De eerste wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorschoten 2014

De raad van de gemeente Voorschoten:

 

Gelet op de Wet op het primair onderwijs, artikel 4, lid 1, de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 4 lid 1; de Wet op de Expertisecentra, artikel 4 lid 1;

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van dinsdag 8 november 2022;

 

Gezien het advies van de Commissie Mens en Samenleving van 24 november 2022 en het gewijzigde voorstel na de raadsvergadering van 8 december 2022;

 

Gelet op het door de raad aangenomen amendement 179;

 

besluit:

 

De eerste wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorschoten 2014 vast te stellen.

Artikel I  

A.

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

     

    Definitie “aangepast vervoer” wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    vervoer per besloten busvervoer, schoolbusvervoer, taxi, taxibus, bustaxi of touringcar.

     

  • b.

     

    Definitie “commissie van onderzoek” komt te vervallen en is opgenomen in de definitie “ontwikkelingsperspectief”.

     

  • c.

     

    Definitie “commissie van begeleiding” komt te vervallen en is opgenomen in de definitie “ontwikkelingsperspectief”.

     

  • d.

     

    Een nieuwe definitie “deskundige” wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    deskundige: onafhankelijk medisch of pedagogisch deskundige, de school of de in het OOGO bepaalde onafhankelijke deskundige.

     

  • e.

     

    Een nieuwe definitie “gehandicapte leerling” wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    gehandicapte leerling: een leerling als bedoeld in dit artikel, die door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuigelijke of psychische handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

     

  • f.

     

    Definitie “leerling” wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    leerling: de leerling die is ingeschreven bij een school als bedoeld in dit artikel.

     

  • g.

     

    Een nieuwe definitie “OOGO” wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    OOGO: het Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen het samenwerkingsverband en de gemeenten binnen het samenwerkingsverband en de gemeenten binnen het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, negende lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 17a, negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

     

  • h.

     

    Definitie “ondersteuningsplan” komt te vervallen en is opgenomen in de definitie “OOGO”.

     

  • i.

     

    Definitie “opdc” komt te vervallen.

     

  • j.

     

    Definitie “openbaar vervoer” wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer.

     

  • k.

     

    Een nieuwe definitie “opstapplaats” wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    opstapplaats: plaats aangewezen door burgemeester en wethouders, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer. De opstapplaats bevindt zich op een veilige en beschutte locatie en op een redelijke loopafstand van de woning van de leerling en biedt voldoende ruimte voor een eventuele begeleider.

     

  • l.

     

    Definitie “samenwerkingsverband” wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    samenwerkingsverband:

    • 1.

      voor het primair onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs;

    • 2.

      voor het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 28a van de Wet op de expertisecentra; of

    • 3.

      voor het voortgezet onderwijs: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • m.

     

    Definitie “school” wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    school: de schoollocatie waar de leerling onderwijs volgt. Dit is:

    • 1.

      het primair onderwijs: basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;

    • 2.

      het speciaal onderwijs: school voor speciaal onderwijs of het speciaal onderwijs binnen een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;

    • 3.

      het voortgezet speciaal onderwijs: school voor voortgezet speciaal onderwijs binnen een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra; of

    • 4.

      het voortgezet onderwijs: school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • n.

     

    Definitie “stage” komt te vervallen.

     

  • o.

     

    Definitie “vervoer” wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt.

B.

 

  • a.

     

    Artikel 2 (oud) wordt vernummerd tot artikel 6 (nieuw).

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 2 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 2. Doelstelling

     

    Deze verordening heeft tot doel op basis van een beoordeling op grond van in de verordening bepaalde criteria en op basis van een onderzoek naar de individuele situatie van de leerling een gehele of gedeeltelijke bekostiging toe te kennen aan de ouders voor het goedkoopst passend vervoer van de leerling van de woning dan wel de opstapplaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling en terug met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

C.

 

  • a.

     

    Artikel 5 (oud) wordt vernummerd tot artikel 3 (nieuw) en het oude artikel 3 wordt vernummerd tot artikel 8 (nieuw).

     

  • b.

     

    Artikel 3 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan in de gemeente waar de leerling zijn woning heeft, door indiening bij burgemeester en wethouders van een volledig ingevuld en door de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling ondertekend papieren of digitaal formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

     

  • c.

     

    Artikel 3 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

     

  • d.

     

    Artikel 3 lid 3 (nieuw) wordt vernummerd tot artikel 3 lid 4.

     

  • e.

     

    Aan artikel 3 (nieuw) wordt een nieuw lid 3 ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    De gegevens voortvloeiend uit de aanvraag voor een vervoersvoorziening worden slechts gebruikt om de aanvraag te kunnen beoordelen en uitvoering te kunnen geven aan de vervoersvoorziening voor de leerling.

     

  • f.

     

    Artikel 3 lid 4 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders besluiten binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag voor een vervoersvoorziening.

     

  • g.

     

    Artikel 3 lid 5 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde besluitvormingstermijn met ten hoogste vier weken verdagen. Burgemeester en wethouders stellen de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

     

  • h.

     

    Artikel 3 lid 6 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als een vervoersvoorziening wordt toegekend geldt deze:

    • a.

      wanneer het een bekostiging betreft, met ingang van de door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat de datum niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag;

    • b.

      wanneer het aanbieding van aangepast vervoer betreft, met ingang van een datum die zo mogelijk aansluit bij de door de ouders verzochte datum.

D.

 

  • a.

     

    Artikel 4 (oud) is deels opgenomen in artikel 3 lid 6 (nieuw) en komt voor het overige te vervallen.

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 4 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 4. Gesprek over zelfstandigheid en zelfredzaamheid bij de aanvraag

    • 1.

      Bij de beoordeling van een aanvraag voor een vervoersvoorziening voor de leerling en eventueel een begeleider, wordt rekening gehouden met de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling en die van het gezin.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders kunnen bij een eerste aanvraag in een gesprek, met de ouders, desgewenst de leerling en een deskundige, de noodzakelijk te achten vervoersvoorziening onderzoeken als bedoeld in de onderzoeksfase.

    • 3.

      Bij gewijzigde omstandigheden kan het gesprek als bedoeld in het tweede lid opnieuw plaatsvinden.

    • 4.

      Burgemeester en wethouders betrekken in het gesprek tenminste de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling en de dichtstbijzijnde toegankelijke school als bedoeld in artikel 8.

    • 5.

      Wanneer de leerling de leeftijd van negen jaar bereikt, kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de ouders, desgewenst de leerling en in samenhang met het ontwikkelingsperspectief een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan opstellen, waarin de weg naar zelfstandig reizen naar school wordt beschreven alsmede de mogelijkheden van de leerling. Dit plan maakt onderdeel uit van het besluit.

    • 6.

      In het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan kunnen burgemeester en wethouders ondersteuning bieden om de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling te bevorderen.

E.

 

  • a.

     

    Artikel 5 (oud) wordt vernummerd tot artikel 3 (nieuw).

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 5 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 5. OOGO met het samenwerkingsverband

    • 1.

      Burgemeester en wethouders nemen het leerlingenvervoer op als vast agendapunt in het OOGO met het samenwerkingsverband.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders spannen zich in om in het OOGO met het samenwerkingsverband afspraken te maken over:

      • a.

        de spreiding van het onderwijsaanbod binnen het samenwerkingsverband en de vervoersmogelijkheden die hieruit voortvloeien;

      • b.

        de deskundige die burgemeester en wethouders adviseert over de vervoersmogelijkheden van een leerling en het proces dat hierbij gevolgd wordt. De deskundige betrekt in zijn advies de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling als bedoeld in artikel 4;

      • c.

        de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de verwijzing van de leerling naar de voor hem best passende school met dien verstande, dat slechts een vervoersvoorziening door burgemeester en wethouders wordt verstrekt naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school;

      • d.

        de wijze waarop scholen ondersteund kunnen worden in hun informatievoorziening over het leerlingenvervoer aan ouders;

      • e.

        de wijze waarop vorm wordt gegeven aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de vervoerskosten te beheersen;

      • f.

        de invulling en frequentie van een overleg als bedoeld in het derde lid.

    • 3.

      Burgemeester en wethouders organiseren periodiek een uitvoerend overleg met het samenwerkingsverband. In dit overleg worden de volgende onderwerpen besproken:

      • a.

        de ontwikkelingen in het onderwijs, het gemeentelijk beleid leerlingenvervoer en het samenwerkingsverband;

      • b.

        de wijze waarop situaties als genoemd in artikel 8, vierde lid, kunnen worden voorkomen, dan wel op te heffen en dit onderwijs bij de dichtstbijzijnde school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen, aangeboden kan worden.

F.

 

  • a.

     

    Artikel 6 (oud) wordt vernummerd tot artikel 7 (nieuw) en artikel 2 (oud) wordt vernummerd tot artikel 6 (nieuw) met gelijktijdige wijziging van de titel zodat deze komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 6 Algemene voorwaarden voor toekenning van de vervoersvoorziening

     

  • b.

     

    Artikel 6 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Ten behoeve van het schoolbezoek kennen burgemeester en wethouders aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerling op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

     

  • c.

     

    Artikel 6 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als burgemeester en wethouders toepassing geven aan het eerste lid, verlangen burgemeester en wethouders van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op de vervoersvoorziening vervallen.

     

  • d.

     

    Artikel 6 lid 4 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als de leerling een meerderjarige en handelingsbekwame leerling is, wordt de vervoersvoorziening op aanvraag toegekend aan de leerling.

     

  • e.

     

    Aan artikel 6 (nieuw) wordt een nieuw lid 5 toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders bepalen bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.

     

  • f.

     

    Aan artikel 6 (nieuw) wordt een nieuw lid 6 toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van een vervoersvoorziening nadere voorwaarden verbinden.

     

  • g.

     

    Aan artikel 6 (nieuw) wordt een nieuw lid 7 toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders verstrekken een vervoersvoorziening voor het vervoer van de leerling van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school en terug.

     

  • h.

     

    Aan artikel 6 (nieuw) wordt een nieuw lid 8 toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

G.

 

  • a.

     

    Artikel 7 (oud) wordt vernummerd tot artikel 11 (nieuw) en artikel 6 (oud) wordt vernummerd tot artikel 7 (nieuw) met gelijktijdige wijziging van de titel zodat deze komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 7 Herziening, opschorting, intrekking of terugvordering van de vervoersvoorziening

     

  • b.

     

    Artikel 7 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:De ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van wijziging, direct schriftelijk mede te delen aan burgemeester en wethouders.

     

  • c.

     

    Artikel 7 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende vervoersvoorziening, vervalt de aanspraak daarop en kennen burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe.

     

  • d.

     

    Artikel 7 lid 3 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kennen burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Burgemeester en wethouders delen het besluit schriftelijk mee aan de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling.

     

  • e.

     

    Artikel 7 lid 4 (nieuw) wordt vernummerd tot artikel 7 lid 6 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuw verstrekte vervoersvoorziening.

     

  • f.

     

    Aan artikel 7 (nieuw) wordt een nieuw lid 4 toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in deze verordening herzien, opschorten dan wel intrekken, als burgemeester en wethouders vaststellen dat:

    • a.

      niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een ander besluit zou zijn genomen;

    • c.

      de verstrekte vervoersvoorziening niet meer de meest passende vervoersvoorziening is;

    • d.

      sprake is van onaanvaardbaar wangedrag door de leerling gedurende het verblijf in het aangepast vervoer; of

    • e.

      het vervoeren van de leerling leidt tot een onveilige situatie in het aangepast vervoer.

  • g.

     

    Aan artikel 7 (nieuw) wordt een nieuw lid 5 toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    De verantwoordelijkheid voor het gedrag van de minderjarige leerling gedurende het verblijf van de leerling in het aangepaste vervoer berust bij de ouders.

H.

 

  • a.

     

    Artikel 8 (oud) wordt vernummerd tot artikel 12 (nieuw) en artikel 3 (oud) wordt vernummerd tot artikel 8 (nieuw).

     

  • b.

     

    Artikel 8 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning van de leerling dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee brengt en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

     

  • c.

     

    Artikel 3 lid 2 (oud) komt te vervallen en aan artikel 8 (nieuw) wordt een nieuw lid 2 toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, ontstaat niet eerder een aanspraak op een vervoersvoorziening dan dat de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling de keuze voor de toegankelijke school schriftelijk hebben gemeld.

     

  • d.

     

    Artikel 3 lid 3 (oud) komt te vervallen en artikel 9 lid 3 (oud) wordt vernummerd tot artikel 8 lid 3 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande leden wordt eveneens een vervoersvoorziening verstrekt over de afstand tussen de woning of de opstapplaats en:

    • a.

      de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is; of

    • b.

      een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, als het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs als bedoeld onder a.

  • e.

     

    Artikel 9 lid 4 (oud) wordt vernummerd tot artikel 8 lid 4 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als de ouders vanwege een specifieke onderwijskundige behoefte van de leerling een vervoersvoorziening aanvragen naar een school op een grotere afstand, dan de dichtstbijzijnde toegankelijke school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen, wordt deze slechts toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a

      aan burgemeester en wethouders is door de ouders genoegzaam aangetoond wat de specifieke en noodzakelijke onderwijskundige onderwijsbehoefte van de leerling is;

    • b

      aan burgemeester en wethouders is door de ouders genoegzaam aangetoond dat de dichtstbijzijnde school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen niet toegankelijk is vanwege het niet kunnen bieden van het noodzakelijke specifieke onderwijsaanbod; en

    • c

      in het OOGO zijn afspraken gemaakt over de deskundige en is overleg gevoerd over het aanbod voor onderwijs bij de dichtstbijzijnde school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen als bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder b.

I.

 

  • a.

     

    Artikel 9 lid 1 (oud) is opgenomen onder de definities in artikel 1 (nieuw), artikel 9 lid 2 (oud) is komen te vervallen, artikel 9 lid 3 (oud) is vernummerd tot artikel 8 lid 3 (nieuw) en artikel 9 lid 4 (oud) is vernummerd tot artikel 8 lid 4 (nieuw).

     

  • b.

     

    De titel van artikel 9 (nieuw) komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 9. Afstandsgrens

     

  • c.

     

    Artikel 10 (oud) wordt vernummerd tot artikel 9 lid 1 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    • 1.

      Een vervoersvoorziening wordt toegekend als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor:

      • a

        basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs meer bedraagt dan zes kilometer;

      • b

        speciaal basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs meer bedraagt dan twee kilometer; of

      • c

        speciaal onderwijs meer bedraagt dan twee kilometer.

  • d.

     

    Artikel 12 en 18 lid 1 aanhef en onder d (oud) worden samen vernummerd tot artikel 9 lid 2 (nieuw) en wordt gewijzigd komt als volgt te luiden:

     

    • 2.

      In afwijking van het eerste lid wordt geen afstandsgrens gehanteerd wanneer aan burgemeester en wethouders genoegzaam is aangetoond dat het een gehandicapte leerling betreft. Zo nodig kunnen burgemeester en wethouders hierover advies vragen aan een onafhankelijk medisch deskundige. De deskundige betrekt in zijn advies de mogelijkheden van de gehandicapte leerling om zelfstandig, al dan niet met begeleiding, met de fiets of het openbaar vervoer te reizen.

J.

 

  • a.

     

    Artikel 10 (oud) is vernummerd tot artikel 9 lid 1 (nieuw).

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 10 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 10. Aanwijzing opstapplaats

    • 1.

      Burgemeester en wethouders kunnen bij het verstrekken van aangepast vervoer een opstapplaats aanwijzen van waaruit de leerling gebruik maakt van de vervoersvoorziening.

    • 2.

      De ouders dragen er zorg voor dat de leerling naar en op de opstapplaats wordt begeleid als dit noodzakelijk is.

    • 3.

      Burgemeester en wethouders wijzen geen opstapplaats aan als door de ouders wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.

    • 4.

      Burgemeester en wethouders wijzen geen opstapplaats aan als het gebruik van een opstapplaats leidt tot hogere kosten dan aangepast vervoer vanaf de woning van de leerling.

K.

 

  • a.

     

    Artikel 7 (oud) wordt vernummerd tot artikel 11 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Voor het verstrekken van een vervoersvoorziening op basis van artikel 18 is de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vervoersvoorziening betrekking heeft bepalend.

L.

 

  • a.

     

    Artikel 8 (oud) wordt vernummerd tot artikel 12 (nieuw) waarbij artikel 12 (oud) wordt vernummerd tot artikel 19 (nieuw).

M.

 

  • a.

     

    Artikel 13 (oud) wordt vernummerd tot artikel 20 (nieuw) met uitzondering van het vijfde lid dat wordt vernummerd tot artikel 18 lid 2 (nieuw).

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 13 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 13. Schooltijden en wachttijden

    • 1.

      Bekostiging van het aangepast vervoer vindt plaats op standaard schooldagen en schooltijden, zoals deze zijn opgenomen in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

    • 2.

      Ingeval er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden, kunnen burgemeester en wethouders besluiten met de inzet van het aangepast vervoer een wachttijd aan te houden van één of meerdere lesuren, om zodoende aan te sluiten op het reguliere leerlingenvervoer.

    • 3.

      Het aangepast vervoer op schooldagen en schooltijden die afwijken van de in de schoolgids genoemde dagen en tijden wordt niet bekostigd, tenzij de ouders bewijs overleggen waaruit blijkt dat de structurele handicap van een leerplichtige leerling de aansluiting op de standaard schooltijden onmogelijk maakt.

N.

  • a.

     

    Artikel 14 (oud) wordt vernummerd tot artikel 23 (nieuw).

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 14 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 14 Tijdelijk verblijf buiten de gemeente

    • 1.

      Burgemeester en wethouders kunnen een tijdelijke vervoersvoorziening voor een periode van maximaal zes weken toekennen aan de ouders van een leerling, die als gevolg van een crisissituatie tijdelijk buiten de gemeente verblijft, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

      • a.

        de leerling blijft zijn eigen school bezoeken;

      • b.

        in de periode, voorafgaand aan het tijdelijke verblijf buiten de gemeente, is een vervoersvoorziening toegekend op grond van deze verordening; en

      • c.

        de intentie bestaat dat de leerling terugkeert naar de oorspronkelijke gemeente.

    • 2.

      Het besluit waarin de vervoersvoorziening is toegekend voorafgaand aan een tijdelijke vervoersvoorziening wordt opgeschort met ingang van de datum van tijdelijk verblijf buiten de gemeente en herleeft weer zodra de leerling terugkeert in de gemeente, tenzij de geldigheidsduur van dit besluit is verstreken.

O.

 

  • a.

     

    Artikel 15 (oud) wordt vernummerd tot artikel 24 (nieuw).

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 15 wordt ingevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 15. Vervoersvoorziening naar stageadres

    • 1.

      Als er al aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening naar een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs kan op verzoek een vervoersvoorziening worden toegekend voor het vervoer naar een stageadres. Hiervoor wordt een afzonderlijke aanvraag ingediend.

    • 2.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, kan een aanvraag voor stagevervoer bovendien door de school voor voortgezet speciaal onderwijs of de school voor voortgezet onderwijs gedaan worden.

    • 3.

      De vervoersvoorziening naar een stageadres wordt slechts toegekend als er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

      • a.

        de stage is onderdeel van het onderwijsprogramma zoals opgenomen in de schoolgids van de school of in het stagecontract;

      • b.

        de stagetijden komen overeen met de reguliere schooltijden;

      • c.

        de stage vindt plaats op één stageadres; en

      • d.

        het stageadres is gelegen op de route van de woning dan wel de opstapplaats naar de school. Als wordt aangetoond dat dit niet mogelijk is, dan kan het stageadres gelegen zijn binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen maximale straal van de woning of de school.

    • 4.

      Een vervoersvoorziening wordt slechts toegekend over de afstand tussen de woning van de leerling dan wel de opstapplaats en het dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke stageadres.

    • 5.

      Burgemeester en wethouders kunnen het stagecontract opvragen.

P.

 

  • a.

     

    Artikel 9 lid 4 (oud) en artikel 16 lid 2 (oud) worden samen vernummerd tot artikel 16 lid 1 (nieuw) en artikel 12 lid 2 (oud) en artikel 18 lid 2 (oud) worden samen vernummerd tot artikel 16 lid 2 (nieuw).

     

  • b.

     

    De titel van artikel 16 (nieuw) komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 16. Verstrekking van de vervoersvoorziening

     

  • c.

     

    Artikel 16 leden 1 en 2 (nieuw) worden gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    • 1.

      Burgemeester en wethouders betrekken bij de verstrekking van de vervoersvoorziening het eventuele persoonlijk vervoersontwikkelingsplan of vervoersadviezen van deskundigen die voor de onderzoekfase van belang zijn.

    • 2.

      Als begeleiding in het vervoer vereist is, vergoeden burgemeester en wethouders geen andere kosten dan de vervoerskosten die verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het vervoer.

Q.

 

  • a.

     

    Artikel 10 (oud) en artikel 13 lid 5 (oud) zijn verworden tot artikel 17 (nieuw) met gelijktijdige wijziging van de titel zodat deze komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 17. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

     

  • b.

     

    Artikel 17 (nieuw) is gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    • 1.

      Als voldaan is aan de afstandsgrens genoemd in artikel 9, eerste lid, verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders van de leerling die een school voor primair onderwijs of speciaal onderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer.

    • 2.

      Als aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekken burgemeester en wethouders de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets.

    • 3.

      De kilometervergoeding voor de fiets is 9 cent per kilometer gemeten langs de kortste afstand.

R.

 

  • a.

     

    Artikel 11 lid 1 (oud) wordt vernummerd tot artikel 18 lid 1 (nieuw).

     

  • b.

     

    Artikel 18 lid 2 (nieuw) wordt vernummerd tot artikel 18 lid 3 (nieuw).

     

  • c.

     

    Artikel 13 lid 5 (oud) wordt vernummerd tot artikel 18 lid 2 (nieuw).

     

  • d.

     

    Artikel 18 (nieuw) wordt na de onder a tot en met c genoemde vernummering gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

    • 1.

      Burgemeester en wethouders verstrekken aan de ouders van de leerling, die een school bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per fiets van de leerling en een begeleider van de leerling als:

      • a.

        voldaan is aan de afstandsgrens genoemd in artikel 9, eerste lid, de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken; of

      • b.

        de gehandicapte leerling.

    • 2.

      De kilometervergoeding voor de fiets is 9 cent per kilometer gemeten langs de kortste afstand.

    • 3.

      Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

S.

 

  • a.

     

    Artikel 12 (oud) en artikel 18 (oud) zijn samen verworden tot artikel 19 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 19. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

    Burgemeester en wethouders verstrekken een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school bezoekt, als:

    • a.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de artikelen 17 of 18 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de artikelen 17 of 18 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets;

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 18 en door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of

    • d.

      de leerling, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, ook niet onder begeleiding in staat is van het openbaar vervoer gebruik te maken.

T.

 

  • a.

     

    Artikel 20 (oud) is vernummerd tot artikel 22 lid 1 (nieuw) en artikel 13 lid 5 (oud) en artikel 19 (oud) worden samen vernummerd tot artikel 20 (nieuw).

     

  • b.

     

    Artikel 20 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kunnen burgemeester en wethouders de ouders vragen of op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

     

  • c.

     

    Artikel 20 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd (waarbij artikel 13 lid 5 (oud) is opgenomen in 20 lid 2 onder a) en komt te luiden als volgt:

     

    Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het vervoer per fiets voor de leerling zonder begeleiding, als aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets al dan niet met begeleiding. De kilometervergoeding voor de fiets is 9 cent per kilometer gemeten langs de kortste afstand.

    • b.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer voor de leerling zonder begeleiding, als aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer al dan niet met begeleiding; of

    • c.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, als aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid. Deze vergoeding bedraagt het belastingvrije kilometerbedrag per kilometer.

  • d.

     

    Artikel 20 lid 3 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

     

  • e.

     

    Artikel 20 lid 4 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging van burgemeester en wethouders ontvangen, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verstrekt.

U.

 

  • a.

     

    Artikel 21 (oud) is samen met artikel 20 (oud) vernummerd tot artikel 22 (nieuw).

     

  • b.

     

    Een nieuw artikel 21 wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 21 Bekostiging andere passende vervoersvoorziening

    Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kunnen burgemeester en wethouders na overleg met de ouders een bekostiging verstrekken voor een andere passende voorziening, die goedkoper is dan of gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer.

V.

 

  • a.

     

    Artikel 22 (oud) is vernummerd tot artikel 25 (nieuw) en artikel 20 (oud) en 21 (oud) zijn samen vernummerd tot artikel 22 (nieuw).

     

  • b.

     

    De titel van artikel 22 (nieuw) komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 22. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie

     

  • c.

     

    Artikel 22 lid 1 (nieuw (voorheen artikel 20 oud)) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Met inachtneming van artikel 8 kennen burgemeester en wethouders desgewenst een vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft.

     

  • d.

     

    Artikel 22 lid 2 (nieuw (voorheen artikel 21 lid 1 oud)) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders kennen aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

     

  • e.

     

    Artikel 22 lid 3 (nieuw (voorheen artikel 21 lid 2 oud)) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders kennen aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer,

    gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

     

  • f.

     

    Artikel 22 lid 4 (nieuw (voorheen artikel 21 lid 3 oud)) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 19, eerste lid, aanhef en onder a, is niet van toepassing.

W.

 

  • a.

     

    Artikel 23 (oud) wordt vernummerd tot artikel 26 (nieuw) en artikel 14 (oud) wordt vernummerd tot artikel 23 (nieuw) met gelijktijdige wijziging van de titel zodat deze komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 23. Eigen bijdrage in de vorm van een drempelbedrag

     

  • b.

     

    Artikel 23 lid 1 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen samen meer bedraagt dan € 27.900,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van de leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 bepaalde afstand te boven gaat.

     

  • c.

     

    Artikel 23 lid 2 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage. Deze bijdrage is gelijk aan de kosten van het openbaar vervoer over het artikel 9 bepaalde afstand, als het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 27.900,- per jaar, tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

     

  • d.

     

    Artikel 23 lid 3 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    De kosten voor het openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid voor de in artikel 9 bepaalde afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.

     

  • e.

     

    Artikel 23 lid 4 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Het inkomensbedrag van € 27.900,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen voor volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 27.900,-.

     

  • f.

     

    Artikel 23 lid 5 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt;

     

    Het eerste tot en met het vierde lid zijn niet van toepassing op gehandicapte leerlingen.

X.

 

  • a.

     

    Artikel 24 (oud) komt te vervallen.

     

  • b.

     

    Artikel 15 (oud) wordt vernummerd tot artikel 24 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 24. Eigen bijdrage in de vorm van een draagkrachtafhankelijke bijdrage

    • 1.

      Als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan twintig kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

    • 2.

      In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan twintig kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

    • 3.

      De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en is afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouders. Zij bedragen:

      Inkomen in euro’s

      Eigen bijdragen in euro’s per gezin

      0-36.900

      Nihil

      36.900-43.650

      145

      43.650-50.400

      630

      50.400-56.700

      1.170

      56.700-64.800

      1.715

      64.800-71.100

      2.300

      71.100 en verder

      Voor elke extra € 5.000: € 550 erbij

    • 4.

      De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.

    • 5.

      De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2021 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.

    • 6.

      Dit artikel is niet van toepassing op gehandicapte leerlingen.

Y.

 

  • a.

     

    Artikel 25 (oud) wordt vernummerd tot artikel 27 (nieuw) en artikel 22 (oud) wordt vernummerd tot artikel 25 (nieuw) met gelijktijdige wijziging van de titel zodat deze komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 25. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet

     

  • b.

     

    Artikel 25 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Z.

 

  • a.

     

    Artikel 23 (oud) wordt vernummerd tot artikel 26 (nieuw) met gelijktijdige wijziging van de titel zodat deze komt te luiden als volgt:

     

    Artikel 26. Hardheidsclausule

     

  • b.

     

    Artikel 26 (nieuw) wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.

AA.

 

  • a.

     

    Artikel 25 (oud) wordt vernummerd tot artikel 27 (nieuw) en wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

     

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie ervan.

    • 2.

      Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Voorschoten 2014.

BB (herplaatsen en herbenoemen paragrafen)

 

  • a.

     

    Paragraaf 2 van de oude verordening komt te vervallen en de nieuwe paragraaf 2 dient in de nieuwe verordening boven artikel 3 te worden geplaatst en komt te luiden als volgt:

     

    Paragraaf 2. Aanvraag van de vervoersvoorziening

     

  • b.

     

    Paragraaf 3 van de oude verordening komt te vervallen en de nieuwe paragraaf 3 dient in de nieuwe verordening boven artikel 8 te worden geplaatst en komt te luiden als volgt:

     

    Paragraaf 3. Beoordelingsfase: beoordeling van de aanspraak op vervoersvoorziening

     

  • c.

     

    Paragraaf 4 van de oude verordening komt te vervallen en de nieuwe paragraaf 4 dient in de nieuwe verordening boven artikel 16 te worden geplaatst en komt te luiden als volgt:

     

    Paragraaf 4. Onderzoeksfase: verstrekking aard en omvang van de vervoersvoorziening

     

  • d.

     

    Paragraaf 5 (oud) blijft in de nieuwe verordening gelijkluidend maar dient boven artikel 25 te worden geplaatst.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Voorschoten,

gehouden op donderdag 2 februari 2023

de griffier,

drs. B.J. Urban

de voorzitter,

drs. N. Stemerdink

Naar boven