Gemeenteblad van Brielle
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brielle | Gemeenteblad 2022, 92883 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brielle | Gemeenteblad 2022, 92883 | beleidsregel |
Beleidsregels Jeugd 2022 – gemeente Brielle
Hoofdstuk 5. Regels persoonsgebonden budget blz. 9
Artikel 9. Gemotiveerd plan blz. 9
Artikel 10. Bekwaamheid blz. 9
Artikel 11. Kwaliteit van de dienstverlening blz. 9
Artikel 12. Aanvullend afwegingskader pgb bij informele hulpverlening blz. 9
Artikel 13. Verplichtingen en verantwoording persoonsgebonden budget blz. 10
Hoofdstuk 6. Overige bepalingen blz. 12
Artikel 15. Omgang met privacygevoelige informatie van cliënten blz. 12
Artikel 16. Beëindiging van de jeugdhulpvoorziening blz. 12
Artikel 17. Fraude- en rechtmatigheid bestrijding blz. 12
Artikel 18. Vertrouwenspersoon blz. 12
Artikel 19. Klachtenregeling blz. 13
Artikel 21. Inspraak en medezeggenschap blz. 13
Artikel 22. Hardheidsclausule blz. 13
De beleidsregels jeugdhulp 2022 van de gemeente Brielle geven uitvoering aan de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp 2022. De Jeugdwet maakt onderdeel uit van de bestuurlijke en financiële decentralisatie naar gemeenten van de jeugdzorg, de jeugd-ggz, de zorg voor verstandelijk beperkte jeugdigen en de begeleiding en persoonlijke verzorging van jeugdigen. Daarnaast maakt deze wet een verandering mogelijk van een stelsel welke is gebaseerd op een wettelijk recht op zorg (aanspraak), naar een stelsel op basis van een jeugdhulpplicht voor gemeenten (voorziening). Dit vindt plaats op een wijze zoals eerder is gebeurd met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het wettelijke recht op jeugdzorg en individuele aanspraken op jeugdzorg zijn hiermee vervangen door een voorzieningenplicht waarvan de aard en omvang in beginsel door de gemeente worden bepaald (maatwerk).
Het doel van het jeugdzorgstelsel blijft echter onverminderd overeind: jeugdigen en ouders krijgen waar nodig tijdig bij hun situatie passende hulp, en daarbij wordt zoveel mogelijk de eigen kracht en het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin versterkt. In de Koersnota “Samen Krachtig!, de integrale Koers Sociaal Domein Voorne 2019 – 2023” geven de gemeenten op Voorne richting aan de invulling van de wettelijke verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd. De verordening jeugdhulp 2022 is eveneens, op grond van de Jeugdwet, voor 1 januari 2022 vastgesteld door de gemeenteraad. Deze verordening verwijst in artikel 3, 7 en 13 naar nadere regels over de toegang tot jeugdhulp en persoonsgebonden budget. Met deze beleidsregels stelt het college van de gemeente Brielle nadere regels ten aanzien van de verstrekking van voorzieningen voor jeugdigen. Het beleidsplan, de verordening en deze beleidsregels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Deze beleidsregels komen voor een belangrijk deel overeen met de beleidsregels van de gemeenten Hellevoetsluis en Westvoorne. Dit geldt met name het onderdeel procedures (hoofdstuk 3), toegangscriteria (hoofdstuk 4) en overige bepalingen (hoofdstuk 6). Met betrekking tot de regeling voor het persoonsgebonden budget (pgb) (hoofdstuk 5) en dan met name het pgb voor informele hulp maken de gemeenten Hellevoetsluis en Westvoorne andere keuzes dan de gemeente Brielle.
Persoonlijk zorg- en budgetplan: Het plan dat door ouders en/of cliënt wordt ingevuld als men de toegewezen jeugdhulp van de gemeente zelf wil inkopen. De door het college vastgestelde aanspraak op jeugdhulp kan aan de hand van het persoonlijke zorg- en budgetplan uitbetaald worden middels een persoonsgebonden budget.
Hoofdstuk 3. Procedure voor het verkrijgen van een jeugdhulpvoorziening
Artikel 3. Screening hulpvraag
Mocht de consulent tijdens de screening gegevens en bescheiden nodig achten om een oordeel te vellen over de aanspraak op hulp of zorg, die tot de beschikking staan van derden, dan vraagt consulent toestemming aan ouders en/of jeugdige om deze gegevens op te vragen. Van ouders en/of jeugdige kan informatie gevraagd worden waar zij redelijkerwijs de beschikking over kunnen krijgen. Toestemming van ouders wordt vastgelegd in een toestemmingsverklaring.
Artikel 3.5 en 3.6 zijn altijd van toepassing op aanvragen voor diagnostiek bij dyslexie voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Alleen de school van de jeugdige kan deze aanvragen namens ouders en jeugdige indienen. Als het leerling-dossier voldoet aan het landelijke protocol van Masterplan Dyslexie wordt door consulent een externe deskundige ingeschakeld voor diagnostiek. Pas als uit de diagnostiek blijkt dat er sprake is van EED en behandeling geadviseerd wordt, wordt behandeling ingezet. Ouders hebben de mogelijkheid om zelf een geïndiceerde aanbieder te kiezen die de behandeling uitvoert.
Artikel 5 Opstellen van het ondersteuningsplan
Als ouders een deel van de zorg, waar naar het oordeel van de consulent aanspraak op bestaat, af willen nemen bij een andere zorgaanbieder dan door het college ingekocht, dan moet dit vermeld worden in het ondersteuningsplan. Ouders kunnen op basis van het ondersteuningsplan voor die specifieke zorg een persoonsgebonden budget aanvragen.
Hoofdstuk 4. Wie komt in aanmerking voor een jeugdhulpvoorziening?
Artikel 7. Criteria voor een individuele voorziening
Als jeugdige en/of ouders bij het college aangeven over te weinig eigen mogelijkheden te beschikken zoals hierboven bedoeld in 7.1. lid b, terwijl de zorgvraag van dien aard is dat het college redelijkerwijs mag verwachten dat cliënt en/of zijn ouders zelf een oplossing kunnen vinden voor de hulpvraag, dan kan het college aan ouders vragen om een gemotiveerde onderbouwing op schrift te stellen.
Artikel 8. Criteria voor een overige jeugdvoorziening
Een cliënt komt uitsluitend in aanmerking voor ambulante jeugdhulp na goedkeuring door een medewerker die door het college is gemandateerd om zorg te indiceren. Deze hulp kan tot 40 uur beschikkingsvrij verstrekt worden en kan derhalve ingezet worden zonder dat er sprake is van een toegangsprocedure zoals omschreven in Hoofdstuk 3 van deze beleidsregels. Ambulante jeugdhulp tot 40 uur kan ingezet worden als er:
Hoofdstuk 5. Regels persoonsgebonden budget
In overeenstemming met het bepaalde in de verordening Jeugdhulp gemeente Brielle 2022, artikel 7, kan het college een persoonsgebonden budget (verder pgb) verlenen.
Een maatwerkvoorziening wordt alleen toegekend in de vorm van een pgb indien de jeugdige en zijn ouders dit gemotiveerd, aan de hand van een persoonlijk pgb-plan aanvragen. De jeugdige en zijn ouders beschrijven, al dan niet ondersteund door het sociale netwerk, in het persoonlijk plan tenminste de volgende thema’s:
Het college beoordeelt of de jeugdige of zijn ouders op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake en op eigen kracht dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren.
Indien het college van oordeel is dat de jeugdige en zijn ouders niet bekwaam zijn om de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die passen bij het pgbhouderschap, zelfstandig dan wel met ondersteuning op zich te nemen, ontstaat grond voor afwijzing van de maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb.
Artikel 11. Kwaliteit van de dienstverlening
Indien het college van oordeel is dat de jeugdige of zijn ouders niet bekwaam zijn om de kwaliteit, veiligheid, doeltreffendheid en/of cliëntgerichtheid van de in te kopen ondersteuning in de vorm van een pgb –voorziening te bewaken, ontstaat er grond voor afwijzing van de maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb.
Artikel 12. Aanvullend afwegingskader pgb bij informele hulpverlening
Artikel 13. Verplichtingen en verantwoording persoonsgebonden budget
Het opstellen van een zorgovereenkomst met de aanbieder is onderdeel van het persoonlijk plan en is voorwaarde voor het uitbetalen van pgb aan zorgverleners. Hiervoor moet verplicht gebruik gemaakt worden van een modelovereenkomst van de SVB. De bepalingen van de modelovereenkomst mogen niet worden geschrapt of aangepast. Er blijft wel ruimte om aanvullende afspraken in de zorgovereenkomst op te nemen. In de zorgovereenkomst zijn minimaal opgenomen:
-de wijze waarop de zorgverlener met wie de budgethouder de overeenkomst sluit, zal voorzien in de behoefte aan zorg van de budgethouder;
-de gegevens die nodig zijn om bij de SVB te kunnen declareren, zoals bepaald in artikel 2 lid 3 Uitvoeringsregeling Wmo 2015
-een derdenbeding, waarmee frauderende zorgverleners rechtstreeks aangesproken kunnen worden tot terugbetaling van zorggelden.
Een declaratie van een aanbieder bevat het nummer waarmee die aanbieder staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, en de naam van degene die de hulp heeft geleverd, het tarief, het aantal te betalen uren, dagdelen of etmalen, de naam en het adres van de aanbieder, en wordt namens de aanbieder ondertekend;
Het persoonsgebonden budget dient in zijn geheel besteed te worden aan het inkopen van ondersteuning zoals opgenomen in de beschikking. Uitgaven voor bemiddeling, administratie, reiskosten, eenmalige uitkeringen of belangenbehartiging kunnen niet uit het persoonsgebonden budget betaald worden. Andere uitgaven worden niet geaccepteerd en worden van de budgethouder
De jeugdige of zijn ouders dienen verantwoording af te leggen over de besteding van het verstrekte persoonsgebonden budget. (Steekproefsgewijze) controle van de gemeente op de besteding is mogelijk. Op verzoek van de gemeente of de Sociale Verzekeringsbank stellen zij de onder 4.5.1 a en b bedoelde overeenkomst en declaraties tot vijf jaar na de datum van de verlening van het persoonsgebonden budget ter beschikking. Bij het verstrekken van een persoonsgebonden budget
Hoofdstuk 6. Overige bepalingen
Artikel 15. Omgang met privacygevoelige informatie van cliënten
Ouders (en jeugdigen vanaf 16 jaar) kunnen te allen tijde inzage krijgen in de opgevraagde gegevens uit het vooronderzoek. Als er volgens de geldende privacyregels toestemming nodig is voor het opvragen van bepaalde gegevens, dan moet hiervoor eerst door ouders een toestemmingsverklaring getekend zijn.
Artikel 16. Beëindiging van de jeugdhulpvoorziening
Het college kan een toegekende aanspraak op een jeugdhulpvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk beëindigen, indien:
Artikel 17. Fraude- en rechtmatigheid bestrijding
Het college zet in op fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college ouders en jeugdigen informeert over de rechten en plichten, die aan het ontvangen van een jeugdhulpvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Als het college van oordeel is dat het doel waarvoor een voorziening verstrekt is, door verwijtbaar handelen van betrokken hulpverlener en/of budgethouder niet of niet voldoende behaald is of de kwaliteit niet voldoende is gewaarborgd, behoudt het college het recht om het budget dat samenhangt met deze voorziening terug te vorderen.
In het geval er sprake is van een gedeeltelijke terugvordering van een persoonsgebonden budget, kan het college bepalen dat dit bedrag verrekend wordt met het persoonsgebonden budget in het daaropvolgende jaar. De hoogte van het (periodieke) bedrag van verrekening moet in redelijke verhouding staan tot het persoonsgebonden budget voor jeugdhulp.
Artikel 18. Vertrouwenspersoon
De functie van de vertrouwenspersoon wordt voor de jaren 2015 en 2016 uitgevoerd door de Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg en geldt voor alle vormen van jeugdhulp. Deze functie is voor de cliënt gratis.
De functie van vertrouwenspersoon is vastgelegd in de Jeugdwet. Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) is een onafhankelijke landelijke organisatie. Jongeren, kinderen, ouders en verzorgers kunnen hierop een beroep doen als zij vinden dat hun behandeling of bejegening beter kan en als zij een vraag hebben over hun rechtspositie in de jeugdhulp. Ook professionals kunnen voor informatie en advies een beroep op het AKJ doen. De kerntaken van het AKJ zijn; het beantwoorden van vragen, informeren van cliënten en professionals, het bevorderen van de communicatie tussen cliënt en hulpverlener, het ondersteunen bij klachten- en/of bezwaarprocedures, het signaleren van verbeterpunten alsmede het adviseren van jeugdhulpinstanties. De medewerkers houden zich aan de
Aanbieders stellen een regeling vast voor de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders ten aanzien van alle voorzieningen die zij verstrekken. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de klachtregelingen van aanbieders door periodieke overleggen met de aanbieders, en een cliënt ervaringsonderzoek.
Alle professionals die door de gemeente ingezet worden voor jeugdhulp, moeten zich houden aan de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Artikel 22. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt de lokale adviesraden vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Het college voorziet hierbij de lokale adviesraden van ondersteuning om zijn rol effectief te kunnen vervullen.
Het college nodigt minimaal eenmaal per jaar ingezetenen, cliënten en vertegenwoordigers van cliënten uit voor overleg over beleid betreffende jeugdhulp en de uitvoering daarvan. Het college maakt dit overleg minimaal 3 weken van te voren openbaar bekend. Daarbij worden genodigden op geroepen punten voor de agenda aan te dragen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-92883.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.