Gemeenteblad van Rijswijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijswijk | Gemeenteblad 2022, 97886 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijswijk | Gemeenteblad 2022, 97886 | beleidsregel |
Reglement van orde adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Rijswijk
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
cultureel erfgoed: als bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet: monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;
Als de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit advies uitbrengt als bedoeld in dit reglement, fungeert de commissie als gemeentelijk adviescommissie uit de wet.
De adviescommissie omgevingskwaliteit, hierna te noemen de commissie, is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke adviescommissie die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt op het gebied van de omgevingskwaliteit als bedoeld in artikel 1.3 van de Omgevingswet. De verantwoordelijkheid voor de organisatie en het functioneren van de commissie ligt bij het uitvoerend orgaan.
Artikel 2.1 Werkwijze bij de advisering zoals genoemd in de verordening, artikel 2, tweede lid, onder b, respectievelijk onder c
De commissie regelt zelf haar wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen genoemd in de verordening en in het reglement. De wijze van werken is vooralsnog geregeld in een procesdiagram en in de uitvoeringsregels van de welstandsnota en bijbehorende kaart met welstandsniveaus. De commissie volgt deze werkwijze tot het moment van vaststelling van de nieuwe werkwijze i.v.m. opname van de welstandsregels in het omgevingsplan.
De commissie kan zich hierbij naar eigen inzicht laten bijstaan door extra adviseurs. Dit betreft o.a. disciplines als cultuur- en bouwhistorie, landschapsarchitectuur, landgoederen of beeldende kunst. Afhankelijk van het initiatief of de aanvraag die moet worden beoordeeld, nemen de extra adviseurs deel aan de vergadering. Hun deskundigheid wordt gehoord en gewaardeerd, maar zij hebben geen stemrecht, tenzij ze als commissielid zijn benoemd door de gemeenteraad.
De commissie adviseert het bevoegd gezag over de welstandsaspecten van aanvragen van omgevingsvergunning voor het bouwen. De commissie is hierbij gebonden aan de vastgestelde beleidskaders (zoals de omgevingsvisie, het omgevingsplan en de beleidsregels over het uiterlijk van bouwwerken, bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet).
Artikel 2.2 De inrichting van het vooroverleg zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder f
De commissie voert, onder regie van de gemeente en op verzoek van de commissie, de gemeente of een initiatiefnemer, noodzakelijk geacht vooroverleg met betrokkenen bij de voorbereiding van een initiatief of een aanvraag omgevingsvergunning. De commissie regelt zelf haar wijze van werken bij het voeren van vooroverleg, zulks met inachtneming van de bepalingen genoemd in de verordening en in het reglement.
De commissie draagt zorg voor consistente beoordelingen in de verschillende planfasen. Preadviezen worden opgenomen in het dossier. De commissie geeft aan in welke fase het plan werd beoordeeld en op basis van welke beleidscriteria de aanvraag voor een omgevingsvergunning uiteindelijk zal worden beoordeeld.
Artikel 2.3 De wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd
De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering. Zowel initiatiefnemers, ontwerpers en belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om de behandeling van een initiatief of aanvraag bij te wonen. Wanneer zij bij de behandeling aanwezig willen zijn kunnen ze dit aangeven bij de aanvraag of rechtstreeks bij de behandelende afdeling van de gemeente. De gemeente zorgt voor een uitnodiging. Indien het een digitale vergadering betreft zorgt de gemeente voor een link naar de vergadering.
Artikel 2.4 Het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering
Voor een besluitvormende vergadering over rijksmonumentactiviteiten of eventuele verzoeken over advisering met betrekking tot het aanwijzen van gemeentelijk cultureel erfgoed worden geen besluiten genomen indien er niet minimaal twee commissieleden met monumentendeskundigheid in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 2.5 De vergaderorde en orde van de beraadslaging
Commissieleden, hun eventuele plaatsvervangers of extra adviseurs nemen niet deel aan de beraadslaging en de vaststelling van een advies waarbij zij direct of zijdelings betrokken zijn of zijn geweest uit andere hoofde dan het commissielidmaatschap. Zij zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.
Artikel 2.6 Onderzoek ter plaatse
De commissie stelt een onderzoek ter plaatse in, indien zij van oordeel is dat dit onderzoek redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig is.
Een plantoelichting is bedoeld voor een korte toelichting op de planfilosofie en de gemaakte keuzes in relatie tot de ruimtelijke en maatschappelijke context en het gemeentelijke beleid. De toelichting wordt gegeven voorafgaand aan de beraadslaging door de commissie en bedraagt maximaal 5 minuten, voor omvangrijke ontwikkelingen maximaal 15 minuten. De exacte tijd kan afhankelijk van het plan worden verruimd.
Artikel 2.7 Notulering en dossiervorming
De ambtelijk secretaris van de commissie belegt de vergaderingen en zorgt dat de agenda, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste drie dagen van te voren wordt verzonden tezamen met voor een goede beoordeling noodzakelijke tekeningen, foto’s en verklarende teksten, alsmede het verslag van de vorige vergadering.
De ambtelijk secretaris stelt aan de hand van tijdens de vergadering gemaakte notulen een verslag op waarin eventuele toelichtingen op een bouwplan en de beraadslagingen op bondige en zakelijke wijze zijn samengevat. Het verslag van de beraadslagingen van de commissie kan worden opgevat als de motivering behorend bij het positieve of negatieve advies.
Voor wat betreft de formeel wettelijke adviezen geldt:
Het advies geeft aan of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, al dan niet in strijd is met redelijke eisen van omgevingskwaliteit en/of de mate waarin de beschermde waarden van het betreffende monument voldoende en op een juiste manier worden gerespecteerd. Van de in de vergadering uitgesproken bevindingen en adviezen worden notulen opgesteld;
De conceptadviezen worden in principe binnen 5 werkdagen na de vergadering digitaal ter kennisname aan het bevoegd gezag gezonden. In het geval van meer complexe plannen worden adviezen binnen 10 werkdagen na de vergadering digitaal ter kennisname aan het bevoegd gezag gezonden. Na waarmerking door de commissie worden de definitieve adviezen (afhankelijk van de noodzaak van waarmerking binnen het proces) aangeboden aan de ambtelijk secretaris van de commissie.
Artikel 2.8 De wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt
De behandeling van plannen door de commissie is openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling, als de adviezen. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.
Artikel 2.9 Conclusie van het advies
Het advies kan de volgende conclusies hebben:
Akkoord, mits…: Het plan voldoet naar mening van de commissie aan de criteria voor monumenten mits voldaan wordt aan een aantal specifieke voorwaarden zoals aanvullend kleur- of archiefonderzoek of onderzoek ter plaatse aan het monument. Een akkoord onder voorwaarden kan alleen wanneer de aanvrager of initiatiefnemer hier schriftelijk mee instemt;
Artikel 3.1 De instelling van subcommissies en afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie door lid, leden of subcommissie
De commissie kan uit haar midden een lid, enkele leden, een subcommissie of subcommissies aanwijzen die onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet [en artikel 2, derde lid,] de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie uitvoeren.
Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam, een ervenconsulent of vergelijkbare planbegeleiders, zullen burgemeester en wethouders zorg dragen voor een heldere taakomschrijving en een goede afstemming tussen de planbegeleider en de commissie. Bij een dispuut voert de adviescommissie omgevingskwaliteit het doorslaggevende woord.
Burgemeester en wethouders geven hierbij in ieder geval aan of de planbegeleider volledig zelfstandig opereert; dan wel in nauwe samenwerking met een lid van de commissie dat bevoegd is te adviseren namens de commissie; dan wel wordt benoemd als lid van de commissie met de bevoegdheid te adviseren namens de commissie.
Indien de aard van een te beoordelen plan dan wel het beleid daartoe aanleiding geeft kan burgemeester en wethouders op ad hoc of permanente basis specifieke deskundigen als adviseur van de commissie aanstellen zoals op het gebied van archeologie, landschap of elk ander relevant vakgebied of specialisme. Ook gemeentelijke adviseur(s) stedenbouw, monumenten, groen erfgoed of cultuurhistorie kunnen worden ingeschakeld als adviseur.
Artikel 3.3 De ambtelijk secretaris van de commissie
De ambtelijk secretaris van de commissie onderhoudt de contacten met de ambtelijke diensten, neemt de adviesaanvragen in behandeling en bereidt de behandeling van de plannen voor. Hij of zij controleert of de plannen zijn voorzien van de benodigde bescheiden en draagt zorg voor de benodigde informatie over de omgeving, de locatie en het plan, en overigens alle voor de beoordeling relevante informatie.
Hoofdstuk 4. De selectie en voordracht van kandidaat-leden
De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien tenminste 2 deskundige leden aanwezig zijn. De commissie kan over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een monumentenactiviteit slechts advies uitbrengen als ten minste 2 leden aanwezig zijn die beschikken over deskundigheid op het gebied van monumentenzorg.
Artikel 4.2 Profielschets van alle deskundige commissieleden
In ieder geval 2 leden van de commissie zijn deskundig op het gebied van monumentenzorg. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument wordt immers niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste 2 leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.
Artikel 4.3 Profielschets van de voorzitter
De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang van de agenda. In discussies draagt hij of zij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Na de discussie geeft de voorzitter een korte, heldere samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking.
Hoofdstuk 5. Oordeel van het bevoegd gezag
Artikel 5.2 Afwijken op inhoudelijke grond
Het bevoegd gezag kan op inhoudelijke grond afwijken van het advies indien zij tot het oordeel komt dat de commissie niet alle voor het plan relevante onderdelen heeft betrokken, de van toepassing zijnde beleidscriteria niet juist heeft geïnterpreteerd, of de commissie naar haar oordeel niet de juiste criteria heeft toegepast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-97886.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.