Gemeenteblad van Westvoorne
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westvoorne | Gemeenteblad 2022, 95900 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westvoorne | Gemeenteblad 2022, 95900 | beleidsregel |
Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 van 23 februari 2022
De burgemeester van de gemeente Westvoorne;
Gelezen het voorstel van 23 februari 2022 en gehoord de beraadslaging in de driehoek van 23 februari 2022
gelet op hoofdstuk Va van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19;
Het Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 van 23 februari 2022.
De burgemeester stelt het Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen covid-19 zoals opgenomen in de bijlage vast.
In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
De maatregelen ter bestrijding van de covid-19 epidemie waren tot 1 december 2020 voor een belangrijk deel gebaseerd op aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De voorzitters van de veiligheidsregio’s vertaalden deze aanwijzingen in noodverordeningen. Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: TWM) per 1 december 2020 is een einde gekomen aan deze structuur van aanwijzingen en noodverordeningen.
Met de TWM is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg). Dit hoofdstuk bevat de wettelijke grondslag voor aanvullende maatregelen die nodig zijn ter bestrijding van het covid-19 virus. Deze aanvullende maatregelen zijn verder uitgewerkt in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (hierna: TRM). De handhaving van de in hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling genoemde maatregelen is voor een groot deel belegd bij de burgemeester.
Met de per 25 februari 2022 gewijzigde Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 heeft het kabinet besloten opnieuw een aanzienlijke stap naar normalisering te zetten en aanvullende versoepelingen door te voeren. Vanaf 25 februari 2022 komen de volgende maatregelen te vervallen: algemene sluitingstijden, veilige afstandsnorm en daarmee samenhangende maatregelen als placeringsplicht, bezoekersnorm, mondkapjesplicht, gescheiden bezoekersstromen, hygienemaatregelen op locatie en de gezondheidschek en registratie. Daarmee vervalt ook de CTB-plicht op basis van 3G op CTB-plichtige locaties. Voor ongeplaceerde activiteiten binnen in CTB-plichtige sectoren bij meer dan 500 bezoekers per zelfstandige ruimte wordt het mogelijk om open te gaan wanneer hier 1G (iedereen testen voor toegang) wordt ingezet. Daarmee kunnen onder deze voorwaarden ook de (nacht)horeca, ongeplaceerde evenementen en de vertoning van kunst en cultuur, zoals concerten, weer open gaan of doorgang vinden. Doorstroomlocaties zijn uitgezonderd van de CTB-plicht.
Gepaste handhaving van de maatregelen ter bestrijding van de epidemie blijft essentieel. Die handhaving ziet zowel op toezicht en waarschuwen, maar – in voorkomende gevallen – ook op verbaliserend en handhavend optreden. Daar waar aanspreken en waarschuwen onvoldoende resultaat geeft om naleving van de regels te bevorderen en te waarborgen, wordt strenger opgetreden. Dit geldt met name bij evidente gevallen van overtreding en gevallen waarbij na een waarschuwing of aanwijzing de overtreding niet wordt beëindigd. We blijven een groot beroep doen op de burger en de ondernemers bij de naleving van de maatregelen.
De bestuursrechtelijke handhaving van Hoofdstuk Va en de bijbehorende ministeriele regeling is in veel gevallen de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dat is het geval op openbare plaatsen en op publieke plaatsen. Op besloten plaatsen is zowel de burgemeester bevoegd als de minister van VWS. Indien het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld: een kantoorpand) is de minister bevoegd om handhavend op te treden. Op overige besloten plaatsen is de burgemeester bevoegd.
De burgemeester heeft per locatie (besloten plaats1, publieke plaats2, openbare plaats3) verschillende bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden. Het kan, afhankelijk van het soort locatie, gaan om een aanwijzing aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een spoedbevel aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom en een bevel. Welke bevoegdheid het meest geschikt is, hangt in grote mate af van de concrete omstandigheden van het geval.
Daarnaast kan ook strafrechtelijk worden gehandhaafd op de maatregelen. In het algemeen geldt dat afhankelijk van de aard van de bepaling (en de specifieke omstandigheden van het geval) wordt gekozen voor bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke handhaving. Sommige overtredingen lenen zich meer voor bestuursrechtelijke handhaving (herstel) en andere meer voor een strafrechtelijke aanpak. Zo ligt het bestuursrechtelijk optreden meer in de rede als er handhavend opgetreden moet worden richting bedrijven, exploitanten en organisatoren of degenen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van genomen maatregelen. Nadruk ligt dan immers op de naleving en het herstel en in overeenstemming brengen van de situatie met de geldende wet- en regelgeving. Strafrechtelijk optreden ligt meer in de rede als bestuursrechtelijke handhaving richting organisatoren en/of verantwoordelijken geen effect heeft of als sprake is van een exces. Strafrechtelijke handhaving is ook aangewezen in gevallen dat de verbodsbepaling gericht is tot de individuele burger en snelle normhandhaving een onmiddellijk effect dient te realiseren. In dergelijke gevallen zijn bestuursrechtelijke maatregelen minder aangewezen en/of effectief.
De burgemeester blijft bovendien bevoegd om op basis van andere lokale handhavingsarrangementen (aanvullende) maatregelen te treffen indien noodzakelijk. Hierbij kan worden gedacht aan handhavingsarrangementen op het gebied van horeca, evenementen, standplaatsen, markten etc. Zo kunnen overtredingen ook gevolgen hebben voor vergunningen.
Het toezicht op hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling berust bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de door de bij besluit van de minister van VWS aangewezen ambtenaren. Toezichthouders beschikken hierbij altijd over een discretionaire bevoegdheid.
Onderstaand volgt een handelingskader. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien, over te gaan tot een verzwaring of ook besluiten een of meerdere stappen over te slaan (en bijvoorbeeld een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen).
2.1 Openstelling publieke plaatsen
Publieke binnenruimte en testen voor toegang
Een publieke binnenruimte in een eet- en drinkgelegenheid of een locatie voor de vertoning van kunst en cultuur, waar ten minste vijfhonderd personen worden toegelaten per zelfstandige binnenruimte of waar meer dan vijfhonderd personen in de totale ruimte van de locatie worden toegelaten en de bezoekers tussen verschillende zelfstandige binnenruimten kunnen wisselen, en waarbij niet alle personen zijn geplaceerd die als publiek zijn toegelaten, wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30:
In afwijking van het hierboven gestelde mogen personen tot en met twaalf jaar zonder geldig coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve testuitslag als bedoeld in artikel 6.29, eerste lid, en personen tot en met dertien jaar zonder geldig identiteitsbewijs toegelaten worden. Het hierboven gestelde geldt bovendien niet voor doorstroomlocaties en publieke binnenruimtes met een verkeersfunctie.
Indien een activiteit of voorziening in een eet- en drinkgelegenheid of een locatie voor de vertoning van kunst een cultuur meerdere dagen duurt dient iedere vierentwintig uur vanaf het moment van aanvang van de activiteit of het gebruik van de voorziening te worden gecontroleerd of personen voldoen aan de voorwaarden uit het hierboven gestelde onder a.
Ventilatienormen horecalokaliteit
Een publieke plaats die een horecalokaliteit is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet wordt slechts voor publiek opengesteld indien die is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8•10-3 m3/s per m2 vloeroppervlakte.
Indien sprake is van een horecalokaliteit die gevestigd is in een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet geldt het hierboven genoemde niet, mits de luchtverversing op een andere wijze dan voorzien in het eerste lid wordt gerealiseerd en dit leidt tot een luchtkwaliteit in de horecalokaliteit die vergelijkbaar is met de luchtkwaliteit die zou worden gerealiseerd door middel van de hierboven bedoelde mechanische ventilatie-inrichting.
Het hierboven genoemde is bovendien niet van toepassing op een horecalokaliteit ten behoeve waarvan voor 14 augustus 2021 een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf op grond van artikel 3 van de Alcoholwet is aangevraagd, die niet voor 1 juli 2021 is verleend, tenzij:
Handhavingslijn voorwaarden openstelling publieke plaats:
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.
2.2 Evenementen en testen voor toegang
Een evenement in een publieke binnenruimte waar ten minste vijfhonderd deelnemers worden toegelaten, waarbij niet alle personen zijn geplaceerd die als deelnemer zijn toegelaten, wordt slechts opengesteld, indien de organisator er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30:
In afwijking van het hierboven gestelde mogen personen tot en met twaalf jaar zonder geldig coronatoegangsbewijs op basis van een negatieve testuitslag als bedoeld in artikel 6.29, eerste lid, en personen tot en met dertien jaar zonder geldig identiteitsbewijs toegelaten worden. Het hierboven gestelde geldt bovendien niet voor uitvaarten, doorstroomlocaties en publieke binnenruimtes met een verkeersfunctie.
Indien een evenement meerdere dagen duurt en deelnemers overnachten op de afgesloten locatie, bedoeld onder a, dient iedere vierentwintig uur vanaf het moment van aanvang van het evenement te worden gecontroleerd of deelnemers voldoen aan de voorwaarden onder a.
Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;
2.3 Mondkapjesplicht personenvervoer
Personen van dertien jaar en ouder dienen een mondkapje te dragen in:
personen die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen;4
Enkel bij excessen (passagier die voertuig of andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening niet wenst te verlaten en geen mondkapje wil dragen) zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de passagier uit het voertuig verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.5
De aanbieder van voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer heeft op grond van artikel 58k Wpg de plicht om zodanige voorzieningen te treffen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.
Demonstraties worden gereguleerd door de Wom en zijn niet gereguleerd in de Wpg.
Specifieke uitgangspunten inzake demonstraties zijn:
In het kader van de bestrijding van de pandemie, neemt de lokale overheid daar bovenop ook maatregelen. Daarbij geldt:
Indien een kennisgeving wordt gedaan, volgt de reguliere procedure van de Wom. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving beperkingen of voorschriften stellen of een verbod geven (met inachtneming van de doelcriteria uit artikel 2 Wom).
Voor de concrete handhaving van de Wpg gelden de volgende uitgangspunten:
Via de communicatie van de gemeente Westvoorne over de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 worden de doelgroepen geïnformeerd over landelijke coronamaatregelen en het geldende handelingskader. Publicatie vindt ook plaats op de website en in het Gemeenteblad.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-95900.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.