Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam tot vaststelling van beleidsregels vrijlating van giften (Beleidsregels vrijlating van giften Edam-Volendam)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gelet op artikel 31, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel m, van de Participatiewet;

 

gezien het advies van de Koepel Sociaal Domein;

 

overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen waarmee helderheid wordt verschaft over het begrip giften en een hieraan verbonden maximaal jaarlijks vrijlatingsbedrag;

 

dat het om die reden wenselijk is hiervoor aparte beleidsregels op te stellen;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de Beleidsregels vrijlating van giften Edam-Volendam.

 

Hoofdstuk 1  

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Participatiewet

  • b.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

  • c.

    gift: een ontvangst in geld of natura; die de verstrekker onverplicht heeft gegeven en waar de klant niets voor hoeft terug te doen en die de klant ook niet terug hoeft te betalen.

  • d.

    Periode: de maximale hoogte van de gift(en) wordt bepaald over de periode van een kalenderjaar (telkens van 1 januari – 31 december).

  • e.

    Inkomen: inkomsten die in mindering moeten worden gebracht op de bijstandsuitkering zoals bedoeld in artikel 32 en 33 lid 1 van de Participatiewet.

  • f.

    Middelen: de middelen zoals bedoeld in artikel 31 van de Participatiewet

  • g.

    Vermogen: de waarde van bezittingen van de klant na aftrek van schulden.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Gift(en)

  • 1.

    Een gift als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onder m, van de wet wordt in beginsel vrijgelaten tot een maximum van € 1.200,00 per periode.

  • 2.

    Een gift, zoals bedoeld in het eerste lid, is een bijdrage zoals omschreven, anders dan een structurele besparing op de kosten van levensonderhoud.

  • 3.

    Voor gift(en) waarvan de waarde hoger is dan de in het eerste lid genoemde vrijlating dan wel vaker voorkomen geldt, dat dat deel buiten de vrijlating als inkomen wordt aangemerkt.

  • 4.

    Ingeval de gift is verstrekt in natura, wordt de waarde van deze gift vastgesteld op de waarde in het economische verkeer bij vrije oplevering.

  • 5.

    Voor alle giften geldt een meldingsplicht.

Artikel 3 Uitgezonderde giften

Giften in de vorm van verstrekkingen van de voedselbank, kledingbank, speelgoedbank, kerken en soortgelijke charitatieve instellingen worden niet als middel beschouwd.

Hoofdstuk 2  

Artikel 4 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels vrijlating van giften Edam-Volendam.

  • 2.

    De regeling treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking.

Aldus vastgesteld de collegevergadering van 15 februari 2022,

het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam,

de secretaris,

H. van der Woude.

de burgemeester,

L.J. Sievers.

Naar boven