Gemeenteblad van Olst-Wijhe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2022, 92544 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2022, 92544 | beleidsregel |
Beleidsregels omtrent proceskosten bestuursrecht in belastingen/WOZ 2022
De gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b en onderdeel c Gemeentewet van de gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte (belastingsamenwerking DOWR),
gelet op het bepaalde in artikel 1:3, vierde lid, 4:81, 7:15 en 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 24 Invorderingswet, de artikelen van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de onderdelen A, B en C in de bijlage van het Besluit proceskosten bestuursrecht en artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003;
‘BELEIDSREGELS OMTRENT PROCESKOSTEN BESTUURSRECHT IN BELASTINGEN/WOZ 2022’
Met deze beleidsregels wordt een nadere invulling gegeven aan het toepassen van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Vooropgesteld wordt dat ingevolge artikel 7:15 lid 2 en lid 3 Awb (a) de belanghebbende moet hebben verzocht om een vergoeding, (b) het verzoek moet zijn gedaan vóórdat het bestuursorgaan op het bezwaar heeft beslist en (c) dat de kosten uitsluitend worden vergoed voor zover het besluit wordt herroepen wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
In de bijlage bij het Bpb, onderdeel C1, is bepaald dat het gewicht van de zaak tot uiting kan worden gebracht in wegingsfactoren. Bij het bepalen van de wegingsfactor wordt aangesloten bij de uitgangspunten van het richtsnoer van de gerechtshoven. Om het toepassen van deze wegingsfactoren consistent en transparant te doen plaatsvinden zijn deze beleidsregels opgesteld.
Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Bpb, wordt in de bezwaarfase een zaak in beginsel aangemerkt als gemiddeld, tenzij een zaak als (zeer) licht dan wel (zeer) zwaar dient te worden aangemerkt.
Een zaak wordt aangemerkt als:
Artikel 3 Vergoedingen deskundigenrapport
In bezwaarprocedures over waardebeschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken wordt de vergoeding voor een door een deskundige opgemaakt taxatierapport gebaseerd op de in dit artikel vermelde tijdsbesteding en uurtarieven. Het taxatierapport dient te zijn opgesteld door een terzake deskundige, dan wel onder diens verantwoordelijkheid, waarvan uit de medeondertekening van het rapport moet blijken.
Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding van een door een deskundige opgemaakt taxatierapport wordt uitgegaan van de volgende tijdsbesteding:
1 uur voor een administratief taxatierapport;
Onder een administratief taxatierapport wordt verstaan dat er geen uitpandige of inpandige taxatie heeft plaatsgevonden en dat het waardeoordeel is gebaseerd op administratieve gegevens. Verder bevat een administratief taxatierapport een groot aantal standaard-overwegingen en slechts beperkte informatie toegespitst op het object in kwestie.
Daarbij ontbreekt in dit administratief rapport een onderbouwing van de vastgestelde waarde (niet inzichtelijk en niet navolgbaar).
De in het vierde lid genoemde tarieven zijn eveneens van toepassing op vergoeding van de kosten van de taxateur die aanwezig was bij het horen in de bezwaarfase. De bestede tijd wordt afgerond naar boven op halve uren. Bij meerdere behandelde zaken wordt het bedrag per zaak berekend door het op basis van het vorige lid bepaalde bedrag te delen door het aantal zaken.
De in het vierde lid genoemde tarieven zijn gebaseerd op ‘Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties, Raad voor de Rechtspraak’. Deze richtlijn is gepubliceerd in de Staatscourant van 28 mei 2018, nr. 28796. Indien deze richtlijn wordt gewijzigd treden de gewijzigde bedragen automatisch in de plaats van de in lid 3 genoemde bedragen per datum inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn.
In artikel 3, tweede lid, van het Bpb is door verruiming van het begrip ‘samenhangende zaken’ de vraag leidend gesteld of het bestuursorgaan de bezwaren gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig behandelt, waardoor in dergelijke situaties waarbij dezelfde rechtsbijstandverlener nagenoeg identieke werkzaamheden kon verrichten in iedere zaak voor de kosten de vergoeding voor één zaak (bij minder dan vier zaken) dan wel 1,5 zaak (bij vier of meer zaken) in aanmerking komt. (ECLI:NL:GHARL:2022:390).
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 3 heeft het bestuursorgaan de bevoegdheid om op grond van artikel 2, derde lid Bpb ingeval de kostenvergoeding voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in een bepaald geval onevenredig hoog is, om in bijzondere omstandigheden af te wijken van de volgens het Bpb berekende vergoeding.
Artikel 5 Gemotiveerd afwijken
De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheid om in bijzondere omstandigheden van de vaststelling van wegingsfactoren zoals in artikel 2 van deze beleidsregels zijn vastgesteld, af te wijken Afwijkingen van hetgeen gesteld in deze beleidsregels is bepaald, wordt uitdrukkelijk gemotiveerd in de beslissing op bezwaar.
De Beleidsregel inzake de toepassing van wegingsfactoren en taxatietarieven Wet waardering onroerende zaken 2017, vastgesteld op 30 juni 2017, door de heffingsambtenaar van de gemeente Deventer, de gemeente Raalte en de gemeente Olst-Wijhe wordt ingetrokken met ingang van de dag dat dit besluit in werking treedt, met dien verstande dat deze van kracht blijft op feiten die zich voor de in lid 2 genoemde datum hebben voorgedaan.
Tegelijkertijd komt de Beleidsregel inzake de toepassing van wegingsfactoren en taxatietarieven Wet waardering onroerende zaken 2016, vastgesteld op 14 januari 2016, door de heffingsambtenaar van de gemeente Deventer, de gemeente Raalte en de gemeente Olst - Wijhe, te vervallen, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
Aldus besloten en vastgesteld op 25 februari 2022
De in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar,
E.M. Röben
De in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar,
R.B. Hunink
In verband met het bepaalde in artikel 7:15 Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar alsmede het gestelde in het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de vergoeding van kosten van bezwaar is het gewenst beleidsregels vast te stellen ten aanzien van de wegingsfactoren als bedoeld in de bijlage bij het Besluit proceskosten.
Artikel 6 nadere bepalingen ten aanzien van de uitvoering, tweede lid:
Aangezien er al een betalingsrelatie met belastingplichtige is wordt bij betaling eerst beoordeeld of nog belastingschulden open staan. Indien dit het geval is wordt het bedrag van de vergoeding verrekend met de openstaande belastingschuld. De teruggave van de te veel geheven belasting en de betaling van de bezwaarkosten wordt op het reeds bekende nummer van belanghebbende gedaan.
Artikel 6, derde en vierde lid
De belanghebbende kan als schuldeiser een bankrekeningnummer aanwijzen waarop een betaling plaats moet vinden (artikel 4:89, eerste lid Awb). De invorderingsambtenaar van de gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte verrekent uit te betalen bedragen waar mogelijk met bestaande belastingschulden. Indien er geen belastingschuld is of indien het bedrag van de vergoeding hoger is dan de openstaande belastingschuld wordt het (restant)bedrag uitbetaald op het bij de financiële administratie bekende bankrekeningnummer van een belastingschuldige of na een daartoe ingediend verzoek op een door hem opgegeven bankrekeningnummer van een derde.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-92544.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.