Gemeenteblad van Nieuwkoop
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2022, 99350 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2022, 99350 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Woonfonds Nieuwkoop 2022
Artikel 2 Categorie-indeling woningen
Artikel 3 Instelling van het fonds en doel van het fonds
Door middel van het Woonfonds worden opbrengsten en tekorten verevend tussen projecten met een percentage sociale woningbouw dat lager respectievelijk hoger is dan het in het woningbouwprogramma vastgestelde percentage, teneinde de bouw van het vastgestelde percentage sociale woningbouw te stimuleren. Het in het woningbouwprogramma vastgestelde percentage bedraagt 35%.
Artikel 4 Reikwijdte en toepassing
Bijdragen en stortingen zijn alleen van toepassing op projecten die worden gerealiseerd door middel van een vrijstelling, ontheffing, afwijkingsprocedure, uitwerking, wijziging of herziening van het bestemmingsplan. Projecten die worden gerealiseerd conform het vigerende bestemmingsplan zijn uitgesloten van bijdragen en stortingen.
Bij de toepassing van deze verordening is het college bevoegd acht te slaan op reeds gerealiseerde dan wel nog te verwachten projecten, die ruimtelijk of organisatorisch met het project samenhangen en daarmee rekening te houden bij de bepaling van het bedrag van de storting in het fonds, bedoeld in artikel 6.2, dan wel bij de bepaling van het aantal woningen binnen het project zoals bedoeld in artikel 6.7.
Na gereedmelding van het project, waarbij de ontwikkelaar het gerealiseerde aantal woningen en hun verkoop- en/of huurprijzen aantoont, zet het college van burgemeester en wethouders de reservering om in een bijdrage. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van het daadwerkelijk gerealiseerde project.
Artikel 8 Uitsluiting van storting en aanspraak op bijdrage
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat geen storting in het Woonfonds is vereist voor woningbouwontwikkelingen die primair gericht zijn op ruimtelijke kwaliteitsverbetering, waaronder vervangende nieuwbouw, woningbouw ten behoeve van bedrijfssanering, bedrijfsverplaatsing, de Ruimte voor Ruimte regeling, de Landgoederenregeling en de Sleutelprojecten.
Als door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, zou leiden tot een onevenredige uitkomst dan wel een uitkomst strijdig met het belang van volkshuisvesting, is het college bevoegd van deze verordening af te wijken, mits de aard en de strekking van de verordening niet worden aangetast.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 24 februari 2022,
nummer 2022-011.
Edzard van Holthe
Griffier
Het doel van het Woonfonds is om de toegankelijkheid van de woningmarkt te bevorderen. Door middel van het Woonfonds worden opbrengsten en tekorten verevend tussen projecten met een percentage sociale woningbouw dat lager respectievelijk hoger is dan het in het woningbouwprogramma vastgestelde percentage. De bedoeling is dat er zowel geld binnenkomt vanuit winstgevende projecten met een tekort aan sociale woningbouw en dat er bijdragen worden verleend aan verlieslijdende projecten met een surplus aan sociale woningbouw. Op deze manier wordt beoogd om uiteindelijk het ten doel gestelde percentage van sociale woningbouw te realiseren.
Artikel 2 Categorie-indeling woningen
In artikel 5.3 wordt o.a. aan ontwikkelaars gevraagd om de categorieën van de woningen die het project bevat aan te geven. Daarvoor dient de indeling in artikel 2 gehanteerd te worden.
Artikel 3 Instelling van het fonds en doel van het fonds
Het in het woningbouwprogramma vastgestelde percentage sociale woningbouw is 35%. Idealiter bevat een bouwplan tenminste 25% sociale huurwoningen en 10% sociale koopwoningen. Omdat de mogelijkheden van locaties verschillen is gekozen om alleen te toetsen op het minimale percentage sociale woningbouw (huur en koop samen). Er is dus uitwisseling tussen de segmenten sociale huur en sociale koop mogelijk. Op het moment dat er meer of minder sociale woningen worden gerealiseerd dan het vastgestelde percentage, treedt het Woonfonds in werking.
Artikel 4 Reikwijdte en toepassing
Grondgebied van de gemeente dat met als doel om sociale woningbouw te realiseren wordt verworven, wordt tegen een gereduceerde prijs aan de ontwikkelaar verkocht. Daarom wordt hierover geen extra bijdrage uit het Woonfonds verstrekt.
In artikel 6 is bepaald dat het percentage sociale woningbouw is af te kopen met een storting in het Woonfonds bij projecten tot 12 woningen. Hierbij kunnen zich een aantal situaties voordoen:
In deze situaties is het college bevoegd om af te wijken van de reguliere bepaling van een storting in het fonds of om het ook bij projecten onder de 12 woningen onmogelijk te maken om het percentage sociale woningbouw af te kopen. Op deze manier wordt gewaarborgd dat er op kansrijke locaties voldoende sociale woningbouw plaatsvindt.
Dit artikel geeft de procedure aan voor het aanvragen van een bijdrage over een project met een surplus op het vastgestelde percentage aan sociale woningbouw. Het is belangrijk dat de bijdrage voor het aangaan van de anterieure overeenkomst wordt aangevraagd. Er worden geen bijdragen met terugwerkende kracht verstrekt. De gemeente toetst of de ontwikkelaar recht heeft op een bijdrage. Daarvoor levert de ontwikkelaar een aantal gegevens aan.
Artikel 6 Stortingen in het fonds
In artikel 6, lid 7 wordt aangegeven dat het voor een project vanaf 12 woningen niet mogelijk is om het aandeel sociale woningbouw af te kopen middels een storting in het Woonfonds. In lid 1 en 2 is geregeld dat het college het totaal aantal woningen dat bij een project hoort bepaalt. De grens van 12 woningen is in de verordening opgenomen omdat zonder deze grens te vaak het aandeel sociale woningbouw wordt afgekocht, zonder dat dit elders verevend wordt. Daarom willen we sociale woningbouw voor bepaalde projecten verplicht stellen. Tegelijkertijd willen we kleinere ontwikkelingen niet ontmoedigen met onrealistische eisen. Een project van 12 woningen wordt in Nieuwkoop gezien als een projectmatige ontwikkeling en het levert een exploitabel aantal sociale huurwoningen op.
Om de storting te berekenen bepalen we het aandeel te bouwen sociale woningbouw aan de hand van de bijgaande tabel. De tabel loopt door tot 11 woningen, omdat vanaf 12 woningen geen storting meer mogelijk is. Er wordt 35% genomen van het aantal te bouwen woningen en er wordt op hele getallen afgerond. Worden er minder woningen gebouwd dan het aangegeven aandeel sociaal, dan bepaalt dat het tekort sociale woningbouw. De grondwaarde van het aandeel niet-sociaal bepalen we via de residuele grondwaarde methode. De gemiddelde grondwaarde van de niet-sociale woningen wordt vervolgens in de berekening aangehouden. De grondwaarde van sociale woningbouw is de grondprijs voor sociale huurwoningen zoals vastgelegd in de grondprijzenbrief. Bij actualisatie van de grondprijzenbrief kan deze dus mogelijk veranderen.
Er wordt een uitzondering gemaakt voor herontwikkeling (denk aan transformatie en woningsplitsing), omdat het bij dit type projecten lastiger is te achterhalen wat de grondwaarde van de woning is.
Artikel 7 Bijdragen uit het fonds aan ontwikkelaars
Zie voor een toelichting over de bepaling van het aandeel sociale woningbouw de toelichting op artikel 6. Bij projecten met meer dan 11 woningen wordt op dezelfde wijze het aandeel sociale woningbouw doorberekend. Alleen aan projecten met een surplus aan sociale woningbouw (op grond die niet van de gemeente is verworven) en met een onrendabele top wordt een bijdrage uitgekeerd. De gemeente toetst op basis van de uitgangspunten van de eigen grondexploitaties of er sprake is van een onrendabele top. Daarvan is sprake bij projecten met een verliesgevende grondexploitatie. De bedragen voor een bijdrage zijn om verevening te bereiken gebaseerd op een storting die we zouden berekenen voor een gemiddelde rijwoning, hoekwoning en appartement. De bijdrage voor een goedkope koopwoning is lager dan die voor een sociale huurwoning omdat een koopwoning de ontwikkelaar een hogere grondwaarde en dus meer winst oplevert. Wanneer een project zowel goedkope koopwoningen als sociale huurwoningen bevat wordt er volgens een gewogen gemiddelde een bijdrage verstrekt.
Onderstaand stroomschema visualiseert een vereenvoudigde weergave van de mogelijke scenario’s in de toepassing van het Woonfonds. Het gaat hierbij om reguliere woningbouwprojecten; dus niet de uitzonderingen zoals aangegeven in artikel 8.
1 Het college kan besluiten om de grens van 12 woningen aan te passen wanneer er naar het oordeel van het college sprake is van samenhangende ontwikkelingen in een bepaald projectgebied.
2 De voorwaarden zijn dat de ontwikkelaar de grond waarop gebouwd wordt niet van de gemeente mag hebben verworven en dat er sprake moet zijn van een onrendabele top op het project.
3 De bijdrage bedraagt € 20.000,- per extra goedkope koopwoning en € 37.500,- per extra sociale huurwoning. Wanneer een project zowel goedkope koopwoningen als sociale huurwoningen bevat, wordt naar verhouding een bijdrage uitgekeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-99350.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.