Verordening tot wijziging van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019

 

De raad van de gemeente Renkum;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 januari 2023

 

 

gelet op gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97,98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1., eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

 

 

 

 

Besluit vast te stellen de verordening tot wijziging van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019.

 

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

  • d.

    bijzondere commissie: commissie met een andere grondslag dan artikel 82, 83 of 84 van de Gemeentewet; voor de gemeente Renkum betreffen dit de Woon adviescommissie, de adviesraad Sociaal Domein en de Commissie ruimtelijke kwaliteit

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

  • d.

    bijzondere commissie: commissie met een andere grondslag dan artikel 82, 83 of 84 van de Gemeentewet; voor de gemeente Renkum betreffen dit de Woon adviescommissie, de adviesraad Sociaal Domein, de Commissie ruimtelijke kwaliteit en het Groenberaad;

Artikel 13 Vergoedingen voor leden van een bijzondere commissie

  • 1.

    Aan de leden van de Woon adviescommissie en de adviesraad Sociaal Domein wordt een vaste vergoeding per jaar toegekend gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar ter hoogte van 67% van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Het burgerlid in de commissie Ruimtelijke kwaliteit ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van 67% van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    Voor de deskundigen monumentenzorg en cultuurhistorie van de Commissie ruimtelijke kwaliteit geldt voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding van € 167 per zitting alsmede een vergoeding van € 102,- per formele beoordeling van een plan.

  • 4.

    De vergoedingen genoemd in lid 3 worden aangepast aan de hand van de indexering die in de circulaire ’Bezoldiging en ambtstoelage burgemeesters, wedde en (onkosten)vergoeding wethouders, (onkosten)vergoeding raads- en commissieleden’ wordt toegepast voor commissieleden.

  • 5.

    De voorzitters van de Woon adviescommissie en de adviesraad Sociaal Domein ontvangen een vaste vergoeding per jaar, gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar, uitgaande van het bedrag van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 6.

    Personen, bedoeld in lid 1 en 3, ontvangen geen vergoeding indien zij namens een organisatie lid worden van een adviesraad en zij voor deze werkzaamheden een salaris van die organisatie ontvangen.

Artikel 13 Vergoedingen voor leden van een bijzondere commissie

  • 1.

    Aan de leden van de Woon adviescommissie en de adviesraad Sociaal Domein wordt een vaste vergoeding per jaar toegekend gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar ter hoogte van 67% van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Het burgerlid in de commissie Ruimtelijke kwaliteit ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van 67% van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    Voor de deskundigen monumentenzorg en cultuurhistorie van de Commissie ruimtelijke kwaliteit en de leden van het Groenberaad geldt voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie en het Groenberaad een vergoeding van € 167 per zitting alsmede een vergoeding van € 102,- per formele beoordeling van een plan.

  • 4.

    De vergoedingen genoemd in lid 3 worden aangepast aan de hand van de indexering die in de circulaire ’Bezoldiging en ambtstoelage burgemeesters, wedde en (onkosten)vergoeding wethouders, (onkosten)vergoeding raads- en commissieleden’ wordt toegepast voor commissieleden.

  • 5.

    De voorzitters van de Woon adviescommissie en de adviesraad Sociaal Domein ontvangen een vaste vergoeding per jaar, gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar, uitgaande van het bedrag van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 6.

    Personen, bedoeld in lid 1 en 3, ontvangen geen vergoeding indien zij namens een organisatie lid worden van een adviesraad en zij voor deze werkzaamheden een salaris van die organisatie ontvangen.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 29 mei 2019 en werkt terug tot en met 1 januari 2019

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 29 mei 2019 en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de volgende artikelen van de wijzigingsverordening – voor zover zij betrekking hebben op het Groenberaad - in werking op de dag van bekendmaking van de wijzigingsverordening: art. 1 lid d, art. 13 lid 3.

  •  

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 maart 2023 .

De raad van de gemeente Renkum,

de voorzitter, A.M.J. Schaap

de griffier dr. J. Cornips

Naar boven