Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Bergen (L) 2021 en Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Bergen (L) 2022

De raad van de gemeente Bergen,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2022

 

besluit:

 

  • I.

    De artikelen 2:24, 2:25 en 2:29 uit de Algemene Plaatselijke Verordening Bergen (L) 2021 en de artikelen 4:20 en 4:21 uit de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Bergen (L) 2022 als volgt aan te passen:

Oud

Nieuw

Artikel 2:24 Definities (APV)

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie en een snuffelmarkt;

    • c.

      een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      straat-/buurt feesten-/barbecues;

    • f.

      een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 3.

    In deze afdeling wordt onder klein evenement verstaan een eendaags evenement waarbij:

    • a.

      het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;

    • b.

      de activiteiten plaatsvinden tussen 8:00 uur ‘s ochtends en 1:00 uur in de aansluitende nacht plaatsvinden;

    • c.

      er geen commerciële activiteiten plaatsvinden;

    • d.

      geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 8:00 uur ‘s ochtends of na 24 voorafgaand aan een werkdag en er geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 8:00 uur of na 1:00 uur op de overige dagen;

    • e.

      het evenement niet plaatsvindt op een doorgaande verkeersroute;

    • f.

      Er een doorgang van minimaal 4,00 meter breed en 4,5 meter hoog beschikbaar blijft voor de hulpdiensten;

    • g.

      slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 100m2;

    • h.

      er een organisator is;

Artikel 2:24 Definities (APV)

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie en een snuffelmarkt;

    • c.

      een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      straat-/buurt feesten-/barbecues;

    • f.

      vechtsportwedstrijden of -gala’s en risicowedstrijden of -bijeenkomsten.

  • 3.

    In deze afdeling wordt onder klein evenement verstaan een eendaags evenement waarbij:

    • a.

      het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;

    • b.

      de activiteiten plaatsvinden tussen 8:00 uur ‘s ochtends en 1:00 uur in de aansluitende nacht plaatsvinden;

    • c.

      er geen commerciële activiteiten plaatsvinden;

    • d.

      geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 8:00 uur ‘s ochtends of na 24 voorafgaand aan een werkdag en er geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 8:00 uur of na 1:00 uur op de overige dagen;

    • e.

      het evenement niet plaatsvindt op een doorgaande verkeersroute;

    • f.

      Er een doorgang van minimaal 4,00 meter breed en 4,5 meter hoog beschikbaar blijft voor de hulpdiensten;

    • g.

      slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 100m2;

    • h.

      er een organisator is;

Artikel 2:25 Evenement (APV)

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, als

    • a.

      de organisator ten minste drie weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester en

    • b.

      de door de burgemeester gestelde algemene regels worden nageleefd.

  • 3.

    De burgemeester kan binnen twee weken na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 5.

    Het tweede lid is niet van toepassing op een krachtens artikel 2:24, tweede lid, onder f, aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of –gala’s.

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, tweede lid, onder f, weigeren c is,

  • 7.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 2:25 Evenement (APV)

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, als

    • a.

      de organisator ten minste drie weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester en

    • b.

      de door de burgemeester gestelde algemene regels worden nageleefd.

  • 3.

    De burgemeester kan binnen twee weken na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 5.

    Het tweede lid is niet van toepassing op een krachtens artikel 2:24, tweede lid, onder f, genoemde evenementen.

  • 6.

    In aanvulling op de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 1:8 van deze verordening kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • b.

      in het belang van de verkeersveiligheid, de veiligheid van personen of goederen;

    • c.

      als strijdigheid bestaat met het evenementenbeleid en/of de regeling “Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen, danwel

    • d.

      vanwege ongewenste cumulatie van evenementen.

  • 7.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 2:29 Sluitingstijd (APV)

  • 1.

    Voor een openbare inrichting gelden geen verplichte sluitingstijden, uitgezonderd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, zesde lid. Voor dergelijke openbare inrichtingen en bijbehorende terrassen gelden dezelfde sluitingstijden als voor de hoofdactiviteit waarvan zij deel uitmaken.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt voor een openbare inrichting die wordt geëxploiteerd in het kader van een seksinrichting, de sluitingstijd zoals deze geldt voor de seksinrichting.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is het de houder van een paracommerciële instelling verboden dit horecabedrijf van 2.00 uur tot 7.00 uur voor publiek geopend te hebben of bezoekers in het horecabedrijf toe te laten of te laten verblijven.

  • 4.

    Het is verboden een terras in de nacht van zondag tot en met donderdag van 1.00 uur tot 8.00 uur en in de nacht van vrijdag en zaterdag en de dag voor een feestdag van 2.00 uur tot 8.00 uur voor het publiek geopend te hebben of bezoekers op het terras te laten verblijven.

  • 5.

    In afwijking van het eerste, tweede, derde en vierde lid, kan de burgemeester door middel van een vergunningvoorschrift (andere) sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijke openbare inrichting of een daartoe behorend terras.

  • 6.

    Het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing in die situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien.

  • 7.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 2:29 Sluitingstijd (APV)

  • 1.

    Voor een openbare inrichting gelden geen verplichte sluitingstijden, uitgezonderd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, zesde lid. Voor dergelijke openbare inrichtingen en bijbehorende terrassen gelden dezelfde sluitingstijden als voor de hoofdactiviteit waarvan zij deel uitmaken.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt voor een openbare inrichting die wordt geëxploiteerd in het kader van een seksinrichting, de sluitingstijd zoals deze geldt voor de seksinrichting.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is het de houder van een paracommerciële instelling verboden dit horecabedrijf van 2.00 uur tot 7.00 uur voor publiek geopend te hebben of bezoekers in het horecabedrijf toe te laten of te laten verblijven met een consumptie.

  • 4.

    Het is verboden een terras in de nacht van zondag tot en met donderdag van 24.00 uur tot 8.00 uur en in de nacht van vrijdag en zaterdag en de dag voor een feestdag van 1.00 uur tot 8.00 uur voor het publiek geopend te hebben of bezoekers op het terras te laten verblijven met een consumptie

  • 5.

    In afwijking van het eerste, tweede, derde , en vierde en lid, kan de burgemeester door middel van een vergunningvoorschrift (andere) sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijke openbare inrichting of een daartoe behorend terras.

  • 6.

    Het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing in die situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien.

  • 7.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 4:20 Aanwijzing collectieve festiviteiten (VFL)

  • 1.

    De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor:

    • -

      de zaterdag, de zondag, de maandag en de dinsdag tijdens de jaarlijkse carnaval;

    • -

      de zaterdag, de zondag en de maandag tijdens de jaarlijkse kermis (conform het gemeentelijke reguliere kermisschema);

      Koningsdag;

    • -

      nacht van oud- op Nieuwjaar.

  • Voor de kermisdagen geldt dat de vrijstelling slechts van toepassing is op de inrichtingen in het kermisvierende dorp.

  • 2.

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden voor een inrichting behorende tot de categorie ‘sport’ niet voor de in het eerste lid genoemde dagen.

  • 3.

    Als een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, kan het college een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

  • 4.

    Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan 60 dB(A), gemeten op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen of op de grens van geluidsgevoelige terreinen op een hoogte van 1,5 meter.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid mag bij een festiviteit op een buitenterrein het equivalente geluidsniveau LAeq als gevolg van de inrichting niet meer bedragen dan 80 dB(A) gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen of op de grens van gevoelige terreinen op een hoogte van 1,5 meter.

  • 6.

    De geluidsnorm genoemd in het vierde en vijfde lid is niet van toepassing bij onversterkte muziek en is exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Bedrijfsduurcorrectie wordt buiten beschouwing gelaten.

  • 7.

    Op de dagen bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer - uiterlijk om 2.00 uur te worden beëindigd.

  • 8.

    In afwijking van het vorige lid dient op Nieuwjaarsdag het ten gehore brengen van extra muziek uiterlijk om 4.00 uur te worden beëindigd.

Artikel 4:20 Aanwijzing collectieve festiviteiten (VFL)

  • 1.

    De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor:

    • -

      de zaterdag, de zondag, de maandag en de dinsdag tijdens de jaarlijkse carnaval;

    • -

      de zaterdag, de zondag en de maandag tijdens de jaarlijkse kermis (conform het gemeentelijke reguliere kermisschema);

    • -

      Koningsdag;

    • -

      nacht van oud- op Nieuwjaar;

    • -

      zaterdag van Half Vasten in Afferden.

  • Voor de kermisdagen geldt dat de vrijstelling slechts van toepassing is op de inrichtingen in het kermisvierende dorp.

  • 2.

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden voor een inrichting behorende tot de categorie ‘sport’ niet voor de in het eerste lid genoemde dagen.

  • 3.

    Als een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, kan het college een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

  • 4.

    Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting, gemeten op een hoogte van 1,5 meter, bedraagt niet meer dan vermeld in de regeling “Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen”.

  • 5.

    De geluidsnorm genoemd in het vierde lid is niet van toepassing bij onversterkte muziek.

  • 6.

    Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek -hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19a, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit en artikel 4:5 van deze verordening- te worden beëindigd op het tijdstip zoals vermeld in de regeling “Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen”.

Artikel 4:21 Melding incidentele festiviteiten (VFL)

  • 1.

    Het is een inrichting behorende tot de categorie ‘horeca met muziek’ twaalf keer, ‘’overige horeca’ vijf keer en ‘overige bedrijven’ twee keer per kalenderjaar toegestaan incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 2.

    Een inrichting mag één van het aantal in het eerste lid toegestane dagen gebruiken voor een festiviteit op het buitenterrein van de inrichting.

  • 3.

    Het is een inrichting behorende tot de categorie ‘sport’ toegestaan om per kalenderjaar tijdens twaalf incidentele festiviteiten de verlichting langer aan te houden ten behoeve van activiteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 4.

    Het college stelt een formulier vast voor het doen van een de melding.

  • 5.

    De melding is gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 6.

    De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 7.

    Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan 60 dB(A), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen of op de grens van gevoelige terreinen op een hoogte van 1,5 meter.

  • 8.

    In afwijking van het zevende lid mag bij een festiviteit op een buitenterrein het equivalente geluidsniveau LAeq als gevolg van de inrichting niet meer bedragen dan 80 dB(A) gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen of op de grens van gevoelige terreinen op een hoogte van 1,5 meter.

  • 9.

    De geluidsnorm genoemd in het zevende en achtste lid is niet van toepassing bij onversterkte muziek en is exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten.

  • 10.

    Op de dagen waarvoor kennisgeving is gedaan zoals beschreven in het vierde en vijfde lid dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer - uiterlijk om 2.00 uur te worden beëindigd.

  • 11

    11. In afwijking van het tiende lid dient het ten gehore brengen van extra muziek op een buitenterrein te allen tijde uiterlijk om 1.00 uur te zijn beëindigd.

  • 12

    12. De geluidsnorm, bedoeld in het zevende lis, geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte.

  • 13

    Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren besloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.

Artikel 4:21 Melding incidentele festiviteiten (VFL)

  • 1.

    Het maximum aantal incidentele festiviteiten per kalenderjaar, waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit en artikel 4:20 van deze verordening niet van toepassing zijn, staat vermeld in de regeling “Geluid bij horeca, horecagerelateerde festiviteiten en evenementen”. De houder van de inrichting is verplicht ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding te maken bij het college.

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit melding te maken bij het college.

  • 3.

    Het college stelt een formulier vast voor het doen van een melding.

  • 4.

    De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 5.

    De melding wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 6.

    Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting, gemeten op een hoogte van 1,5 meter, bedraagt niet meer dan vermeld in de regeling “Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen”.

  • 7.

    De geluidsnorm genoemd in het zesde lid is niet van toepassing bij onversterkte muziek.

  • 8.

    Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek -hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit en artikel 4:5 van deze verordening- uiterlijk te worden beëindigd op het tijdstip zoals vermeld in de regeling “Geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen”.

  • II.

    Het Evenementenbeleid gemeente Bergen 2023, Beleidsregels geluid bij horeca, horeca gerelateerde festiviteiten en evenementen gemeente Bergen 2023 en het Terrassenbeleid gemeente Bergen 2023 vast te stellen conform de bij dit besluit gevoegde bijlagen.

  • III.

     

  • IV.

    Het besluit treedt in werking op 1 april 2023.

 

Bergen, 17 oktober 2022

De griffier

I.C. van ‘t Hof

De voorzitter

M.H.E. Pelzer

Naar boven