 17a, negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Een nieuwe definitie “opstapplaats” wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:
opstapplaats: plaats aangewezen door burgemeester en wethouders, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer. De opstapplaats bevindt zich op een veilige en beschutte locatie en op een redelijke loopafstand van de woning van de leerling en biedt voldoende ruimte voor een eventuele begeleider.
Definitie “vervoer” wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt.
Een nieuw artikel 2 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:
Deze verordening heeft tot doel op basis van een beoordeling op grond van in de verordening bepaalde criteria en op basis van een onderzoek naar de individuele situatie van de leerling een gehele of gedeeltelijke bekostiging toe te kennen aan de ouders voor het goedkoopst passend vervoer van de leerling van de woning dan wel de opstapplaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling en terug met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 3 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan in de gemeente waar de leerling zijn woning heeft, door indiening bij burgemeester en wethouders van een volledig ingevuld en door de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling ondertekend papieren of digitaal formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.
Een nieuw artikel 4 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:
Artikel 4. Gesprek over zelfstandigheid en zelfredzaamheid bij de aanvraag
Wanneer de leerling de leeftijd van negen jaar bereikt, kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de ouders, desgewenst de leerling en in samenhang met het ontwikkelingsperspectief een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan opstellen, waarin de weg naar zelfstandig reizen naar school wordt beschreven alsmede de mogelijkheden van de leerling. Dit plan maakt onderdeel uit van het besluit.
Een nieuw artikel 5 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:
Artikel 5. OOGO met het samenwerkingsverband
Artikel 6 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Als burgemeester en wethouders toepassing geven aan het eerste lid, verlangen burgemeester en wethouders van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.
Artikel 7 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:De ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van wijziging, direct schriftelijk mede te delen aan burgemeester en wethouders.
Artikel 7 lid 3 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Als de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kennen burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Burgemeester en wethouders delen het besluit schriftelijk mee aan de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling.
Artikel 7 lid 4 (nieuw) wordt vernummerd tot artikel 7 lid 6 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuw verstrekte vervoersvoorziening.
Artikel 8 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning van de leerling dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee brengt en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Artikel 3 lid 2 (oud) komt te vervallen en aan artikel 8 (nieuw) wordt een nieuw lid 2 toegevoegd en komt te luiden als volgt:
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, ontstaat niet eerder een aanspraak op een vervoersvoorziening dan dat de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling de keuze voor de toegankelijke school schriftelijk hebben gemeld.
Artikel 3 lid 3 (oud) komt te vervallen en artikel 9 lid 3 (oud) wordt vernummerd tot artikel 8 lid 3 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande leden wordt eveneens een vervoersvoorziening verstrekt over de afstand tussen de woning of de opstapplaats en:
Artikel 9 lid 4 (oud) wordt vernummerd tot artikel 8 lid 4 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Als de ouders vanwege een specifieke onderwijskundige behoefte van de leerling een vervoersvoorziening aanvragen naar een school op een grotere afstand, dan de dichtstbijzijnde toegankelijke school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen, wordt deze slechts toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Artikel 12 en 18 lid 1 aanhef en onder d (oud) worden samen vernummerd tot artikel 9 lid 2 (nieuw) en wordt gewijzigd komt als volgt te luiden:
In afwijking van het eerste lid wordt geen afstandsgrens gehanteerd wanneer aan burgemeester en wethouders genoegzaam is aangetoond dat het een gehandicapte leerling betreft. Zo nodig kunnen burgemeester en wethouders hierover advies vragen aan een onafhankelijk medisch deskundige. De deskundige betrekt in zijn advies de mogelijkheden van de gehandicapte leerling om zelfstandig, al dan niet met begeleiding, met de fiets of het openbaar vervoer te reizen.
Een nieuw artikel 13 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:
Artikel 13. Schooltijden en wachttijden
Ingeval er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden, kunnen burgemeester en wethouders besluiten met de inzet van het aangepast vervoer een wachttijd aan te houden van één of meerdere lesuren, om zodoende aan te sluiten op het reguliere leerlingenvervoer.
Het aangepast vervoer op schooldagen en schooltijden die afwijken van de in de schoolgids genoemde dagen en tijden wordt niet bekostigd, tenzij de ouders bewijs overleggen waaruit blijkt dat de structurele handicap van een leerplichtige leerling de aansluiting op de standaard schooltijden onmogelijk maakt.
Een nieuw artikel 14 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:
Artikel 14 Tijdelijk verblijf buiten de gemeente
Het besluit waarin de vervoersvoorziening is toegekend voorafgaand aan een tijdelijke vervoersvoorziening wordt opgeschort met ingang van de datum van tijdelijk verblijf buiten de gemeente en herleeft weer zodra de leerling terugkeert in de gemeente, tenzij de geldigheidsduur van dit besluit is verstreken.
Artikel 17 (nieuw) is gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Als aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekken burgemeester en wethouders de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets.
Artikel 12 (oud) en artikel 18 (oud) zijn samen verworden tot artikel 19 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Artikel 19. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
Burgemeester en wethouders verstrekken een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school bezoekt, als:
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de artikelen 17 of 18 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 18 en door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
Artikel 20 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd (waarbij artikel 13 lid 5 (oud) is opgenomen in 20 lid 2 onder a) en komt te luiden als volgt:
Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
een bedrag op basis van de kosten van het vervoer per fiets voor de leerling zonder begeleiding, als aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets al dan niet met begeleiding. De kilometervergoeding voor de fiets is 9 cent per kilometer gemeten langs de kortste afstand.
Artikel 20 lid 3 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Artikel 20 lid 4 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging van burgemeester en wethouders ontvangen, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verstrekt.
Een nieuw artikel 21 wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:
Artikel 21 Bekostiging andere passende vervoersvoorziening
Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kunnen burgemeester en wethouders na overleg met de ouders een bekostiging verstrekken voor een andere passende voorziening, die goedkoper is dan of gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer.
Artikel 22 lid 1 (nieuw (voorheen artikel 20 oud)) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Met inachtneming van artikel 8 kennen burgemeester en wethouders desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft.
Artikel 22 lid 2 (nieuw (voorheen artikel 21 lid 1 oud)) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Burgemeester en wethouders kennen aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Artikel 22 lid 3 (nieuw (voorheen artikel 21 lid 2 oud)) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Burgemeester en wethouders kennen aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer,
gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 23 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen samen meer bedraagt dan € 27.900,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van de leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 bepaalde afstand te boven gaat.
Artikel 23 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage. Deze bijdrage is gelijk aan de kosten van het openbaar vervoer over het artikel 9 bepaalde afstand, als het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 27.900,- per jaar, tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
Artikel 23 lid 3 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
De kosten voor het openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 9 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
Artikel 23 lid 4 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Het inkomensbedrag van € 27.900,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen voor volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 27.900,-.
Artikel 15 (oud) wordt vernummerd tot artikel 24 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Artikel 24. Eigen bijdrage in de vorm van een draagkrachtafhankelijke bijdrage
In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan twintig kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
BB (herplaatsen en herbenoemen paragrafen)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-104781.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.